Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Reisverslag Nepal door Martin van Doorne - Forum Wereldfietser

Reisverslag Nepal door Martin van Doorne

NEPAL 2001 door Martin van Doorne

GRENS INDIA – KATHMANDU

Vervolg Email verslag vanuit India 28 maart 2001


Namaste allemaal,

Bij de grens is het erg druk. Ik verwacht dat het uren gaat duren. Maar Indiërs hebben geen visum nodig dus
die rijden gewoon door. Ik zie wel een bordje 'immigration office' maar zolang ik geen slagboom zie rij ik door. Als ik op een gegeven moment zie dat het Sanskrietschrift op de reclameborden er anders uitziet vraag ik iemand waar ik ben. Birganj, Nepal. Geen paspoortcontrole, geen visum. Dat kan voordelig zijn denk ik nog, maar ik ga toch maar terug. Dan krijg ik een exitstempel voor India en daarna een visum voor Nepal. En dan ben ik er!! Op het eerste stuk hoor ik nog overal "where you from" en heel veel getoeter en ik ben even bang dat ik me teveel heb verheugd. Maar als ik de stad uit ben is het prima. Lekker rustig, aardige mensen. Zelfs de vrouwen beginnen me te groeten, iets dat ik al heel lang niet heb meegemaakt. In de verte zie ik het eerste bergruggetje liggen; eindelijk weer eens een berg! Drink eerst nog een cola en heb een leuk gesprekje met de mensen die er zitten. Hier ga ik het naar mijn zin krijgen. Open gezichten, nieuwsgierig vragen, oprechte geïnteresseerdheid. Op de vraag of ik Nepalees spreek pak ik mijn Lonely Planet en citeer wat onzinnige zinnen (waar is het postkantoor en zo). Doet het altijd goed.

En dan de klim. Ik wilde de Himalaya en zal ze krijgen ook. Maar het gaat lekker. Roep vaak "Namaste" onderweg. Bij het drinken van de cola vroeg ik nog hoe hoog de top is en de man antwoordde me "niet zo hoog".
Ik blijf een westerling, hè. Een weg naar boven ziet er vooraf altijd steiler uit maar als je er uiteindelijk rijdt valt het meestal heel erg mee. Voor ik het weet ben ik op het hoogste punt en begint de afdaling. Twee vrouwen op een motor rijden me voorbij en stoppen voor een praatje. Eerlijk gezegd moet ik zeggen dat ik ze vraag te stoppen voor een praatje. Omgekeerde wereld hier in Nepal. Zij brengen me naar een hotel in Hetauda, vragen om een kamer en onderhandelen over de prijs. Ik hoef niks te doen.

Ik loop Hetauda even in en het ziet er leuk uit. In een krant lees ik dat er van de milieubeweging veel commentaar is op de nieuwe financiële plannen. De Taliban in Afghanistan is bezig om hele oude en belangrijke Boeddha beelden te vernietigen omdat ze "niet het ware geloof zijn". Fijne overheid. Veel kritiek. Maar een woordvoerder van de Taliban zegt: "Het is een onomkeerbare beslissing. Heeft u ooit van een Taliban-beslissing gehoord die later is teruggedraaid?". Ik eet in een leuk eethuisje een Dal-bat, rijst met linzen en een paar soorten groenten erbij. Voer een leuk gesprekje met een jongen van 13. Ja, ik ga het hier echt leuk vinden.

De volgende dag staat de weg naar Daman op het programma. Hetauda ligt op zo'n 300 meter hoogte. Daman op 2400. Eerst 10 kilometer langs een rivier, een klein beetje bergop. In de rivierbedding waar veel kleine stenen liggen en enkele hele grote, staat een man met een grote hamer op een grote steen te rammen. Geen idee wat hij daar aan het doen is. De volgende 40 kilometer gaan alleen maar omhoog. Aan het einde van de dag ben ik kapot. Het daggemiddelde blijft onder de 10 km/u. Op de kaart had ik gezien dat het stuk Hetauda-Naubise (waar ik vandaag een stukje van fiets) ongeveer 2,5 cm is, bij een schaal van 1:2 miljoen is dat 50 kilometer. Op de kaart staat 107 kilometer aangegeven. Ik wind me op over de slechte kaart want hij heeft me al vaker verkeerde afstanden gegeven. Maar ja, met al die bochten in de weg kom je wel aan 107 kilometer.

