In de winter van 2019 viel mijn oog op een prachtige collentocht van Toffel langs de Frans-Italiaanse grens (zie dit topic en deze video). Zoiets wilde ik ook wel proberen,maar dan aangepast voor oude knarren op 'all round' vakantiefietsen met kampeerbepakking, vergelijkbaar met onze eerdere Alpentochten (zie dit en dit draadje).
Dus ontwierp ik een iets mildere versie van Toffels route: deels onverhard en door dezelfde ruige landschappen, maar zonder steile geitenpaden en eindeloze sneeuwvelden (af en toe honderd meter sneeuw, zoals op de Rallarvegen, is nog wel een leuke uitdaging, maar kilometers achter elkaar, zoals we in 2013 in de Apennijnen aantroffen (zie hier) gaat wel wat ver).
Plan A
Op de kaart hieronder is de route van Toffel in roze weergegeven en heb ik mijn eigen alternatieven blauw gemaakt.
In maart wilde ik de heen- en terugreis gaan regelen bij de Treinreiswinkel. In 2011 hadden we voor een iets westelijker gelegen collentocht (zie hier) zowel heen als terug gebruik gemaakt van de nachttrein naar Basel. Op de heenweg namen we aansluitend op deze nachttrein een intercity van Basel naar Genève, op de terugweg een directe TGV van Marseille naar Mulhouse en vandaar een regionale trein naar Basel.
Acht jaar later zijn die handige treinverbindingen niet meer te gebruiken. De nachttrein naar Basel werd in 2016 opgeheven en in de TGV van Nice/Marseille naar Mulhouse/Straatsburg is tegenwoordig geen plek meer voor fietsen. Vanuit Zuidoost-Frankrijk blijken er sowieso geen snelle treinen met reserveerbare fietsplaatsen meer te rijden. In plaats van een comfortabele reis van 22 uur zouden we nu in Frankrijk (via Parijs) wel drie dagen onderweg zijn in regionale treinen, zonder garantie op fietsplekken. (Weliswaar zou ik mijn eigen fiets met S&S-koppelingen nog in een compacte hoes kunnen verpakken, maar Corries frame is niet deelbaar en zou ook met de beide wielen gedemonteerd waarschijnlijk niet goed passen in de grootste kofferruimte van een TGV.)
Terugreizen via Italië zou nog een optie kunnen zijn: eerst urenlang boemelen van Ventimiglia naar Milaan, dan per Eurocity van Milaan naar Zürich, met de nachttrein van Zürich naar Hannover en tenslotte met een intercity van Hannover naar Nederland. Op de dagen dat wij de terugreis zouden willen maken, blijkt de nachttrein vanuit Zürich echter niet via Hannover te rijden.
Vliegen is voor mij geen optie vanwege de klimaatcrisis, de ongebreidelde groei van grote luchthavens en de geluidsoverlast. SIapeloze nachten in fiets- of flixbussen vinden Corrie en ik ook geen goed idee. Een auto hebben we niet, dus besluit ik om een plan B te maken: een rondje door de Alpen met Genève als begin- en eindpunt. Dit rondje heeft als voordeel dat het bij tegenvallende omstandigheden makkelijk korter is te maken.
Plan B
Het volgende kaartje geeft een overzicht van de gps-tracks die ik van tevoren gemaakt heb.
Uiteindelijk zullen we volop gebruik maken van de aanpassingsmogelijkheden. De eerste dagen is het prima fietsweer en bouwen we rustig onze klimconditie op. Voordat we aan de hoge Col de l'Iseran beginnen, laten we de fietsen een hele dag op de camping staan en maken we een stevige bergwandeling.
