Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET4: Fietsverslag Zuid- en West-Thailand - Pagina 2 - Forum Wereldfietser

Op DEET4: Fietsverslag Zuid- en West-Thailand

Dag 7-9: Terug naar de tekentafel in Huahin

De taxirit naar Huahin eindigt in hetzelfde hotel als enkele dagen terug: White Sand Hotel (never change a winning horse). Ik boek dezelfde kamer voor drie overnachtingen. Deze pauze laat me toe even na te denken over een ander fietstraject, een lijst van bezienswaardigheden op te stellen, wat uit te rusten, en… jawel, twee dagen voorspelde matige regen in Huahin te overbruggen.

De richting waarin ik vanaf dag 10 zal verder fietsen is niet zo moeilijk om te kiezen: op het smalle schiereiland is de keuze beperkt tussen noodwaarts en zuidwaarts. Komende van het zuiden is de enige logische optie dus om noordwaarts te fietsen, tegen de wind in. Ik mik op Kanchanaburi, het eindpunt van ‘op DEET3’. Dat lijkt een goed idee. Ik zal nog tijd genoeg hebben om wat verder te fietsen, misschien wel richting Sai Yok National Park aan de Birmese grens. Dat wordt het. Ik zie wel waar ik kom. Google maps presenteert me ook een aantal aantrekkelijke bezienswaardigheden in de buurt. Dat komt goed.

Van die twee dagen voorspelde matige regen in Huahin komt er uiteindelijk niks in huis. Het blijft droog, weliswaar zwaar bewolkt. In het diepe zuiden is de situatie erger. Ik ben blij met mijn beslissing om terug noordwaarts te keren wanneer ik hoor dat er in Surat Thani en Krabi aanzienlijke overstromingen zijn en dat er zelfs geen treinen meer rijden. Die zondvloed in het zuiden is dan toch juist voorspeld. Verschrikkelijk voor de mensen die daar wonen.

Ik vul de tijd in Huahin met het inkorten van mijn lijst ongelezen e-mails (dat geeft alvast wat minder stress op het werk bij thuiskomst), lekker eten, een ontspannende massage en een wandeltocht naar de top van Khao Hin Lek Fai, een groene heuvel die uitkijkt op het stadje en de zee. Op de heuveltop kom ik de symapthieke Mathieu uit Zuid-Limburg tegen die met zijn bijna 80 lentes en stevige tred net begint aan de terugtocht naar het stadje. Ik besluit hem te vergezellen en we hebben een leuke babbel. Hij overwintert elk jaar in Thailand samen met zijn echtgenote. Hij houdt zichzelf fit door regelmatig te gaan stappen. Zo wil ik ook oud worden! Heerlijke vent.
20241211_200943.jpg
Terug in White Sand Hotel in Huahin. Het hotel is ondertussen in Kerstmodus gezet.
20241212_164310.jpg
Deze graffitiartiest is actief in heel Huahin en daarbuiten. Overzal zie ik de mens- en vogelfiguurtjes met 'oogkop' opduiken.
20241213_113802.jpg
Op de top van Khao Hin Lek Fai mag je niet te veel afwijken van het pad of je komt in een stekelige situatie terecht.
20241213_114339.jpg
Even genieten van enkele panorama's
20241213_122824.jpg
20241213_120000.jpg
Toch nog even een vlinder achtervolgd en gekiekt.
20241213_121241.jpg
Loslopende pony in het park op de top van de heuvel. Ik zie geen eigenaar in de buurt.
20241213_121620.jpg
Na het paard voeden de twee volgende tekens van de Chinese dierenriem zich hier ook.
20241213_125451.jpg
En om bij die dierenriem te blijven: een draak heb ik niet gezien, maar dit komt er behoorlijk dicht bij.
Dag 10: Huahin – Ratchaburi (150 km)