Onderweg praat ik met een paar meisjes ("waar eet je je rijst?"), heb ik nog een lekke band en rust om het uur. Op het dak van de bussen zitten veel mensen. De weg is rustig en voor een groot gedeelte goed. Later wordt 'ie slechter en iets steiler wat niet echt een fijne combinatie is. Maar het is mooi. Goede uitzichten, vriendelijke mensen. Als ik een stuk naar beneden ga hoop ik dat ik over de top ben. Als dat inderdaad zo blijkt te zijn roep ik keihard "Hiehee" en ga lekker naar beneden. En dan zie ik het cadeautje van de dag: Voor me ligt de wijde range van de Himalaya! Hier ben ik potverdrie helemaal naartoe gefietst. Ik voel me heerlijk. Blijf er even kijken, maar ik ben bezweet en het is koud boven. Bij goed weer moet je de Mount Everest kunnen zien. Helaas is het mistig en zie ik hem/haar niet. Maar desondanks is het uitzicht prachtig. Sneeuwtoppen, wijds uitzicht. O, dit is geweldig. Ik praat met een paar mensen die bij een hotel werken dat bij dit uitzicht staat. Ik ben erg enthousiast over de bergen, zij over mijn fiets. Grappig perspectief van naar dingen kijken. Ik onder de indruk van iets wat zij elke dag zien en andersom.

De volgende ochtend sta ik voor zessen op om de zon op te zien komen vanaf een uitzichttoren. Helaas is het nog steeds bewolkt en kan ik de Everest niet zien. Maar het blijft adembenemend. Pak in en vertrek naar Kathmandu. De Nepalezen zeggen dat de eerste 50 kilometer naar Naubise alleen maar afdaling zijn. Raar idee van afdaling als je nog twee klimmetjes van zo'n 7 kilometer te gaan hebt. Maar het is het waard, het is prachtig. Een paar Duitsers op gehuurde motoren eten brood met.... KAAS. Ik krijg een stukje. Dat is te koop in Kathmandu! OOOOOOO, ik ga naar een voedselparadijs! Het lijkt wel of in elke bocht in de weg een huis staat. Kinderen spelen voor het huis, er lopen een paar geiten en kippen rond, vrouwen zitten buiten te werken. De sfeer is vriendelijk en gemoedelijk. In Naubise staat een bus. Uit de laadruimte springen een paar geiten. Ik eet wat en maak me op voor de laatste 25 km naar Kathmandu. Iedereen waarschuwt me voor de verontreiniging. Ook de Duitsers op de motor. Wat ik altijd een beetje hypocriet vind van mensen die zich mechanisch voortbewegen. Maar ik vind het er wel gezellig en vergeleken met de Grand Trunk Road in India is het hier een frisse lucht. Als de bussen met toeristen voorbijkomen voel ik me altijd reuze stoer. Een busje stopt en met camera’s in aanslag staan ze me op te wachten. Kindertjes lopen achter me aan. Bergop kunnen ze me makkelijk bijhouden, helaas. "Honderd roepies" roept eentje. Ik begin te lachen. Daarna neemt hij ook genoegen met 10 en zelfs met 1 roepie. Dan zeg ik hem vriendelijk dat 'ie maar even weg moet gaan. De klim is niet zo zwaar en ik begin er weer gewend aan te raken. Lekker inspannen en daarna een mooie afdaling. Zo rij ik Kathmandu binnen. Het is er aardig druk, maar ik had het veel drukker verwacht. Rij rechtstreeks naar de wijk Thamel, waar alle toeristen zich verzamelen. Bijna een getto. Hier kun je alles kopen. Pindakaas, chocopasta, chips, snickers, koekjes, kaas, bruin brood. Alle soorten eethuisjes, spulletjeswinkels, cd zaken, internetcafé’s, wandelwinkels, kaartenwinkels en nog veel meer. Ik ben niet echt onder de indruk en vind het na de eerste avond al een beetje saai. Zo veilig, zo thuis, zo gek dat je op reis bent om andere dingen te zien en er zo blij mee bent dat je weer alles kunt kopen wat je thuis ook kunt kopen. Ik ook, overigens. Ik ontmoet Jolanda en Leon weer die ik ook in Lahore, Pakistan heb gezien. We gaan eten en ik kies na 3 maanden bijna vegetarisch eten voor een grote, dikke vette steak. Wat heb ik daar naar verlangd en eerlijk gezegd valt het me een beetje tegen. Ik ben zo vol dat ik de volgende dag als ik wakker word nog geen zin heb in ontbijt. Dat gevoel houdt echter maar een kwartier aan. Moet weer even flink bij eten.

