NEPAL 2001 door Martin van Doorne
GRENS INDIA – KATHMANDU
Vervolg Email verslag vanuit India 28 maart 2001
Namaste allemaal,
Bij de grens is het erg druk. Ik verwacht dat het uren gaat duren. Maar Indiërs hebben geen visum nodig dus
die rijden gewoon door. Ik zie wel een bordje 'immigration office' maar zolang ik geen slagboom zie rij ik door. Als ik op een gegeven moment zie dat het Sanskrietschrift op de reclameborden er anders uitziet vraag ik iemand waar ik ben. Birganj, Nepal. Geen paspoortcontrole, geen visum. Dat kan voordelig zijn denk ik nog, maar ik ga toch maar terug. Dan krijg ik een exitstempel voor India en daarna een visum voor Nepal. En dan ben ik er!! Op het eerste stuk hoor ik nog overal "where you from" en heel veel getoeter en ik ben even bang dat ik me teveel heb verheugd. Maar als ik de stad uit ben is het prima. Lekker rustig, aardige mensen. Zelfs de vrouwen beginnen me te groeten, iets dat ik al heel lang niet heb meegemaakt. In de verte zie ik het eerste bergruggetje liggen; eindelijk weer eens een berg! Drink eerst nog een cola en heb een leuk gesprekje met de mensen die er zitten. Hier ga ik het naar mijn zin krijgen. Open gezichten, nieuwsgierig vragen, oprechte geïnteresseerdheid. Op de vraag of ik Nepalees spreek pak ik mijn Lonely Planet en citeer wat onzinnige zinnen (waar is het postkantoor en zo). Doet het altijd goed.
En dan de klim. Ik wilde de Himalaya en zal ze krijgen ook. Maar het gaat lekker. Roep vaak "Namaste" onderweg. Bij het drinken van de cola vroeg ik nog hoe hoog de top is en de man antwoordde me "niet zo hoog".
Ik blijf een westerling, hè. Een weg naar boven ziet er vooraf altijd steiler uit maar als je er uiteindelijk rijdt valt het meestal heel erg mee. Voor ik het weet ben ik op het hoogste punt en begint de afdaling. Twee vrouwen op een motor rijden me voorbij en stoppen voor een praatje. Eerlijk gezegd moet ik zeggen dat ik ze vraag te stoppen voor een praatje. Omgekeerde wereld hier in Nepal. Zij brengen me naar een hotel in Hetauda, vragen om een kamer en onderhandelen over de prijs. Ik hoef niks te doen.
Ik loop Hetauda even in en het ziet er leuk uit. In een krant lees ik dat er van de milieubeweging veel commentaar is op de nieuwe financiële plannen. De Taliban in Afghanistan is bezig om hele oude en belangrijke Boeddha beelden te vernietigen omdat ze "niet het ware geloof zijn". Fijne overheid. Veel kritiek. Maar een woordvoerder van de Taliban zegt: "Het is een onomkeerbare beslissing. Heeft u ooit van een Taliban-beslissing gehoord die later is teruggedraaid?". Ik eet in een leuk eethuisje een Dal-bat, rijst met linzen en een paar soorten groenten erbij. Voer een leuk gesprekje met een jongen van 13. Ja, ik ga het hier echt leuk vinden.
De volgende dag staat de weg naar Daman op het programma. Hetauda ligt op zo'n 300 meter hoogte. Daman op 2400. Eerst 10 kilometer langs een rivier, een klein beetje bergop. In de rivierbedding waar veel kleine stenen liggen en enkele hele grote, staat een man met een grote hamer op een grote steen te rammen. Geen idee wat hij daar aan het doen is. De volgende 40 kilometer gaan alleen maar omhoog. Aan het einde van de dag ben ik kapot. Het daggemiddelde blijft onder de 10 km/u. Op de kaart had ik gezien dat het stuk Hetauda-Naubise (waar ik vandaag een stukje van fiets) ongeveer 2,5 cm is, bij een schaal van 1:2 miljoen is dat 50 kilometer. Op de kaart staat 107 kilometer aangegeven. Ik wind me op over de slechte kaart want hij heeft me al vaker verkeerde afstanden gegeven. Maar ja, met al die bochten in de weg kom je wel aan 107 kilometer.
