Gijs van Middelkoop
Japanners komen nooit te laat,
een reis door Japan
Uitgeverij Elmar
ISBN978 90389 2555 4
Dit is het derde boek dat ik van Gijs lees. Het eerste was uitermate grappig. Het tweede viel wat tegen. Maar met deze derde compenseert hij dat een beetje. Japan heeft me altijd gefascineerd als fietsland. Het staat al heel lang op mijn lijstje. Ik moet alleen nog een paar maanden tijd vinden om er te gaan fietsen. Tot die tijd lees en kijk ik, over Japan, alles wat los en vast zit. Gijs geeft een goede indruk over hoe het is om in Japan te zijn. Een compleet andere cultuur die vaak tot lachwekkende situaties leidt. Gijs weet dit goed te beschrijven. Veel zelfspot en een uitgebreide analyse van de situatie. Vooral wat had kunnen gebeuren want hij heeft een levendige fantasie.
Leuk zijn de ontmoetingen die hij heeft met de Japanners. Een van de redenen om daar zeker te gaan fietsen. De taal vormt een uitdaging waar Gijs ook tegenaan loopt. Ondanks de vier lessen die hij vooraf heeft genomen om het Japans onder de knie te krijgen. En zijn taalgidsje die steevast op de pagina terecht komt met de zin 'laten we een condoom gebruiken?'.
Meerdere keren blijkt dat reizen in Japan is een oefening is in accepteren. Het loopt niet altijd zoals hij het zou willen. Maar daarentegen zijn er ook veel momenten waarop Japan een extra stukje vrijheid geeft. De tempels bijvoorbeeld. Religieuze objecten maar zonder de beperkingen zoals we die in de Westerse én Oosterse wereld kennen. In het eerste deel rijden ze een rondje over het eiland Kysushu, met een uitstapje naar Yakushima. Dit is ook nog echt een fietsboek, herkenbaar voor fietsers.
In het tweede deel gaan ze naar Honshu, beginnend in Tokyo. Gijs begint echt een Japan verslaafde te worden. Dit deel is meer een reisverhaal, niet specifiek op fietsen gericht. Hier mis ik soms wel de aansluiting tussen de foto's en de verhalen. De geluksbron in Tokyo wordt uitgebreid beschreven maar de foto staat niet in het boek. Er wordt nog wel gefietst, maar mondjesmaat op huurfietsen. En kamperen, zoals een echte fietsreiziger doet, komt helemaal niet meer voor.
Leuk vind ik dat hij, ondanks zijn gestuntel, veel achtergrondinformatie geeft over Japan en de Japanse cultuur. Ook de foto's helpen daarbij. Een fietsboek met foto's is altijd plus een voor mij. En als er dan ook nog kaartjes in staan, is het helemaal goed voor mij.
Wat me wel af en toe tegenstaat is de schrijfstijl van Gijs. Zo 'piepen' mensen, naar mijn smaak, wat te vaak en is de zinsopbouw soms zodanig dat het lijkt alsof ik de Fabeltjeskrant lees. En wat ik me afvraag is wat Gijs en zijn vriendin allemaal in de tassen heeft. De fietsen zijn vol bepakt met 4 tassen en een volle bagagedrager. Terwijl ze niet kamperen en niet koken onderweg. Misschien moet Gijs eens op het forum kijken hoe je met minder spullen kunt reizen. Al met een een vermakelijk boek om te lezen. En als je naar Japan wilt, is het een mooie voorbereiding.
Japanners komen nooit te laat,
een reis door Japan
Uitgeverij Elmar
ISBN978 90389 2555 4
Dit is het derde boek dat ik van Gijs lees. Het eerste was uitermate grappig. Het tweede viel wat tegen. Maar met deze derde compenseert hij dat een beetje. Japan heeft me altijd gefascineerd als fietsland. Het staat al heel lang op mijn lijstje. Ik moet alleen nog een paar maanden tijd vinden om er te gaan fietsen. Tot die tijd lees en kijk ik, over Japan, alles wat los en vast zit. Gijs geeft een goede indruk over hoe het is om in Japan te zijn. Een compleet andere cultuur die vaak tot lachwekkende situaties leidt. Gijs weet dit goed te beschrijven. Veel zelfspot en een uitgebreide analyse van de situatie. Vooral wat had kunnen gebeuren want hij heeft een levendige fantasie.
Leuk zijn de ontmoetingen die hij heeft met de Japanners. Een van de redenen om daar zeker te gaan fietsen. De taal vormt een uitdaging waar Gijs ook tegenaan loopt. Ondanks de vier lessen die hij vooraf heeft genomen om het Japans onder de knie te krijgen. En zijn taalgidsje die steevast op de pagina terecht komt met de zin 'laten we een condoom gebruiken?'.
Meerdere keren blijkt dat reizen in Japan is een oefening is in accepteren. Het loopt niet altijd zoals hij het zou willen. Maar daarentegen zijn er ook veel momenten waarop Japan een extra stukje vrijheid geeft. De tempels bijvoorbeeld. Religieuze objecten maar zonder de beperkingen zoals we die in de Westerse én Oosterse wereld kennen. In het eerste deel rijden ze een rondje over het eiland Kysushu, met een uitstapje naar Yakushima. Dit is ook nog echt een fietsboek, herkenbaar voor fietsers.
In het tweede deel gaan ze naar Honshu, beginnend in Tokyo. Gijs begint echt een Japan verslaafde te worden. Dit deel is meer een reisverhaal, niet specifiek op fietsen gericht. Hier mis ik soms wel de aansluiting tussen de foto's en de verhalen. De geluksbron in Tokyo wordt uitgebreid beschreven maar de foto staat niet in het boek. Er wordt nog wel gefietst, maar mondjesmaat op huurfietsen. En kamperen, zoals een echte fietsreiziger doet, komt helemaal niet meer voor.
Leuk vind ik dat hij, ondanks zijn gestuntel, veel achtergrondinformatie geeft over Japan en de Japanse cultuur. Ook de foto's helpen daarbij. Een fietsboek met foto's is altijd plus een voor mij. En als er dan ook nog kaartjes in staan, is het helemaal goed voor mij.
Wat me wel af en toe tegenstaat is de schrijfstijl van Gijs. Zo 'piepen' mensen, naar mijn smaak, wat te vaak en is de zinsopbouw soms zodanig dat het lijkt alsof ik de Fabeltjeskrant lees. En wat ik me afvraag is wat Gijs en zijn vriendin allemaal in de tassen heeft. De fietsen zijn vol bepakt met 4 tassen en een volle bagagedrager. Terwijl ze niet kamperen en niet koken onderweg. Misschien moet Gijs eens op het forum kijken hoe je met minder spullen kunt reizen. Al met een een vermakelijk boek om te lezen. En als je naar Japan wilt, is het een mooie voorbereiding.
