Ivo Miesen schreef:3W is voor dynamoverlichting (die het merendeel van het Nederlandse fietsenpark aandrijft) in Nederland het minimum
waar staat dat?
§10. Verlichting, lichtsignalen en retroreflecterende voorzieningen
Artikel 5.9.51
Fietsen op twee wielen moeten zijn voorzien van:
a. een niet-driehoekige rode retroreflector aan de achterzijde van het voertuig;
b. witte of gele retroreflectoren aan de wielen;
c. vier ambergele of gele retroreflectoren aan de trappers.
2. Fietsen op meer dan twee wielen moeten zijn voorzien van:
a. een niet-driehoekige rode retroreflector aan de achterzijde van het voertuig;
b. een naar voren gerichte witte retroreflector indien de fiets breder is dan 0,75 m en is voorzien van één voorwiel;
c. witte of gele retroreflectoren aan de wielen;
d. vier ambergele of gele retroreflectoren aan de trappers.
Artikel 5.9.52
Zijspanwagens, verbonden aan een fiets, moeten zijn voorzien van:
a. een niet-driehoekige rode retroreflector aan de achterzijde van het voertuig;
b een witte of gele retroreflector aan het wiel.
Artikel 5.9.54
1. De rode retroreflector moet zijn aangebracht:
a. bij fietsen met één achterwiel tussen de bagagedrager en het spatbord, dan wel bij afwezigheid van een bagagedrager
op het spatbord op een hoogte van niet minder dan 0,35 m en niet meer dan 0,90 m boven het wegdek, dan wel
onder het zadel;
b. bij fietsen met twee achterwielen aan de uiterste linkerzijde, op een hoogte van niet minder dan 0,35 m en niet meer
dan 0,90 m boven het wegdek;
c. bij zijspanwagens aan de uiterste buitenzijde, op een hoogte van niet minder dan 0,35 m en niet meer dan 0,90 m.
2. De in artikel 5.9.51, tweede lid, onderdeel b, genoemde witte retroreflector moet zijn aangebracht aan de uiterste
linkerzijde van het voertuig.
3. De witte of gele retroreflectoren aan de wielen moeten de omtrek van het wiel volgen en op of zo dicht mogelijk
bij de velg zijn aangebracht, zodanig dat zij aan beide zijkanten van het voertuig zichtbaar zijn.
Artikel 5.9.55
1. De in de artikelen 5.9.51 en 5.9.52 bedoelde retroreflectoren mogen niet zijn afgeschermd.
2. De in de artikelen 5.9.51 en 5.9.52 bedoelde retroreflectoren mogen geen gebreken vertonen die de retroreflectie
be‹nvloeden.
3. De niet-driehoekige rode retroreflectoren en de witte of gele retroreflectoren aan de wielen moeten zijn voorzien
van een door Onze Minister bekendgemaakt goedkeuringsmerk.
Artikel 5.9.57
1. Fietsen op twee wielen en fietsen op drie wielen met één voorwiel mogen zijn voorzien van een licht aan de
voorzijde.
2. Fietsen op meer dan twee wielen met twee voorwielen mogen zijn voorzien van twee lichten aan de voorzijde.
3. Fietsen mogen zijn voorzien van een achterlicht dat is voorzien van een door Onze Minister bekendgemaakt
goedkeuringsmerk.
4. Fietsen mogen zijn voorzien van: a. een naar voren gerichte witte retroreflector indien deze niet reeds ingevolge
artikel 5.9.51 verplicht is; b. ambergele retroreflectoren aan de zijkanten van het voertuig.
5. Zijspanwagens, verbonden aan een fiets, mogen zijn voorzien van: a. een naar voren gerichte witte retroreflector;
b. ambergele retroreflectoren aan de zijkanten van het voertuig.
6. Fietsen en zijspanwagens mogen zijn voorzien van extra witte retroreflecterende voorzieningen aan de voorzijde,
extra niet-driehoekige rode aan de achterzijde en extra ambergele aan de zijkanten van het voertuig.
Artikel 5.9.60
De witte retroreflector op de zijspanwagen moet zijn aangebracht aan de uiterste buitenzijde.
Artikel 5.9.64
1. Fietsen mogen niet zijn voorzien van verblindende verlichting.
2. Fietsen mogen niet zijn voorzien van knipperende verlichting.
Artikel 5.9.65
Fietsen mogen niet zijn voorzien van meer lichten en retroreflecterende voorzieningen dan in de artikelen 5.9.51, 5.9.52 en
5.9.57 is voorgeschreven of toegestaan.