Onderweg praat ik met een paar meisjes ("waar eet je je rijst?"), heb ik nog een lekke band en rust om het uur. Op het dak van de bussen zitten veel mensen. De weg is rustig en voor een groot gedeelte goed. Later wordt 'ie slechter en iets steiler wat niet echt een fijne combinatie is. Maar het is mooi. Goede uitzichten, vriendelijke mensen. Als ik een stuk naar beneden ga hoop ik dat ik over de top ben. Als dat inderdaad zo blijkt te zijn roep ik keihard "Hiehee" en ga lekker naar beneden. En dan zie ik het cadeautje van de dag: Voor me ligt de wijde range van de Himalaya! Hier ben ik potverdrie helemaal naartoe gefietst. Ik voel me heerlijk. Blijf er even kijken, maar ik ben bezweet en het is koud boven. Bij goed weer moet je de Mount Everest kunnen zien. Helaas is het mistig en zie ik hem/haar niet. Maar desondanks is het uitzicht prachtig. Sneeuwtoppen, wijds uitzicht. O, dit is geweldig. Ik praat met een paar mensen die bij een hotel werken dat bij dit uitzicht staat. Ik ben erg enthousiast over de bergen, zij over mijn fiets. Grappig perspectief van naar dingen kijken. Ik onder de indruk van iets wat zij elke dag zien en andersom.
De volgende ochtend sta ik voor zessen op om de zon op te zien komen vanaf een uitzichttoren. Helaas is het nog steeds bewolkt en kan ik de Everest niet zien. Maar het blijft adembenemend. Pak in en vertrek naar Kathmandu. De Nepalezen zeggen dat de eerste 50 kilometer naar Naubise alleen maar afdaling zijn. Raar idee van afdaling als je nog twee klimmetjes van zo'n 7 kilometer te gaan hebt. Maar het is het waard, het is prachtig. Een paar Duitsers op gehuurde motoren eten brood met.... KAAS. Ik krijg een stukje. Dat is te koop in Kathmandu! OOOOOOO, ik ga naar een voedselparadijs! Het lijkt wel of in elke bocht in de weg een huis staat. Kinderen spelen voor het huis, er lopen een paar geiten en kippen rond, vrouwen zitten buiten te werken. De sfeer is vriendelijk en gemoedelijk. In Naubise staat een bus. Uit de laadruimte springen een paar geiten. Ik eet wat en maak me op voor de laatste 25 km naar Kathmandu. Iedereen waarschuwt me voor de verontreiniging. Ook de Duitsers op de motor. Wat ik altijd een beetje hypocriet vind van mensen die zich mechanisch voortbewegen. Maar ik vind het er wel gezellig en vergeleken met de Grand Trunk Road in India is het hier een frisse lucht. Als de bussen met toeristen voorbijkomen voel ik me altijd reuze stoer. Een busje stopt en met camera’s in aanslag staan ze me op te wachten. Kindertjes lopen achter me aan. Bergop kunnen ze me makkelijk bijhouden, helaas. "Honderd roepies" roept eentje. Ik begin te lachen. Daarna neemt hij ook genoegen met 10 en zelfs met 1 roepie. Dan zeg ik hem vriendelijk dat 'ie maar even weg moet gaan. De klim is niet zo zwaar en ik begin er weer gewend aan te raken. Lekker inspannen en daarna een mooie afdaling. Zo rij ik Kathmandu binnen. Het is er aardig druk, maar ik had het veel drukker verwacht. Rij rechtstreeks naar de wijk Thamel, waar alle toeristen zich verzamelen. Bijna een getto. Hier kun je alles kopen. Pindakaas, chocopasta, chips, snickers, koekjes, kaas, bruin brood. Alle soorten eethuisjes, spulletjeswinkels, cd zaken, internetcafé’s, wandelwinkels, kaartenwinkels en nog veel meer. Ik ben niet echt onder de indruk en vind het na de eerste avond al een beetje saai. Zo veilig, zo thuis, zo gek dat je op reis bent om andere dingen te zien en er zo blij mee bent dat je weer alles kunt kopen wat je thuis ook kunt kopen. Ik ook, overigens. Ik ontmoet Jolanda en Leon weer die ik ook in Lahore, Pakistan heb gezien. We gaan eten en ik kies na 3 maanden bijna vegetarisch eten voor een grote, dikke vette steak. Wat heb ik daar naar verlangd en eerlijk gezegd valt het me een beetje tegen. Ik ben zo vol dat ik de volgende dag als ik wakker word nog geen zin heb in ontbijt. Dat gevoel houdt echter maar een kwartier aan. Moet weer even flink bij eten.
