Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET4: Fietsverslag Zuid- en West-Thailand - Forum Wereldfietser

Op DEET4: Fietsverslag Zuid- en West-Thailand

Proloog

Een fiets die ongebruikt staat te wachten in Bangkok, dat is een goede reden om nog maar eens een fietsreis te plannen in Thailand: ‘Op DEET, deel 4’. Twee jaar geleden reed ik van Bangkok zuidoostwaarts naar Trat en Koh Chang (op DEET2). Vorig jaar werd Op DEET3 een trip van Chiang Mai naar Kanchanaburi (van noord naar zuid, met de wind mee). Dit jaar zou ik naar het diepere zuiden fietsen (ook weer met de wind mee). Tijdens de eerste ‘Op DEET’ tocht in 2021 had ik een gelijkaardig traject gefietst via de reisorganisatie Grasshopper. Dat was heel leuk, maar de dagafstanden waren een beetje kort en het traject ging toen van Huahin naar Chumphon, werd onderbroken met een autorit, en ging dan finaal van Surat Thani naar Phuket. Nu zou ik wat noordelijker beginnen, vanaf Petchaburi, en zonder onderbreking naar Krabi rijden, waarbij ik overlap met de Grasshopper-route zoveel mogelijk zou vermijden. Dat is niet altijd mogelijk omdat het Zuidelijke Thaise schiereiland behoorlijk smal is. Om maximale flexibiliteit te hebben boekte ik geen hotels op voorhand. De fitheid van de dag bepaalt immers de stopplaats.

Aangekomen in Bangkok is het een blij weerzien met mijn Thaise vrienden, en natuurlijk ook met mijn plaatselijk geparkeerde blue baby, mijn ‘Trek FX3 Disc’, die ik in Thailand als reisfiets ‘light’ gebruik. ‘Light’ want ik hoef in het hotel- en restaurant overgoten Thailand uiteraard geen kampeer- en kookgerei mee te nemen. Wat kleren, basis-electronica, fietsreparatiemateriaal en een EHBO-kit volstaan. Ik pimp mijn fiets met nog wat materiaal dat ik heb meegenomen uit Belgie: aan de zadelbuis monteer ik een dubbele drinkbushouder die ik voorzie van twee chique metalen geïsoleerde 600-mL Camelback Chute Mag drinkbussen. Gedaan met het drinken van het in de zon opgewarmde, naar plastic muffende water! Onder de drinkbussenhouder monteer ik ook nog een achterwaarts gerichte, 140-dB luide scootertoeter om halsstarrige honden even op andere gedachten te brengen (Fedog F118-C). De bediening zit op het stuur… makkelijk. Gelukkig past alles perfect. Spoiler alert: zeer tevreden over beide aanwinsten, maar ze maken de fiets wel ongeveer anderhalve kilo zwaarder.
20241203_155126.jpg
Mijn metgezel wordt voorzien van een dubbele drinkbushouder en een achterwaarts gerichte toeter, beiden aan de zadelpen.
Via Grab (de plaatselijke Uber) hadden mijn vrienden een SUV-taxi besteld die me met mijn fiets uit de Bangkokse betonjungle zou rijden naar het startpunt: Petchaburi. Perfect op tijd komt een rode SUV me oppikken. De bestuurster, Kate, blijkt zeer vlot Engels te praten en doet haar verhaal tijdens de rit naar Petchaburi. Ze blijkt getrouwd geweest met een Oostenrijker en waarmee ze samen een dochter en succesvolle zaak in de bakkerswereld had. Door de ravage die Covid heeft aangericht op het Thaise toerisme had hun zaak het moeilijk gekregen en tot overmaat van ramp was haar man twee jaar geleden aan kanker overleden. Ze staat er dus nu alleen voor en Grab taxi is een van haar garanties op een inkomen. Ze vertelt alles met een bijzondere nuchterheid en kracht. Sommige mensen zijn heel weerbaar. Ondertussen vraagt ze naar mijn muzieksmaak en al gauw klinkt de voor haar onbekende Stromae door de boxen.
20241204_113641.jpg
Door weg te vluchten van het drukke Bangkokse verkeer draag ik bij aan het drukke Bangkokse verkeer.
Ik word netjes gedropt aan mijn eerste motel van de reis, Alinda Resort; het echte startpunt van mijn fietstrip.
20241205_084434.jpg
Mijn blue baby, popelend voor het vertrek bij Alinda Resort in Petchaburi.
Dag 1: Petchaburi – Huahin (75 km)

