3 weken fietsen in Utah en Colorado, september 2007.
Een geweldig land, erg stille wegen, veilig, fiets nooit op slot gedaan (grootste plaats op de route had 3000 inwoners), kamperen is wel duur, 12 -20 dollar per plek, motels kosten 50-90 dollar per kamer. Eten in restaurants is niet duur, 10-20 dollar p.p., meestal wel fastfood uiteraard.
En natuurlijk geweldige mensen die Amerikanen, beleefd, gastvrij, behulpzaam, geïnteresseerd in fietsers.
verslag Colorado en Utah
(zie ook mijn site http://www.jimvandenberg.nl voor foto's en video)
1 september 2007, vertrek
Ik ben zaterdag 1 september 2007 vertrokken met het vliegtuig naar Denver, om de volgende dag met Greyhound-bus meteen door te rijden naar Montrose. Dan hoef ik Denver niet uit te fietsen en het hele stuk naar Las Vegas (mijn einddoel) haal ik waarschijnlijk toch niet, dus dan maar meteen een stuk op weg met de bus.
2 september met Greyhound van Denver naar Montrose
De reis verliep voorspoedig, maar voor de fiets was het erg zwaar allemaal.
Ik had de fiets zo goed mogelijk in een kleine fietsdoos (gehaald bij de fietsenwinkel) ingepakt, maar na 2 vluchten (overstap), stadsbus Denver plus 2 maal Greyhoundbus is er toch iets misgegaan onderweg. De fiets was beschadigd, het frame heeft een deuk, het zadel is kapot en het voorwiel is ontzet. En dat laatste is het grootst probleem, er zit een slag in.
3 september Montrose, dagtocht naar de Black Canyon, 54km, 800m klimmen
De fietsenmaker in Montrose heeft zijn best gedaan er iets van te maken maar kon het niet helemaal fixen. Een ander wiel had hij niet. Gebeld naar fietsenwinkels op mijn route, maar niemand lijkt een voorwiel te hebben dat past. Ik zal het er dus mee moeten doen.
Na het afstellen van het wiel door de fietsenmaker in Montrose gaat het met het fietsen en ik ga er toch maar mee op pad, ik heb geen andere keus.
Wat is de route?
In Montrose fiets ik nog een dagje om naar de Black Canyon te geraken. Dat is een klim van 800m, maar gelukkig niet al te zwaar. Heerlijk hoor dat fietsen na 2 dagen vliegtuig en bus. Het weer is superlekker, 25-30 graden, wat wil je nog meer. En dan naar mijn eerste Nationale Park hier, de Black Canyon, die ik alleen van bovenaf kan aanschouwen. Een schitterende 1000m diepe smalle kloof, waar je eigenlijk helemaal in wil afdalen. Maar dat kost je 2 dagen extra, en dan moet je wandeluitrusting hebben, dus dat moet ik helaas overslaan.
's-Avonds eet ik tot nu toe lekker makkelijk in restaurantjes, bijv. een chinees buffet voor 10 dollar. Lachen die prijs, zo goedkoop, 50 gerechten all-you-can-eat. Maar het staat dan ook wel de hele dag al warm te pruttelen.
Gisteren lekker biefstuk bij de mexicaan, heerlijk. Ik kán wel koken, heb alles bij me, ook gastankjes, dus het zal er zeker van komen. Maar het is wel zo leuk, die restaurantjes.
De koffie is bagger hier, dat wist ik, maar ja, af en toe haal ik toch maar zo'n grote beker.
En de Amerikanen zelf, die zijn helemaal geweldig. Iedereen maakt een praatje en is echt geïnteresseerd in mijn trip, ik heb constant aanspraak.
4 september, Ridgway, 50km, 400m klimmen
Vandaag laat vertrokken om in Montrose langs een andere fietsenwinkel te gaan, die was na 10 uur pas open, maar ze konden me niet helpen.
Toen maar niet meer zoveel gefietst, slechts 50km, in de hoop in Ridgway bij de fietsenzaak een wiel te vinden. Maar zoals gezegd had hij ook niets. En vandaag doorfietsen naar de volgende plaats is wat veel van het goede: nog 65km erbij plus 1250m klimmen, terwijl ik al zo laat ben, dat red ik niet. Ik moet nog acclimatiseren (jetlag, hoogte), Ridgway ligt op 2150m, dus morgen een nieuwe dag.
5 september, Telluride 65km, 1250m stijgen
Het simpele ontbijt in het hotel kan ik gelukkig aanvullen met fruit en pap, want ik moet heel wat klimmen vandaag. De omgeving is prachtig, ik zit midden in de Rocky Mountains, veel bomen en bergen dus. Te beginnen met de klim naar de Great Divide, dat is de waterscheiding van de US. Als er een druppel regen links valt dan komt-ie aan bij Los Angeles, als-ie rechts valt bij New York. Gek genoeg staat er geen bordje als je dit punt passeert, het is toch een flinke pas.
De bergwegen zijn niet van die smalle wegen zoals in Europa, maar grote brede nagenoeg rechte wegen. De bergen lenen zich er dan ook deels wel voor, de Alpen bijv. zijn veel grilliger, steiler en smaller, ook al zijn ze niet zo hoog als de Rockies. Verder trekken de Amerikanen eerder een rechte lijn om ergens te komen.
Dan de volgende klim en wel naar Telluride, over de drukste weg deze vakantie. Wat een massa verkeer hier zeg, en veel van die enorme grote trucks, dat verwacht je niet in de bergen, heel jammer.
Dat heeft te maken met de bouwwoede in Telluride, waar ze een groot en schitterend skidorp aan het bouwen zijn. Grotendeels is het al klaar. En het moet gezegd, het is een schitterend plaatsje zoals ik nog niet eerder heb gezien in de US.
Ik zoek de mooie kleine camping achter in het dorp op en geef de Chinees 's-avonds nog een kans. Het eten was redelijk, je moet er gewoon niet teveel van verwachten hier, de prijzen zijn er dan ook naar. Compleet diner met drank, fooi etc 20 dollar.
6 september, Dolores 107km, 700m klimmen
Een prachtige dag, wat een voorrecht om te mogen fietsen over een brede nu rustige weg dwars door de Rockies. En daarbij mag ik de Lizard pas beklimmen: 3126m hoog. Kom daar maar eens om in Europa. Je zit hier sowieso al heel hoog, in Telluride sliep ik op 2700m hoogte. En het was niet koud, de temperaturen zijn nu een stuk hoger dan normaal hier, plus prachtige zonnig weer.
Halverwege de klim vind ik het nodig mijn voorderailleur eens bij te stellen, hij maakt in bepaalde versnelling nogal wat herrie. Geen goed idee dus, ik ben helemaal niet goed in die dingen. Al scheldend en tierend in mezelf ben ik een uur bezig met schroefjes in en uit te draaien tot je er gek van wordt, want alles raakt nóg veel meer ontregeld. Uiteindelijk krijg ik het toch goed, joepie!
Een heel geleidelijke afdaling volgt naar Dolores. Wel erg veel last gehad van zadelpijn, dat krijg je met dat mooie weer, veel transpireren.
Hopen dat het morgen echt minder wordt, want het is erg pijnlijk fietsen zo.
In Dolores is 1 camping in het stadje, een echte RV-camping (voor campers dus), waar ik op een lullig stukje gras mag staan. Nog mooi dat ze gras hebben! 15 dollar. Bij Dolores eindigen de Rocky Mountains.
Op 7 september fiets ik de Rocky Mountains uit naar Monticello, 102km, 400m klimmen
Ik fiets hier al dagen boven de 2000m en dat met die felle zon is het oppassen met je huidje, goed insmeren.
Na een heerlijk ontbijt bij het "organic" restaurantje van Dolores (er komen hier langzaam aan wat betere kwaliteittentjes, met goed eten en o.a. echte espresso) weer op weg.
Het leuke van in restaurants eten is dat je doet wat Amerikanen doen. Over het algemeen in die min of meer redelijke restaurantjes, waar de bediening supergoed is, maar veelal wel fastfood. Interessant om mee te maken, en iedereen maakt een praatje met je. De Amerikanen zijn zo relaxed, beleefd en vriendelijk, een beeld dat weer bevestigd wordt na mij vorige trip naar de USA. Het eten is zozo, maar niet duur, en de koffie is heel slap of soms zelfs vies en als je pech hebt staat-ie al een paar uur klaar.
De route is niet bijster interessant vandaag, je komt na de Rockies in iets droger vlakker enigszins agrarisch gebied.