Gelukkig zijn er in Kathmandu geen muggen meer en blijft het muskietennet ingepakt. In India heb ik het wel veel gebruikt. Slik geen malariatabletten meer en moet dus een beetje voorzichtig zijn. Maar de bedden zijn hier al klein en een muskietennet klem je onder het matras waardoor de slaapruimte nog kleiner wordt. Je moet niet met de huid tegen het net aanliggen omdat je dan alsnog gestoken wordt. Je klemt het eerst op drie plaatsen vast, wurmt je onder de vierde opening door en klemt die ook vast. En als je dan ’s nachts naar de wc moet wurm je je er weer onderuit. Op kleine hotelkamers kan het dan gebeuren dat je met je teen achter de ketting van de fiets blijft haken die dan mooi zwart is.
Ik vul mijn dagen met eten, lezen, praten en niks doen in dit toeristenoord. Slijt wat dagen in ledigheid maar dat is wel lekker. Informeer naar prijzen voor de uitrusting voor het wandelen. Informeer naar het versturen van een riksja (fiets met bak waarop je mensen kunt vervoeren) naar Nederland. Twijfel erover. Niet echt handig, want ik heb er thuis geen ruimte voor maar wel erg leuk. Heb nog steeds niet besloten. Op 9 maart is het Holi festival in Nepal. Een hindoeïstisch feest waarbij, als ik het goed heb begrepen, het begin van de zomer wordt gevierd. De
straten zijn vol met 'bendes' jongetje die waterbalonnen gooien en die elkaar en anderen met tikapoeder insmeren. Ook toeristen ontlopen dit niet. Ik ga naar een dakterras en kijk het aan. De winkels zijn gesloten en het is een mooie chaos. Ook vanaf huizen en hotels gooien mensen water naar beneden. Ik hou me tot een uur of 1 schuil en bedenk me dan dat ik er wel iets van mee wil maken. Trek een oud shirt aan en ga de straat op. Op een plaats met een grote drukte blijf ik staan en wacht af. Binnen drie seconden ben ik nat en gekleurd. Koop zelf ook poeder en doe vrolijk mee. Als er toeristen, of eigenlijk vrouwen, schoon een hotel uitkomen, rennen de jongens erop af en binnen 5 seconden is ze overal betast en geheel gekleurd. Vrij graaien lijkt het wel. Maar het is leuk en de meeste hebben plezier. Als ik met een Nepalees jongetje rondloop, wil hij een mannelijke toerist
kleuren. "Als je dat doet, sla ik je" zegt hij in het Engels. "Loop hier dan niet" zeg ik tegen hem.
In Lahore heb ik ook Nick ontmoet. Hij werkt bij een organisatie die het gebruik van zonne-energie promoot
in Nepal. Een goede zaak in de afgelegen gebieden van Nepal. Hij doet dit vrijwillig en is bezig met onder meer fondswerving. Hij organiseert een voetbalwedstrijd en vraagt of ik ook kom. Veel buitenlanders die in Nepal bij non-gouvernementele organisaties werken. Ook veel Nepalezen. Gezellige drukte en we voetballen op een veld met wat gras, stenen en voornamelijk zand. Als een bal drie keer stuitert en op me af komt, doe ik mijn bril af en kop. Nou, daar maak je vrienden mee. Een jongetje ligt op de grond van het lachen en ze willen me dat wel vaker
zien doen.
Ik bekijk Durbar Square, een plein waaraan allemaal tempels liggen. Mooie, meerdakse tempels. Ben onder de
indruk, hoewel het in andere plaatsen nog mooier schijnt te zijn. Ook Kumari, de levende godin, woont daar. Het is een meisje dat tot haar eerste bloeding godin blijft en daarna gaat men op zoek naar een opvolgster wat met verschillende rituelen gepaard gaat. Een groep toeristen staat te wachten omdat ze zich om 3 uur laat zien. Nepalese gidsen roepen haar en we zien haar ongeveer 0,5 seconde. Het is gebruikelijk om een kleine donatie te doen om haar en haar familie te steunen. Uiteraard zijn er een paar Nederlanders die dit veel te kort vinden om een donatie te doen. Waarom moet in een vreemd land altijd alles toch lopen zoals de toerist dat wil?