Gelukkig zijn er in Kathmandu geen muggen meer en blijft het muskietennet ingepakt. In India heb ik het wel veel gebruikt. Slik geen malariatabletten meer en moet dus een beetje voorzichtig zijn. Maar de bedden zijn hier al klein en een muskietennet klem je onder het matras waardoor de slaapruimte nog kleiner wordt. Je moet niet met de huid tegen het net aanliggen omdat je dan alsnog gestoken wordt. Je klemt het eerst op drie plaatsen vast, wurmt je onder de vierde opening door en klemt die ook vast. En als je dan ’s nachts naar de wc moet wurm je je er weer onderuit. Op kleine hotelkamers kan het dan gebeuren dat je met je teen achter de ketting van de fiets blijft haken die dan mooi zwart is.

Ik vul mijn dagen met eten, lezen, praten en niks doen in dit toeristenoord. Slijt wat dagen in ledigheid maar dat is wel lekker. Informeer naar prijzen voor de uitrusting voor het wandelen. Informeer naar het versturen van een riksja (fiets met bak waarop je mensen kunt vervoeren) naar Nederland. Twijfel erover. Niet echt handig, want ik heb er thuis geen ruimte voor maar wel erg leuk. Heb nog steeds niet besloten. Op 9 maart is het Holi festival in Nepal. Een hindoeïstisch feest waarbij, als ik het goed heb begrepen, het begin van de zomer wordt gevierd. De
straten zijn vol met 'bendes' jongetje die waterbalonnen gooien en die elkaar en anderen met tikapoeder insmeren. Ook toeristen ontlopen dit niet. Ik ga naar een dakterras en kijk het aan. De winkels zijn gesloten en het is een mooie chaos. Ook vanaf huizen en hotels gooien mensen water naar beneden. Ik hou me tot een uur of 1 schuil en bedenk me dan dat ik er wel iets van mee wil maken. Trek een oud shirt aan en ga de straat op. Op een plaats met een grote drukte blijf ik staan en wacht af. Binnen drie seconden ben ik nat en gekleurd. Koop zelf ook poeder en doe vrolijk mee. Als er toeristen, of eigenlijk vrouwen, schoon een hotel uitkomen, rennen de jongens erop af en binnen 5 seconden is ze overal betast en geheel gekleurd. Vrij graaien lijkt het wel. Maar het is leuk en de meeste hebben plezier. Als ik met een Nepalees jongetje rondloop, wil hij een mannelijke toerist
kleuren. "Als je dat doet, sla ik je" zegt hij in het Engels. "Loop hier dan niet" zeg ik tegen hem.

In Lahore heb ik ook Nick ontmoet. Hij werkt bij een organisatie die het gebruik van zonne-energie promoot
in Nepal. Een goede zaak in de afgelegen gebieden van Nepal. Hij doet dit vrijwillig en is bezig met onder meer fondswerving. Hij organiseert een voetbalwedstrijd en vraagt of ik ook kom. Veel buitenlanders die in Nepal bij non-gouvernementele organisaties werken. Ook veel Nepalezen. Gezellige drukte en we voetballen op een veld met wat gras, stenen en voornamelijk zand. Als een bal drie keer stuitert en op me af komt, doe ik mijn bril af en kop. Nou, daar maak je vrienden mee. Een jongetje ligt op de grond van het lachen en ze willen me dat wel vaker
zien doen.

Ik bekijk Durbar Square, een plein waaraan allemaal tempels liggen. Mooie, meerdakse tempels. Ben onder de
indruk, hoewel het in andere plaatsen nog mooier schijnt te zijn. Ook Kumari, de levende godin, woont daar. Het is een meisje dat tot haar eerste bloeding godin blijft en daarna gaat men op zoek naar een opvolgster wat met verschillende rituelen gepaard gaat. Een groep toeristen staat te wachten omdat ze zich om 3 uur laat zien. Nepalese gidsen roepen haar en we zien haar ongeveer 0,5 seconde. Het is gebruikelijk om een kleine donatie te doen om haar en haar familie te steunen. Uiteraard zijn er een paar Nederlanders die dit veel te kort vinden om een donatie te doen. Waarom moet in een vreemd land altijd alles toch lopen zoals de toerist dat wil?