Ikzelf zit enorm met zadelpijn vandaag, een galblaasje is gaan ontsteken op de drukplek, en is opengegaan. Nou, lekker hoor! Ik ben eigenlijk de hele dag bezig met zadelpijn en nauwelijks nog met de omgeving, wat jammer is natuurlijk. Ik krijg van de apotheek Arnica, en dat verlicht de pijn gelukkig enigszins, dus ik kan wel doorgaan.
Het is weer supermooi weer, steeds 30 graden, en in Monticello ga ik eerst naar de apotheek, waar ik echte medicinale zalf krijg, die moet nog beter helpen tegen de zadelpijn. Moet ook wel, want de komende dagen ga ik de woestijn in waar toch echt niks meer te vinden is, laat staan een apotheek.
8 sept. Natural Bridges, 96km, 1100m klimmen
Het is lekker makkelijk fietsen naar Blanding, de laatste plaats voor de woestijn. Daar doe ik dus uitgebreid boodschappen, zodat ik de komende dagen mezelf kan supporten.
Het is weer verkeersarm en het wordt na Blanding echt heel stil op de weg, zo heel af en toe nog maar een auto.
Het is hier helemaal geweldig, supergenieten, al echt de wildernis van de beginnende woestijn, hier nog wel helemaal bebost met zgn. pygmee-bos, en erg groen alles. Veel staat ook in bloei. Het heeft afgelopen weken best veel geregend, vandaar.
Aan het einde van de rit volgt nog een lange lange lange klim, die ik niet had verwacht. Je ziet aan de weg ook volstrekt niet dat het klimt, de weg lijkt wel vlak. De weg stijgt heel langzaam maar gestadig, voor fietsers als een sluipmoordenaar. Als je niet weet wat vals plat is, moet je hier komen!
De klim eindigt gelukkig toch! En wel vlak voor Natural Bridges Monument, een klein natuurpark met grote natuurlijke bruggen dus. Daar vervoeg ik me bij de primitive camping, waar gelukkig wel drinkwater is, maar verder niks. De plekken zelf zijn overigens wondermooi. Die avond ga ik maar vroeg slapen, speciaal om er vannacht uit te gaan.
In Natural Bridges heb je namelijk de mooiste sterrenhemel van de USA, zegt men. Dat komt omdat het hier zo ongelooflijk dun bevolkt is in dit deel van Utah; het plaatsje Blanding is op 70km het dichtst bij en heeft ook maar 3000 inw. De sterrenhemel is echt magisch, je mond valt ervan open, zo mooi zal ik het wel niet gauw meer zien.
9 sept. Bullfrog/Lake Powell, 124km, 900m klimmen
Ik begin deze dag door meteen zonder ontbijt op de fiets te stappen. Waarom? Om het rondje van Natural Bridges te maken, een rondweg van 15km langs de mooie bruggen. Het is vroeg, er is echt niemand, en je hebt het mooie ochtendlicht. Ik kan 3 enorme rotsoverspanningen bewonderen die dus de natuurlijke bruggen vormen hier. Iets machtigs, geweldig om eronder te lopen. Deze bruggen zijn door erosie gevormd en in vroege jaren uitgesleten door wilde rivieren.
Dan pas ontbijt, en de bagage kan samen met 7 liter water op de fiets mee naar de volgende bestemming. Ik schiet al snel de doodstille highway 276 in, ja nog stiller dan gisteren. Die moet leiden tot de ferry bij Halls Crossing. Aanvankelijk gaat het heel soepeltjes allemaal, want het lijkt vandaag vnl. afdalen. Echter halverwege zit er natuurlijk weer die onverwachte puist tussen, waar je toch echt overheen moet.
Tja, en wat moet ik verder zeggen, het is hier een enorm voorrecht te mogen fietsen, zo groots, stil en verlaten door dit geweldige canyonland, zowat helemaal alleen.
Om 4 uur kom ik aan bij de ferry die me over Lake Powell naar de overkant brengt bij Bullfrog. Hier zit een camping, is een restaurant en een grote marina-haven, met veel plezierboten.
Het ligt hier allemaal wat ver uit elkaar en ik ga rustig de tent opzetten om daarna eindelijk weer eens te mogen douchen, wat een luxe.
10 sept. rustdag Lake Powell, 19km gefietst
Ik heb nu 7 dagen achter elkaar op de fiets gezeten, ontzettend genoten, maar ook wel erg moe geworden, dus een rustdag is echt nodig. Lekker nietsdoen, een paar keer naar het prima (en enige) restaurant hier, bij de marina-haven mensen en bootjes kijken, zwemmen bij een strandje, de was doen.
Wel heel jammer is de herrie op de camping hier. Ben je honderden kilometers aan het fietsen om in de middle-of-nowhere te komen, dan sta je op de camping naast de grootste herriemakers die ik ooit in mijn leven tijdens kamperen heb meegemaakt. De campers mogen hier nl. een generator gebruiken voor hun airco o.i.d. En die generatoren maken een belachelijke giga-herrie, je wordt er letterlijk door weggeblazen. Maar ja, het is zoals het is, praten met die lui heeft wel wát zin, maar ze hebben nu eenmaal die camper en andere campers doen het ook, dus tja!
11 sept. Hanksville, 107km, 1000m klimmen
Ik heb in ieder geval wel echt genoten van die rustdag en vertrek rond half 10 de bergen weer in voor een lange klim om weer boven het niveau van het meer uit te stijgen.
(Lake Powell is een door mensen aangelegd meer, in 1966 ontsloten door de dam van Glen Canyon. Sindsdien wordt er veel op gevaren door toeristen.)
Deze highway 276 wordt nauwelijks gebruikt en vind je ook niet op alle kaarten. Ik voel me vaak alleen in de wereld. En de natuurpracht is er niet minder om, zulke ongelooflijke rotsen en door erosie aangetaste bergmassieven, het is enorm genieten hier. Veel foto's en ook filmpjes maken dus.
's-Middags kom ik op een hoogvlakte en ineens ontsteekt er een storm, en natuurlijk precies heb ik storm tegen, brrrr! Met het klimmen is het inmiddels gedaan, in pincipe is de weg nu vlak of daalt lichtjes. Maar met die wind tegen maak ik helemaal geen snelheid meer, slechts 12-13km. Dat heb ik weer! Maar zo plotseling als de storm opsteekt zo snel neemt-ie ook weer af en met nog maar een matige wind kom ik laat aan in Hanksville. Een dorpje van helemaal niks, maar wel een motel, waar ik dan ook maar snel een kamer neem.
Nou jongens, die woestijn: die is echt machtig mooi, en als fietser heb je het voorrecht er heel langzaam doorheen te gaan, je ruikt alles, er zijn onverwacht veel planten te zien, en je ziet alles in heel traag tempo voorbijgaan.
De fiets: gaat gelukkig ook prima, zelfs met dat kromme voorwiel. Ik heb de remmen zodanig afgesteld dat ik er toch goed mee kan remmen, van groot belang uiteraard. Het frame heeft een deuk, maar dat gaat ook best wel goed.
12 sept. Torey, 81km, 800m klimmen
Vanuit het motel in Hanksville snel even ontbijten aan de overkant en dan weer op weg. Ik volg nu de hele tijd de rivier en kom al snel bij een organic farm, waar je heerlijke koffie kunt krijgen.
Er komen steeds meer biologische boeren, vooral in deze regio, waar alles wat kleinschaliger is dan de rest van de USA. Het zal echter nog heeeeeel lang duren voordat een grote meerderheid aan dit lekkere en verantwoorde voedsel zit, maar de start is er in ieder geval. Immers, alles in de winkels is 1 of meerdere keren bewerkt voordat het in de schappen komt. Bij ons is het nog niet zo erg, maar we gaan ook langzaam die kant op.
Ik fiets nu dwars door het Capitol Reef National Park. Hierover kan ik kort zijn, schitterend, al die enorme canyons en geërodeerde bergmassieven waar je je langzaam doorheen mag bewegen, wat een voorrecht. En wat een voorrecht dat ik dit mag doen en dat ik fit ben om dit te kúnnen doen.
Na een lekkere klim naar het plaatsje Torey ga ik meteen op het kruispunt met Highway 12 op die camping aldaar staan. Mooie grasplekken, erg rustig, 20 dollar.
Wel zoeken hier naar een restaurant zeg. Die plaatsjes zijn enorm uitgestrekt, en helemaal niet geschikt voor lopen. Na een uur lopen kom ik maar weer terug bij de camping, waar vlakbij dan toch nog een restaurant is.
13 sept. Boulder,Utah, 58km, 1600m klimmen
Het begint nu eindelijk wat af te koelen hier in Utah, lekker fris op weg naar de Boulder pas, die 9600ft hoog moet zijn, ruim 2900m.