Ondanks mijn jetlag word ik vroeg wakker; het is nog ruim voor zeven. Ik popel om te beginnen aan het nieuwe avontuur. Maar dat is buiten het hotelmanagement gerekend. Ontbijt wordt niet voor 8 uur geserveerd. Dan maar wat doelloos popelen in de kamer en alles zo startklaar mogelijk maken. Tegen achten krijg dan toch een (eerder schamel) ontbijt: een eitje, wat ham, twee worstjes en twee toastjes. Daar ga ik niet ver mee fietsen. Gelukkig heeft mijn vriendin me nog zelfgemaakte energy bars meegegeven. En de befaamde 7-Eleven minisupermarkten zijn ook nooit ver weg. Daar is er altijd wel wat eetbaars te vinden.

Ik vertrek. Eindelijk. Hier heb ik al maanden naar uitgekeken. Mijn origineel plan bestond erin om op dag 1 naar Kaeng Krachan National Park te rijden, met zijn bijna 2500 km2 het grootste nationaal park van Thailand. De Ban Krang camp site, diep in het park, had mijn bijzondere aandacht getrokken omwille van zijn natuurlijke rijkdom en grote diversiteit aan vlinders. Ik had echter gelezen dat fietsen niet toegelaten zijn in het park (omwille van de olifanten en ander wild), dus had ik het plan vereenvoudigd. Ik fiets vandaag naar de toeristische badplaats Huahin. Daar vind ik ongetwijfeld makkelijk een transfer en gids naar Keang Krachan National Park. De weg naar Huahin is vlak, breed en ja, wat saai, maar hij is goed om de eerste 75 kilometer te malen in de zon. Over de infrastructuur valt niet te klagen: het grootste deel van het traject fiets ik op een volledig afgescheiden twee-richting fietspad van asfalt. Op regelmatige afstanden vind ik zelfs rustplaatsen met bankjes, schaduwboompjes en informatieborden. Dit moet een enorme investering geweest zijn die helaas bijna niet wordt gebruikt door fietsers (nu en dan een brommer). Op sommige plaatsen begint het asfalt in de lengte te scheuren, wat resulteert in gevaarlijke bandbrede spleten. Ook groeien acacias sneller dan de groendiensten (die weldegelijk actief zijn langsheen het traject) vorderen. Die acacias leggen hun doornige takken hinderlaagsgewijs over het fietspad. Soms laten ze hun takken op ooghoogte hangen, dan weer op beenhoogte. Focus is dus nodig. Maar toch is het aangenaam rijden en genieten langsheen de zoutboerderijen, palmplantages en het schrille gesjirp van de zwaluwkwekerijen.
20241205_095411.jpg
Vandaag krijg ik tientallen kilometers vrijliggend fietspad cadeau.
20241205_093219.jpg
Ik rij voorbij zoutboerderijen, waar men zilt water laat verdampen, de zoutkorst platwalst, en oogst.
20241205_100409.jpg
Mocht de vermoeidheid intreden zijn er altijd nog de rustplaatsen met bankjes, info, en wat schaduw.
20241205_102719.jpg
Toch is het uitkijken voor de stekelige acaciatakken op verschillende hoogten.
20241205_112431.jpg
Ik zie een watermonitor de viervaksbaan oversteken - zonder ongelukken.
Kort na de middag kom ik aan in Huahin en boek een kamer in het knusse White Sand Hotel. Blue baby gaat mee in de kamer, zoals altijd. In de namiddag wandel ik langs de kustlijn en boek bij een reisagent een privé-tour naar Kaeng Krachan NP. Ik vraag of ik een gids kan krijgen die wat van insecten kent. Ik besef dat het wellicht bijna onmogelijk is om zo’n specifieke gids te vinden die ook nog daags nadien beschikbaar is, maar je weet nooit hoe een koe een haas vangt. Enfin, alles wordt geboekt en ik wacht wel af. Morgen wordt dus geen fietsdag, maar een dag waarin de bioloog in mij zal worden verwend.
20241205_123210.jpg
Verse inktvisvangst in Huahin. Niet enkel vakantiefietsers drogen hier uit in de zon.
20241205_131403.jpg
Blue baby mag mee op de kamer.
20241205_170841.jpg
Ik vermoed dat dit hotel de finish was van iemands lange fietsreis in de vorig eeuw.
20241205_174741.jpg
Het drukke strand van Huahin. Niet mijn favoriete plek, maar als je er bent kan je er niet omheen om een kijkje te gaan nemen.
20241206_070409.jpg
Het gezellige White Sand Hotel
Weer een heerlijk en zeer herkenbaar reisverslag.
Wij hebben deze route in 2006 ook gereden :D was onze eerste fietsreis in ZO Azie

