Zaterdag 19 mei 2018. Van Donji Murici naar Rijeka Crnojevica, 15 km varen en 30 km fietsen
's Ochtends krijgt mijn humeur een flinke dip wanneer ik zie ik dat Corries voorband weer helemaal plat is. Ik inspecteer de binnenband opnieuw en zie bobbels en scheurtjes in de grote plakker, waardoor er weer lucht uit het kleine lek heeft kunnen ontsnappen. Het lijkt wel of de grote plakker niet zo elastisch is als de kleine plakker die eronder zit. Daardoor is de grote plakker gaan scheuren nadat ik de band had opgepompt. De bobbeltjes zijn ontstaan op plekken die niet zijn gescheurd. Door het oppompen van de band moeten die plekken onherstelbaar zijn vervormd, waardoor ze bij het leeglopen niet meer konden krimpen tot hun oorspronkelijke omvang. Misschien was dat rolletje bandpleister wel twintig jaar oud, uitgedroogd en daardoor niet meer te gebruiken. Vervelend is wel, dat ik nu twee binnenbanden met dat bandpleister heb verprutst.
Gelukkig hebben nog een nieuwe binnenband, die we op de Oude Bazaar in Gjakovë gekocht hebben. Wanneer ik deze band om de velg wil doen, wordt mijn humeur er niet beter op.
"Oh shit! Er zit een autoventiel op!"
Het ventielgat in de velg is bedoeld voor een Frans ventiel. Daar past geen autoventiel in.
"We hebben een vijl nodig om het gat in de velg groter te maken", zeg ik.
Corrie gaat naar de campingbeheerder om te vragen of we gereedschap van hem kunnen lenen. Wanneer hij ziet wat ons probleem is, twinkelen zijn ogen. Even later komt hij terug met een elektrische boor.
"Als dat maar goed gaat", zeg ik tegen Corrie.
"Die velg moet wel heel blijven."
"Ik denk dat het wel goed komt", zegt Corrie hoopvol.
De man weet inderdaad waar hij mee bezig is. Voorzichtig begint hij met een metaalboortje dat maar iets groter is dan het ventielgat. Wanneer het autoventiel er nog niet doorheen kan, gaat hij met een iets dikker boortje verder. Het derde boortje blijkt de juiste dikte te hebben. Ik monteer de banden en pomp deze op tot de gewenste spanning.
Inmiddels is het al tien uur en behoorlijk heet. Eerst moeten we minstens een uur klimmen en daarna nog een paar keer op en neer. Dat hadden we vanochtend in de koele uren willen doen. Corrie broedt op een plan om er toch een relaxte tocht van te maken.
"Op het strand liggen boten, die wel van de camping zullen zijn. Als de campingbaas tijd zou hebben om ons en de fietsen in zo'n bootje naar Virpazar te brengen, zouden we het zwaarste stuk van de route kunnen omzeilen."
De man vindt het prima. Voor een bedrag waarmee je hier twee nachten in een goed hotel kunt slapen, wil hij ons wel naar de dam in het meer varen, vlakbij Virpazar.
"Misschien is het over the top, maar ik heb het er wel voor over", zegt Corrie.
Even later dobberen we met onze fietsen in een bootje op het Meer van Shkodër - of Skadar, zoals het hier heet. Onze schipper wil de 15 km over het meer full speed gaan, maar tijdens het varen slaat de motor af.
Op halve kracht komen we wel weer een stukje verder. Dan rommelt de man wat aan de motor en geeft nog eens vol gas. Weer vliegen we een minuut lang over het meer, waarna de motor opnieuw begint te pruttelen.
"Problem", mompelt de man.
"Wasser in Benzin."
Opnieuw prutst hij wat aan de motor, en weer spurten we een stukje vooruit. Uiteindelijk bereiken we de dam zonder te hoeven roeien. Het ontspannen vaartempo met een rustig draaiende motor bevalt ons prima, maar ik vermoed dat een echte Balkanman blijer wordt van een luid ronkende motor.