Ga ook nog kijken bij Pashupatinath, een belangrijke Shiva tempel. Niet-hindoes mogen er niet in. Langs de tempel loopt de Bagmati rivier, die heilig is. Ook hier heb je crematieplaatsen waar constant mensen verbrand worden. Sadhus zijn volop aanwezig en willen graag dat je een foto van ze maakt. Het maakt allemaal niet zoveel indruk meer op me. Weer een toeristische attractie, weer kijken. Datzelfde gevoel krijg ik als ik naar Bodnath ga waar de grootste stupa van Nepal staat. Een stupa is een boeddhistisch gebouw of gebouwtje waar gebedsmolens in zijn aangebracht. Boeddhisten lopen er omheen onder het uitspreken van Om mani padme hum. Gebedsvlaggen hangen van de top tot de hekken die eromheen staan. Een kleurig gezicht. Even onder het hoogste punt zijn de allesziende ogen van Boeddha aangebracht. Ik loop eromheen, met de klok mee zoals dat hoort. En heb weer dat 'mnjah' gevoel. Begin een beetje verwend te raken merk ik. Het fietsen is geweldig, en ik kijk uit naar het wandelen in de bergen maar bij al die attracties geniet ik niet zoveel meer.

In Kathmandu kom ik weer veel mensen tegen die ik al eerder heb gezien. Ook Timo en Petra, twee mensen uit
Utrecht, die ik voor vertrek al een keertje heb gezien. Toen hebben we de hele avond over de voorbereidingen gesproken. We zijn al vaak bij elkaar in de buurt geweest en nu zie ik ze door de stad fietsen. Leuk om ze nu eindelijk weer te zien.
Toen ik thuis wegging had ik bij mezelf bedacht dat ik in Nepal een paar weken in een klooster wilde om te zien
hoe het kloosterleven is. Onderweg ben ik verschillende mensen tegengekomen die in Kathmandu een Vipassanacursus hebben gevolgd. Ik heb besloten om die ook te gaan volgen. Hij start de 14de maart. Het is een tiendaagse cursus. Vooraf moet je 5 keer beloven dat je alle tien dagen zult blijven. En dat je je houdt aan een aantal spelregels. Je mag niet praten, lezen schrijven, liegen, moorden, seksuele handelingen verrichten en roken,
drinken, of drugs gebruiken. En dat je je aan het dwingende tijdschema zult gaan houden; dat betekent om 4 uur opstaan, 10 uur mediteren en het in acht nemen van de Noble Silence (stilte van spraak, lichaam en geest).
Toen ik van huis wegging zeiden mensen dat ik mezelf wel zou tegenkomen op deze reis. Eigenlijk is dat nu
pas voor het eerst gebeurd. Ik weet niet goed of ik jullie hiermee zal lastig vallen. Ben ook nog bezig om alles eens op een rijtje te zetten. Wil er misschien wel wat over schrijven voor degenen die echt geïnteresseerd zijn. Voor degenen die meer over Vipassana willen weten: http://www.dhamma.org.

Goed, tijd dus voor het vervolg. Ik zit weer in Kathmandu. Na 10 dagen rust is de drukte hier wel grappig. Ga relaxter met de mensen om. Na 10 dagen niet spreken enz. voel ik me als iemand die een dieet volgt. Alles waar je vanaf moet blijven omdat het "slecht" voor je is is zoveel aantrekkelijker dan vóór de cursus. Je "mag" niet verlangen naar alles wat je met de zintuigen kunt waarnemen. Ik koop een discman en een paar cd's. Ik blijf hier nog een week en ga praktische zaken regelen. Visa voor India en Pakistan, uitrusting voor het lopen kopen, nog wat attracties bekijken. Daarna ga ik een zevendaagse wandeling maken ten noorden van Kathmandu, door de sneeuw en de kou. Vervolgens terug naar Kathmandu en dan een wandeling rond de Annapurna's. Dit is een groep bergen waar je omheen loopt met de mooiste uitzichten. Vervolgens naar Pokhara (een stad) en dan via het laagland van Nepal (de Terrai) terug naar India en Pakistan voor de Karakoram Highway. Van de hoofdstad Islamabad in Pakistan tot Kashkar in China loopt een weg door een geweldig mooi landschap. Ik wil tot de Chinese grens gaan. En dan.... ga ik maar eens op huis aan. Maar dat alles duurt nog wel even denk ik.

