Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Reisverslag Noord-Engeland & Scotland - Forum Wereldfietser

Reisverslag Noord-Engeland & Scotland

Noord Engeland – Zuid Schotland 2007

Voor de foto's van deze
http://picasaweb.google.com/jeroendedau ... ZLPn7y73gE#

en andere Scotland(fiets)reizen:
http://picasaweb.google.com/KrisLaevaer ... 2-WS3vn7Eg#


Hulst to Zeebrugge
’s Nachts, en ook nog de hele ochtend, hoosbuien boven Hulst. Daardoor vertrekken we later dan gepland, richting Leopoldkanaal. Voor onze fietsen uit, is de lucht helder. Dat blijft zo tot we klaar staan om in te schepen. Jeroen komt net uit de douche van SuperFastFerries als een snerpende vlaag ons, samen met alle andere nog wachtende fietsers en motorrijders, teistert.

Zeebrugge to Rosyth
We eten onze prak in de vliegtuigstoelen waar je zogezegd in kan slapen; lezen Psycho en Science Fiction in de bar en slapen, niet zo goed, in de bagageruimte. Dit laatste te verantwoorden door middel van het volgende syllogisme:
Majorpremisse: ’s Nachts slaapt men
Minorpremisse: Je moet je bagage in de gaten houden
Conclusie: je moet bij je bagage slapen


Rosyth to Spithope
Tegen de middag fietsen we in zuidelijke richting over de ForthBridge richting Dalkeith waar we tijdens het eerste buitje de eerste Tesco binnenspringen voor yoghurt en stokbrood. Na een boel geknossel omwille van nieuwe wegen in aanleg omheen Edinburgh én geen recente kaart mee, gaan we langs de A 68 tot Byrness. In Lauder is het tijd voor een stevige en vettige Fish & Chips want we beslissen door te fietsen tot de Bothy. Dat werd minder evident nadat we doorkregen dat ik de mijlen op mijn oude wegenkaart voor kilometers had aanzien. Daarmee wordt de dagafstand geen 80 maar 120 km. En het heuvelt hier flink! In Jedburgh houden we, niet ver van de ruïne, nog even halt voor een hap en maken de fietsverlichting gebruiksklaar. Bij valavond klimmen we de Schots-Engelse grens over, langs de pasweg tussen de uitlopers van de Cheviots. Tijdens de afdaling ontvouwt het typische Borderlandschap zich! Voorbij het Catcleugh Reservoir fietsen we het pad richting Spithope op. Wanneer we bij de bosrand aankomen is het zo goed als volledig donker. Voorbij Spithopehead moeten we enkele steile stukken met losse keien langs. We are Running out of Energy! De vermoeidheid heeft zich vandaag opgestapeld: niet zo goed geslapen, route zoeken rond Edinburgh, de heuvelende omgeving waar we weer aan moeten wennen, de onverwacht langere route, én de kilometeraanduiding die ook op de kaart niet juist blijkt (Op basis van wat Jeroen z’n teller aangeeft.), de moeilijke laatste klim en het late uur. We moeten ook weer wennen aan duisternis. Jeroen ziet overal GosthBbothies.



Spithope
’s Morgens is Jeroen als eerste de tent uit … He Spots the Bothy!
We pakken onze boel in ….. Driehonderd meter verder laden we die weer van de fietsen af en dragen alle spullen richting bruggetje, paadje, Bothy! We blijven de hele dag in de kleine gezellige ruimte met Bunks (zie foto’s) en hebben dus geen hinder van de druilerige toestand buiten. Hout zagen doen we, voor zover dat nodig is, in de schuur. We stoken; wassen zweetkleren van de eerste reisdagen en onszelf; eten de eerste Knorrschotels en lezen. Het hoopje tijdschriften van de John MuirTrust wint het van mijn Psychoboek! Er komen géén Pennine Way-stappers op bezoek. De Rainy-Muddy-Midges-Way loopt namelijk op één kilometer ten oosten van Spithope.
Jeroens suggestie van de dag: op onze volgende reizen, de eerste reisdag overslaan!



Spithope to The Green
Terug bij de A68 fietsen we verder in zuidelijke richting. Pitty Cycling and Hot! Omdat de fluovest voor transpiratie zorgt en géén gezicht is, draagt de bagage van de achterste fietser ze nu. Fikse afdaling bij West Woodburn en op de rem voor een ijsje (zie foto) en de afslag naar Bellingham.
Over kleinere weggetjes en een stukje National CycleWay, klimmen en zigzaggen we richting Kielder Forrest. Jeroen maakt kennis met SheepTraffic en het effect van fietsers op die beesten! Er hangt al een tijdje onweer links van ons wanneer we bij Whygate via een Forrest Track richting Bothy fietsen. Op een paar honderd meter voor de Bothy overvalt de verwachtte plensbui ons. Regen vergezeld ons de hele avond en we stoken onze kleren droog met het hout uit het houtkamertje, na dit grondig opgekuist te hebben. Met de stronken vormen we een keukenblok. De Bothy is Well Stocked. Met suiker, ingeblikte bonen én chips! Uit een vochtig paperbackexemplaar van ‘Cleese Encounters of the Third Kind’ vluchten haastig drie pissebedden weg. Over de Forest Track scheuren regelmatig Jeeps van de Forestry Commission voorbij.