Daarna begint een hittegolf die de rest van de vakantie aan zal houden. Boven de 2000 meter is het dan nog wel uit te houden, maar in de dalen wordt het tussen 11 uur 's ochtends en 7 uur 's avonds zelfs op de koelste plekken ruim boven de 30 graden. Meestal beginnen we dan al voor 7 uur 's ochtends te fietsen. Op dagen dat het niet lukt om voor 11 uur hoog in de bergen te zijn, rest ons weinig anders dan vroeg in de middag een schaduwrijke camping te zoeken of, indien mogelijk, een stukje met de trein af te leggen.
Wanneer zelfs voor het hooggelegen Briançon dagenlang temperaturen boven de 35 graden worden verwacht, besluiten we om daar niet meer heen te fietsen. De steile, grotendeels onverharde trajecten via de Col du Mont Cenis en de Colle dell'Assietta bewaren we voor koelere tijden. In plaats daarvan gaan nu zuidwaarts over de Col du Galibier, om daarna af te buigen naar de Col de Sarenne en de Col du Glandon (plan C). De Sarenne, die we in 2011 al hadden gefietst, slaan we uiteindelijk toch maar over vanwege de hitte (plan D) en op de ‘slechts’ 1924 m hoge Glandon krijgen we het zo warm, dat we de dag daarna geen zin meer hebben in de nauwelijks hogere Col de la Madeleine (plan E). We nu blij dat we niet tot Nice of Ventimiglia hoeven te fietsen en alle tijd hebben voor halve fietsdagen en lange siësta's. Uiteindelijk leggen we in totaal 700 km af, klimmen we 12000 m en maken we enkele mooie bergwandelingen.
Plan C t/m E: de gereden tocht
De gefietste route (gestippelde trajecten hebben we per trein afgelegd)
Verslag van dag tot dag
Zaterdag 15 juni 2019. Per trein naar Koblenz
Het is mogelijk om in één dag per trein van Leiden naar Genève te reizen. In 2019 duurt zo'n reis met treinen die fietsplekken hebben, meer dan 16 uur en moet je minstens vijf keer overstappen. Wij doen het wat relaxter, zodat we niet de hele dag in volle treinen hoeven te zitten en eerder het gevoel krijgen dat we op vakantie zijn. De eerste dag boemelen we naar Koblenz, waar het Knaus campingpark niet ver van het station ligt. De naam van deze camping doet al vermoeden dat dit vooral een camping voor mobiel witgoed is. Dat klopt, al is er tussen al die campers ook een trekkersveldje voor tenten. Niet heel sfeervol, maar prima voor een nachtje.
Zondag 16 juni 2019. Per trein van Koblenz naar Lausanne.
Laat in de ochtend stappen we in een eurocity die rechtstreeks naar Zürich rijdt. Een paar uur eerder ging er ook een intercity naar Basel, maar daarvan waren de fietsplekken twee maanden terug al volgeboekt.
Bij aankomst in Zürich blijkt mijn achterband helemaal leeg te zijn. Hoe dat komt, is me een raadsel. Toen we naar het station van Koblenz fietsten, was er nog niks aan de hand. Als die band toen al aan het leeglopen was, had ik dat toch moeten merken toen ik mijn fiets in de trein aan een haak hing? Nooit eerder kreeg ik een lekke band in de trein!
We lopen naar een rustig deel van het perron om de binnenband te vervangen. In de oude band blijkt een flink gat te zitten, maar aan de buitenband is niets te zien. Bizar. Ik vervang de band en monteer gelijk ook een nieuw velglint.
De trein naar Genève zouden we ook zonder lekke band niet gehaald hebben omdat onze trein uit Koblenz vertraging had opgelopen. Bovendien zijn onze treintickets ook morgen nog geldig, dus hoeven we Genève vandaag nog niet te bereiken.
Zodra mijn fiets weer berijdbaar is, stappen we in een trein naar Lausanne. Daar fietsen we heuvelafwaarts naar de camping aan het Meer van Genève. Op deze camping lijkt de entree op een grensovergang en wanen ons eerder in het Joegoslavië van Tito dan in Zwitserland anno 2019. Op veilige afstand van de ingang, het sfeerloze restaurant en de gribus waar de vaste gasten wortel hebben geschoten, vinden we nog ruimte en privacy.
