Ik heb geluk gehad dat ik ondanks alle gestrande treinen toch op tijd in de kerk was. Een kerk die uitpuilde van belangstellenden die Hein wilden gedenken en Maria en de overige familie hun steun wilden betuigen.
Het meest bij mij bij gebleven de toespraak van Grégory Lewyllie, bestuurslid van onze Vlaamse zusterorganisatie De Vakantiefietser. Hierbij de tekst:
Afscheidsbrief Hein Casie
zaterdag 27 december 2014
Lieve Maria, Peter, An en Leen,
Beste familieleden en vele, vele vrienden,
Zoals op reis neemt het leven vaak een andere wending dan gepland. Hoe goed je een reis of een leven ook uitstippel, er zijn altijd facetten waarmee je geen rekening kunt houden, gewoon omdat je er geen controle, geen vat op hebt. Toen we twee maand geleden samen met enkele fietsvrienden avontuurlijke plannen aan het smeden waren voor een fietsreis doorheen Marokko, had niemand durven denken Hein, dat de reis van vorig jaar met je goeie fietscompagnon, Jos van Hoofstat, meteen ook je laatste grote fietsreis zou zijn.
Toen ik op donderdag 4 december kort na de middag telefoon kreeg van je geliefde Maria, werd de lichtblauwe hemel in één momentopname fluwelig zwart. Haar woorden drongen niet tot mij door, laat staan de werkelijkheid. Al snel verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje. De sociale media zorgde ervoor dat we de evolutie op de voet konden volgen, maar nog meer dat we steun vonden bij elkaar.
Iedereen stond perplex. Hein, neergeveld door een hartaanval... Het was een beeld dat we nimmer voor ogen hielden en nog steeds niet kunnen vatten. We zagen een totaal ander beeld, een vertrouwd beeld, dat van de goedlachse Hein, altijd vrolijk, opgewekt, een levensgenieter pur sang. Een innemende man met doorzettingsvermogen, wilskracht en een onovertroffen passie voor het fietsen.
Hein, je eerste deelname aan een activiteit van De Vakantiefietser dateert van een jaar of tien geleden: de achtdaagse groepstocht in 2004 doorheen Noord-Frankrijk. Het was het begin van een lange reeks. Ik kan me de activiteiten van de Vakantiefietser niet herinneren waar je niét bij was. Veel van je vakantiedagen waren fietsdagen en dat werden er nog meer toen je drie jaar geleden op pensioen ging.
Buitenlandse tochten, fiets-kampeerweekends, rondje Rotterdam, herfstweekends vaak ook met Maria zoals twee maand terug in Dudzele, ... Geen bestemming voor jou was te dicht of te ver. Ook bij onze zustervereniging, de Wereldfietser, was je een graag geziene gast. Neen, Hein, je was geen eendagsvlieg en ook dat typeerde jou zo. Wie met jou op weekend meetrok, keerde huiswaarts met een goed gevoel. Je sociaal karakter werkte aanstekelijk. Je liefde voor het fietsen combineerde je met een andere passie, het Bourgondisch leven. De voorbije weken viel het me op hoe vaak foto's van jou opdoken die je zo typeerden. Zelf kokend of genietend van de kookkunst van fietsvriendin Ingeborg, zittend voor je tentje, op je geliefd dekentje met een goed glas wijn in de hand, genietend van het gezelschap, met je bruingebrand gezicht in de zon. Je voelde je overal thuis en kon mateloos genieten van het onverwachte op je pad.
Je maakte je ook nergens druk om. In het reisverslag opgetekend door Jos van Hoofstat tijdens jullie gezamenlijke reis doorheen Marokko in september vorig jaar kwam dit vaak naar boven. Jij met plezier een blikje vis aan het verorberen, terwijl Jos de katten op afstand probeerde te houden. Jij slapend als een marmot, terwijl Jos de slaap niet kon vatten, denkend aan het vooruitzicht van morgen: 150 km voor de boeg, 3000 hoogtemeters, slecht weer op komst. Zelfs in situaties waar andere reizigers de benen zouden nemen, zag je er toch nog de komische noot van in. Zo beschrijft Jos hoe jullie terechtkwamen in een hotel nauwelijks de benaming waard. Twee smerige bedden, met vieze lakens, geen licht, geen slot, een tochtig en lawaaierig terras, een Middeleeuws toilet, geen douche en zelfs geen water. Hein, je observeerde de ruimte en zei lachend: “Joske, hier zouden we met onze vrouwen niet moeten komen slapen.”
Hein, je hield van het leven, van je gezin, maar evenzo van je vele vrienden. En wij hielden van jou, of beter, we houden nog steeds van jou. Als ik terugblik naar de voorbije weken, hoe we als één groot peloton je vanop de zijlijn hebben aangemoedigd om die ene onoverkomelijke bergtop te bereiken. Hoe we vurig als een bende ploegmaats geloofden dat je het toch ging halen. We hielden ons vast aan elk sprankeltje hoop, want we wisten, opgeven stond niet in je woordenboek. André Ramault, bestuurslid van de Vakantiefietser en lid van het eerste uur, herinnert zich nog levendig hoe je op de klim van de Mont Ventoux in augustus 2013 je niet gewonnen gaf. “Ik doe het op mijn gemak, ik kom er wel...” Ook dat typeerde jou, je strijdvaardigheid, in het stille weg. Je wil en goesting om nog zoveel van het leven te genieten, om nog zoveel mooie dromen na te streven met Maria, je kinderen, je kleinkinderen en je vele vrienden. Het heeft niet mogen zijn.
We blijven verweesd en verdrietig achter. We klampen ons vast aan de zekerheid dat de tranen ook vloeien om de vreugde die je ons hebt geschonken. Maar ondanks het verdriet zijn we ook blij. Geloof me Hein; we zijn gelukkig en dankbaar voor je vriendschap, je liefde. We hebben je manier van leven, je omgang met ons als perfect ervaren. Het had langer moeten duren, maar het had niet beter gekund.
Nu is het tijd om afscheid te nemen. Maar wat betekent afscheid? Wanneer begint het en wanneer eindigt het? Het begint met onzekerheid en angst, om wat werkelijkheid is. Het begint met onbegrip, om wat waarheid is. Het begint met hoop en met strijden. En Hein, je hebt gestreden, maar het was een ongelijke strijd. Ook al moest je opgeven, je gaf ons je glimlach. Ook al is er geen later, je gaf ons je liefde.
Bedankt voor alles Hein, als echtgenoot, als vader, als grootvader, als broer en als vriend. Vandaag nemen we misschien afscheid, maar afscheid duurt een leven lang. Want diep in ons hart blijf je bij ons en dat voor altijd.