Ga ook nog kijken bij Pashupatinath, een belangrijke Shiva tempel. Niet-hindoes mogen er niet in. Langs de tempel loopt de Bagmati rivier, die heilig is. Ook hier heb je crematieplaatsen waar constant mensen verbrand worden. Sadhus zijn volop aanwezig en willen graag dat je een foto van ze maakt. Het maakt allemaal niet zoveel indruk meer op me. Weer een toeristische attractie, weer kijken. Datzelfde gevoel krijg ik als ik naar Bodnath ga waar de grootste stupa van Nepal staat. Een stupa is een boeddhistisch gebouw of gebouwtje waar gebedsmolens in zijn aangebracht. Boeddhisten lopen er omheen onder het uitspreken van Om mani padme hum. Gebedsvlaggen hangen van de top tot de hekken die eromheen staan. Een kleurig gezicht. Even onder het hoogste punt zijn de allesziende ogen van Boeddha aangebracht. Ik loop eromheen, met de klok mee zoals dat hoort. En heb weer dat 'mnjah' gevoel. Begin een beetje verwend te raken merk ik. Het fietsen is geweldig, en ik kijk uit naar het wandelen in de bergen maar bij al die attracties geniet ik niet zoveel meer.
In Kathmandu kom ik weer veel mensen tegen die ik al eerder heb gezien. Ook Timo en Petra, twee mensen uit
Utrecht, die ik voor vertrek al een keertje heb gezien. Toen hebben we de hele avond over de voorbereidingen gesproken. We zijn al vaak bij elkaar in de buurt geweest en nu zie ik ze door de stad fietsen. Leuk om ze nu eindelijk weer te zien.
Toen ik thuis wegging had ik bij mezelf bedacht dat ik in Nepal een paar weken in een klooster wilde om te zien
hoe het kloosterleven is. Onderweg ben ik verschillende mensen tegengekomen die in Kathmandu een Vipassanacursus hebben gevolgd. Ik heb besloten om die ook te gaan volgen. Hij start de 14de maart. Het is een tiendaagse cursus. Vooraf moet je 5 keer beloven dat je alle tien dagen zult blijven. En dat je je houdt aan een aantal spelregels. Je mag niet praten, lezen schrijven, liegen, moorden, seksuele handelingen verrichten en roken,
drinken, of drugs gebruiken. En dat je je aan het dwingende tijdschema zult gaan houden; dat betekent om 4 uur opstaan, 10 uur mediteren en het in acht nemen van de Noble Silence (stilte van spraak, lichaam en geest).
Toen ik van huis wegging zeiden mensen dat ik mezelf wel zou tegenkomen op deze reis. Eigenlijk is dat nu
pas voor het eerst gebeurd. Ik weet niet goed of ik jullie hiermee zal lastig vallen. Ben ook nog bezig om alles eens op een rijtje te zetten. Wil er misschien wel wat over schrijven voor degenen die echt geïnteresseerd zijn. Voor degenen die meer over Vipassana willen weten: http://www.dhamma.org.
Goed, tijd dus voor het vervolg. Ik zit weer in Kathmandu. Na 10 dagen rust is de drukte hier wel grappig. Ga relaxter met de mensen om. Na 10 dagen niet spreken enz. voel ik me als iemand die een dieet volgt. Alles waar je vanaf moet blijven omdat het "slecht" voor je is is zoveel aantrekkelijker dan vóór de cursus. Je "mag" niet verlangen naar alles wat je met de zintuigen kunt waarnemen. Ik koop een discman en een paar cd's. Ik blijf hier nog een week en ga praktische zaken regelen. Visa voor India en Pakistan, uitrusting voor het lopen kopen, nog wat attracties bekijken. Daarna ga ik een zevendaagse wandeling maken ten noorden van Kathmandu, door de sneeuw en de kou. Vervolgens terug naar Kathmandu en dan een wandeling rond de Annapurna's. Dit is een groep bergen waar je omheen loopt met de mooiste uitzichten. Vervolgens naar Pokhara (een stad) en dan via het laagland van Nepal (de Terrai) terug naar India en Pakistan voor de Karakoram Highway. Van de hoofdstad Islamabad in Pakistan tot Kashkar in China loopt een weg door een geweldig mooi landschap. Ik wil tot de Chinese grens gaan. En dan.... ga ik maar eens op huis aan. Maar dat alles duurt nog wel even denk ik.
Zo, jullie zijn weer op de hoogte.