We krijgen nu wel waar voor ons geld. Als je narekent hoelang de campingbaas vandaag met ons bezig is geweest, eerst met Corries velg en later heen en weer met de boot, ligt zijn uurtarief een stuk lager dan dat van onze kapper en glazenwasser.
De plek waar we uit de boot stappen heeft een voordeel en een nadeel. Het voordeel is dat hier een mooi restaurant is, waar we uitstekend kunnen lunchen. Het nadeel is dat we eerst over de druk bereden dam moeten fietsen om weer op onze route te komen. De dam is een onderdeel van de M2, die de hoofdstad Podgorica verbindt met de havenstad Bar. Er is dus veel vrachtverkeer. De weg op de dam, die 1 km lang is, heeft twee rijstroken zonder berm of uitwijkmogelijkheid. Direct naast onze rijbaan staat een vangrail die de weg scheidt van de naastgelegen spoorlijn, terwijl de rijbaan voor onze tegenliggers pal langs het water loopt.
We wachten een rustig moment af en hopen dat het rustig blijft tot we over de dam zijn. Achter ons komt er de eerste minuut geen verkeer, maar tegenliggers zijn er wel. Niet alleen op hun eigen rijstrook, ook op de onze. We komen er snel achter dat een paar tegemoetkomende fietsers hier geen reden zijn om een inhaalpoging af te breken, integendeel. Met volle vaart scheurt een tegenligger ons rakelings voorbij, terwijl we ons al dicht bij de vangrail bevinden. Terwijl we nog bijkomen van de schrik, zien we achter ons een grote vrachtwagen naderen. Gelukkig wijkt deze een beetje uit, zodat we niet gemangeld worden. Wanneer de vrachtwagen een paar honderd meter van ons verwijderd is, begint deze te slingeren. Even later ruiken we verschroeid rubber en zien we fragmenten van een autoband op de weg liggen. De vrachtwagen heeft het eind van de dam nog weten te bereiken en staat daar nu aan de kant.
"Als hij die klapband iets eerder had gekregen, weet ik niet of we dat hadden overleefd", zegt Corrie.
In Virpazar vinden we een geldautomaat waar we onze noodvoorraad euro's aan kunnen vullen. Euro's hebben we hier sowieso nodig, want net als Kosovo heeft Montenegro geen eigen munteenheid. Sinds 1996 gebruikt men hier al de Duitse mark omdat de oude munt, de Servische dinar, door hyperinflatie niets meer waard was (vanaf 1993 was er zelfs een biljet van 500 miljard dinar in omloop).
Na een referendum in 2006 werd Montenegro onafhankelijk van Servië. Ook toen voelde men hier geen behoefte om een eigen munt in te voeren, omdat het de bedoeling is dat Montenegro uiteindelijk lid van de EU gaat worden en dan toch de euro zal gaan gebruiken.
Van Virpazar loopt een rustige weg met schitterende vergezichten naar Rijeka Crnojevica, een vervallen maar karaktervol dorp met een eeuwenoude brug. We strijken neer op een schaduwrijk terras aan de rivierpromenade, waar Balkanhoempapa uit de speakers galmt die me doet denken aan een van de meest absurde films die ik ooit heb gezien: 'Underground' van Emir Kusturica (zie
dit videofragment).
Aan het begin van de avond maken we voor de tweede keer op deze dag een boottocht. Ditmaal door de moerassen in de noordelijke uitloper van het Meer van Skadar. Nu met een schipper die veel vogels weet te vinden, al kan hij de meeste vogelsoorten alleen in het Servisch benoemen. Corrie helpt hem aan de Engelse namen.
Het wemelt in dit meer ook van de esculaapslangen. Eentje kijkt nieuwsgierig op wanneer we voorbij varen.
Deze avond vieren we ook dat we halverwege onze tocht zijn. Sinds de aankomst in Igoumenitsa zijn we nu twintig dagen onderweg. We hebben ook nog twintig dagen over om Zagreb te bereiken.
wordt vervolgd