Marroko!
Vrijwel direct is er al de herkenning, de rood-wit geschilderde stoepranden, het ontbreken van de bestrating ernaast, de winkeltjes ondergebracht in wat wij garageboxen zouden noemen en de blauwe plaatstalen deuren in de huizen. Het is vrijwel precies een jaar geleden dat ik in Marroko was, zuidelijker welliswaar maar veel verschil lijkt dit vooralsnog niet te maken. Ik word ingehaald door oude mercedessen, Mitsubishi vrachtwagens met kleurrijke houten laadbakken en door vrachtwagens waarvan de leeftijd recht evenredig is met de grootte van de zwarte rookwolk die ze uitbraken. Ik op mijn beurt ga de voetgangers voorbij, al dan niet in Djellabah, de ezels en de paard en wagens.
In Tetouane is het feest volgens mijn gids die zich onderweg op z'n brommer spontaan aandiende, het einde van de ramadan. Het is een vriendelijke man en gezien mijn eerdere ervaringen is dit de beste methode gebleken om het doolhof van de Medina door te komen. Grote bakken met heerlijk ruikende specerijen en kruiden zijn er te vinden, potten en pannen, kleding en schoenen die ter plekke gemaakt worden en aan draden langs de gevels hangen uitgestald. Oude ambachten zijn tevens huidige ambachten, Marroko verandert niet. Hooguit komt er af en toe iets bij. Zo zijn tetterende televisies met bijbehorende schotelantennes nergens meer weg te denken, evenals de GSM die altijd wel door iemand ergens onder een jurk vandaan wordt gevist.
Ten zuiden van Tetouane slingert de weg zich door een dal langs de steile pieken van de Rif. Een arme streek waar de boeren het hooft boven water proberen te houden door hennep te verbouwen. De handelsroute hiervan loopt naar het oosten richting Ketama, een plaats die je als argeloze tourist beter niet kunt bezoeken. Langs de weg staan enkele jongens van naar schatting een jaar of 12, ze verkopen frambozen zo lijkt het. Nooit te beroerd om voor fruit mijn rit te onderbreken, stop ik bij de tweede. Het zijn geen frambozen, uiteraard niet, die groeien niet in dit klimaat. Ik mag proeven. Veel smaak zit er niet aan de bessen of wat het ook zijn mogen en bedenk me dat er nog een flinke voorraad heerlijke mandarijnen in m'n tassen zit. Ik bedank. '20 Dirham,' probeert de jongen nog, 'hele emmer'. 'Nee hoor, ze zijn mooi maar niet lekker,' wimpel ik af.
'Hasjies?'
'Hasjies, hasjies,' herhaalt hij nogmaals op geheimzinnige toon en duwt een bruine klont naar voren.
Ik schiet in de lach. 'Als je moeder toch eens wist wat je verkoopt,' zou ik gezegd kunnen hebben. Zinloos natuurlijk, moeder weet heel goed wat zoonlief in de aanbieding heeft. In Tetouane was het spul al overal vrijelijk verkrijgbaar, 'kif' noemen ze het zelf. Volgens mijn gids rookt bijna iedereen het. Ik stap weer op m'n fiets. Bij de splitsing naar het oosten staat politie, ze doorzoeken de auto's. Een steekt er een sigaret op. Roken mag met of zonder hasj erin, handelen niet. Ik vervolg mijn weg naar het zuiden en word ingehaald door een auto. De man naast de bestuurder steekt zijn duim omhoog uit het raam en roept me toe: 'Bon courage!. Aardige mensen toch die Marrokanen.
Groetjes van Harry
ps. Ik ben vanuit Algeciras per boot overgestoken naar Ceuta, mijn vorige berichten vind je onder Europa.
Vrijwel direct is er al de herkenning, de rood-wit geschilderde stoepranden, het ontbreken van de bestrating ernaast, de winkeltjes ondergebracht in wat wij garageboxen zouden noemen en de blauwe plaatstalen deuren in de huizen. Het is vrijwel precies een jaar geleden dat ik in Marroko was, zuidelijker welliswaar maar veel verschil lijkt dit vooralsnog niet te maken. Ik word ingehaald door oude mercedessen, Mitsubishi vrachtwagens met kleurrijke houten laadbakken en door vrachtwagens waarvan de leeftijd recht evenredig is met de grootte van de zwarte rookwolk die ze uitbraken. Ik op mijn beurt ga de voetgangers voorbij, al dan niet in Djellabah, de ezels en de paard en wagens.
In Tetouane is het feest volgens mijn gids die zich onderweg op z'n brommer spontaan aandiende, het einde van de ramadan. Het is een vriendelijke man en gezien mijn eerdere ervaringen is dit de beste methode gebleken om het doolhof van de Medina door te komen. Grote bakken met heerlijk ruikende specerijen en kruiden zijn er te vinden, potten en pannen, kleding en schoenen die ter plekke gemaakt worden en aan draden langs de gevels hangen uitgestald. Oude ambachten zijn tevens huidige ambachten, Marroko verandert niet. Hooguit komt er af en toe iets bij. Zo zijn tetterende televisies met bijbehorende schotelantennes nergens meer weg te denken, evenals de GSM die altijd wel door iemand ergens onder een jurk vandaan wordt gevist.
Ten zuiden van Tetouane slingert de weg zich door een dal langs de steile pieken van de Rif. Een arme streek waar de boeren het hooft boven water proberen te houden door hennep te verbouwen. De handelsroute hiervan loopt naar het oosten richting Ketama, een plaats die je als argeloze tourist beter niet kunt bezoeken. Langs de weg staan enkele jongens van naar schatting een jaar of 12, ze verkopen frambozen zo lijkt het. Nooit te beroerd om voor fruit mijn rit te onderbreken, stop ik bij de tweede. Het zijn geen frambozen, uiteraard niet, die groeien niet in dit klimaat. Ik mag proeven. Veel smaak zit er niet aan de bessen of wat het ook zijn mogen en bedenk me dat er nog een flinke voorraad heerlijke mandarijnen in m'n tassen zit. Ik bedank. '20 Dirham,' probeert de jongen nog, 'hele emmer'. 'Nee hoor, ze zijn mooi maar niet lekker,' wimpel ik af.
'Hasjies?'
'Hasjies, hasjies,' herhaalt hij nogmaals op geheimzinnige toon en duwt een bruine klont naar voren.
Ik schiet in de lach. 'Als je moeder toch eens wist wat je verkoopt,' zou ik gezegd kunnen hebben. Zinloos natuurlijk, moeder weet heel goed wat zoonlief in de aanbieding heeft. In Tetouane was het spul al overal vrijelijk verkrijgbaar, 'kif' noemen ze het zelf. Volgens mijn gids rookt bijna iedereen het. Ik stap weer op m'n fiets. Bij de splitsing naar het oosten staat politie, ze doorzoeken de auto's. Een steekt er een sigaret op. Roken mag met of zonder hasj erin, handelen niet. Ik vervolg mijn weg naar het zuiden en word ingehaald door een auto. De man naast de bestuurder steekt zijn duim omhoog uit het raam en roept me toe: 'Bon courage!. Aardige mensen toch die Marrokanen.
Groetjes van Harry
ps. Ik ben vanuit Algeciras per boot overgestoken naar Ceuta, mijn vorige berichten vind je onder Europa.