Vandaag spring ik terug op de fiets om het tweede, wat onvoorziene deel van de reis te beginnen. Na een verrukkelijk lekker en uitgebreid ontbijtbuffet rij ik Huahin uit. Op het menu staan bijna uitsluitend wegen langsheen irrigatiekanalen. Dat wil zeggen: geen hoogtemeters, maar wel de hele dag tegenwind. Toch gaat het fietsen goed. Zeer goed zelfs. Ik geniet met volle teugen van de draaiende benen. Ik lig ontspannen op het ligstuur en word niet moe. Strakke banen, meestal met brede zijstrook, leiden me noordwaarts. Het wordt namiddag en ik heb geen zin om te stoppen. Misschien geraak ik nog tot Inlaya Resort even buiten Ratchaburi, een mooi resort dat ik op Google Maps had gespot. Dat lukt nipt, want ondertussen zijn mijn powerbank en smartphone, na 132 km, helemaal leeg. Voldaan van de lange rit kom ik de receptie van het chique resort binnen. Daar vertelt men me dat alles volboekt is door een huwelijksfeest op het domein. De receptionistes maken me geen smoes wijs want algauw passeren piekfijn uitgedoste gasten langs mijn bezweet spandex lijf. Ik maak duidelijk dat ik niet meer kan navigeren en dat ik graag mijn telefoon zou laden, desnoods tegen betaling. Gelukkig kan dat (zonder kosten) en heb ik mijn snellader mee. Enkele fridrankjes later is de telefoon weer helemaal vol en zoek ik een alternatieve overnachtingsplaats in de buurt. Google Maps vertelt me dat Cozy Secret Place 3 kilometer verderop te vinden is. Klinkt goed want binnen anderhalf uur is het pikkedonker. Ik fiets weg van het irrigatiekanaal, een kleine zijstraat in, op zoek naar die Cozy Secret Place. Honden blaffen me na. Ik kom terecht op een onbestemde plek, de betonnen weg loopt dood op een zandweg die in het bos verdwijnt. Weeral komen blaffende honden aangerend, een stuk of vijf deze keer. Ik sta stil en ben omsingeld. Traag til ik mijn fiets op en keer hem 180 graden. Ik vertrek zachtjes en de honden lijken daar vrede mee te nemen. Enkele honderden meter verder komen nog twee enthousiastelingen me achtervolgen. Ik geef hen een luide toeter en dat lijkt wel te werken. Cozy Secret Place heeft zijn naam goed gekozen – het zal altijd een geheim blijven voor me waar het precies is. Ik besluit niet verder rond te dolen op het met honden verzadigde platteland en besluit 15 kilometer terug te rijden naar Ratchaburi stad om daar het eerste beste hotel te boeken. Het wordt een familiekamer in Tulip Hotel. Dat ik na 150 kilometer mijn fiets met baggage nog via de trap naar de eerste verdieping moet zeulen neem ik er graag bij. Blij dat ik een kamer heb. Na de verfrissende douche besef ik dat ik vandaag enkel een ontbijt en één energy bar heb gegeten. Toch voel ik me nog goed – dit is een superdag waarop alles lukt blijkbaar. En er is nog goed nieuws: naast Tulip Hotel ligt een 7-Eleven: lekkers bij de vleet!
20241214_095311.jpg
Veel gefietst vandaag - met weinig stops voor foto's. Bijna een hele dag op zulke banen gefietst: vlak, rechtuit en naast een irrigatiekanaal.
20241214_123020.jpg
Maar het landschap is wel genietbaar.
20241214_132054.jpg
20241214_140449.jpg
Een tempelcomplex in Chinese stijl.
Dag 11: Ratchaburi – Ban Kao (92 km)