Groetjes, Martin
GRENS INDIA – KATHMANDU
Vervolg Email verslag vanuit India 28 maart 2001
Namaste allemaal,
Bij de grens is het erg druk. Ik verwacht dat het uren gaat duren. Maar Indiërs hebben geen visum nodig dus
die rijden gewoon door. Ik zie wel een bordje 'immigration office' maar zolang ik geen slagboom zie rij ik door. Als ik op een gegeven moment zie dat het Sanskrietschrift op de reclameborden er anders uitziet vraag ik iemand waar ik ben. Birganj, Nepal. Geen paspoortcontrole, geen visum. Dat kan voordelig zijn denk ik nog, maar ik ga toch maar terug. Dan krijg ik een exitstempel voor India en daarna een visum voor Nepal. En dan ben ik er!! Op het eerste stuk hoor ik nog overal "where you from" en heel veel getoeter en ik ben even bang dat ik me teveel heb verheugd. Maar als ik de stad uit ben is het prima. Lekker rustig, aardige mensen. Zelfs de vrouwen beginnen me te groeten, iets dat ik al heel lang niet heb meegemaakt. In de verte zie ik het eerste bergruggetje liggen; eindelijk weer eens een berg! Drink eerst nog een cola en heb een leuk gesprekje met de mensen die er zitten. Hier ga ik het naar mijn zin krijgen. Open gezichten, nieuwsgierig vragen, oprechte geïnteresseerdheid. Op de vraag of ik Nepalees spreek pak ik mijn Lonely Planet en citeer wat onzinnige zinnen (waar is het postkantoor en zo). Doet het altijd goed.
En dan de klim. Ik wilde de Himalaya en zal ze krijgen ook. Maar het gaat lekker. Roep vaak "Namaste" onderweg. Bij het drinken van de cola vroeg ik nog hoe hoog de top is en de man antwoordde me "niet zo hoog".
Ik blijf een westerling, hè. Een weg naar boven ziet er vooraf altijd steiler uit maar als je er uiteindelijk rijdt valt het meestal heel erg mee. Voor ik het weet ben ik op het hoogste punt en begint de afdaling. Twee vrouwen op een motor rijden me voorbij en stoppen voor een praatje. Eerlijk gezegd moet ik zeggen dat ik ze vraag te stoppen voor een praatje. Omgekeerde wereld hier in Nepal. Zij brengen me naar een hotel in Hetauda, vragen om een kamer en onderhandelen over de prijs. Ik hoef niks te doen.
Ik loop Hetauda even in en het ziet er leuk uit. In een krant lees ik dat er van de milieubeweging veel commentaar is op de nieuwe financiële plannen. De Taliban in Afghanistan is bezig om hele oude en belangrijke Boeddha beelden te vernietigen omdat ze "niet het ware geloof zijn". Fijne overheid. Veel kritiek. Maar een woordvoerder van de Taliban zegt: "Het is een onomkeerbare beslissing. Heeft u ooit van een Taliban-beslissing gehoord die later is teruggedraaid?". Ik eet in een leuk eethuisje een Dal-bat, rijst met linzen en een paar soorten groenten erbij. Voer een leuk gesprekje met een jongen van 13. Ja, ik ga het hier echt leuk vinden.
De volgende dag staat de weg naar Daman op het programma. Hetauda ligt op zo'n 300 meter hoogte. Daman op 2400. Eerst 10 kilometer langs een rivier, een klein beetje bergop. In de rivierbedding waar veel kleine stenen liggen en enkele hele grote, staat een man met een grote hamer op een grote steen te rammen. Geen idee wat hij daar aan het doen is. De volgende 40 kilometer gaan alleen maar omhoog. Aan het einde van de dag ben ik kapot. Het daggemiddelde blijft onder de 10 km/u. Op de kaart had ik gezien dat het stuk Hetauda-Naubise (waar ik vandaag een stukje van fiets) ongeveer 2,5 cm is, bij een schaal van 1:2 miljoen is dat 50 kilometer. Op de kaart staat 107 kilometer aangegeven. Ik wind me op over de slechte kaart want hij heeft me al vaker verkeerde afstanden gegeven. Maar ja, met al die bochten in de weg kom je wel aan 107 kilometer.