Gek genoeg voelen de benen vandaag aan als pap, helemaal geen energie, zo voelt het. Nou ja, ploeteren dan maar, boven kom ik toch wel een keer al duurt het wat langer.
De beklimmingen hier zijn anders dan in de Alpen, daar klim je vaak aan 1 stuk omhoog, hier gaat het maar op en neer, ook in de klim. Met pakweg 6/7 afdalingen tussendoor is het zeker 1500/1600m klimmen zo bij elkaar.
En plots zit er een fietser naast me. Heel gek, want je ziet hier echt helemaal geen mens op de weg, alleen auto's, af en toe. Het is Matthias, een Duitser met racefiets en slechts een rugzakje voor de bagage! Superlicht bepakt dus ook, net als ik. Hij kampeert natuurlijk niet, neemt alleen motels.
We fietsen de pas samen helemaal uit en komen aan in het mondaine Boulder (150 inwoners). Matthias heeft hier een kamer gereserveerd in een duur motel, de rest zat vol. Ik kan hier niet kamperen en heb geluk met een heel klein simpel motelletje, die nog 1 kamer over heeft voor 45 doller. Daarna zit hier in Boulder alles vol. Het is nu hoogseizoen in deze regio, in augustus is het namelijk echt veel te warm om rond te reizen.
Met Matthias eten we 's-avonds in het dure restaurant hier, maar absoluut zijn geld waard, erg lekker en alles van eigen grond, biologisch geteeld. Met Matthias is het gezellig, misschien zie ik hem later nog een keer, want we fietsen ongeveer dezelfde route.
14 september, Tropic, 104km, 1000m klimmen
Vandaag is het fietsen over de Highway 12, en ik denk het mooiste stuk daarvan. Soms over een smalle kam, af en toe dwars door de canyon, dalend naar de rivier, daarna weer klimmend, nu naar het plaatsje Escalante, allemaal even schitterend.
De wind
Ik doe iets fout, want ik heb weer de wind tegen, en vandaag is het echt een kleine storm recht in het gezicht. Tergend langzaam kruip ik vooruit terwijl ik ook nog eens moet klimmen daarbij. Een paar dagen geleden ging ik richting zuid, toen had ik tegenwind, vlak daarna weer bijna terug Noord, wind gedraaid, brrr. En nu al 3 dagen naar het westen, en steeds wind tegen. Dat laatste is vast mijn eigen fout, want ik had deze trip achteraf beter van west naar oost kunnen fietsen, want dan had ik meer kans op wind mee, denk ik.
Nou ja, ook nu weer, blik op oneindig, en fietsen maar weer, juist in de middag net een wat saaier stuk, waar ik vele uren over doe. Moe kom ik aan in Tropic, waar gelukkig een prettige camping is, waar ik weer eens de enige tentkampeerder ben, de rest zijn allemaal campers uiteraard.
Hier kan ik genieten van een goede nachtrust.
15 sept. Bryce Canyon, 25km, 600m klimmen
Een kort dagje vandaag. Als het gisteren niet zo hard had gewaaid dan had ik dit laatste stuk misschien erbij kunnen doen, alhoewel het nog een flinke klim is vanuit Tropic. Ik kom al snel aan in Bryce en ga naar de natuurcamping midden in het Nationale Park. En dan weer eens een dagje niet de fiets, morgen ga ik waarschijnlijk een wandeling maken hier.
De wegen
Zijn uitstekend onderhouden, wel wat grof asfalt, maar altijd goede kwaliteit. Ik fiets steeds op de shoulder van de weg, dat is de vluchtstrook zeg maar. Soms is die 10cm breed, soms 3 meter.
Het verkeer houdt prima rekening met je en gaat ruim om je heen. Omdat er zo weinig verkeer is kan dat heel gemakkelijk. Wel zijn de auto's natuurlijk enorm groot hier, veel grote pickups, SUV's, MPV's etc, die ook nog eens vaak allemaal zijn voorzien van belachelijk groffe en brede banden. Dus als er een auto voorbij komt maakt dat een kabaal als van een truck. Dat geldt ook voor de vele campers hier.
De plaatsjes zijn allemaal piepklein, Tropic met 500inw. is dan 1 van de grootste, kun je nagaan. Wel hebben ze er vaak alles, omdat hier enorm veel toerisme is. Met name september is geliefd. Doordat het land zulke enorme afmetingen heeft neemt het toerisme overigens beslist geen hinderlijke vormen aan.
De camping van Bryce ligt midden in het Nationale Park op 2450m en is echt een natuurcamping, waar gelukkig wel op loopafstand douches zijn te vinden. Er is nl. een General Store, met kleine levensmiddelen, douches en laundry, erg comfortabel allemaal. Nog iets verderop loop je naar het mooie restaurant van de Lodge hier.
Ik heb zelf eten bij me en ga dus uitgebreid koken. Al heel snel heb je aanspraak hier met anderen op de camping. De mensen hier zijn vooral outdoor-gericht, dus dat klikt meteen goed.
Ik heb mijn eten nog niet klaar of ik wordt uitgenodigd bij de buren, een hele stel jongeren, die een kampvuurtje hebben gemaakt. Iedere campsite beschikt nl. over een piknicktafel, wateraansluiting en barbecue/kampvuurplaats. Het is supergezellig en om 10 uur gaan we allemaal keurig gedisciplineerd slapen.
Het is dan doodstil en de sterrenhemel is weer magisch.
16 sept rustdag Bryce, fiets niet aangeraakt
Bryce Canyon bezoeken op de rustdag: dat kan heel eenvoudig door wat makkelijke wandelroutes te doen en daarbij veel te zien van de canyon.
En als je dan op de rand van de canyon aankomt, dan is het een adembenemend spektakel wat je wordt voorgeschoteld. De unieke Bryce-canyon met allerlei gekleurde rotstorens etc, niet te beschrijven gewoon. Dat hebben anderen al uitgebreid gedaan. Wel moet je echt de canyon in afdalen om alles van heel dichtbij te ervaren, vind ik.
Ik doe de routes Peekaboo en Navajo en ben daar een half dagje mee bezig. Vaak met mond open loop je over de trail, veel stoppend en (te) veel foto's makend.
Ik kan de rustdag verder wel goed gebruiken, het is pas mijn 2e rustdag in 14 dagen.
's-Avonds eten in het goede restaurant van de lodge en de jongens die hier werken had ik gisteren ook al op straat ontmoet en gesproken. Een van hen, een Jordanier, gaat morgen terug naar zijn land en viert vanavond een klein feestje. Of ik ook even wil aanschuiven straks. En dat is erg leuk, met een Roemeen, een Amerikaan, de Jordanier en 2 Russinnen. Ze werken tijdelijk in de USA (max 18 maanden) en wonen hier nog best aardig in kleine appartementjes. Verder hebben ze een algemene ruimte, waar wij het kleine feestje kunnen bouwen, incl. wijn!
17 sept. Lake Panguitch, 88km, 800m klimmen
Ik zit nu in Panguitch middenin de etappe naar Cedar Breaks, vanavond kamperen bij het Panguitch Lake, en dan morgenochtend vroeg de pas van 3000m over. Gisterennacht vroor het al in Bryce Canyon op 2450m, daar op die pas zal het nog wel een stukje kouder zijn. Ook overdag is het afgekoeld en 's-middags hebben we vaak korte onweersbuien hier.
Dieren
Geen enkele last van ongedierte, muggen of insecten. En ook honden vormen volstrekt geen probleem, ze zijn er niet, of ze zijn zo mak als een lammetje. Wel zijn er veel slangen, tarantula’s en schorpioenen; niet in levende lijve gezien, maar veel dood op de weg. Voorts zie je heel gemakkelijk herten en kleine dieren als prairiehondjes, eekhoorntjes, hagedissen. Tevens kolibri’s, mussen e.d. die soms heel brutaal zijn en heel dichtbij je komen als je aan het eten bent.
Er moeten ook beren, wolven en bergleeuwen zijn, maar die bevinden zich hier in het algemeen op grote afstand van de mens.
Vanuit Bryce is het aanvankelijk makkelijk fietsen, je krijgt zelfs een fietspad door de Red Canyon voorgeschoteld, uniek!
Maarrrrrr, Jim zal Jim weer eens niet zijn om juist bij het fietspad verkeerd te rijden. Ik zag nl. in de verte al een gravelpad die van de weg zou gaan afwijken. En precies daar staat een bordje fietspad. Ik dus meteen die gravelweg op. Wel wat minder comfortabel dan het asfalt van de weg, logisch, maar fietsers zijn nu verboden op de autoweg. Okee, we gaan door en het pad wordt almaar slechter en smaller en gaat meer en meer stijgen. Langzaam ploeter ik dus voort.