Vandaag gaat het richting Sai Yok vallei, maar mijn ambities liggen wat lager dan gisteren – het hoeft geen 150 km te worden. Meer nog, ik voorzie na amper 20 km al een mooie tussenstop aan Khao Bin Cave. Hiervoor moet ik even van de hoofdweg (3087) af. Via een strak asfaltwegje waarlangs hier en daar aapjes zitten bereik ik de grot. Het is negen uur; ik ben de eerste bezoeker aan het loket vandaag. Ik wandel binnen in de grot en verwacht me aan een stille mysterieuze koelte, maar niks is minder waar. Naarmate ik afdaal wordt het warmer en vochtiger en hoor ik het gezoem van ventilatoren. Het lijkt wel een sauna. De grot blijkt heel ‘ontwikkeld’ te zijn: wandelpad, wegwijzers, ventilatie, verlichting, het is er allemaal. Behalve leven. Geen vleermuizen en geen bijhorend ecosysteem van grottenkrekels, zweepstaartschorpioenen, jachtkrabspinnen, duizendpoten, en meer van dat schrikwekkends. Jammer. Over de geologische esthetiek kan ik niet klagen: die is ronduit schitterend. Zelden zag ik zoveel stalagmieten en -tieten bij elkaar. Overdadig als barok. De grot blijkt ook veel groter dan verwacht: een heel uur wandel ik erin rond, van kamer naar kamer. Een aanrader.
20241215_090541.jpg
Khao Bin Cave. Het is er heel rustig.
20241215_092259.jpg
Wandelpaadjes, ventilatoren en verlichting. Een heel 'ontwikkelde' grot.
20241215_093404.jpg
Even spelen met de schaduw.
20241215_094518.jpg
20241215_094717.jpg
Stalagtietenkermis!
Ik fiets verder langs – voor mij althans – perfecte wegen: kalm, glad asfalt, brede zijstrook, omringd door natuur. Tegen twee uur in de namiddag bereik ik Ban Kao. Tijd om stilaan een onderkomen te zoeken. Net voor ik de Kwae Noi rivier oversteek zie ik Karantee resort. Een slaperige oude dame ziet me het erf opkomen, sukkelt uit haar hangmat, en haalt een jonger familielid dat het Engels wat machtig is. Of ik een kamer kan krijgen? Jazeker, zelfs in het drijvend gedeelte van het hotel op de Kwae Noi…want ik ben de enige gast die nacht. Perfect! ’s Avonds bestel ik een lekkere Pad Si Ew in het restaurant maar het genot is van korte duur. Ik word belaagd door een leger van zwarte muggen die voornamelijk interesse hebben in de hete noedels in mijn bord. Dat merkwaardig fenomeen wekt de bioloog in me en ik vraag me af welke fysiologische triggers deze muggen naar mijn noedels leiden: gaat het om thermosensatie? Chemosensatie? Andere sensorische modaliteiten? Mijn overpeinzingen zijn van korte duur want de muggen beginnen ook interesse te tonen in mijn bloed. Het meisje van het restaurant ziet mezelf herhaaldelijk in het gezicht slaan en tracht mijn leed te verzachten door twee ventilatoren aan te zetten, maar die zijn niet krachtig genoeg om de muggen weg te houden. Ik schrok de noedels naar binnen en rond mijn restaurantbezoek zo snel mogelijk af.
20241215_105755.jpg
Wat mij betreft: een perfecte fietsomgeving.
20241215_140858.jpg
Het drijvend gedeelte van Karantee Hotel.
20241215_141013.jpg
Mijn drijvende kamer op de Kwae Noi rivier.
20241215_172752.jpg
Dag 12: Ban Khao – Sai Yok (93 km)