Onderweg praat ik met een paar meisjes ("waar eet je je rijst?"), heb ik nog een lekke band en rust om het uur. Op het dak van de bussen zitten veel mensen. De weg is rustig en voor een groot gedeelte goed. Later wordt 'ie slechter en iets steiler wat niet echt een fijne combinatie is. Maar het is mooi. Goede uitzichten, vriendelijke mensen. Als ik een stuk naar beneden ga hoop ik dat ik over de top ben. Als dat inderdaad zo blijkt te zijn roep ik keihard "Hiehee" en ga lekker naar beneden. En dan zie ik het cadeautje van de dag: Voor me ligt de wijde range van de Himalaya! Hier ben ik potverdrie helemaal naartoe gefietst. Ik voel me heerlijk. Blijf er even kijken, maar ik ben bezweet en het is koud boven. Bij goed weer moet je de Mount Everest kunnen zien. Helaas is het mistig en zie ik hem/haar niet. Maar desondanks is het uitzicht prachtig. Sneeuwtoppen, wijds uitzicht. O, dit is geweldig. Ik praat met een paar mensen die bij een hotel werken dat bij dit uitzicht staat. Ik ben erg enthousiast over de bergen, zij over mijn fiets. Grappig perspectief van naar dingen kijken. Ik onder de indruk van iets wat zij elke dag zien en andersom.
De volgende ochtend sta ik voor zessen op om de zon op te zien komen vanaf een uitzichttoren. Helaas is het nog steeds bewolkt en kan ik de Everest niet zien. Maar het blijft adembenemend. Pak in en vertrek naar Kathmandu. De Nepalezen zeggen dat de eerste 50 kilometer naar Naubise alleen maar afdaling zijn. Raar idee van afdaling als je nog twee klimmetjes van zo'n 7 kilometer te gaan hebt. Maar het is het waard, het is prachtig. Een paar Duitsers op gehuurde motoren eten brood met.... KAAS. Ik krijg een stukje. Dat is te koop in Kathmandu! OOOOOOO, ik ga naar een voedselparadijs! Het lijkt wel of in elke bocht in de weg een huis staat. Kinderen spelen voor het huis, er lopen een paar geiten en kippen rond, vrouwen zitten buiten te werken. De sfeer is vriendelijk en gemoedelijk. In Naubise staat een bus. Uit de laadruimte springen een paar geiten. Ik eet wat en maak me op voor de laatste 25 km naar Kathmandu. Iedereen waarschuwt me voor de verontreiniging. Ook de Duitsers op de motor. Wat ik altijd een beetje hypocriet vind van mensen die zich mechanisch voortbewegen. Maar ik vind het er wel gezellig en vergeleken met de Grand Trunk Road in India is het hier een frisse lucht. Als de bussen met toeristen voorbijkomen voel ik me altijd reuze stoer. Een busje stopt en met camera’s in aanslag staan ze me op te wachten. Kindertjes lopen achter me aan. Bergop kunnen ze me makkelijk bijhouden, helaas. "Honderd roepies" roept eentje. Ik begin te lachen. Daarna neemt hij ook genoegen met 10 en zelfs met 1 roepie. Dan zeg ik hem vriendelijk dat 'ie maar even weg moet gaan. De klim is niet zo zwaar en ik begin er weer gewend aan te raken. Lekker inspannen en daarna een mooie afdaling. Zo rij ik Kathmandu binnen. Het is er aardig druk, maar ik had het veel drukker verwacht. Rij rechtstreeks naar de wijk Thamel, waar alle toeristen zich verzamelen. Bijna een getto. Hier kun je alles kopen. Pindakaas, chocopasta, chips, snickers, koekjes, kaas, bruin brood. Alle soorten eethuisjes, spulletjeswinkels, cd zaken, internetcafé’s, wandelwinkels, kaartenwinkels en nog veel meer. Ik ben niet echt onder de indruk en vind het na de eerste avond al een beetje saai. Zo veilig, zo thuis, zo gek dat je op reis bent om andere dingen te zien en er zo blij mee bent dat je weer alles kunt kopen wat je thuis ook kunt kopen. Ik ook, overigens. Ik ontmoet Jolanda en Leon weer die ik ook in Lahore, Pakistan heb gezien. We gaan eten en ik kies na 3 maanden bijna vegetarisch eten voor een grote, dikke vette steak. Wat heb ik daar naar verlangd en eerlijk gezegd valt het me een beetje tegen. Ik ben zo vol dat ik de volgende dag als ik wakker word nog geen zin heb in ontbijt. Dat gevoel houdt echter maar een kwartier aan. Moet weer even flink bij eten.