Zo, jullie zijn weer op de hoogte.

Groetjes, Martin

Kathmandu en wandeling Gosainkund
Email 18 april 2001


Namaste,

Jawel, ik zit nog steeds in Kathmandu. Ik ben een paar dagen terug van de wandeling ten noorden van Kathmandu, de Gosainkund wandeling. Sinds Duitsland verheug ik me al op het lopen van drie weken rond de Annapurna bergen, genoeg reden om de plannen te wijzigen en dit nu maar niet te doen. Na de 10 dagen mediteren en 10 dagen lopen heb ik heel veel zin om weer op de fiets te stappen. Verder heb ik mijn visa binnen en kan ik over een paar dagen verder gaan fietsen.

De afgelopen tijd niet gefietst dus geen route beschrijving dit keer. Op de 29ste ga ik naar Swayambunath, dit is een boeddhistische stupa maar er zijn ook hindoeïstische tempels. Erg bijzonder dat twee geloven op één plaats geïntegreerd zijn. Aangezien er veel apen zijn wordt dit ook wel de monkeytempel genoemd. Een flinke klim via trappen brengt me boven. Er lopen veel monniken rond, er zijn veel shops en een groep mensen loopt zingend en muziek makend kloksgewijs rond de stupa. Interessant en ik loop er een tijdje rond. Beneden bij de trappen staat
een enorm grote gebedsmolen. Dit is een grote cilindervormige constructie die rond een as draait als deze door een gelovige in beweging wordt gebracht. Tijdens het ronddraaien wordt een mantra opgezegd, meestal het Om mani padme hum. Op dit soort religieuze plaatsen heb ik het gevoel dat ik er met respect mee moet omgaan. De kleine Nepalese jongetjes spelen met de gebedsmolen alsof het een draaimolen is.

Als ik ergens zit te ontbijten heb ik een mooi uitzicht over de straat, vanaf de tweede verdieping. Een man met een enorm groot pak op zijn rug komt vast te staan in het verkeer en kan geen kant meer uit. Een jong meisje draagt haar broertje of zusje op de rug. De kleine trekt aan de staartjes van het jonge meisje, dat hard moet lachen maar toch de handjes van de kleine pakt om haar haren te bevrijden.

Ik ga naar Patan, een stadje dat tegen Kathmandu aanligt. De Durbar Square is mooier dan die van Kathmandu. De tempels zijn mooier, er zijn minder shops. Het is vandaag een feestdag en op de open plaats van een van de tempels staan drie buffels en drie geitjes. Deze gaan geofferd worden. Een man besprenkelt de dieren met water en voert verschillende rituelen uit. Twee geitjes nemen het er nog even van maar worden dan uit elkaar gehaald. Eerst zijn de buffels aan de beurt. Een man wrijft over de ruggengraat, de kop wordt tegen een houten opstaande balk aangehouden met een touw dat door een gat van de balk is gespannen. Dan een hak met de bijl, goed gemikt en met één slag zijn kop en romp gescheiden. Bij de eerste buffel schrik ik nog maar bij de derde sta ik met de camera in aanslag klaar om het moment van de hak vast te leggen. Het plein ligt vol bloed, de geur van vers bloed verspreidt zich en de lichamen van de dieren trillen nog na. Had ik maar een videocamera als al die anderen...

Op 3 april vertrekken we met de bus naar Dhunche. In deze plaats begint de wandeltocht. We zijn Rona, een
Israëlische vrouw, en ik. Van tevoren had men al gezegd dat de busrit erg zou zijn. 110 kilometer in 10 uur. Als de bus het busstation net verlaten heeft stoppen we al. Alle jongens stappen uit en gaan op het dak zitten, aangezien dat verboden is gebeurt dat niet op het busstation zelf. Wij hebben de laatste kaartjes en zitten achterin op de brede achterbank. Eerst met zijn vijven. Dat is al krap, maar het gaat net. Het gangpad ligt vol met rugzakken en staat vol met staande mensen. Het is druk in de bus. Oh nee, een man wringt zich naast me en nu zitten we met zijn zessen op de achterbank. Mijn benen schuin voor me, knieën tegen een houten bank aan. Dat wordt pijn lijden. Als de bus stopt denk ik bij mezelf "nee, jullie kunnen er echt niet meer bij". Maar ja, ik ben een onervaren busrijder, mijn laatste rit was in Iran. En de rest van de mensen weet het antwoord al: "die mensen kunnen er nog makkelijk bij!". Het eerste stuk gaat over goed asfalt. Berg op, berg af. Uitzicht op rijstterrassen. Waar kan ik de bus verlaten als er iets gebeurt? Nergens, tenzij je 2 Nepalezen doodslaat en er 3 vertrapt.