Mijn ontbijt om 7u30 wordt gelukkig niet verstoord door muggen, die liggen blijkbaar nog te snurken in hun bed. Maar er is andere dierlijke interesse. De plaatselijke poes kijkt zeer geinteresseerd naar mijn toast, worstjes en ham. Vooral naar die laatste twee. Ze springt ongegeneerd op tafel en staart, nog enigszins beleefd op een halve meter afstand, naar mijn bord. Ze weet blijkbaar dat ze niet tot de aanval mag overgaan. De ham smaakt een beetje zuur; ik vertrouw het zaakje niet helemaal. Ik ben ook de enige in het resort; misschien ligt de ham-turnover niet zo hoog in de keuken hier. En een vooruitzicht van diarrhee (‘speculoos van ’t vat’ zoals we dat in mijn dialect noemen) is niet mijn idee van een spetterende fietsvakantie. Ik laat de ham aan de poes – die mag zelf beslissen of ze het risico neemt.
20241216_073555.jpg
Om de Thailand-clichee's te bevestigen zou ik kunnen schrijven "Thai pussy for breakfast", maar zoals de foto toont ziet de realiteit er minder rooskleurig (pun intended) uit.
Vandaag staat de hoogste klim van de reis op het programma: een niet zo heel bijzondere 330 meter met weinig spectaculaire stijgingspercentages die niet boven de 6 procent komen. Toch bekijk ik het profiel even op voorhand, neem wat extra calorieën mee en snoep ik preventief wat zoutmuntjes. Via kleine golvende wegen fiets ik naar de Sai Yok Noi waterval aan de bekende Hell Fire Pass. Net voor ik de hoofdweg aan Sai Yok Noi bereik word ik toch even getrakteerd op een korte +10% helling. Toch altijd fun als het niet te lang duurt.
20241216_085904.jpg
Weerom strakke banen, dit keer langsheen cassavavelden. Verderop zie ik de heuvels al wachten op me.
Ik breng een kort bezoek aan de Sai Yok Noi waterval, die niet zoveel voorstelt (‘noi’ betekent dan ook ‘klein’), maar toch heel wat kijklustigen aantrekt. Wellicht is dat door zijn gunstige/makkelijke ligging en gratis toegang. Tijd voor de ‘echte’ klim van de dag: langzaam fiets ik via de hoofdweg (er is geen alternatief) omhoog doorheen een prachtig groen landschap met scherpe onregelmatige heuvels. Het klimmen gaat heel goed en ik word euforisch. “Laat die hoogtemeters maar komen” denk ik bij mezelf. Deze zachte helling mag gerust nog een tijdje blijven duren. Ik geniet van het landschap om me heen en van de inspanning. Ik ervaar een diep gelukmoment – zoals ik dat vorig jaar ook plotseling had in de buurt van Kanchanaburi.
20241216_110554.jpg
De oude trein aan het Sai Yok Noi eindstation.
20241216_110915.jpg
De Sai Yol Noi waterval. OK, maar er is beter in de buurt.
20241216_125705.jpg
Vraag me niet waarom,maar op deze plaats kreeg ik een plots opkomend zalig gevoel - intens geluk.
Ik zie de hoogtemeters gestaag toenemen op mijn fietscomputer en ben een beetje ontgoocheld wanneer ik de 330 bereik. Dit mocht langer duren. Anderzijds kan ik nu genieten van een lange afdaling in de Sai Yok vallei, die me naar de Sai Yok Yai waterval brengt (yup, ‘Yai’ betekent ‘groot’ en mijn verwachtigen worden verhoudingsgewijs bijgesteld). Die ligt in een nationaal park – dat betekent dus een entreeticket van 300 bath – maar dat blijkt het wel waard te zijn. De waterval is niet zo heel hoog (officieel 8 meter), maar valt rechtstreeks in de Kwae Noi rivier, wat toch wel bijzonder is en mooie plaatjes oplevert. Er zijn bijna geen andere bezoekers, wat alles nog aangenamer maakt.
20241216_135434.jpg
De Sai Yok Yai waterval mondt rechtstreeks uit in de Kwae Noi rivier.
Een hangbrug leidt me naar de overkant van de rivier waar ik nog een betere kijk heb op het natuurspektakel. Op de betonnen pijlers van de brug zie ik nog een kleurrijk spinnetje en een merkwaardige vlinderpop die omgeven is door een kunstig kooitje van lange haren. Schitterend. Daar kan ik evenveel van genieten als van die waterval.
20241216_135802.jpg
Heel wat drijvend vastgoed (is dat dan nog vastgoed?) in de Kwae Noi.
20241216_141315.jpg
De plaatselijke Golden Gate Bridge
20241216_141357.jpg
Kleurrijk spinnetje
20241216_141432.jpg
Vlinderpop in een schitterend delicaat kooitje van rupsenhaar.
Even verderop zie ik op een wegwijzer ‘Bat Cave 1600 m’ staan. Daar kan ik niet aan weerstaan: een wandelingetje van 3,2 kilometer in de jungle klinkt goed. Ik heb nog tijd – het is nog maar half drie. Ik wandel helemaal alleen door de bamboejungle. Bundels van dikke holle bamboehalmen wiegen zachtjes in de wind en maken horrorfilmgeluiden – schurende scharnieren van dooskistdeksels en luide diepe holle tok-tok-tok geluiden. Ik ben blij dat het nog niet donker is. Ik stoot op een onafgewerkt stuk spoorlijn met enkel dwarsliggers – wellicht een relict van de Japanners uit de tweede wereldoorlog. Ik volg het spoor en spring van balk tot balk. Uiteindelijk bereik ik een zwart gapend gat. De Bat Cave. Een steil paadje leidt me naar beneden maar algauw wordt het stikdonker. Logisch – ik verwacht niet dat hier elektriciteit voorhanden is. De grot is wat te groot voor mijn smartphoneflash en de bodem is niet echt vlak. Dat doet me besluiten niet verder te gaan – ik wil geen been breken of verdwalen in de grot want ik heb geen bereik en verwacht niet dat er vandaag nog iemand in de buurt komt. Het moet leuk blijven. Jammer, want ik had de grotfauna wel eens willen zien.
20241216_151538.jpg
Met Jugendstiliaanse elegantie slingert deze boom/liaan zich over het pad.
20241216_143347.jpg
Op weg naar de bat cave - een feest van groen, wortels en rotsen.
20241216_144124.jpg
Wellicht een onafgewerkte spoorlijn van de Japanners uit WO II.
20241216_145040.jpg
Eindelijk bereik ik het gapende gat van de bat cave in het bamboewoud.
20241216_145515.jpg
Verder dan dit ben ik niet gewandeld. Geen zin om dieper in de grot in het pikdonker mijn enkel te verstuiken.
Ik rep me terug naar mijn fiets en vind een eindje verderop een kamer in een boat house resort: River Kwai Paradise, uitgebaat door een vriendelijke stijlvolle oude Thaise dame - July. ’s Avonds merk ik dat het resort ook dienst doet als opvangcentrum voor hordes Oost-Europese toeristen die netjes met de bus aan de oever worden gedropt. Met een zacht kabbelend geluid val ik in slaap in mijn drijvende kamer.
20241217_082250.jpg
Het drijvende River Kwai Paradise.
20241216_161356.jpg
Weer een leuke kamer deze avond.
20241216_173821.jpg
20241216_174257.jpg
20241216_185135.jpg
Opvallende verlichting in het restaurant.
Dag 13: Sai Yok – Nam Tok Phatad - Sai Yok (60 km)