Ik vraag me gelijk wel af hoe fietsers met racebandjes hier heelhuids doorheen moeten komen. En plots komt er een infobord over de paden hier, en ik blijk dus op een mountainbikepad te zitten, inmiddels ver weg van het fietspad, dat parallel aan de autoweg moet lopen. Oef, da's balen, en gefrustreerd moet ik omkeren: al dat geploeter helemaal voor niks geweest!
Terug bij het begin van het fietspad aangekomen zie ik dat het echt heel slecht is aangegeven, ik heb het vermoeden dat meer fietsers hier de mist ingaan.
Het fietspad
Dat is verder heel erg prima, 7km lang, mooi asfalt, vrij van auto's, dwars door een schitterende Red Canyon. Vreemde naam eigenlijk, waarom noemen ze dit nu Red Canyon?
Op mijn hele trip al met al 2 fietspaden tegengekomen, 5km lang resp. 7km lang. Ze gaan vooruit. Maar eigenlijk niet nodig, er is hier zo weinig verkeer op deze trip.
Via Panguitch ga ik weer klimmend omhoog richting Cedar Breaks. Het is een enorme klim, en ik kan precies halverwege nog een Forest-campground vinden, en wel bij Lake Panguitch, dus komt dat even goed uit. Het klimmen is heerlijk op deze berg, heel geleidelijk en gelijkmatig ook, nauwelijks tussendoor-afdalingen, geweldig! Ik kom weer geleidelijk in bos terecht en af en toe zie ik een hert voorbijschieten.
De campground is erg stil, deze is nog maar 1 week open, en je hebt hier schitterende tentplekjes, weliswaar geen douche, niet erg, dat is toch maar voor 1 nacht.
Lake Panguitch
Dat ligt op 2400m hoogte en het wordt 's-nachts nu al erg koud, onder vriespunt zeg maar. In de winter ligt hier altijd een enorm pak sneeuw en is de weg verder naar boven afgesloten. Het meer is ook mooi, een natuurlijk meer, waar de hele winter gegarandeerd altijd een dik pak ijs op ligt. Ze doen dan ook veel aan wintervissen hier, een gat maken in het ijs, en dan maar afwachten of er een forel wil toehappen.
18 sept. Glendale, 98km, 1100m klimmen
Ijskoud is het 's-ochtends om uit de tent te kruipen, maar het is de moeite waard hier met die schitterende natuur. Het wemelt van de herten hier, er moeten ook grotere elks zijn, maar die zie ik niet.
Nog een lange klim voordat ik boven ben, maar het gaat erg goed, het is beslist genieten in deze omgeving en echt doodstil op de weg. Uiteindelijk bereik je toch de top van Cedar Breaks op 3200m, waar je eventueel ook kan kamperen. Kun je nagaan hoe koud het hier geweest moet zijn afgelopen nacht. Ook overdag is het nog erg fris, jas aan, broek aan, anders trek je het niet.
Een heerlijke afdaling volgt, enorm lang over prachtige brede wegen, waarop nauwelijks verkeer. Ik ga via highway 14 naar highway 89, waar ik in Glendale een heerlijk dorpscampinkje vind. Daar staan ook net de zwitsers Peter en Bruno zich te installeren, en ik ga erbij staan.
Peter en Bruno, dat zijn vader en schoonzoon, die samen 3 weken op reis zijn. Uniek die combinatie, nooit eerder van gehoord. Als dat maar goed gaat. Wel is het in bun gezelschap heel goed toeven zo 's-avonds. Zij gaan in de ochtend weer hun eigen weg met de auto, ik fiets dan door naar Zion.
19 september, Zion, 61km, 400m klimmen
Een makkelijk dagje, want Zion ligt niet zover van de vorige overnachtingsplaats, dus ben ik al om 12 uur op de Forest-campground hier.
Ik dacht dat het louter afdalen was naar Zion, maar vanaf highway 89 gaat het onverwacht toch nog gestaag omhoog. Nou ja, gewoon doorpeddelen, het is niet ver meer, dat gaat makkelijk lukken.
Als je Zion inkomt, dan moet je eerst door een lange tunnel, die verboden is voor fietsers. Je moet wachten tot iemand je een lift wil geven. Uiteindelijk lukt me dat ook en na de tunnel krijg je een heerlijke afdaling voorgeschoteld van een groot aantal haarspeldbochten, dwars door het machtige Zion National Park. En dan sta je natuurlijk heel snel op de camping, waar ik weer zo'n schitterende plek krijg toegewezen, nog mooier dan voorgaande.
Zion
Ik ga niet proberen dit nationale park te beschrijven, het is geen beginnen aan, zo ongelooflijk bijzonder en mooi is het (net als Bryce trouwens), dat hebben anderen al voor mij gedaan. Ik ga er hier eens uitgebreid van genieten, morgen dus de hele dag gewijd aan Zion!
20 september, rustdag Zion
Vandaag een ouderwetse wandeldag. Ik heb de hele dag uitgetrokken voor dit machtige Zion, dus ga 's-morgens vroeg met de shuttlebus van 9 uur naar het begin van de eerste hike, de Angels Landing. Een stevige klim aanvankelijk over een slingerpad, bijna volledig verhard aangelegd, via o.a. een slingerpad met 21 bochten. Dan volgt het laatste steile stuk langs de bergwand, waar ze kabels hebben aangelegd om houvast te geven aan de vele wandelaars hier. De kunst is natuurlijk te klimmen zonder de stalen kabels te gebruiken. Heerlijke wandeling die alles in zich heeft, eerst lang en geleidelijk omhoog over een makkelijk pad, daarna er echt stevig tegenaan over een zeer uitdagend steil pad, en uiteindelijk een machtig uitzicht over de diepe canyons van Zion.
's-Middags nog genoeg tijd voor een heel andere wandeling, namelijk de Narrows. Deze gaat nagenoeg vlak door een smalle canyon waardoorheen een rivier stroomt. De rivier is niet al te diep nu, hooguit een halve meter, dus kan je erdoorheen waden. Een hele ervaring, want in wezen gebruik je de rivier als pad. De kloof is een waar spectakel, behoorlijk smal met enorm hoge bergwanden. Aanvankelijk is de kloof nog tientallen meters breed, maar hij wordt steeds smaller naarmate je verder loopt. Het einde van de kloof bereik je niet in één dag, daarvoor moet je halverwege overnachten, hetgeen praktisch niemand doet. Er zijn maar enkele backcountry-kampeerders die de permit halen voor deze tweedaagse wandeling. Maar de 1-daagse hike is al zeer indrukwekkend. Zo krijg je echt een goede indruk van Zion National Park.
21 september, 70km, St.George, nauwelijks klimmen
Een makkelijke dag, want het is wind mee (eindelijk deze trip) en licht afdalen naar St. George, dus het gaat hard vandaag. Ik heb gisteren onze Duitse vriend Matthias weer ontmoet en samen fietsen we deze etappe uit, voor ons beide de laatste etappe van de vakantie. Het landschap is nog steeds mooi, hoewel je met Zion natuurlijk gigantisch bent verwend. Maar op de fiets is het toch genieten. We passeren wat fietsers, die begeleiding hebben van een volgwagen, en komen pas het laatste gedeelte in een drukkere omgeving. De weg raakt steeds voller met auto's en vlak voor St.George moeten we nog een aantal kilometers over de snelweg (interstate heet dat hier). Gelukkig duurt dat met wind in de rug niet lang en komen we heelhuids in St.George aan, waar het weer lekker warm is.
Ik heb ontzettend geluk gehad met het weer, want precies vanaf 22 september dient zich een weersomslag aan, de zomer houdt abrupt op, want dan is er storm, regen en lagere temperaturen.
In St.George zoek ik de fietsenwinkel Bike Rocks op, waar ze een dubbele fietsdoos voor me hebben bewaard, en ga daarna naar het motel Shuttle Inn Lodge, waar voor 70 dollar een mooie kamer met rustige ligging voor me klaarstaat.
Eerst fiets ontmantelen en in de doos stoppen en daarna nog een keer met Matthias het stadje in om eens lekker te tene, deze keer een prima keus gedaan met de plaatselijke Thai. Met Matthias had ik wel geluk, een heel aardige en gezellige man, waar ik prima een paar dagen mee kon optrekken.
22/23 september, terug naar huis
Ook aan een fantastische trip komt een eind en met de shuttlebus (35 dollar) wordt ik van St.George in 1 keer gebracht naar de airport van Las Vegas. Ik laat deze gokstad dus helemaal voor wat het is. Op zich wel interessant om het te zien, maar ik zit wel met die fietsdoos, die ik toch mee zal moeten nemen de stad in. Dat leek me lastig, taxi in, taxi uit, dus Las Vegas: seeya another time.
jim
Een geweldig land, erg stille wegen, veilig, fiets nooit op slot gedaan (grootste plaats op de route had 3000 inwoners), kamperen is wel duur, 12 -20 dollar per plek, motels kosten 50-90 dollar per kamer. Eten in restaurants is niet duur, 10-20 dollar p.p., meestal wel fastfood uiteraard.