Over 2 weken gaan we ook weer naar Thailand,helaas zonder fietsen dit keer. De ebike van mijn vrouw kan niet mee in het vliegtuig :cry: Gaan via Trat eilandhoppen oa Ko Chang.
Daar waar mogelijk proberen we fietsen te huren

Groetjes Dirk
dik5 schreef:
zo 05 jan, 2025 17:39
Weer een heerlijk en zeer herkenbaar reisverslag.
Gaan via Trat eilandhoppen oa Ko Chang. Daar waar mogelijk proberen we fietsen te huren
Dank je, Dirk!
Veel plezier op reis! Mocht je huurfietsen vinden, het fietspad rond het stuwmeer naast Trat vond ik de moeite waard. Koh Chang is op sommige plaatsen behoorlijk pittig met de fiets. Ik heb veel positiefs gehoord van Koh Kud, maar ben er zelf niet geweest.
Dag 2: Kaeng Krachan National Park (0 km)

Om zeven uur komt een gids in camouflagekledij me ophalen aan het hotel. Zelf heb ik me zo jungle-klaar mogelijk gemaakt binnen de grenzen van mijn beperkte garderobe die ik meezeul op de fiets. Dat wil zeggen: ik draag mijn enige T-shirt met lange mouwen, mijn enige lange trekkingbroek, een paar sokken, en… sandalen. Volle schoenen heb ik niet bij op de fiets: te zwaar, te volumineus. Sokken in sandalen: de fashion police kan me dus een zware bekeuring geven, maar ik laat het niet aan mijn hart komen.

Tijdens de rit wordt het me duidelijk dat de gids niet echt een insecten-man is maar eerder aandacht schenkt aan zoogdieren. Dat is natuurlijk te begrijpen: in het park zitten wilde olifanten, tijgers, beren, stekelvarkens, veelvraten, zwarte panters, gibbons, herten, buffelachtigen en andere dieren die op het verlanglijstje staan van de gemiddelde toerist. Helaas vind ik alles wat een ruggengraat heeft wat minder interessant. Maar we komen er wel uit. Ik zal de omgeving zelf wel wat scannen op mooi klein grut. Eén ding zit echter niet mee, en dat wist ik reeds op voorhand: het is ‘low season’ voor wat betreft de vlinders. Ik ben een aantal maanden te vroeg want de meeste vlinders (en wellicht ook andere insecten) zijn te zien tussen april en juni. Ik leg mijn verwachtingen niet te hoog.

Bij de ingang va het park zien we onmiddellijk wat moois: een stel kibbelende bonte neushoornvogels (helaas geen grote neushoornvogels). Ik weet het, die hebben een ruggengraat, maar ik heb wel een zwak voor die groep. Mooi! De gids begeleidt me doorheen een aantal jungle loops en ik volg gedwee. Onderweg zien we toch wel wat spannends: spinnen, wandelende takken, kevers, en toch behoorlijk wat vlinders. Enkele gibbons laten zich ook zien. Olifanten zien we niet, maar er is niet naast hun sporen te kijken. Gigantische keutels langs het wandelpad, omvergeworpen bush over de baan, en meer.
Als toetje brengt de gids me nog naar een grot net buiten het park. De geur van guano maakt het onmiddellijk duidelijk dat het hier vergeven zit van de vleermuizen. Inderdaad, ze hangen bij bosjes boven onze hoofden in de grot die sterker verlicht is dan goed voor ze is. Bij elke stap die ik zet op de vochtige ondergrond, die bestaat generaties aan vleermuizendrek, springen er tientallen grotkrekels weg. Enig.
20241206_094637.jpg
In Kaeng Krachan staan er handige informatiehutjes opgesteld. Bij deze heeft zich een familie wilde olifanten komen informeren.
20241206_095908.jpg
Een woudreus die zich populair maakt bij verschillende soorten lianen.
20241206_101157.jpg
Blijkbaar is de kans klein dat ik dit wandelingetje zal overleven.
20241206_103750.jpg
Bruggen zij hier not done.
20241206_215104.jpg
Dit is dus 'low season' voor de vlinders in Kaeng Krachan.
20241207_064747.jpg
Omdat de biodiversiteit wat te groot is, wat collages (*klik* om te vergroten)
20241207_064845.jpg
20241207_065025.jpg
20241207_065159.jpg
20241207_065338.jpg
Dag 3: Huahin – Kui Buri (92 km)