De reis loopt stilaan op zijn eind en ik heb een slotscenario opgesteld: ik fiets vandaag noordwestwaarts naar een waterval en keer dan terug naar River Kwai Paradise waar ik een tweede nacht zal verblijven. Morgen fiets ik terug richting Bangkok – tot Kanchanaburi.

Vooraleer ik terug de hoofdweg op ga, wil ik nog even de Dao Wadung Cave bezoeken, op amper een kilometer van mijn resort. July van het resort waarschuwt me dat de weg ernaartoe niet onderhouden is en het moeilijk te vinden is. Ik doe toch een poging, maar ze heeft gelijk: ik vind de grot niet. Daar waar mijn GPS aanduidt dat ik een afslag moet nemen zie ik enkel een privé-eigendom. Er klopt iets niet. De korte rit is echter niet voor niks, want ik zie boven mijn hoofd, in de ochtendzon twee prachtige grote neushoornvogels voorbijvliegen. Het gaat te snel om een foto te nemen, maar het doet de grot-ontgoocheling volledig vergeten.

Ik gooi me terug op de hoofdweg richting Sangkhla Buri en die is wat saaier dan gedacht. Na een dertigtal kilometer kies ik een zijweg die me naar de Phatad waterval zal leiden. Google had me reeds getoond dat dit wel een aardig stukje natuurschoon is, maar eerlijkheid gebied me te zeggen dat ik hier ook mijn ‘Patat’-collectie mee wil vervolledigen. Vorig jaar bezocht ik Hup Patat en Pha Tat cave (op DEET3). Nu komt Phatad Waterfall aan de beurt. Het zijwegje golft doorheen een mooi landschap en de huizen worden schaarser. Wanneer ik het Khueansrinagarindra nationaal park binnenfiets wordt het relief heel stevig, met hellingen tot 14%. In de lichtste versnelling duw ik mezelf naar boven. Staand op de pedalen, met ritmische halve pedaalslagen. Bij elk dood punt van de pedalen sta ik bijna stil. Mijn snelheid daalt tot 3 a 4 km per uur – net genoeg om mijn evenwicht te behouden. Maar het blijft leuk, want dat gezapige tempo put me niet uit. En er zijn geen honden.