Gelukkig zijn er in Kathmandu geen muggen meer en blijft het muskietennet ingepakt. In India heb ik het wel veel gebruikt. Slik geen malariatabletten meer en moet dus een beetje voorzichtig zijn. Maar de bedden zijn hier al klein en een muskietennet klem je onder het matras waardoor de slaapruimte nog kleiner wordt. Je moet niet met de huid tegen het net aanliggen omdat je dan alsnog gestoken wordt. Je klemt het eerst op drie plaatsen vast, wurmt je onder de vierde opening door en klemt die ook vast. En als je dan ’s nachts naar de wc moet wurm je je er weer onderuit. Op kleine hotelkamers kan het dan gebeuren dat je met je teen achter de ketting van de fiets blijft haken die dan mooi zwart is.
Ik vul mijn dagen met eten, lezen, praten en niks doen in dit toeristenoord. Slijt wat dagen in ledigheid maar dat is wel lekker. Informeer naar prijzen voor de uitrusting voor het wandelen. Informeer naar het versturen van een riksja (fiets met bak waarop je mensen kunt vervoeren) naar Nederland. Twijfel erover. Niet echt handig, want ik heb er thuis geen ruimte voor maar wel erg leuk. Heb nog steeds niet besloten. Op 9 maart is het Holi festival in Nepal. Een hindoeïstisch feest waarbij, als ik het goed heb begrepen, het begin van de zomer wordt gevierd. De
straten zijn vol met 'bendes' jongetje die waterbalonnen gooien en die elkaar en anderen met tikapoeder insmeren. Ook toeristen ontlopen dit niet. Ik ga naar een dakterras en kijk het aan. De winkels zijn gesloten en het is een mooie chaos. Ook vanaf huizen en hotels gooien mensen water naar beneden. Ik hou me tot een uur of 1 schuil en bedenk me dan dat ik er wel iets van mee wil maken. Trek een oud shirt aan en ga de straat op. Op een plaats met een grote drukte blijf ik staan en wacht af. Binnen drie seconden ben ik nat en gekleurd. Koop zelf ook poeder en doe vrolijk mee. Als er toeristen, of eigenlijk vrouwen, schoon een hotel uitkomen, rennen de jongens erop af en binnen 5 seconden is ze overal betast en geheel gekleurd. Vrij graaien lijkt het wel. Maar het is leuk en de meeste hebben plezier. Als ik met een Nepalees jongetje rondloop, wil hij een mannelijke toerist
kleuren. "Als je dat doet, sla ik je" zegt hij in het Engels. "Loop hier dan niet" zeg ik tegen hem.
In Lahore heb ik ook Nick ontmoet. Hij werkt bij een organisatie die het gebruik van zonne-energie promoot
in Nepal. Een goede zaak in de afgelegen gebieden van Nepal. Hij doet dit vrijwillig en is bezig met onder meer fondswerving. Hij organiseert een voetbalwedstrijd en vraagt of ik ook kom. Veel buitenlanders die in Nepal bij non-gouvernementele organisaties werken. Ook veel Nepalezen. Gezellige drukte en we voetballen op een veld met wat gras, stenen en voornamelijk zand. Als een bal drie keer stuitert en op me af komt, doe ik mijn bril af en kop. Nou, daar maak je vrienden mee. Een jongetje ligt op de grond van het lachen en ze willen me dat wel vaker
zien doen.
Ik bekijk Durbar Square, een plein waaraan allemaal tempels liggen. Mooie, meerdakse tempels. Ben onder de
indruk, hoewel het in andere plaatsen nog mooier schijnt te zijn. Ook Kumari, de levende godin, woont daar. Het is een meisje dat tot haar eerste bloeding godin blijft en daarna gaat men op zoek naar een opvolgster wat met verschillende rituelen gepaard gaat. Een groep toeristen staat te wachten omdat ze zich om 3 uur laat zien. Nepalese gidsen roepen haar en we zien haar ongeveer 0,5 seconde. Het is gebruikelijk om een kleine donatie te doen om haar en haar familie te steunen. Uiteraard zijn er een paar Nederlanders die dit veel te kort vinden om een donatie te doen. Waarom moet in een vreemd land altijd alles toch lopen zoals de toerist dat wil?
