Een paar jaar terug heb ik in het hoogseizoen een stuk langs de Normandische kust gefietst. Bij Mont-Saint-Michel hing weliswaar een bordje 'complet' bij de receptie van een grote camping, maar voor fietsers en backpackers was een extra trekkersveldje gecreëerd op een plek die voor auto's en campers toch al onbruikbaar was. Stadscampings en gezellige familiecampings op toplocaties heb ik verder zoveel mogelijk vermeden. Campings waar alleen maar een grasveld en een washok was, waren vaak nog half leeg. Campings die volledig waren verkaveld in genummerde percelen, hadden meestal nog wel een paar plekken. Zeker buiten de weekends.
Soms was de receptie al gesloten wanneer ik op een camping arriveerde. Dan zocht ik op eigen houtje een plekje voor mijn tent en meldde ik mij de volgende ochtend. Dat heb ik ook eens gedaan op de pas gerenoveerde, ecologisch verantwoorde en ogenschijnlijk fietsvriendelijke stadscamping van Straatsburg. Het was al eind september, dus ver buiten het hoogseizoen. Hier las ik 's ochtends in de ogen van de dienstdoende receptionist echter een mengeling van verwondering en verbijstering.
"
Hoe kunt u hier overnacht hebben zonder dat wij u een plek hebben gegeven?", vroeg hij.
"
Gewoon even rondkijken en dan de de tent opzetten", antwoordde ik.
"
Op welke plek was dat dan?"
"
Schuin tegenover het washok, waar nog niemand anders stond."
Nu vrees ik even dat hij een nummer van die plek wil weten. De man kijkt een beetje moeilijk en neemt dan mijn betaling in ontvangst, aanzienlijk meer dan ik de afgelopen weken gewend was neer te tellen. Ik zal maar niet vragen of er korting voor laatkomers met kleine tentjes is. Dit is het moderne, commerciële en bureaucratische Frankrijk. De camping heeft een alternatief en groen imago, maar lijkt niet bedoeld voor alternatieve en groene kampeerders. Een fiets of een tent kun je hier huren en kun je dus maar beter niet zelf meenemen, lijken ze hier te denken.
Enkele weken terug arriveerden we op een donderdag vroeg in de middag op een camping, waar op dat moment nog volop ruimte was. Toch werd ons gelijk verteld dat we voor één nacht welkom waren, maar dat vrijdag en zaterdag alles al volgeboekt was. Ook deze camping had alleen maar genummerde percelen, die vaak groot genoeg waren voor 4 à 5 trekkerstentjes. Bij al die percelen stonden bordjes 'réservé' plus namen en data. Er was geen trekkersveld, maar wel een speeltuintje met voldoende gras voor een half dozijn trekkerstentjes. Ook was er voor de ingang (buiten de slagboom, waar ook wat campers waren geparkeerd) genoeg gras om enkele tentjes op te zetten. Zelf hadden we, als we daar een dag later hadden willen kamperen, dus wel een oplossing gevonden. Zeker als de receptie dan al dicht was geweest. De volgende camping lag aan de andere kant van een bergpas, dus doorfietsen was daar geen optie.
Samengevat is er dus haast altijd wel wat te regelen voor een fietser met een klein tentje, maar loop je soms wel op tegen een 'eerstewereldprobleem' (met dank aan willem.m voor het introduceren van deze term op dit forum
).