Na een steile afdaling bereik ik de officiële ingang van het park. Een verschrikte parkwachtster stopt met bladeren vegen, kruipt in haar loket en verkoopt me haar eerste ticket van de dag. Het moet wellicht niet gezegd, maar het is hier rustig, meer nog, vredig. Ik heb tijd zat vandaag, dus ik slenter rustig naar de watervallen. Ik geniet van de rust en het eeuwige geruis van de vele cascades. Ik tracht nog wat insecten te spotten, maar dat is niet zo’n groot succes. Ik vind wel een merkwaardig steeloogvliegje. Omdat er geen alternatieven zijn fiets ik via exact dezelfde weg terug naar River Kwai Paradise hotel, waar ik de rest van de dag wat luier.
20241217_095207.jpg
Na Hup Patat en Pha Tad Cave, nu ook Phatad waterfall. Mijn aardappelcollectie is nu compleet.
20241217_095312.jpg
De fiets even tegen een boompje parkeren.
20241217_102620.jpg
Deze vlieg heeft een brede kijk op de zaak.
20241217_102927.jpg
Een stukje Phatad waterfall.
20241217_103108.jpg
Zelfde waterval, andere boomwortels. Ik kom er weer niet uit wat de beste compositie is. Mmm... deze is in ieder geval evenwichtiger belicht.
Dag 14: Sai Yok – Kanchanaburi (102 km)

Gisteren speelde de gedachte in mijn hoofd om toch helemaal naar Bangkok te fietsen, tot aan het huis van mijn vrienden. Dat zou me drie dagen kosten en die tijd heb ik nog beschikbaar. Toch laat ik dit idee varen, denkend aan het wat saaie landschap tussen Kanchanaburi en Bangkok, het drukke verkeer, de betonjungle. Dan liever wat luieren in Kanchanaburi of, zoals vorig jaar, een plaatselijke lus fietsen. Het wordt dus de laatste rit in rechte lijn vandaag.

Ik ben nog maar net op de hoofdweg beland en ik zie de dagafstand verschijnen op een bord: ‘Kanchanaburi 100’. Dat zie ik wel zitten. De eerste 38 km fiets ik langs de 323, in de tegengestelde richting als twee dagen terug. De zachte klim naar de 330-m hoge heuvelrug zit er ook weer bij. Het groene heuvellandschap brengt me in een ‘good mood’; ik zit met de glimlach op de fiets. Even voorbij Sai Yok Noi verlaat ik de 323 en kies voor de kleinere, rustige 3457. Die leidt me doorheen een dal tussen 600-m hoge heuvels, badend in de ochtendzon. Ik geniet, maar vergeet te stoppen voor een foto. Je moet me dus maar op mijn woord geloven.
20241218_080706.jpg
Dit bord is het fietsmenu voor vandaag.
20241218_092043.jpg
Beetje artificieel, maar goed genoeg om even te stoppen voor een foto.
20241218_092634.jpg
Mmmm. Nu besef ik dat ik deze reis eigenlijk geen tempels heb bezocht. Ik heb me ontpopt tot een grotten- en watervallenfan. Dat is wel duidelijk denk ik.
20241218_101925.jpg
Altijd handig, die busprieeltjes. Onder het goedkeurend ook van wijlen koning Bhumibol eet ik een energy bar.
20241218_122028.jpg
De overhuppelende herten hebben hier duidelijk last van obesitas.
Naarmate ik Kanchanaburi nader wordt de baan breder en drukker en voor ik het besef zit ik in het hartje van de stad op de eindbestemming: Good Times Resort aan de oevers van de Kwae Yai rivier. Het is zowat het beste resort van mijn hele trip – vooral het restaurant is top: lekker eten en een vriendelijke bediening met dito prijs. Hier wil ik wel twee dagen blijven vooraleer ik terugkeer naar Bangkok. Helaas lukt dit niet wegens ‘fully booked’. Jammer, maar ik kan gelukkig één dag genieten van dit resort. Ik vier mijn aankomst met een kokos-shake én watermeloenshake in het restaurant aan de rivieroever.
20241218_154509.jpg
Het restaurant van mijn hotel aan de oevers van de Kwai.
20241218_154656.jpg
Good Times Resort: een kokos-shake om het eindpunt te vieren.
20241218_162519.jpg
Good Times Resort... good times indeed!
20241219_073339.jpg
Het uitzicht vanop mijn kamer mag er zijn.
20241219_081043.jpg
Ik kan mijn glimlach niet verbergen bij het lezen van dit bordje aan de toiletten van mijn resort.
Dag 15: Decompressie

