Vrijdag 25 mei 2018. Van Capljina naar Mostar, 38 km
We vertrekken vroeg om in de koele uren naar Mostar te kunnen fietsen. Af en toe zien we het wilde koele water van de Neretva voorbijstromen.
Aan het eind van de ochtend rijden we Mostar binnen, de grootste stad van Herzegowina. Mostar werd in de 13e eeuw gesticht en werd een bloeiende handelsstad in het Ottomaanse Rijk.
In de negentiende eeuw werd het Ottomaanse gezag steeds zwakker. In 1878 organiseerde de Duitse rijkskanselier Otto von Bismack het
Congres van Berlijn om de
Grote Oosterse Kwestie te bespreken. Tot ongenoegen van Servië kreeg Oostenrijk-Hongarije de voogdij over Bosnië-Herzegowina. Daar werden de Oostenrijkers niet gezien als bevrijders van de Turken, maar als nieuwe bezetters.
Na de Eerste Wereldoorlog werd Bosnië-Herzegowina een deel van Joegoslavië. Toen dat land in 1991 uit elkaar viel, werd Bosnië-Herzegowina een brandhaard van conflicten tussen de Serviërs, Kroaten en Bosniakken die hier al eeuwenlang woonden en dezelfde taal spraken. Mostar lag er middenin.
In 1992 streden de Kroaten nog samen met de Bosniakken tegen de Serviërs, die het Joegoslavische leger hadden ingezet (zie
hier), maar in 1993 ging de strijd verder tussen seperatistische Kroaten en Bosniakken (zie
hier).
Terwijl we de stad infietsen, zien we nog heel wat muren met kogelgaten en hier en daar half door bomen en struiken overwoekerde ruïnes van gebouwen. In de binnenstad zijn de meeste huizen weer hersteld.
We lunchen in een schaduwrijke tuin achter een restaurant bij de rivier. De man die ons daar bedient, vertelt ons dat hij de oorlog in Mostar heeft meegemaakt als kind, daarna jarenlang in Duitsland heeft gewoond en enkele jaren terug weer in Mostar is teruggekeerd. Hij legt uit dat veel ruïnes in de stad nog niet hersteld kunnen worden, omdat onbekend is wat er met de toenmalige eigenaren is gebeurd en vaak ook niet duidelijk is wie hun erfgenamen zijn.
Mostar dankt zijn naam aan de wachters ('Mostari'), die vanuit hun torens toezicht hielden op wie er via de houten brug over de Neretva de stad in of uit gingen. De Turkse architect Mimar Hajrudin ontwierp een stenen brug, die de wankele houten brug moest vervangen. In 1566 werd deze Stari Most ('Oude Brug') voltooid. Voor die tijd was dit een bouwtechnisch waagstuk (zie
hier), maar de brug was robuust genoeg om de tand des tijds te trotseren tot het uitbreken van de Bosnische oorlog. In 1993 werd de brug opgeblazen. Na de oorlog werden bruikbare resten uit de rivier gehaald en verwerkt in de reconstructie van de brug. In 2004 werd de brug heropend en een jaar later werd de brug met de oude binnenstad van Mostar op de werelderfgoedlijst van Unesco geplaatst.
De brug is nu de belangrijkste toeristentrekker van Mostar. Het is er nog niet zo druk als op de veel grotere Karelsbrug in Praag, maar het aantal selfies dat hier per vierkante meter gemaakt wordt, zal vast niet minder zijn.
Wij klimmen in de toren aan de westzijde van de brug, waar een serie foto's hangt, die de Nieuw-Zeelandse fotograaf
Wade Goddard in 1993 heeft genomen in het toenmalige ghetto van Mostar. De islamitische, maar niet streng gelovige (zie
hier) Bosniakken werden gedwongen om daar te wonen, terwijl de straten er tien maanden lang onder vuur werden genomen door sluipschutters aan de andere kant van de rivier. Ik vraag me af hoe een fotograaf onder die omstandigheden aan filmrolletjes kwam en waar hij die kon ontwikkelen. (Zelf deed ik in de tijd een avondopleiding aan de fotoacademie, waar ik les kreeg van Joost van den Broek, die toen nog een beginnende fotojournalist en een inspirerende leraar was. Hij was naar Bosnië gereden om een reportage in een vluchtelingenkamp te maken en kon daarna zijn films gewoon thuis ontwikkelen. Zelf ben ik uiteindelijk maar geen fotojournalist geworden, want dan was er van fietsen niks meer terechtgekomen. In dat vak ben je opdrachtbedelaar of workaholic tot je erbij neervalt. Joost koos voor het laatste (zie
dit artikel).
Terwijl het tien meter lager wemelt van de toeristen en de foto-expositie in elke reisgids met een beetje diepgang wordt vermeld, komen wij niemand anders tegen die even de moeite neemt om de toren in te gaan en deze indrukwekkende beelden te bekijken.
Daarna moeten we even bijkomen van alle indrukken. Dat doen we op een terras met een mooi uitzicht over het voormalige ghetto.
Tijdens het 'blauwe uurtje' dalen we af naar de rivier om de Stari Most op zijn mooist te zien.
Ook de Koski Mehmed Pashamoskee staat nu mooi in de schijnwerpers.
Hoog boven de stad licht een groot kruis op vanaf de top van de berg Hum, precies de plek waar Kroatische troepen het oostelijke deel van Mostar destijds onder vuur namen. Dat kruis werd daar rond de eeuwwisseling neergezet. Voor de Bosniakken in Mostar voelt het kruis als een opgestoken middelvinger. Vier jaar na het plaatsen van het kruis weigerde de katholieke bisschop van Mostar aanwezig te zijn bij de festiviteiten ter ere van de herstelde Stari Most. Hij vond dat de Bosniakken eerst maar respect voor het kruis moesten tonen, voordat de katholieken iets om die 'moslimbrug' konden geven. Zo blijven religieuze leiders en politici in Mostar zich op een negatieve manier profileren (zie
hier en
hier), net als in de rest van Bosnië-Herzegowina, tot frustratie van veel mensen die hier wonen. Zoals al die Kroaten uit Mostar die wél naar de opening van de herstelde brug kwamen kijken.
wordt vervolgd