Maandag 17 juni 2019. Fietsen: Lausanne - Morges, 13 km + trein: Morges - Genève + fietsen: Genève - La Roche sur Foron, 39 km + trein: La Roche sur Foron – Bonneville
Het station van Lausanne is 3 km rijden vanaf de camping, heuvelopwaarts en dwars door de drukke stad. Liever gaan we nu de andere kant op over een fietsroute langs het Meer van Genève tot aan Morges, waar ook een station is. Toch is ook deze route geen fietswalhalla.
In een onoverzichtelijke bocht moeten we allebei hard remmen voor joggers, die ons aan de verkeerde kant van het fietspad tegemoet komen. Fietsroutebordjes sturen ons kruip-door-sluip-door tussen hekken en huizen, terwijl we van het meer niet zoveel te zien krijgen. Het centrum van Morges is perfect voor een koffiepauze. Ook kunnen we hiervandaan met een trein verder naar Genève.
In Genève koop ik eerst een paar nieuwe binnenbanden. Na een korte kennismaking met het drukke stadsverkeer vinden we de fietspromenade langs de oever van het meer.
Verderop fietsen we over een gloednieuwe voie verte door de buitenwijken naar de Franse grens.
In Annemasse willen de de voie verte even verlaten en door de binnenstad fietsen. Bij een zebrapad steek ik over. Corrie volgt, maar moet een noodstop maken voor een auto van een rijschool, die niet voor het zebrapad lijkt te gaan stoppen. Ze verliest haar evenwicht en valt met haar fiets op de grond. Daarbij bezeert ze haar rechterhand dusdanig, dat deze gaat zwellen.
"Dat wordt een grote blauwe plek", zegt Corrie. "Ik ben bang dat ik met deze hand straks de draaischakelaar en de handrem niet meer kan bedienen. Ik heb nu iets kouds nodig om het zwellen tegen te gaan."
Een paar straten verder vinden we een supermarkt. Corrie gaat naar binnen en komt even later terug met een zak diepvriesgroente om haar hand gewikkeld.
"Vanavond eten we doperwten. Deze zak heeft precies de juiste vorm en soepelheid voor mijn hand. Als ik die nu een kwartier blijf koelen, zal die zwelling wel beheersbaar blijven."
Hoog tijd voor een extra koffiestop. Tegenover het stadhuis vinden we een koel terras, veilig achter een kleine atlantikwal van gepantserde bloembakken tegen vrachtwagenterroristen.
Na Annemasse volgen we nog een stuk van de voie verte, waar we een puik staaltje van parkeerterreur aantreffen. Iemand moet wel een pesthekel aan fietsers hebben om een auto zo neer te zetten als hier.
We volgen de voie verte naar Nangy en fietsen daarna zuidwaarts in de richting van Annecy. Rond half zeven bereiken we La Roche sur Foron. Het is warm, we zijn moe en de terrassen lonken. Het liefst zouden we hier onze tent opzetten, maar de dichtstbijzijnde camping in de goede richting is nog minstens 10 km verder en bijna 400 m heuvelopwaarts. Dan toch maar een hotel? Het enige hotel dat we hier aantreffen, is vol. Ook booking.com biedt geen uitkomst. Eigenlijk willen we nu ook liever kamperen.
Er is nog een camping heuvelafwaarts in Bonneville, maar dat is niet de goede kant op. Gelukkig ligt Bonneville aan dezelfde spoorlijn als La Roche sur Foron en rijdt er deze avond nog een trein die kant op. Morgenochtend kunnen we dan met de trein weer terugkeren om vanaf hier onze route verder te volgen.
Later op de avond melden we ons bij de receptie van de mooie camping municipal in Bonneville. Een vriendelijke vakantiehulp vertelt ons dat de camping pas op 1 juli open gaat en dat ze de inschrijfformulieren nog moet zoeken, maar dat de douches al in orde zijn. We gunnen haar alle tijd om het inschrijfproces op te starten, zetten de tent op en genieten van onze doperwten à la crème.