Met spijt check ik uit bij Good Times Resort (nomen est omen) en zoek een alternatief in de buurt.
20241219_073445.jpg
Bye-bye Good Times Resort...
Bij het tweede hotel is het raak: daar is nog een kamer met drie één-persoonsbedden vrij voor twee nachten. Die neem ik, want ze is meer dan ruim genoeg om mijn fiets mee binnen te nemen. De prijs van de kamer is exact de helft van die van vorige nacht. Dit geldt ook voor de vriendelijkheid van het personeel, kamerafwerking en kwaliteit van het ontbijt. You get what you pay for.
20241219_110601.jpg
Mijn kamer lijkt ingericht voor een platonisch triootje.
Ik laat het niet aan mijn hart komen en na een goede nachtrust blijf ik extra lang in bed liggen op deze ‘vrije’ dag. Ik kijk wat e-mails na, stream een film, doezel weg, tokkel nog wat op mijn smartphone, tot ik schuldgevoelens krijg. In plaats van mijn dag te verprutsen zou ik beter de kamer uitgaan en Kanchanaburi of de omstreken verkennen. Ik ben hier nu. Ik zou toch moeten gaan wandelen in de brandende zon, ik zou toch moeten een kijkje gaan nemen in het plaatselijke park, ik zou toch naar de skywalk moeten gaan want die heb ik nog niet gezien, ik zou moeten… “Ik moet just niks!” roept de innerlijke Wout Van Aert in me. Zo, dat is dan geregeld. Ik blijf in één van mijn drie bedden liggen en kijk nog wat Netflix documentaires. Pas tegen de late namiddag kom ik mijn kamer uit, regel ik een pick-up truck om me morgen naar Bangkok te brengen, doe wat boodschappen en ga ik eten in het plaatselijke vegan restautant. Daar blijken de porties heel groot (ik ben dan nog zo stom om nog een zwaar dessert van banaan in warme kokosmelk te bestellen). Zwanger van een gigantische food baby waggel ik terug naar mijn hotel. Ik kom opnieuw mijn kamer niet meer uit die dag – alle aandacht en energie gaat naar het verteringsproces.
20241220_192423.jpg
Hier worden de vegan maaltijden in olifantenporties geserveerd.
20241218_144702.jpg
Het gebruik van zonnemelk SPF30 is niet voldoende om te verdoezelen dat ik twee weken op sandalen heb gefietst.
Dag 16-17: Bangkok betonmarathon (42 km)