Na de lunch bestaat het wegdek uit stenen en worden we helemaal door elkaar geschud. Maar op een bepaalde manier geniet ik er wel van in de wetenschap dat ik dit niet altijd hoef te doen. Alle bewondering voor mensen
die met openbaar vervoer reizen! Hoewel deze bustocht wel als één van de ergste bekend staat.

Voor een politiepost, uit het zicht, stopt de bus en stappen alle mensen die op het dak zitten ervan af. Zij lopen langs de politiepost, de bus rijdt er achteraan. "Het is verboden om op het dak te zitten", zegt iemand.
Een stukje verder gaan we berg op en omdat de bus overvol is en dus veel te zwaar is trekt de motor het niet. De chauffeur trapt op de rem, maar ook die kan het niet aan en langzaam rijden we achteruit. Ik kijk door de achterruit en zie een rots dichterbij komen waar we tegenaan zullen rijden als er niks gebeurt. Zelfs een paar Nepalezen kijken verschrikt door de achterruit of we niet een ravijn inrijden. Als de lokale bevolking verschrikt kijkt moet je gaan oppassen. Maar het loopt goed af. De mensen stappen van het dak en lopen opnieuw. Dit tafereel herhaalt zich nog twee keer en bij de derde keer stappen wij ook uit om te gaan lopen.

Dan komen we in Dhunche aan. Het is aan het schemeren en de Langtang berg, één van de Himalaya's, ligt in een roodpaarse gloed van de avondzon. Ook zien we de bergen van Tibet liggen. We zoeken een hotel, Rona zoekt een drager voor haar rugzak. Ik ben wat conservatief in deze dingen en draag mijn rugzak zelf. De volgende ochtend is het vroeg op en wandelen. De weg is prachtig. Mooie uitzichten over besneeuwde toppen, rijstterrassen, rododendronbossen. Het wisselt zich constant af. Veel toeristen lopen met dragers en dragers lopen soms met drie rugzakken. Ongelooflijk sterk zijn die mannen. Hoe hoger we komen, hoe kouder het wordt. ’s Avonds doe ik mijn schoenen uit maar hou de rest van mijn kleren aan en doe 's morgens de schoenen weer aan en wandel weer. In de hotels is één ruimte waarin een houtkacheltje staat. De rest is koud. De muren van de kamers zijn gescheiden met houten planken waar de kieren tussen zitten. Het heeft een leuke sfeer. Veel kinderen lopen rond, de mensen zijn vriendelijk.

We klimmen naar 3900 meter. Op die hoogte sneeuwt het en Rona houdt voor het eerst van haar leven sneeuw vast. De uitzichten zijn geweldig. Sneeuwtoppen in de verte, bevroren meren, kleine boeddhistische tempels, gekleurde gebedsvlaggen in een witte omgeving. De hoogste pas gaat over 4600 meter. We hebben er een paar dagen doorheen gelopen en genoten maar het is gewoon niet te beschrijven.

De toiletten bestaan hier vaak uit twee planken boven een gat. Moet weer van dat onhygiënische wc-papier gebruiken omdat het water bevriest. Een constructie was wel interessant. Onder het gat heeft men een soort glijbaan aangebracht waarover alles naar beneden glijdt of rolt.

Na een dag of tien zit de wandeling erop en gaan we naar Kathmandu. We gaan nog kijken op een bungyjump brug. De zus van Rona springt ervan af. Een hoogte van 160 meter. Even twijfel ik, als een man me vraagt of ik ook wil springen. Het idee van de vrije val spreekt me wel aan, maar ach, laat ik het maar bij het maken van een paar foto's houden. Verder doe ik nog een paar dagen niks en de 21ste vertrek ik. Via het zuiden van Nepal, door de laagte, naar India.