Wordt vervolgd
Dus ontwierp ik een iets mildere versie van Toffels route: deels onverhard en door dezelfde ruige landschappen, maar zonder steile geitenpaden en eindeloze sneeuwvelden (af en toe honderd meter sneeuw, zoals op de Rallarvegen, is nog wel een leuke uitdaging, maar kilometers achter elkaar, zoals we in 2013 in de Apennijnen aantroffen (zie hier) gaat wel wat ver).
Plan A
Op de kaart hieronder is de route van Toffel in roze weergegeven en heb ik mijn eigen alternatieven blauw gemaakt.
In maart wilde ik de heen- en terugreis gaan regelen bij de Treinreiswinkel. In 2011 hadden we voor een iets westelijker gelegen collentocht (zie hier) zowel heen als terug gebruik gemaakt van de nachttrein naar Basel. Op de heenweg namen we aansluitend op deze nachttrein een intercity van Basel naar Genève, op de terugweg een directe TGV van Marseille naar Mulhouse en vandaar een regionale trein naar Basel.
Acht jaar later zijn die handige treinverbindingen niet meer te gebruiken. De nachttrein naar Basel werd in 2016 opgeheven en in de TGV van Nice/Marseille naar Mulhouse/Straatsburg is tegenwoordig geen plek meer voor fietsen. Vanuit Zuidoost-Frankrijk blijken er sowieso geen snelle treinen met reserveerbare fietsplaatsen meer te rijden. In plaats van een comfortabele reis van 22 uur zouden we nu in Frankrijk (via Parijs) wel drie dagen onderweg zijn in regionale treinen, zonder garantie op fietsplekken. (Weliswaar zou ik mijn eigen fiets met S&S-koppelingen nog in een compacte hoes kunnen verpakken, maar Corries frame is niet deelbaar en zou ook met de beide wielen gedemonteerd waarschijnlijk niet goed passen in de grootste kofferruimte van een TGV.)
Terugreizen via Italië zou nog een optie kunnen zijn: eerst urenlang boemelen van Ventimiglia naar Milaan, dan per Eurocity van Milaan naar Zürich, met de nachttrein van Zürich naar Hannover en tenslotte met een intercity van Hannover naar Nederland. Op de dagen dat wij de terugreis zouden willen maken, blijkt de nachttrein vanuit Zürich echter niet via Hannover te rijden.
Vliegen is voor mij geen optie vanwege de klimaatcrisis, de ongebreidelde groei van grote luchthavens en de geluidsoverlast. SIapeloze nachten in fiets- of flixbussen vinden Corrie en ik ook geen goed idee. Een auto hebben we niet, dus besluit ik om een plan B te maken: een rondje door de Alpen met Genève als begin- en eindpunt. Dit rondje heeft als voordeel dat het bij tegenvallende omstandigheden makkelijk korter is te maken.
Plan B
Het volgende kaartje geeft een overzicht van de gps-tracks die ik van tevoren gemaakt heb.
Uiteindelijk zullen we volop gebruik maken van de aanpassingsmogelijkheden. De eerste dagen is het prima fietsweer en bouwen we rustig onze klimconditie op. Voordat we aan de hoge Col de l'Iseran beginnen, laten we de fietsen een hele dag op de camping staan en maken we een stevige bergwandeling.
Daarna begint een hittegolf die de rest van de vakantie aan zal houden. Boven de 2000 meter is het dan nog wel uit te houden, maar in de dalen wordt het tussen 11 uur 's ochtends en 7 uur 's avonds zelfs op de koelste plekken ruim boven de 30 graden. Meestal beginnen we dan al voor 7 uur 's ochtends te fietsen. Op dagen dat het niet lukt om voor 11 uur hoog in de bergen te zijn, rest ons weinig anders dan vroeg in de middag een schaduwrijke camping te zoeken of, indien mogelijk, een stukje met de trein af te leggen.