De rit met de pick-up truck verloopt bijzonder vlot en tegen het middaguur sta ik terug bij mijn Bangkokse vrienden waar ik een hartelijk welkom krijg. Die namiddag wordt er bijgepraat en help ik So met het bakken van de kerstkoekjes die ze zal uitdelen aan de buren (en mezelf).
20241221_095944.jpg
Met de pickup truck terug naar Bangkok. Een laatste blik op Kanchcanaburi.
20241221_104605.jpg
Bij een tussenstop zie ik vanuit de auto een monnik loterijbiljetten kopen. Ik weet niet of dat volgens het boekje is, maar mensen zijn mensen. Ook monniken.
De volgende dag, mijn laatste dag in Thailand, wordt toch nog een fietsdag: So nodigt me uit om met haar in Bangkok te gaan fietsen naar een gloednieuw park, Rama IX park (ter ere van de wijlen geliefde koning Bhumibol). Het is even aanpassen aan het hectische verkeer in Bangkok, maar adrenaline en pure overlevingsdrang leiden me met success door het gewirwar. We fietsen naar het stadscentrum, langs het Dusit-paleis en het koninklijk domein, om dan te eindigen aan… een gesloten Rama IX park. Blijkbaar is het park nog net niet volledig afgewerkt en dus nog steeds gesloten voor het publiek. Volgende keer dan maar. Om de ontgoocheling weg te spoelen fietsen we via de imposante Rama VIII brug naar het kleine Rama VIII park. De rit naar het stadscentrum wordt afgesloten met een afscheidslunch in een gezellig restaurant.
20241222_104538.jpg
Een ritje rond het koninklijk domein (links)
20241222_104934.jpg
Een fonteinboog.
20241222_110233.jpg
De Indische nimmerzat (naamgeving geinspireerd door de AA?). Er zit een hele kolonie van deze ooievaars in de boomtoppen van het koninklijk domein.
20241222_110942.jpg
Wat Benchamabophit. Een mooie tempel naast het koninklijk domein. Even twijfelen we om hem te bezoeken, maar we beseffen algauw dat onze fietsoutfit niet compatibel is met de kledingsvoorschriften. Een volgende keer dan maar.
20241222_113039.jpg
Even poseren voor het hekkenwerk van het nagelnieuw (en nog gesloten) Rama IX park.
20241222_120122.jpg
Dan gaan we voor een Rama minder: het Rama VIII park, een eindje verderop. Daarvoor moeten we de imposante Rama VIII brug over, die wordt gestut door een pijler van 160m hoog - een halve eiffeltoren. Misschien moet ik die ook even posten in het topic 'mooiste bruggen op je pad'.
20241222_161822.jpg
Een kleine aanlegpier nabij het Prem Pracha Vana Rak park. Speciaal aangelegd voor de huidige koning, om aan te meren en het plaatselijke lintje door te knippen om het park officieel te openen.
20241222_162456.jpg
Even poseren bij een banjan in Prem Pracha Vana Rak.
Bij thuiskomst zien we dat we net geen marathon hebben gefietst: 42,160 km. Ondanks de verkeersdrukte is het een heel leuke dag geweest en daarmee een perfecte afsluiter voor deze fietsvakantie. Ik zet ‘Blue Baby’ terug op stal, leg mijn hand liefkozend op het zadel en fluister “See you next time, baby”.
Zo. Op DEET4 zit erop.

Ik hoop dat jullie een fractie van mijn fietsgenot hebben mogen voelen - dat is de reden waarom ik mijn vehaaltje hier op dit forum van gelijkgestemden deel.

Aan jullie allemaal: veel mooie fietskilometers in 2025!
End.jpg
Mooi verhaal weer Aniphys.
Dank voor het delen.

Groet,
Tom.
Ik vond het ook leuk om te volgen. Bedankt. Het viel me op dat het veel schoner en opgeruimder is dan ik had verwacht. Nu helpt het dat de foto's mooi gemaakt en goed belicht zijn, dat maakt misschien al een verschil met oudere verslagen/foto's.
Ja ik keek er iedere dag naar uit ,,heerlijk
Wij zijn nu zelf ook in Thailand op Ko Chang,voor het eerst zonder fietsen :cry:
Wel in Trat een rondje om het meer gedaan met hele brakke leenfietsen van het hotel :cry:
Groet Dirk
dik5 schreef:
zo 19 jan, 2025 15:24
Wij zijn nu zelf ook in Thailand op Ko Chang,voor het eerst zonder fietsen :cry:
Wel in Trat een rondje om het meer gedaan met hele brakke leenfietsen van het hotel :cry:
Wat jammer van de brakke leenfietsen. Hopelijk heb je toch wat kunnen genieten.
Veel plezier op Koh Chang!