En natuurlijk geweldige mensen die Amerikanen, beleefd, gastvrij, behulpzaam, geïnteresseerd in fietsers.
verslag Colorado en Utah
(zie ook mijn site http://www.jimvandenberg.nl voor foto's en video)
1 september 2007, vertrek
Ik ben zaterdag 1 september 2007 vertrokken met het vliegtuig naar Denver, om de volgende dag met Greyhound-bus meteen door te rijden naar Montrose. Dan hoef ik Denver niet uit te fietsen en het hele stuk naar Las Vegas (mijn einddoel) haal ik waarschijnlijk toch niet, dus dan maar meteen een stuk op weg met de bus.
2 september met Greyhound van Denver naar Montrose
De reis verliep voorspoedig, maar voor de fiets was het erg zwaar allemaal.
Ik had de fiets zo goed mogelijk in een kleine fietsdoos (gehaald bij de fietsenwinkel) ingepakt, maar na 2 vluchten (overstap), stadsbus Denver plus 2 maal Greyhoundbus is er toch iets misgegaan onderweg. De fiets was beschadigd, het frame heeft een deuk, het zadel is kapot en het voorwiel is ontzet. En dat laatste is het grootst probleem, er zit een slag in.
3 september Montrose, dagtocht naar de Black Canyon, 54km, 800m klimmen
De fietsenmaker in Montrose heeft zijn best gedaan er iets van te maken maar kon het niet helemaal fixen. Een ander wiel had hij niet. Gebeld naar fietsenwinkels op mijn route, maar niemand lijkt een voorwiel te hebben dat past. Ik zal het er dus mee moeten doen.
Na het afstellen van het wiel door de fietsenmaker in Montrose gaat het met het fietsen en ik ga er toch maar mee op pad, ik heb geen andere keus.
Wat is de route?
In Montrose fiets ik nog een dagje om naar de Black Canyon te geraken. Dat is een klim van 800m, maar gelukkig niet al te zwaar. Heerlijk hoor dat fietsen na 2 dagen vliegtuig en bus. Het weer is superlekker, 25-30 graden, wat wil je nog meer. En dan naar mijn eerste Nationale Park hier, de Black Canyon, die ik alleen van bovenaf kan aanschouwen. Een schitterende 1000m diepe smalle kloof, waar je eigenlijk helemaal in wil afdalen. Maar dat kost je 2 dagen extra, en dan moet je wandeluitrusting hebben, dus dat moet ik helaas overslaan.
's-Avonds eet ik tot nu toe lekker makkelijk in restaurantjes, bijv. een chinees buffet voor 10 dollar. Lachen die prijs, zo goedkoop, 50 gerechten all-you-can-eat. Maar het staat dan ook wel de hele dag al warm te pruttelen.
Gisteren lekker biefstuk bij de mexicaan, heerlijk. Ik kán wel koken, heb alles bij me, ook gastankjes, dus het zal er zeker van komen. Maar het is wel zo leuk, die restaurantjes.
De koffie is bagger hier, dat wist ik, maar ja, af en toe haal ik toch maar zo'n grote beker.
En de Amerikanen zelf, die zijn helemaal geweldig. Iedereen maakt een praatje en is echt geïnteresseerd in mijn trip, ik heb constant aanspraak.
4 september, Ridgway, 50km, 400m klimmen
Vandaag laat vertrokken om in Montrose langs een andere fietsenwinkel te gaan, die was na 10 uur pas open, maar ze konden me niet helpen.
Toen maar niet meer zoveel gefietst, slechts 50km, in de hoop in Ridgway bij de fietsenzaak een wiel te vinden. Maar zoals gezegd had hij ook niets. En vandaag doorfietsen naar de volgende plaats is wat veel van het goede: nog 65km erbij plus 1250m klimmen, terwijl ik al zo laat ben, dat red ik niet. Ik moet nog acclimatiseren (jetlag, hoogte), Ridgway ligt op 2150m, dus morgen een nieuwe dag.
5 september, Telluride 65km, 1250m stijgen
Het simpele ontbijt in het hotel kan ik gelukkig aanvullen met fruit en pap, want ik moet heel wat klimmen vandaag. De omgeving is prachtig, ik zit midden in de Rocky Mountains, veel bomen en bergen dus. Te beginnen met de klim naar de Great Divide, dat is de waterscheiding van de US. Als er een druppel regen links valt dan komt-ie aan bij Los Angeles, als-ie rechts valt bij New York. Gek genoeg staat er geen bordje als je dit punt passeert, het is toch een flinke pas.
De bergwegen zijn niet van die smalle wegen zoals in Europa, maar grote brede nagenoeg rechte wegen. De bergen lenen zich er dan ook deels wel voor, de Alpen bijv. zijn veel grilliger, steiler en smaller, ook al zijn ze niet zo hoog als de Rockies. Verder trekken de Amerikanen eerder een rechte lijn om ergens te komen.
Dan de volgende klim en wel naar Telluride, over de drukste weg deze vakantie. Wat een massa verkeer hier zeg, en veel van die enorme grote trucks, dat verwacht je niet in de bergen, heel jammer.
Dat heeft te maken met de bouwwoede in Telluride, waar ze een groot en schitterend skidorp aan het bouwen zijn. Grotendeels is het al klaar. En het moet gezegd, het is een schitterend plaatsje zoals ik nog niet eerder heb gezien in de US.
Ik zoek de mooie kleine camping achter in het dorp op en geef de Chinees 's-avonds nog een kans. Het eten was redelijk, je moet er gewoon niet teveel van verwachten hier, de prijzen zijn er dan ook naar. Compleet diner met drank, fooi etc 20 dollar.
6 september, Dolores 107km, 700m klimmen
Een prachtige dag, wat een voorrecht om te mogen fietsen over een brede nu rustige weg dwars door de Rockies. En daarbij mag ik de Lizard pas beklimmen: 3126m hoog. Kom daar maar eens om in Europa. Je zit hier sowieso al heel hoog, in Telluride sliep ik op 2700m hoogte. En het was niet koud, de temperaturen zijn nu een stuk hoger dan normaal hier, plus prachtige zonnig weer.
Halverwege de klim vind ik het nodig mijn voorderailleur eens bij te stellen, hij maakt in bepaalde versnelling nogal wat herrie. Geen goed idee dus, ik ben helemaal niet goed in die dingen. Al scheldend en tierend in mezelf ben ik een uur bezig met schroefjes in en uit te draaien tot je er gek van wordt, want alles raakt nóg veel meer ontregeld. Uiteindelijk krijg ik het toch goed, joepie!
Een heel geleidelijke afdaling volgt naar Dolores. Wel erg veel last gehad van zadelpijn, dat krijg je met dat mooie weer, veel transpireren.
Hopen dat het morgen echt minder wordt, want het is erg pijnlijk fietsen zo.
In Dolores is 1 camping in het stadje, een echte RV-camping (voor campers dus), waar ik op een lullig stukje gras mag staan. Nog mooi dat ze gras hebben! 15 dollar. Bij Dolores eindigen de Rocky Mountains.
Op 7 september fiets ik de Rocky Mountains uit naar Monticello, 102km, 400m klimmen
Ik fiets hier al dagen boven de 2000m en dat met die felle zon is het oppassen met je huidje, goed insmeren.
Na een heerlijk ontbijt bij het "organic" restaurantje van Dolores (er komen hier langzaam aan wat betere kwaliteittentjes, met goed eten en o.a. echte espresso) weer op weg.
Het leuke van in restaurants eten is dat je doet wat Amerikanen doen. Over het algemeen in die min of meer redelijke restaurantjes, waar de bediening supergoed is, maar veelal wel fastfood. Interessant om mee te maken, en iedereen maakt een praatje met je. De Amerikanen zijn zo relaxed, beleefd en vriendelijk, een beeld dat weer bevestigd wordt na mij vorige trip naar de USA. Het eten is zozo, maar niet duur, en de koffie is heel slap of soms zelfs vies en als je pech hebt staat-ie al een paar uur klaar.
De route is niet bijster interessant vandaag, je komt na de Rockies in iets droger vlakker enigszins agrarisch gebied.