Ga ook nog kijken bij Pashupatinath, een belangrijke Shiva tempel. Niet-hindoes mogen er niet in. Langs de tempel loopt de Bagmati rivier, die heilig is. Ook hier heb je crematieplaatsen waar constant mensen verbrand worden. Sadhus zijn volop aanwezig en willen graag dat je een foto van ze maakt. Het maakt allemaal niet zoveel indruk meer op me. Weer een toeristische attractie, weer kijken. Datzelfde gevoel krijg ik als ik naar Bodnath ga waar de grootste stupa van Nepal staat. Een stupa is een boeddhistisch gebouw of gebouwtje waar gebedsmolens in zijn aangebracht. Boeddhisten lopen er omheen onder het uitspreken van Om mani padme hum. Gebedsvlaggen hangen van de top tot de hekken die eromheen staan. Een kleurig gezicht. Even onder het hoogste punt zijn de allesziende ogen van Boeddha aangebracht. Ik loop eromheen, met de klok mee zoals dat hoort. En heb weer dat 'mnjah' gevoel. Begin een beetje verwend te raken merk ik. Het fietsen is geweldig, en ik kijk uit naar het wandelen in de bergen maar bij al die attracties geniet ik niet zoveel meer.
In Kathmandu kom ik weer veel mensen tegen die ik al eerder heb gezien. Ook Timo en Petra, twee mensen uit
Utrecht, die ik voor vertrek al een keertje heb gezien. Toen hebben we de hele avond over de voorbereidingen gesproken. We zijn al vaak bij elkaar in de buurt geweest en nu zie ik ze door de stad fietsen. Leuk om ze nu eindelijk weer te zien.
Toen ik thuis wegging had ik bij mezelf bedacht dat ik in Nepal een paar weken in een klooster wilde om te zien
hoe het kloosterleven is. Onderweg ben ik verschillende mensen tegengekomen die in Kathmandu een Vipassanacursus hebben gevolgd. Ik heb besloten om die ook te gaan volgen. Hij start de 14de maart. Het is een tiendaagse cursus. Vooraf moet je 5 keer beloven dat je alle tien dagen zult blijven. En dat je je houdt aan een aantal spelregels. Je mag niet praten, lezen schrijven, liegen, moorden, seksuele handelingen verrichten en roken,
drinken, of drugs gebruiken. En dat je je aan het dwingende tijdschema zult gaan houden; dat betekent om 4 uur opstaan, 10 uur mediteren en het in acht nemen van de Noble Silence (stilte van spraak, lichaam en geest).
Toen ik van huis wegging zeiden mensen dat ik mezelf wel zou tegenkomen op deze reis. Eigenlijk is dat nu
pas voor het eerst gebeurd. Ik weet niet goed of ik jullie hiermee zal lastig vallen. Ben ook nog bezig om alles eens op een rijtje te zetten. Wil er misschien wel wat over schrijven voor degenen die echt geïnteresseerd zijn. Voor degenen die meer over Vipassana willen weten: http://www.dhamma.org.
Goed, tijd dus voor het vervolg. Ik zit weer in Kathmandu. Na 10 dagen rust is de drukte hier wel grappig. Ga relaxter met de mensen om. Na 10 dagen niet spreken enz. voel ik me als iemand die een dieet volgt. Alles waar je vanaf moet blijven omdat het "slecht" voor je is is zoveel aantrekkelijker dan vóór de cursus. Je "mag" niet verlangen naar alles wat je met de zintuigen kunt waarnemen. Ik koop een discman en een paar cd's. Ik blijf hier nog een week en ga praktische zaken regelen. Visa voor India en Pakistan, uitrusting voor het lopen kopen, nog wat attracties bekijken. Daarna ga ik een zevendaagse wandeling maken ten noorden van Kathmandu, door de sneeuw en de kou. Vervolgens terug naar Kathmandu en dan een wandeling rond de Annapurna's. Dit is een groep bergen waar je omheen loopt met de mooiste uitzichten. Vervolgens naar Pokhara (een stad) en dan via het laagland van Nepal (de Terrai) terug naar India en Pakistan voor de Karakoram Highway. Van de hoofdstad Islamabad in Pakistan tot Kashkar in China loopt een weg door een geweldig mooi landschap. Ik wil tot de Chinese grens gaan. En dan.... ga ik maar eens op huis aan. Maar dat alles duurt nog wel even denk ik.
Zo, jullie zijn weer op de hoogte.
Groetjes, Martin