Tijd om terug op de fiets te springen en zuidwaarts te rijden. Het plan is vandaag wat kilometers te vreten via de snelweg (Petch Kasem road), maar halverwege even een omweg van een twintigtal kilometer te maken om het moerasgebied Bueng Bua te bekijken, een deel van Sam Roi Yot National Park. Over de 60 kilometer highway kan ik kort zijn: dat is hersenloos trappen, maar tegelijkertijd ook genieten van de snelheid. Door de meewind en de aanzuiging van het snelle verkeer rij ik hele stukken tussen 30-40 km/u, lekker rustend op het ligstuur en in zwaarste versnelling. Al gauw bereik ik de rustige idyllische zijweg die naar Bueng Bua leidt. In de verte zie ik de grillige rotspieken van Sam Roi Yot opdoemen. De weg wordt afgeboord met gele trompetbloesems en paarse bougainvilleastruiken. Ik parkeer mijn fiets aan de ingang van het nationale park en bezoek de zowat enige attractie: een doodlopend 1100-meter lang pad dat over het rietmoeras loopt en verschillende prieeltjes met elkaar verbindt. Dat klinkt enigszins saai, maar ik geniet met volle teugen deze rustgevende omgeving. Op een tweetal andere bezoekers na ben ik er alleen. Dit moeras ligt tegen het decor van 600-meter hoge karstrotsen die grillig naar de hemel rijzen. Ik slenter, ik sta stil, ik mijmer, ik geniet, ik voel de wind, ik staar naar de horizon, ik hoor de moerasvogels, ik kom mentaal tot rust. Heerlijk. Ik blijf meer dan een uur op het pad, waarna ik nog een lunch neem in het kleine restaurantje van het park. Een optionele boottocht naar een nabije grot laat ik aan mij voorbij gaan.
20241207_105239.jpg
De fleurige weg naar Bueng Bua
20241207_110118.jpg
Een voorsmaakje voor ik het park binnenfiets.
20241207_111308.jpg
Een bronsvleugeljacana.
20241207_112008.jpg
Een uniek pad
20241207_112138.jpg
De grillige karstrotsen van Sam Roi Yot National Park. Bueng Bua ligt aan de 'achterzijde' van dit park en wordt door de meeste toeristen genegeerd. De beroemde Phraya Nakhon cave aan de kustzijde is veel populairder.
20241207_112412.jpg
20241207_112454.jpg
Dit zoutverlies zal ik moeten compenseren. Gelukkig heb ik altijd zoutmuntjes bij.
20241207_112634.jpg
Dit is een echte postcard-omgeving.
20241207_113745.jpg
Een uit de kluiten gewassen blauwzwarte houtbij met wel heel lichte ogen (Xylocopa sp.)
20241207_114008.jpg
Wat een plaatje vanop de uitkijktoren!
20241207_115416.jpg
20241207_121932.jpg
De grijskoppurperkoet (een soort Thais waterkieken)
20241207_122609.jpg
Een zwerm/school/vlucht (?) schaatsrijders
20241207_122723.jpg
Ik kies er voor nog wat kilometers te malen langs de snelweg. Die brengt me naar Kuiburi Hotel and Resort waar ik, een Thaise familie en een Duits koppel de enige gasten zijn. Dat is een lage bezetting voor een resort met meer dan 50 kamers. Mijn avondlijke wandeling naar het restaurant van het hotel, amper 50 meter, duurt heel lang: het blijkt dat talloze insecten worden aangetrokken op de wit-verlichte muren van het resort. Het is een wonderbaarlijke wandeling langs de winkelstraat van de lokale biodiversiteit. Een langpotige boktor vind ik het toppertje van de avond.
20241207_164751.jpg
Mooie wants op de witte muren van het hotel.
20241207_165016.jpg
Ik heb zelfs een orka gespot!
20241207_165552.jpg
Krabje in een getijdenpoel
20241207_170012.jpg
Het lege strand aan het hotel.
20241207_192016.jpg
Deze boktor vond ik de leukste van de avond. Wellicht Gerania bosci.
Wat een heerlijk verslag weer, met prachtige foto’s ook!