Wanneer zelfs voor het hooggelegen Briançon dagenlang temperaturen boven de 35 graden worden verwacht, besluiten we om daar niet meer heen te fietsen. De steile, grotendeels onverharde trajecten via de Col du Mont Cenis en de Colle dell'Assietta bewaren we voor koelere tijden. In plaats daarvan gaan nu zuidwaarts over de Col du Galibier, om daarna af te buigen naar de Col de Sarenne en de Col du Glandon (plan C). De Sarenne, die we in 2011 al hadden gefietst, slaan we uiteindelijk toch maar over vanwege de hitte (plan D) en op de ‘slechts’ 1924 m hoge Glandon krijgen we het zo warm, dat we de dag daarna geen zin meer hebben in de nauwelijks hogere Col de la Madeleine (plan E). We nu blij dat we niet tot Nice of Ventimiglia hoeven te fietsen en alle tijd hebben voor halve fietsdagen en lange siësta's. Uiteindelijk leggen we in totaal 700 km af, klimmen we 12000 m en maken we enkele mooie bergwandelingen.
Plan C t/m E: de gereden tocht
De gefietste route (gestippelde trajecten hebben we per trein afgelegd)
Verslag van dag tot dag
Zaterdag 15 juni 2019. Per trein naar Koblenz
Het is mogelijk om in één dag per trein van Leiden naar Genève te reizen. In 2019 duurt zo'n reis met treinen die fietsplekken hebben, meer dan 16 uur en moet je minstens vijf keer overstappen. Wij doen het wat relaxter, zodat we niet de hele dag in volle treinen hoeven te zitten en eerder het gevoel krijgen dat we op vakantie zijn. De eerste dag boemelen we naar Koblenz, waar het Knaus campingpark niet ver van het station ligt. De naam van deze camping doet al vermoeden dat dit vooral een camping voor mobiel witgoed is. Dat klopt, al is er tussen al die campers ook een trekkersveldje voor tenten. Niet heel sfeervol, maar prima voor een nachtje.
Zondag 16 juni 2019. Per trein van Koblenz naar Lausanne.
Laat in de ochtend stappen we in een eurocity die rechtstreeks naar Zürich rijdt. Een paar uur eerder ging er ook een intercity naar Basel, maar daarvan waren de fietsplekken twee maanden terug al volgeboekt.
Bij aankomst in Zürich blijkt mijn achterband helemaal leeg te zijn. Hoe dat komt, is me een raadsel. Toen we naar het station van Koblenz fietsten, was er nog niks aan de hand. Als die band toen al aan het leeglopen was, had ik dat toch moeten merken toen ik mijn fiets in de trein aan een haak hing? Nooit eerder kreeg ik een lekke band in de trein!
We lopen naar een rustig deel van het perron om de binnenband te vervangen. In de oude band blijkt een flink gat te zitten, maar aan de buitenband is niets te zien. Bizar. Ik vervang de band en monteer gelijk ook een nieuw velglint.
De trein naar Genève zouden we ook zonder lekke band niet gehaald hebben omdat onze trein uit Koblenz vertraging had opgelopen. Bovendien zijn onze treintickets ook morgen nog geldig, dus hoeven we Genève vandaag nog niet te bereiken.
Zodra mijn fiets weer berijdbaar is, stappen we in een trein naar Lausanne. Daar fietsen we heuvelafwaarts naar de camping aan het Meer van Genève. Op deze camping lijkt de entree op een grensovergang en wanen ons eerder in het Joegoslavië van Tito dan in Zwitserland anno 2019. Op veilige afstand van de ingang, het sfeerloze restaurant en de gribus waar de vaste gasten wortel hebben geschoten, vinden we nog ruimte en privacy.
