Muscat-Sur
Hallo Allemaal
Vanuit Muscat zijn we langs de kust zuidwaards naar Sur gefietst.
De wegen zijn enorm goed en worden nu tot 2x2 verbreed. Dit geeft ons het voordeel om over een snelweghelft die nog niet in gebruik is te fietsen. Ook hebben we grote delen over de oude gravelweg pal langs de zee gefietst.
Die zee is azuurblauw, en aan de andere kant rijzen rode rotswanden omhoog die af en toe worden doorsneden door groene wadi's. De eerste dag leggen we een afstand af van 110 kilometer. We zoeken een hotel in de kustplaats Quriat. Hier is geen hotel. We worden uitgenodigd door Abdallah om halwa te eten en omaanse koffie te drinken. Halwa is een omaans toetje wat iets weg heeft van Turks fruit. Het is heel voedzaam. De koffie is op smaak gebracht met kardamon en wordt geschonken in hele kleine kopjes. Via Abdallah komen we bij Rashid terecht. Rashid is journalist en we zijn uitgenodigd bij hem en zijn familie. Hij woont in een grote villa. Rashid heeft 6 dochters en 3 zonen. Het is een gezellige boel bij hem thuis. Ze spreken allemaal redelijk Engels. Het is lastig om alle namen van de familieleden te onthouden, maar uiteindelijk lukt dat wel.
Langs de kust komen we diverse highlights tegen. Bij Dibaab is een 'gat' in de grond van 40 meter doorsnede en 20 meter diep.
Er zit voldoende en kraakhelder water is om een heerlijk rondje te zwemmen. Naast dit gat zit een wegwerkerskamp met Indiers die minstens een half jaar hun vrouw niet hebben gezien. Rondom dit gat staan dus bosjes mannen te hopen op wat komen gaat. Wij wachten de schemer af en zwemmen bij maanlicht in het warme water. De wadi's (kloven) Tiwi en Shab zijn beiden prachtig. In Wadi Shab zoeken we een kampeerplek en we zetten de tent op aan het rand van bassin. Hier nemen we 's ochtends een duik en we zwemmen tussen de rotsen en palmbomen. Voordat het druk in de wadi begint te worden vertrekken wij richting Sur. We fietsen met een relaxed tempo en voor de wind over de stoffige oude weg langs de stille stranden. Af en toe stoppen we even om te genieten van het uitzicht en om wat schelpen te zoeken. We hebben al wat mooie exemplaren gevonden.
Het is Eid el Adha (schapenslachtfeest). We arriveren in Fins. Voor de kleurige deuren van de witte huizen ligt een plas bloed. Ik ga het dorp in om wat foto's te maken van mensen en huizen. Ik ontmoet hier Maryam. Zij neemt mij mee naar haar familie. Hier liggen buiten 3 grote schalen met met geroosterd vlees. Khaled is haar vader en is dit keer onze gastheer. Wij krijgen meteen fruit en koffie aangeboden. Hierna volgt de maaltijd. De mannen en de vrouwen gaan gescheiden eten als er gasten in het huis zijn. Khaled bereid een barbeque voor. Hij propt stukken geit in aluminiumfolie en die stukken gaan in een grote rieten zak die hij dichtnaait. Het riet wordt natgehouden zodat het vlees vers en koel blijft tot aan de barbeque.
In Sur kunnen we geen redelijk betaalbaar hotel vinden, zodat we in het sjieke Sur Plaza eindigen. Dat is meteen een nadeel van Oman, de hotels zijn het algemeen aan de dure kant. Sur is een oude havenstad bekent om zijn Dhow werven. Dhows zijn houten schepen waarmee de Arabieren zinds mensenheugenis naar Afrika en India varen.
Oman had tot voor kort een soort kolonie, namelijk Zanzibar, voor de kust van Tanzania. Dat verklaart ook waarom we zo af en toe gitzwarte mensen tegen komen. Daarnaast denken af en toe dat we in India zijn, bijna alle restaurants zijn in handen van Indiers. Gelukkig serveren ze niet alleen Indiaas eten, maar ook de Midden Oosten keuken en Chinese keuken. Verder loopt er van alles rond, Philipino's, Thai, Pakistani, Bangladeshi en allerlei Europeanen. Vele van deze mensen werken in Oman.