Dat was het weer voor nu. Om jullie gerust te stellen: het regent hier vandaag. Nederland is niet het enige natte land.

29 april 2001 : de teller stopt…..

Hallo allemaal,

Op 26 april heb ik een beslissing genomen waar ik zelf ook nog niet helemaal aan gewend ben. Ik heb dan drie
dagen door de Terrai gefietst, het zuidelijke gedeelte van Nepal. Het is er heel erg warm en ook ’s nachts koelt het niet meer echt af. Ik hoor dat het rond de 40 graden is. Die ochtend sta ik om 4 uur op. Ik ontbijt met bananen
en koekjes. De zon komt als een rode bal op in de verte wat een mooi gezicht is maar ook een teken voor een nieuwe warme dag. Tegen een uur of 6 rij ik een berg op. In no-time ben ik alweer helemaal nat van het zweet. En dan stel ik mezelf de vraag die zoveel anderen me al zo vaak gesteld hebben: "Waarom doe je dit?". Het gebruikelijke antwoord is "Omdat ik van fietsen hou". Maar vandaag kan ik mezelf geen antwoord meer geven. "Waar doe je dit nog voor?" zeg ik tegen mezelf en ik ga halverwege de berg stilstaan. Ik fiets nu drie dagen met erg weinig plezier en eetlust, met hitte-uitslag en ik heb het wel gehad. Met een traan in mijn ogen besef ik dat het over is, dat dit het einde van de trip is. Ik draai het stuur om, suis van de berg af en neem 60 kilometer verderop een bus terug naar Kathmandu.

De komende anderhalve maand in deze hitte fietsen, geen eetlust hebben en langzaam alle plezier kwijtraken is de slechtste manier om een reis als deze te eindigen. Nou, het lijkt een wat teleurstellend einde van de reis te zijn, maar niets is minder waar. Ik heb een prachtige reis gehad en ik heb altijd gezegd: "Als ik geen plezier meer heb, is dat een reden om naar huis te gaan". Ben op de kop af een jaar weggeweest en heb erg veel gezien, geleerd en meegemaakt. Het zal wel weer wennen worden thuis. Blijf hier nog een paar dagen en op 1 mei vlieg ik naar huis.

Groetjes, Martin

Laatste bericht uit Nepal en thuiskomst

Email Vrijdag, 18 mei 2001

Hallo allemaal,

Zo, weer thuis. Alweer ruim twee weken. Boterhammen met kaas, haring, patatje oorlog, MKZ, mooie landschappen, anoniem door de straten lopen; het is goed in Nederland. Dit is het afsluitende berichtje, wat mij betreft. Iedereen bedankt voor de hartverwarmende mailtjes, erg leuk.

De kilometerteller is op 14328 blijven staan. Dit voor degenen die me per kilometer hebben gesponsord voor
het project van Isabelle. Alvast bedankt.

Goed, het laatste berichtje kwam uit Kathmandu. Daar ben ik nog even blijven hangen, beetje eten, drinken en afscheid nemen van bekenden. Ik praat met de man van het reisbureau over de Maoïsten die in Nepal actief zijn en veel onrust veroorzaken. Corruptie is een groot probleem in Nepal en daar willen ze iets aan doen. Ze eisen onder meer het aftreden van de minister president en gebruiken veel geweld tegen de politie. De meeste mensen die ik heb gesproken spreken er schande van maar de eigenaar van het reisbureau vindt het een goede zaak. "Een revolutie kost altijd mensenlevens", zegt hij. Zo'n expliciete steun heb ik nog niet eerder gehoord. Ik vraag hem wat er gaat gebeuren als de Maoïsten aan de macht zijn, of ze niet bang zijn dat het hele proces zich gaat herhalen. "Dat is wel onze grootste angst". Hij is van mening dat de verandering van onderaan moet beginnen, op de scholen. Mensen moeten voor zichzelf opkomen. Ik vertel hem wat over Nederland, over de dijken. "Jullie hebben zelfs land op plaatsen waar vroeger water was, hè?".

Op internet zie ik dat het 15°C is en dat Nederland in de ban is van Maxima en Mond en Klauwzeer. Op de 27ste is er nog een landverschuiving geweest bij Mugling vanwege vroege moesson regens, dit is in het gebied waar ik net doorheen ben gereden met de bus. In de Kathmandu Post, de lokale krant, lees ik dat er een nieuw probleem is in Nepal. Als je hier iemand overrijdt met je auto moet je 17000 roepies betalen aan de nabestaanden bij overlijden. Als iemand blijft leven moeten de medische kosten worden betaald. Reden voor automobilisten om de auto in z'n achteruit te zetten en het karwei af te maken.