Ikzelf zit enorm met zadelpijn vandaag, een galblaasje is gaan ontsteken op de drukplek, en is opengegaan. Nou, lekker hoor! Ik ben eigenlijk de hele dag bezig met zadelpijn en nauwelijks nog met de omgeving, wat jammer is natuurlijk. Ik krijg van de apotheek Arnica, en dat verlicht de pijn gelukkig enigszins, dus ik kan wel doorgaan.
Het is weer supermooi weer, steeds 30 graden, en in Monticello ga ik eerst naar de apotheek, waar ik echte medicinale zalf krijg, die moet nog beter helpen tegen de zadelpijn. Moet ook wel, want de komende dagen ga ik de woestijn in waar toch echt niks meer te vinden is, laat staan een apotheek.
8 sept. Natural Bridges, 96km, 1100m klimmen
Het is lekker makkelijk fietsen naar Blanding, de laatste plaats voor de woestijn. Daar doe ik dus uitgebreid boodschappen, zodat ik de komende dagen mezelf kan supporten.
Het is weer verkeersarm en het wordt na Blanding echt heel stil op de weg, zo heel af en toe nog maar een auto.
Het is hier helemaal geweldig, supergenieten, al echt de wildernis van de beginnende woestijn, hier nog wel helemaal bebost met zgn. pygmee-bos, en erg groen alles. Veel staat ook in bloei. Het heeft afgelopen weken best veel geregend, vandaar.
Aan het einde van de rit volgt nog een lange lange lange klim, die ik niet had verwacht. Je ziet aan de weg ook volstrekt niet dat het klimt, de weg lijkt wel vlak. De weg stijgt heel langzaam maar gestadig, voor fietsers als een sluipmoordenaar. Als je niet weet wat vals plat is, moet je hier komen!
De klim eindigt gelukkig toch! En wel vlak voor Natural Bridges Monument, een klein natuurpark met grote natuurlijke bruggen dus. Daar vervoeg ik me bij de primitive camping, waar gelukkig wel drinkwater is, maar verder niks. De plekken zelf zijn overigens wondermooi. Die avond ga ik maar vroeg slapen, speciaal om er vannacht uit te gaan.
In Natural Bridges heb je namelijk de mooiste sterrenhemel van de USA, zegt men. Dat komt omdat het hier zo ongelooflijk dun bevolkt is in dit deel van Utah; het plaatsje Blanding is op 70km het dichtst bij en heeft ook maar 3000 inw. De sterrenhemel is echt magisch, je mond valt ervan open, zo mooi zal ik het wel niet gauw meer zien.
9 sept. Bullfrog/Lake Powell, 124km, 900m klimmen
Ik begin deze dag door meteen zonder ontbijt op de fiets te stappen. Waarom? Om het rondje van Natural Bridges te maken, een rondweg van 15km langs de mooie bruggen. Het is vroeg, er is echt niemand, en je hebt het mooie ochtendlicht. Ik kan 3 enorme rotsoverspanningen bewonderen die dus de natuurlijke bruggen vormen hier. Iets machtigs, geweldig om eronder te lopen. Deze bruggen zijn door erosie gevormd en in vroege jaren uitgesleten door wilde rivieren.
Dan pas ontbijt, en de bagage kan samen met 7 liter water op de fiets mee naar de volgende bestemming. Ik schiet al snel de doodstille highway 276 in, ja nog stiller dan gisteren. Die moet leiden tot de ferry bij Halls Crossing. Aanvankelijk gaat het heel soepeltjes allemaal, want het lijkt vandaag vnl. afdalen. Echter halverwege zit er natuurlijk weer die onverwachte puist tussen, waar je toch echt overheen moet.
Tja, en wat moet ik verder zeggen, het is hier een enorm voorrecht te mogen fietsen, zo groots, stil en verlaten door dit geweldige canyonland, zowat helemaal alleen.
Om 4 uur kom ik aan bij de ferry die me over Lake Powell naar de overkant brengt bij Bullfrog. Hier zit een camping, is een restaurant en een grote marina-haven, met veel plezierboten.
Het ligt hier allemaal wat ver uit elkaar en ik ga rustig de tent opzetten om daarna eindelijk weer eens te mogen douchen, wat een luxe.
10 sept. rustdag Lake Powell, 19km gefietst
Ik heb nu 7 dagen achter elkaar op de fiets gezeten, ontzettend genoten, maar ook wel erg moe geworden, dus een rustdag is echt nodig. Lekker nietsdoen, een paar keer naar het prima (en enige) restaurant hier, bij de marina-haven mensen en bootjes kijken, zwemmen bij een strandje, de was doen.
Wel heel jammer is de herrie op de camping hier. Ben je honderden kilometers aan het fietsen om in de middle-of-nowhere te komen, dan sta je op de camping naast de grootste herriemakers die ik ooit in mijn leven tijdens kamperen heb meegemaakt. De campers mogen hier nl. een generator gebruiken voor hun airco o.i.d. En die generatoren maken een belachelijke giga-herrie, je wordt er letterlijk door weggeblazen. Maar ja, het is zoals het is, praten met die lui heeft wel wát zin, maar ze hebben nu eenmaal die camper en andere campers doen het ook, dus tja!
11 sept. Hanksville, 107km, 1000m klimmen
Ik heb in ieder geval wel echt genoten van die rustdag en vertrek rond half 10 de bergen weer in voor een lange klim om weer boven het niveau van het meer uit te stijgen.
(Lake Powell is een door mensen aangelegd meer, in 1966 ontsloten door de dam van Glen Canyon. Sindsdien wordt er veel op gevaren door toeristen.)
Deze highway 276 wordt nauwelijks gebruikt en vind je ook niet op alle kaarten. Ik voel me vaak alleen in de wereld. En de natuurpracht is er niet minder om, zulke ongelooflijke rotsen en door erosie aangetaste bergmassieven, het is enorm genieten hier. Veel foto's en ook filmpjes maken dus.
's-Middags kom ik op een hoogvlakte en ineens ontsteekt er een storm, en natuurlijk precies heb ik storm tegen, brrrr! Met het klimmen is het inmiddels gedaan, in pincipe is de weg nu vlak of daalt lichtjes. Maar met die wind tegen maak ik helemaal geen snelheid meer, slechts 12-13km. Dat heb ik weer! Maar zo plotseling als de storm opsteekt zo snel neemt-ie ook weer af en met nog maar een matige wind kom ik laat aan in Hanksville. Een dorpje van helemaal niks, maar wel een motel, waar ik dan ook maar snel een kamer neem.
Nou jongens, die woestijn: die is echt machtig mooi, en als fietser heb je het voorrecht er heel langzaam doorheen te gaan, je ruikt alles, er zijn onverwacht veel planten te zien, en je ziet alles in heel traag tempo voorbijgaan.
De fiets: gaat gelukkig ook prima, zelfs met dat kromme voorwiel. Ik heb de remmen zodanig afgesteld dat ik er toch goed mee kan remmen, van groot belang uiteraard. Het frame heeft een deuk, maar dat gaat ook best wel goed.
12 sept. Torey, 81km, 800m klimmen
Vanuit het motel in Hanksville snel even ontbijten aan de overkant en dan weer op weg. Ik volg nu de hele tijd de rivier en kom al snel bij een organic farm, waar je heerlijke koffie kunt krijgen.
Er komen steeds meer biologische boeren, vooral in deze regio, waar alles wat kleinschaliger is dan de rest van de USA. Het zal echter nog heeeeeel lang duren voordat een grote meerderheid aan dit lekkere en verantwoorde voedsel zit, maar de start is er in ieder geval. Immers, alles in de winkels is 1 of meerdere keren bewerkt voordat het in de schappen komt. Bij ons is het nog niet zo erg, maar we gaan ook langzaam die kant op.
Ik fiets nu dwars door het Capitol Reef National Park. Hierover kan ik kort zijn, schitterend, al die enorme canyons en geërodeerde bergmassieven waar je je langzaam doorheen mag bewegen, wat een voorrecht. En wat een voorrecht dat ik dit mag doen en dat ik fit ben om dit te kúnnen doen.
Na een lekkere klim naar het plaatsje Torey ga ik meteen op het kruispunt met Highway 12 op die camping aldaar staan. Mooie grasplekken, erg rustig, 20 dollar.
Wel zoeken hier naar een restaurant zeg. Die plaatsjes zijn enorm uitgestrekt, en helemaal niet geschikt voor lopen. Na een uur lopen kom ik maar weer terug bij de camping, waar vlakbij dan toch nog een restaurant is.
13 sept. Boulder,Utah, 58km, 1600m klimmen
Het begint nu eindelijk wat af te koelen hier in Utah, lekker fris op weg naar de Boulder pas, die 9600ft hoog moet zijn, ruim 2900m.
Gek genoeg voelen de benen vandaag aan als pap, helemaal geen energie, zo voelt het. Nou ja, ploeteren dan maar, boven kom ik toch wel een keer al duurt het wat langer.