Hallo Allemaal
Vanuit Muscat zijn we langs de kust zuidwaards naar Sur gefietst.
De wegen zijn enorm goed en worden nu tot 2x2 verbreed. Dit geeft ons het voordeel om over een snelweghelft die nog niet in gebruik is te fietsen. Ook hebben we grote delen over de oude gravelweg pal langs de zee gefietst.
Die zee is azuurblauw, en aan de andere kant rijzen rode rotswanden omhoog die af en toe worden doorsneden door groene wadi's. De eerste dag leggen we een afstand af van 110 kilometer. We zoeken een hotel in de kustplaats Quriat. Hier is geen hotel. We worden uitgenodigd door Abdallah om halwa te eten en omaanse koffie te drinken. Halwa is een omaans toetje wat iets weg heeft van Turks fruit. Het is heel voedzaam. De koffie is op smaak gebracht met kardamon en wordt geschonken in hele kleine kopjes. Via Abdallah komen we bij Rashid terecht. Rashid is journalist en we zijn uitgenodigd bij hem en zijn familie. Hij woont in een grote villa. Rashid heeft 6 dochters en 3 zonen. Het is een gezellige boel bij hem thuis. Ze spreken allemaal redelijk Engels. Het is lastig om alle namen van de familieleden te onthouden, maar uiteindelijk lukt dat wel.
Langs de kust komen we diverse highlights tegen. Bij Dibaab is een 'gat' in de grond van 40 meter doorsnede en 20 meter diep.
Er zit voldoende en kraakhelder water is om een heerlijk rondje te zwemmen. Naast dit gat zit een wegwerkerskamp met Indiers die minstens een half jaar hun vrouw niet hebben gezien. Rondom dit gat staan dus bosjes mannen te hopen op wat komen gaat. Wij wachten de schemer af en zwemmen bij maanlicht in het warme water. De wadi's (kloven) Tiwi en Shab zijn beiden prachtig. In Wadi Shab zoeken we een kampeerplek en we zetten de tent op aan het rand van bassin. Hier nemen we 's ochtends een duik en we zwemmen tussen de rotsen en palmbomen. Voordat het druk in de wadi begint te worden vertrekken wij richting Sur. We fietsen met een relaxed tempo en voor de wind over de stoffige oude weg langs de stille stranden. Af en toe stoppen we even om te genieten van het uitzicht en om wat schelpen te zoeken. We hebben al wat mooie exemplaren gevonden.
Het is Eid el Adha (schapenslachtfeest). We arriveren in Fins. Voor de kleurige deuren van de witte huizen ligt een plas bloed. Ik ga het dorp in om wat foto's te maken van mensen en huizen. Ik ontmoet hier Maryam. Zij neemt mij mee naar haar familie. Hier liggen buiten 3 grote schalen met met geroosterd vlees. Khaled is haar vader en is dit keer onze gastheer. Wij krijgen meteen fruit en koffie aangeboden. Hierna volgt de maaltijd. De mannen en de vrouwen gaan gescheiden eten als er gasten in het huis zijn. Khaled bereid een barbeque voor. Hij propt stukken geit in aluminiumfolie en die stukken gaan in een grote rieten zak die hij dichtnaait. Het riet wordt natgehouden zodat het vlees vers en koel blijft tot aan de barbeque.
In Sur kunnen we geen redelijk betaalbaar hotel vinden, zodat we in het sjieke Sur Plaza eindigen. Dat is meteen een nadeel van Oman, de hotels zijn het algemeen aan de dure kant. Sur is een oude havenstad bekent om zijn Dhow werven. Dhows zijn houten schepen waarmee de Arabieren zinds mensenheugenis naar Afrika en India varen.
Oman had tot voor kort een soort kolonie, namelijk Zanzibar, voor de kust van Tanzania. Dat verklaart ook waarom we zo af en toe gitzwarte mensen tegen komen. Daarnaast denken af en toe dat we in India zijn, bijna alle restaurants zijn in handen van Indiers. Gelukkig serveren ze niet alleen Indiaas eten, maar ook de Midden Oosten keuken en Chinese keuken. Verder loopt er van alles rond, Philipino's, Thai, Pakistani, Bangladeshi en allerlei Europeanen. Vele van deze mensen werken in Oman.