Die schaatsenrijders vormen natuurlijk geen troep, school, vlucht of kudde, dat is een peloton! ;-)
Dag 4: Kui Buri – Thap Sakae (91 km)

Vandaag vermijd ik de highway en fiets ik langs kleinere undulerende wegen, verder van de kust, meer richting Birmese grens. Het landschap wordt gedomineerd door ananasvelden. Ik teer enkel op het ontbijt en één energy bar tijdens de rit. Naar het einde van de rit toe stop ik nog even bij een koffiekraampje langs de wegkant voor een heerlijke macha frappe. In het kraampje, amper enkele vierkante meter groot, staat een jonge moeder met naast haar twee spelende kleutertjes. Ik vraag me af of deze jonge familie zich een hele dag opsluit in deze kleine ruimte aan de kant van een rustige landweg. Ik sluit de dag af met nog een stukje snelweg en vind iets voorbij Thap Sakae het Laem Kum Resort aan de kust. Wanneer ik via de lange graveloprit het hotel bereik komen er een vijftal blaffende honden op me afgerend. Een warm welkom. De hoteleigenares schreewt de honden nors toe. Ook hier is het makkelijk een kamer te krijgen: ik ben de enige gast in het resort (buiten een familie op het on-site kampeerterrein). Wanneer ik informeer naar het ontbijt krijg ik ‘rice soup?’ als vragend antwoord van de norse eigenares. Ik vraag of er een alternatief is. Ik hoor iets mompelen dat op ‘American breakfast’ lijkt. Ik lach breed en zeg ‘Yes, American breakfast please!’. Ze vraagt weer ‘Rice soup?’ Ik tracht dit weer af te wenden. Ze vraagt wat verwijtend ‘You don’t like rice soup?’. Het lijkt erop dat ik niet zal ontkomen aan de rijstsoep. Ik beken diplomatisch dat ik geen fan ben van rijstsoep. ‘OK, American breakfast’, zegt ze. Ik ben enigszins gerustgesteld, maar zou niet versteld staan mocht ik morgenvroeg toch rijstsoep voorgeschoteld krijgen.
20241208_100103.jpg
Pitstop voor wat krachtvoer.
20241208_100545.jpg
Ik fiets door het epicentrum van de ananaskweek. De vruchten worden later netjes op trucks geladen en naar de Dole fabriek getransporteerd.
20241208_101452.jpg
Dode slangen op de weg zijn niks speciaals in Thailand, maar een groot vers exemplaar doet me toch even stoppen.
20241208_115000.jpg
Stoppen doe ik ook voor een macha frappe. Deze kraampjes zijn deel van de couleur locale in Thailand.
20241208_123936.jpg
Heerlijk om hier te fietsen.
Ik trek me terug in mijn bungalow voor een verfrissende douche. Ondertussen hoor ik buiten de hel losbarsten: een fikse stortbui en het nodige gedonder doen me realiseren dat ik net op tijd een hotel heb gevonden. Een uurtje na het onweer maak ik nog een kleine strandwandeling en bekijk met argusogen de weervoorspellingen voor het diepere zuiden waar ik plan naartoe te fietsen. Die zijn niet heel positief: er worden grote hoeveelheden regen voorspeld. Niet zo’n typisch namiddagonweertje zoals daarnet, maar regen van ‘s morgens tot ’s avonds. Tussen de 20 en 45 mm per dag. Ik besef dat de weersvoorspellingen in de tropen niet altijd heel betrouwbaar zijn door de grilligheid van het weersysteem, maar ik ben gewaarschuwd. Ik hou dit beter in de gaten de komende dagen. Het droog seizoen in het diepe zuiden van Thailand is immers nooit volledig droog.
20241208_171504.jpg
Mijn huisje voor vannacht.
20241208_170920.jpg
Deze rakker komt buiten spelen na de stortbui.
20241208_165230.jpg
Het strand aan Laem Kum Resort
20241208_165853.jpg
Mijn forensische analyse: deze zeevogel heeft een korte touchdown gedaan op het strand, zonder ook maar een stap te lopen!
20241208_170001.jpg
Ik hou wel van de abstracte kadrering zonder context in de vorige foto. Maar ik zoek toch nog een ander verhaal; ik voeg wat meer diepte en context toe aan de foto. Ik kom er niet uit welke van de twee de beste compositie is.
Dag 5: Thap Sakae – Thung Maha (84 km)