De beklimmingen hier zijn anders dan in de Alpen, daar klim je vaak aan 1 stuk omhoog, hier gaat het maar op en neer, ook in de klim. Met pakweg 6/7 afdalingen tussendoor is het zeker 1500/1600m klimmen zo bij elkaar.
En plots zit er een fietser naast me. Heel gek, want je ziet hier echt helemaal geen mens op de weg, alleen auto's, af en toe. Het is Matthias, een Duitser met racefiets en slechts een rugzakje voor de bagage! Superlicht bepakt dus ook, net als ik. Hij kampeert natuurlijk niet, neemt alleen motels.
We fietsen de pas samen helemaal uit en komen aan in het mondaine Boulder (150 inwoners). Matthias heeft hier een kamer gereserveerd in een duur motel, de rest zat vol. Ik kan hier niet kamperen en heb geluk met een heel klein simpel motelletje, die nog 1 kamer over heeft voor 45 doller. Daarna zit hier in Boulder alles vol. Het is nu hoogseizoen in deze regio, in augustus is het namelijk echt veel te warm om rond te reizen.
Met Matthias eten we 's-avonds in het dure restaurant hier, maar absoluut zijn geld waard, erg lekker en alles van eigen grond, biologisch geteeld. Met Matthias is het gezellig, misschien zie ik hem later nog een keer, want we fietsen ongeveer dezelfde route.
14 september, Tropic, 104km, 1000m klimmen
Vandaag is het fietsen over de Highway 12, en ik denk het mooiste stuk daarvan. Soms over een smalle kam, af en toe dwars door de canyon, dalend naar de rivier, daarna weer klimmend, nu naar het plaatsje Escalante, allemaal even schitterend.
De wind
Ik doe iets fout, want ik heb weer de wind tegen, en vandaag is het echt een kleine storm recht in het gezicht. Tergend langzaam kruip ik vooruit terwijl ik ook nog eens moet klimmen daarbij. Een paar dagen geleden ging ik richting zuid, toen had ik tegenwind, vlak daarna weer bijna terug Noord, wind gedraaid, brrr. En nu al 3 dagen naar het westen, en steeds wind tegen. Dat laatste is vast mijn eigen fout, want ik had deze trip achteraf beter van west naar oost kunnen fietsen, want dan had ik meer kans op wind mee, denk ik.
Nou ja, ook nu weer, blik op oneindig, en fietsen maar weer, juist in de middag net een wat saaier stuk, waar ik vele uren over doe. Moe kom ik aan in Tropic, waar gelukkig een prettige camping is, waar ik weer eens de enige tentkampeerder ben, de rest zijn allemaal campers uiteraard.
Hier kan ik genieten van een goede nachtrust.
15 sept. Bryce Canyon, 25km, 600m klimmen
Een kort dagje vandaag. Als het gisteren niet zo hard had gewaaid dan had ik dit laatste stuk misschien erbij kunnen doen, alhoewel het nog een flinke klim is vanuit Tropic. Ik kom al snel aan in Bryce en ga naar de natuurcamping midden in het Nationale Park. En dan weer eens een dagje niet de fiets, morgen ga ik waarschijnlijk een wandeling maken hier.
De wegen
Zijn uitstekend onderhouden, wel wat grof asfalt, maar altijd goede kwaliteit. Ik fiets steeds op de shoulder van de weg, dat is de vluchtstrook zeg maar. Soms is die 10cm breed, soms 3 meter.
Het verkeer houdt prima rekening met je en gaat ruim om je heen. Omdat er zo weinig verkeer is kan dat heel gemakkelijk. Wel zijn de auto's natuurlijk enorm groot hier, veel grote pickups, SUV's, MPV's etc, die ook nog eens vaak allemaal zijn voorzien van belachelijk groffe en brede banden. Dus als er een auto voorbij komt maakt dat een kabaal als van een truck. Dat geldt ook voor de vele campers hier.
De plaatsjes zijn allemaal piepklein, Tropic met 500inw. is dan 1 van de grootste, kun je nagaan. Wel hebben ze er vaak alles, omdat hier enorm veel toerisme is. Met name september is geliefd. Doordat het land zulke enorme afmetingen heeft neemt het toerisme overigens beslist geen hinderlijke vormen aan.
De camping van Bryce ligt midden in het Nationale Park op 2450m en is echt een natuurcamping, waar gelukkig wel op loopafstand douches zijn te vinden. Er is nl. een General Store, met kleine levensmiddelen, douches en laundry, erg comfortabel allemaal. Nog iets verderop loop je naar het mooie restaurant van de Lodge hier.
Ik heb zelf eten bij me en ga dus uitgebreid koken. Al heel snel heb je aanspraak hier met anderen op de camping. De mensen hier zijn vooral outdoor-gericht, dus dat klikt meteen goed.
Ik heb mijn eten nog niet klaar of ik wordt uitgenodigd bij de buren, een hele stel jongeren, die een kampvuurtje hebben gemaakt. Iedere campsite beschikt nl. over een piknicktafel, wateraansluiting en barbecue/kampvuurplaats. Het is supergezellig en om 10 uur gaan we allemaal keurig gedisciplineerd slapen.
Het is dan doodstil en de sterrenhemel is weer magisch.
16 sept rustdag Bryce, fiets niet aangeraakt
Bryce Canyon bezoeken op de rustdag: dat kan heel eenvoudig door wat makkelijke wandelroutes te doen en daarbij veel te zien van de canyon.
En als je dan op de rand van de canyon aankomt, dan is het een adembenemend spektakel wat je wordt voorgeschoteld. De unieke Bryce-canyon met allerlei gekleurde rotstorens etc, niet te beschrijven gewoon. Dat hebben anderen al uitgebreid gedaan. Wel moet je echt de canyon in afdalen om alles van heel dichtbij te ervaren, vind ik.
Ik doe de routes Peekaboo en Navajo en ben daar een half dagje mee bezig. Vaak met mond open loop je over de trail, veel stoppend en (te) veel foto's makend.
Ik kan de rustdag verder wel goed gebruiken, het is pas mijn 2e rustdag in 14 dagen.
's-Avonds eten in het goede restaurant van de lodge en de jongens die hier werken had ik gisteren ook al op straat ontmoet en gesproken. Een van hen, een Jordanier, gaat morgen terug naar zijn land en viert vanavond een klein feestje. Of ik ook even wil aanschuiven straks. En dat is erg leuk, met een Roemeen, een Amerikaan, de Jordanier en 2 Russinnen. Ze werken tijdelijk in de USA (max 18 maanden) en wonen hier nog best aardig in kleine appartementjes. Verder hebben ze een algemene ruimte, waar wij het kleine feestje kunnen bouwen, incl. wijn!
17 sept. Lake Panguitch, 88km, 800m klimmen
Ik zit nu in Panguitch middenin de etappe naar Cedar Breaks, vanavond kamperen bij het Panguitch Lake, en dan morgenochtend vroeg de pas van 3000m over. Gisterennacht vroor het al in Bryce Canyon op 2450m, daar op die pas zal het nog wel een stukje kouder zijn. Ook overdag is het afgekoeld en 's-middags hebben we vaak korte onweersbuien hier.
Dieren
Geen enkele last van ongedierte, muggen of insecten. En ook honden vormen volstrekt geen probleem, ze zijn er niet, of ze zijn zo mak als een lammetje. Wel zijn er veel slangen, tarantula’s en schorpioenen; niet in levende lijve gezien, maar veel dood op de weg. Voorts zie je heel gemakkelijk herten en kleine dieren als prairiehondjes, eekhoorntjes, hagedissen. Tevens kolibri’s, mussen e.d. die soms heel brutaal zijn en heel dichtbij je komen als je aan het eten bent.
Er moeten ook beren, wolven en bergleeuwen zijn, maar die bevinden zich hier in het algemeen op grote afstand van de mens.
Vanuit Bryce is het aanvankelijk makkelijk fietsen, je krijgt zelfs een fietspad door de Red Canyon voorgeschoteld, uniek!
Maarrrrrr, Jim zal Jim weer eens niet zijn om juist bij het fietspad verkeerd te rijden. Ik zag nl. in de verte al een gravelpad die van de weg zou gaan afwijken. En precies daar staat een bordje fietspad. Ik dus meteen die gravelweg op. Wel wat minder comfortabel dan het asfalt van de weg, logisch, maar fietsers zijn nu verboden op de autoweg. Okee, we gaan door en het pad wordt almaar slechter en smaller en gaat meer en meer stijgen. Langzaam ploeter ik dus voort.