Op 1 mei ga ik om een uur of 9 naar het vliegveld. Dag Thamel, dag Kathmandu. In 12 maanden heen, in 12 uur
terug. Beetje vreemd. Gelukkig zijn er behulpzame mensen die me vertellen wat ik moet doen. "Nee, ik heb de luchthavenbelasting nog niet betaald". Moet overgewicht betalen voor mijn fiets maar als hij gewogen wordt zegt de man achter de balie "No pay", waar ik niet al te lang over ga discussiëren. Ik verwacht wel wat zenuwachtig te zijn voor de vliegreis maar ik vertel mezelf dat het in een Nepalese bus waarschijnlijk veel gevaarlijker is dan in een lijntoestel van Lauda Air. Voor me zit een tv-schermpje in de hoofdsteun van de stoel ingebouwd. Daarop kun je video-opnamen bekijken van een cockpitcamera en een camera die onder het vliegtuig is gemonteerd. En een satellietbeeld waarop de vlucht te volgen is. Na een tussenstop in Delhi zie ik dat we over allemaal plaatsen vliegen waar ik ook al langs of doorheen gefietst ben. Voel me wat melancholisch.

Dan terug op Schiphol. Mijn ouders, zus en een paar vrienden staan me op te wachten. Na 10 minuten hebben we alweer het idee dat we elkaar drie weken geleden nog hebben gezien. In de auto hoor ik dat de voicemail 10 cent per oproep gaat kosten en de consumentenbond is WOEDEND. Ah, weer echte problemen. Ik drink, een beetje onwennig, weer water uit de kraan.

Ik lees een boekje van Gerard Monnink "wereldfietser in de jaren dertig". Kijk, dat waren de echte bikkels. Op fietsen zonder versnelling, weinig bagage, onlusten onderweg, struikrovers, boeven en ander gespuis op de weg. Richting Palestina.

In Dordrecht haal ik Mieke op van de Milieudienst. Echte bureaustoelen die draaien, steriele gangen, formulier van het "Besluit propaan in de bouw", volle bureaus, computers en goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden straalt het geheel uit. En lekkere koffie. Met de leasewagen gaan we naar Appie. Groot, reuze grote keuze, veel kleuren, uitvoerige presentatie, winkelkarretjes waarop je kunt hangen en dan, met je benen los, door de supermarkt kunt rijden, paarsgelaarsde, blondgepermanente dames.

Ik lees de eerste zaterdagse Volkskrant. Borrelbrood, broodvervanger, handig, daar hadden we al jaren op zitten wachten. Een column over het blauwe scherm van Windows. Jaja. Bram Peper was in het nieuws toen ik wegging en nu alweer. Ben ik wel weggeweest? De nieuwe vacature trend: Beschrijf de organisatie in steekwoorden, geef de functienaam en het inkomen en noem vooral niks over de functie-inhoud in de advertentie.

Ik bezoek vrienden op verschillende plaatsen en overal lijkt het alsof we elkaar pas geleden nog hebben gezien. Fiets ook af en toe. Prachtige rivierenlandschappen, veel groen, weinig koeien in de wei en hele mooie luchten. Het weer is prachtig sinds ik thuis ben.

"Wat ben je dun geworden!". "Je gezicht is dikker geworden". "Wat staat dat korte haar je goed". "En wat nu?". De meest gehoorde opmerkingen. Nou, ik moet nog een beetje wennen maar het bevalt me wel weer terug in Nederland. Heb nog geen vaste woon- of verblijfplaats maar verblijf nu in Dordrecht. Op dit moment heb ik absoluut niet het gevoel dat ik weer meteen weg moet. Ben me aan het oriënteren op werk hoewel het me op dit moment nog een beetje teveel is om direct achter het bureau te gaan zitten. Maar ook dat zal wel weer komen.

Nou, dit was het dan. Ik heb een prachtig jaar gehad en ik hoop dat ik jullie een beetje plezier hebben gehad van mijn mailtjes. Je kunt me gewoon blijven bereiken op mijn Yahoo adres als je dat wilt.

Groetjes, Martin