Ik word wakker met een ochtendzon die door de gordijnen tracht te piepen. Voorlopig geen meteorologisch doemscenario. Ook het ontbijt valt mee: geen rijstsoep, maar een bescheiden American breakfast. Dit zal wat ondersteuning nodig hebben van wat extra calorieën die ik later in een 7-Eleven bij elkaar sprokkel.

Ik fiets de hele dag langsheen rustige genietbare kleine wegen met slechts één hoogtepunt: het strand van Ban Krut. Dat is voor mij een bekende en speciale plaats waar ik nu reeds voor de vierde keer kom – en ook deze keer wou ik het niet missen. Het strand, vooral ter hoogte van Rachavadee Ban Krut Resort, is heel mooi. Net zoals tijdens mijn eerste ‘Op DEET’ maak ik hier weer een fotoshoot van mijn fiets, mijn blue baby.
20241209_075022.jpg
Een kleine ochtendwandeling op het strand. Het lijkt een stralende dag te worden.
20241209_093226.jpg
Genieten van de schoonheid van het platteland.
20241209_093647.jpg
Ik steek verschillende keren de spoorlijn Bangkok-Trang over. Vroeger kon dat gewoon over de sporen, nu worden overal grote U-vormige bruggen gebouwd om het wat veiliger (en lastiger met de fiets) te maken.
20241209_095429.jpg
Vandaag spot ik een walvis!
20241209_101044.jpg
Het strand van Ban Krut. Een must voor de camera.
Het gaat verder tot aan Thung Maha, een klein kustdorpje dat ik tegen half twee ’s middags bereik. Daar boek ik een kamer in Phupha Nalay, een wat merkwaardig etablissement. Via een korte steile onverharde weg bereik ik het cafe/camping/motel/zoo. In het cafe/restaurant, dat er uit ziet als een volwaardige tropische plantenserre, krijg ik een uitermate vriendelijk onthaal. Men vertelt me dat er nog een kamer beschikbaar is en dat ik de wagon zelf mag kiezen. Jawel. Wagon. De kamers zijn omgebouwde treinwagonnetjes die elk netjes op een stukje spoor staan. Ze zijn klein, maar heel smaakvol en praktisch ingericht. Ik geniet van een heerlijke maaltijd in het restaurant en daal nog even via een steile trap af naar het microstrandje onderaan de rotsklif waarop Phupha Nalay gelegen is. Om het geheel kindvriendelijk te maken is er ook een mini-zoo, maar dat is helaas, in tegenstelling tot alle andere zaken, een schot naast de roos. Enkele zielige volières huizen wat parkieten en op een kaalgevreten stukje tuin lopen wat schapen en een gewonde struisvogel die door de stress het gros van zijn pluimen is kwijtgeraakt. Jammer.
20241209_134352.jpg
Mijn slaapplaats voor vannacht: een treinwagon bij Phupha Nalay.
20241209_134426.jpg
Knus en practisch ingericht
20241209_134433.jpg
20241209_143648.jpg
Het cafe/restaurant is een ware plantenserre
20241209_150836.jpg
20241209_190917.jpg
's Avonds heb ik voor mijn diner een tete-a-tete met deze Thaise schoonheid. Het beestje zat recht voor me op de tafel en bleef daar gedurende de hele maaltijd rustig zitten. Niet zo'n goede conversatiepartner, moet ik bekennen.
20241209_165358.jpg
De enige vlek op het blazoen van dit verblijf: de verwaarloosde struisvogel.
Dag 6: Thung Maha – Chumphon (64 km)