Ik vraag me gelijk wel af hoe fietsers met racebandjes hier heelhuids doorheen moeten komen. En plots komt er een infobord over de paden hier, en ik blijk dus op een mountainbikepad te zitten, inmiddels ver weg van het fietspad, dat parallel aan de autoweg moet lopen. Oef, da's balen, en gefrustreerd moet ik omkeren: al dat geploeter helemaal voor niks geweest!
Terug bij het begin van het fietspad aangekomen zie ik dat het echt heel slecht is aangegeven, ik heb het vermoeden dat meer fietsers hier de mist ingaan.
Het fietspad
Dat is verder heel erg prima, 7km lang, mooi asfalt, vrij van auto's, dwars door een schitterende Red Canyon. Vreemde naam eigenlijk, waarom noemen ze dit nu Red Canyon?
Op mijn hele trip al met al 2 fietspaden tegengekomen, 5km lang resp. 7km lang. Ze gaan vooruit. Maar eigenlijk niet nodig, er is hier zo weinig verkeer op deze trip.
Via Panguitch ga ik weer klimmend omhoog richting Cedar Breaks. Het is een enorme klim, en ik kan precies halverwege nog een Forest-campground vinden, en wel bij Lake Panguitch, dus komt dat even goed uit. Het klimmen is heerlijk op deze berg, heel geleidelijk en gelijkmatig ook, nauwelijks tussendoor-afdalingen, geweldig! Ik kom weer geleidelijk in bos terecht en af en toe zie ik een hert voorbijschieten.
De campground is erg stil, deze is nog maar 1 week open, en je hebt hier schitterende tentplekjes, weliswaar geen douche, niet erg, dat is toch maar voor 1 nacht.
Lake Panguitch
Dat ligt op 2400m hoogte en het wordt 's-nachts nu al erg koud, onder vriespunt zeg maar. In de winter ligt hier altijd een enorm pak sneeuw en is de weg verder naar boven afgesloten. Het meer is ook mooi, een natuurlijk meer, waar de hele winter gegarandeerd altijd een dik pak ijs op ligt. Ze doen dan ook veel aan wintervissen hier, een gat maken in het ijs, en dan maar afwachten of er een forel wil toehappen.
18 sept. Glendale, 98km, 1100m klimmen
Ijskoud is het 's-ochtends om uit de tent te kruipen, maar het is de moeite waard hier met die schitterende natuur. Het wemelt van de herten hier, er moeten ook grotere elks zijn, maar die zie ik niet.
Nog een lange klim voordat ik boven ben, maar het gaat erg goed, het is beslist genieten in deze omgeving en echt doodstil op de weg. Uiteindelijk bereik je toch de top van Cedar Breaks op 3200m, waar je eventueel ook kan kamperen. Kun je nagaan hoe koud het hier geweest moet zijn afgelopen nacht. Ook overdag is het nog erg fris, jas aan, broek aan, anders trek je het niet.
Een heerlijke afdaling volgt, enorm lang over prachtige brede wegen, waarop nauwelijks verkeer. Ik ga via highway 14 naar highway 89, waar ik in Glendale een heerlijk dorpscampinkje vind. Daar staan ook net de zwitsers Peter en Bruno zich te installeren, en ik ga erbij staan.
Peter en Bruno, dat zijn vader en schoonzoon, die samen 3 weken op reis zijn. Uniek die combinatie, nooit eerder van gehoord. Als dat maar goed gaat. Wel is het in bun gezelschap heel goed toeven zo 's-avonds. Zij gaan in de ochtend weer hun eigen weg met de auto, ik fiets dan door naar Zion.
19 september, Zion, 61km, 400m klimmen
Een makkelijk dagje, want Zion ligt niet zover van de vorige overnachtingsplaats, dus ben ik al om 12 uur op de Forest-campground hier.
Ik dacht dat het louter afdalen was naar Zion, maar vanaf highway 89 gaat het onverwacht toch nog gestaag omhoog. Nou ja, gewoon doorpeddelen, het is niet ver meer, dat gaat makkelijk lukken.
Als je Zion inkomt, dan moet je eerst door een lange tunnel, die verboden is voor fietsers. Je moet wachten tot iemand je een lift wil geven. Uiteindelijk lukt me dat ook en na de tunnel krijg je een heerlijke afdaling voorgeschoteld van een groot aantal haarspeldbochten, dwars door het machtige Zion National Park. En dan sta je natuurlijk heel snel op de camping, waar ik weer zo'n schitterende plek krijg toegewezen, nog mooier dan voorgaande.
Zion
Ik ga niet proberen dit nationale park te beschrijven, het is geen beginnen aan, zo ongelooflijk bijzonder en mooi is het (net als Bryce trouwens), dat hebben anderen al voor mij gedaan. Ik ga er hier eens uitgebreid van genieten, morgen dus de hele dag gewijd aan Zion!
20 september, rustdag Zion
Vandaag een ouderwetse wandeldag. Ik heb de hele dag uitgetrokken voor dit machtige Zion, dus ga 's-morgens vroeg met de shuttlebus van 9 uur naar het begin van de eerste hike, de Angels Landing. Een stevige klim aanvankelijk over een slingerpad, bijna volledig verhard aangelegd, via o.a. een slingerpad met 21 bochten. Dan volgt het laatste steile stuk langs de bergwand, waar ze kabels hebben aangelegd om houvast te geven aan de vele wandelaars hier. De kunst is natuurlijk te klimmen zonder de stalen kabels te gebruiken. Heerlijke wandeling die alles in zich heeft, eerst lang en geleidelijk omhoog over een makkelijk pad, daarna er echt stevig tegenaan over een zeer uitdagend steil pad, en uiteindelijk een machtig uitzicht over de diepe canyons van Zion.
's-Middags nog genoeg tijd voor een heel andere wandeling, namelijk de Narrows. Deze gaat nagenoeg vlak door een smalle canyon waardoorheen een rivier stroomt. De rivier is niet al te diep nu, hooguit een halve meter, dus kan je erdoorheen waden. Een hele ervaring, want in wezen gebruik je de rivier als pad. De kloof is een waar spectakel, behoorlijk smal met enorm hoge bergwanden. Aanvankelijk is de kloof nog tientallen meters breed, maar hij wordt steeds smaller naarmate je verder loopt. Het einde van de kloof bereik je niet in één dag, daarvoor moet je halverwege overnachten, hetgeen praktisch niemand doet. Er zijn maar enkele backcountry-kampeerders die de permit halen voor deze tweedaagse wandeling. Maar de 1-daagse hike is al zeer indrukwekkend. Zo krijg je echt een goede indruk van Zion National Park.
21 september, 70km, St.George, nauwelijks klimmen
Een makkelijke dag, want het is wind mee (eindelijk deze trip) en licht afdalen naar St. George, dus het gaat hard vandaag. Ik heb gisteren onze Duitse vriend Matthias weer ontmoet en samen fietsen we deze etappe uit, voor ons beide de laatste etappe van de vakantie. Het landschap is nog steeds mooi, hoewel je met Zion natuurlijk gigantisch bent verwend. Maar op de fiets is het toch genieten. We passeren wat fietsers, die begeleiding hebben van een volgwagen, en komen pas het laatste gedeelte in een drukkere omgeving. De weg raakt steeds voller met auto's en vlak voor St.George moeten we nog een aantal kilometers over de snelweg (interstate heet dat hier). Gelukkig duurt dat met wind in de rug niet lang en komen we heelhuids in St.George aan, waar het weer lekker warm is.
Ik heb ontzettend geluk gehad met het weer, want precies vanaf 22 september dient zich een weersomslag aan, de zomer houdt abrupt op, want dan is er storm, regen en lagere temperaturen.
In St.George zoek ik de fietsenwinkel Bike Rocks op, waar ze een dubbele fietsdoos voor me hebben bewaard, en ga daarna naar het motel Shuttle Inn Lodge, waar voor 70 dollar een mooie kamer met rustige ligging voor me klaarstaat.
Eerst fiets ontmantelen en in de doos stoppen en daarna nog een keer met Matthias het stadje in om eens lekker te tene, deze keer een prima keus gedaan met de plaatselijke Thai. Met Matthias had ik wel geluk, een heel aardige en gezellige man, waar ik prima een paar dagen mee kon optrekken.
22/23 september, terug naar huis
Ook aan een fantastische trip komt een eind en met de shuttlebus (35 dollar) wordt ik van St.George in 1 keer gebracht naar de airport van Las Vegas. Ik laat deze gokstad dus helemaal voor wat het is. Op zich wel interessant om het te zien, maar ik zit wel met die fietsdoos, die ik toch mee zal moeten nemen de stad in. Dat leek me lastig, taxi in, taxi uit, dus Las Vegas: seeya another time.
jim