Maandag 17 juni 2019. Fietsen: Lausanne - Morges, 13 km + trein: Morges - Genève + fietsen: Genève - La Roche sur Foron, 39 km + trein: La Roche sur Foron – Bonneville
Het station van Lausanne is 3 km rijden vanaf de camping, heuvelopwaarts en dwars door de drukke stad. Liever gaan we nu de andere kant op over een fietsroute langs het Meer van Genève tot aan Morges, waar ook een station is. Toch is ook deze route geen fietswalhalla.
In een onoverzichtelijke bocht moeten we allebei hard remmen voor joggers, die ons aan de verkeerde kant van het fietspad tegemoet komen. Fietsroutebordjes sturen ons kruip-door-sluip-door tussen hekken en huizen, terwijl we van het meer niet zoveel te zien krijgen. Het centrum van Morges is perfect voor een koffiepauze. Ook kunnen we hiervandaan met een trein verder naar Genève.
In Genève koop ik eerst een paar nieuwe binnenbanden. Na een korte kennismaking met het drukke stadsverkeer vinden we de fietspromenade langs de oever van het meer.
Verderop fietsen we over een gloednieuwe voie verte door de buitenwijken naar de Franse grens.
In Annemasse willen de de voie verte even verlaten en door de binnenstad fietsen. Bij een zebrapad steek ik over. Corrie volgt, maar moet een noodstop maken voor een auto van een rijschool, die niet voor het zebrapad lijkt te gaan stoppen. Ze verliest haar evenwicht en valt met haar fiets op de grond. Daarbij bezeert ze haar rechterhand dusdanig, dat deze gaat zwellen.
"Dat wordt een grote blauwe plek", zegt Corrie. "Ik ben bang dat ik met deze hand straks de draaischakelaar en de handrem niet meer kan bedienen. Ik heb nu iets kouds nodig om het zwellen tegen te gaan."
Een paar straten verder vinden we een supermarkt. Corrie gaat naar binnen en komt even later terug met een zak diepvriesgroente om haar hand gewikkeld.
"Vanavond eten we doperwten. Deze zak heeft precies de juiste vorm en soepelheid voor mijn hand. Als ik die nu een kwartier blijf koelen, zal die zwelling wel beheersbaar blijven."
Hoog tijd voor een extra koffiestop. Tegenover het stadhuis vinden we een koel terras, veilig achter een kleine atlantikwal van gepantserde bloembakken tegen vrachtwagenterroristen.
Na Annemasse volgen we nog een stuk van de voie verte, waar we een puik staaltje van parkeerterreur aantreffen. Iemand moet wel een pesthekel aan fietsers hebben om een auto zo neer te zetten als hier.
We volgen de voie verte naar Nangy en fietsen daarna zuidwaarts in de richting van Annecy. Rond half zeven bereiken we La Roche sur Foron. Het is warm, we zijn moe en de terrassen lonken. Het liefst zouden we hier onze tent opzetten, maar de dichtstbijzijnde camping in de goede richting is nog minstens 10 km verder en bijna 400 m heuvelopwaarts. Dan toch maar een hotel? Het enige hotel dat we hier aantreffen, is vol. Ook booking.com biedt geen uitkomst. Eigenlijk willen we nu ook liever kamperen.
Er is nog een camping heuvelafwaarts in Bonneville, maar dat is niet de goede kant op. Gelukkig ligt Bonneville aan dezelfde spoorlijn als La Roche sur Foron en rijdt er deze avond nog een trein die kant op. Morgenochtend kunnen we dan met de trein weer terugkeren om vanaf hier onze route verder te volgen.
Later op de avond melden we ons bij de receptie van de mooie camping municipal in Bonneville. Een vriendelijke vakantiehulp vertelt ons dat de camping pas op 1 juli open gaat en dat ze de inschrijfformulieren nog moet zoeken, maar dat de douches al in orde zijn. We gunnen haar alle tijd om het inschrijfproces op te starten, zetten de tent op en genieten van onze doperwten à la crème.
Wordt vervolgd