Ik word vroeg wakker, wat me toelaat de zonsopgang te bewonderen vanop het grote ‘obsevation deck’ van Phupa Nalay. Ik ben helemaal alleen en sta in de ochtendlijke frisse bries voor me uit te staren. Het is twintig na zes. Ik denk aan de sombere weersvoorspellingen. Die zijn ondertussen nog niet gewijzigd, integendeel. Binnen twee dagen zou de hel losbarsten in het diepere zuiden. Ik geraak misschien nog droog tot in Surat Thani, maar de oversteek van het schiereiland naar Krabi, mijn eindbestemming, zou wel eens helemaal kunnen verzuipen. Dagen in de stortregen fietsen. Dat zie ik niet zitten, ook al is het warme regen. Ik hak de knoop door. Ik gooi mijn plannen helemaal om. In plaats van naar Sawi te fietsen, 100 km zuidelijker, zal ik vandaag mijn route inkorten en fiets ik naar de dichtstbijzijnde grote stad, Chumphon, 64 km verderop. Vandaaruit zal ik een taxi nemen, noordwaarts, weg van de regen, terug naar Huahin. Daar zal ik even bezinnen over een alternatieve route. Ondertussen piept de ochtendzon van achter een eilandje voor de kust. Ik geniet van het natuurspektakel, maar ter zelfder tijd rouw ik ook een beetje over de netjes geselecteerde bezienswaardigheden die ik nu in het diepe zuiden zal missen. Een volgende keer misschien.
20241210_063938.jpg
Zonsopgang - tijd om de reisplannen te overpeinzen.
20241210_074403.jpg
Ontbijt met uitzicht in Phupha Nalay.
Met goede moed vetrek ik onder een stralende zon richting Chumphon via de Thaise Riviera en de Royal Coastal Road (een beetje een overstatement qua naamgeving, maar wel mooi om fietsen). Ik maak even een tussenstop aan het verlaten strand van Thung San. De coastal road ligt bezaaid met interessante verkeersslachtoffers: ik zie veel neushoornkevers, een vleermuis, twee nachzwaluwen, heel veel slangen (zoals gewoonlijk), en talloze vlinders. Ik moet zelfs even uitwijken voor een overstekende Maleise groene zweepslang waarvan de opgeheven kop bijna tussen mijn spaken terechtkomt. Close call.
20241210_093827.jpg
Fietsparadijs.
20241210_094359.jpg
Korte stop bij de verlaten Thung San beach.
20241210_101020.jpg
Opvallende roadkill: een nachtzwaluw.
Thung Wua Laen beach vormt een laatste stop voor een shake en obligate palm-strand-fiets-foto. Daarna gaat het richting Chumphon waar ik tegen de middag makkelijk een hotel vind (A-Te hotel). Wanneer ik in het aanpalende restaurant als enige klant binnenkom, wordt ik verwelkomd met “All I want for Christmas” van Mariah Carey. Gezellige kerstsfeer. Na het bestellen van mijn lunch heb ik door dat dit nummer op ‘repeat’ staat. Het spookt de hele namiddag door mijn hoofd. ’s Avonds waag ik een tweede poging in het restaurant, want het eten was er wel lekker. Bij binnenkomst hoor ik “Last Christmas” van Wham. Oef. Helaas stond ook dat nummer op repeat.
20241210_102147.jpg
Deze had ik al eens gepost bij de nieuwjaarswensen, maar hij krijgt hier ook een plaatsje omdat ik hem zo grappig vind.
20241210_103708.jpg
Kilometers vreten langs de Royal Coastal Road (met comfortabele zijstrook).
20241210_104351.jpg
Een van de vele nachtelijke verkeersslachtoffers heb ik even op mijn elleboogsteun gezet. Een neushoornkevervrouwtje. Ik stak ze onder de elastiek boven mijn fietscomputer, een beetje zoals het 'Spirit of Ecstasy'-beeldje van Rolls Royce. Door een stevige hobbel een kilometer verderop verloor ik mijn mascotte.
20241210_113034.jpg
Thung Wua Laen Beach. Een flauw doorslagje van de foto die ik gisteren in Ban Krut maakte.
20241211_080743.jpg
In Chumphon mag blue baby terug mee op de kamer.