The Green to Leysburnfoot
Na een klapken met een opzichter van de Forestry Commission fietsen we langs verschillende Forest Tracks naar het Kielder Reservoir om er bij het water te picknicken en te Mapping- Minigolf-en (Foto’s). In een restant van het Kielderdorp – het grootste deel ligt in het reservoir – doen we onze Shoppings om dan onze tocht in noordwestelijke richting verder te zetten. Langs Windy Know en Liddel Water consumeer ik mijn portie Borderlanscape. Scenic Driving, heet dat hier. Noordwaarts, langs de B6357, zoeken we de Dismantled Railway op. Na de fotosessie bij het stationnetje en de locomotief nog op de sporen (zie foto’s), hebben we heel wat Gates te openen en te sluiten. Deze Dismantled Railway is niet echt van het type dat ik wel vaker van op een afstand zag, maar wordt drassiger en drassiger om te eindigen in een Tarkovskijaans landschap.
Uiteindelijk zit er niks anders op dan terugkeren. Jeroen stelt voor het te proberen via een meer zuidelijk gelegen stukje Railway. EnkeleLocals garanderen dat het langs daar wél lukt. Na een kleine tien kilometer RailwayTrack en nog voor MidgesTime, bereiken we Riccarton Junction en Will’s Bothy: Leysburnfoot. Bohtylife Goes on.


Leysburnfoot to Hawick
We proberen de kortste weg uit via de Railwaytrack die uitkomt bij de B6399 naar Hawick. We moeten, omwille van bosbouw, de stalen rossen uiteindelijk toch draaien en langs het gekende pad terug keren richting B6357. Ik rij lek. Meteen ook maar de dikkere buitenband erop en haastig weer op weg want de Midges hebben zweet geroken. Door prachtig Borderlandschap maar ook door aanhoudende regen die ons de camping van Hawick doet opzoeken. Uit de doorweekte kleren; douchen; tent opzetten in de regen. Toch handig zo’n model waarbij je éérst de buitentent opzet. Winkelen en boodschappen doen, eten in een Fish & Chips want op zaterdagavond enkel bier, géén BarMeals, in Hawick. SF lezen en MapReading in Pub met gillende meiden.

Hawick to Overphawhope
Koffie drinken bij de campingburen die vertellen dat we voor eten op zaterdagavond van ‘Hoick’ weg hadden moeten rijden. De meeste kilometers leggen we vandaag in westelijke richting en langs de B711 af. Voorbij Alemoor Reservoir klimmen we verder naar het hoogste punt van deze weg, ter hoogte van Loch Clearburn. Langs de Ramkle Burn gaat het dan weer stroomafwaards tot bij Ettrick Water en vijf kilometer verder Ettrick. We volgen, heel de weg in het zadel want laag stijgingspercentage, de route van de Southern Upland Way (http://www.southernuplandway.com/walk/default.asp). Komen langs the Primary School waar we op de speelplaats wat eten (foto’s) en ondertussen met het oog, zwaluwen in hun vlucht proberen te volgen; langs Nether Phawhope om tenslotte in Over Phawhope, bij de bronnen van Ettrick Water, uit te komen.


Overphawhope
Spullen uitpakken, wat eten, hout sprokkelen en de pasweg bij Ettrich Head verkennen om te zien of we met bepakte fietsen langs hier weg kunnen, richting Moffat. We fietsen zonder bagage en stappen tot de pas om in te zien dat dit een té zware klus gaat worden.Terug in de Bothy installeren we ons bij het venster voor wat rustig schrijfwerk en vooruit kijken op de kaarten. Een man in Kilt kondigt ons de komst van een groep aan. So, Instead of Cocooning we have to Re-organize some Things. De Charity Trust is vier leiders en zes jongeren sterk. Jeroen chartert een berensterke leider om hout te gaan sprokkelen (foto’s) en neemt deel aan het nachtspel. Ondertussen maak ik GoastPhoto’s (zie foto’s). We hebben de slaapvertrekken aan de Charity afgestaan om zelf rustig te kunnen pitten bij het haardvuur en nemen ons voor hier nog een dag te blijven.
Zo rond de middag nemen we afscheid van de groep en een paar uur later, we zijn net begonnen met Cocoonen, loopt de Ranger binnen om te checken of de Bothy de meest recente regenstorm doorstaan heeft en …stopt een boomstam met een klein wagentje er onder bij de brug over de Ettrick. De boom van een vent die er samen met zijn kettingzaag uit te voorschijn komt blijkt Oz te zijn: ‘The Man who is not in his Seventhies.’ Ik vertrouw Jeroen aan Oz toe en stap op Ettrick Pen af, om van daar uit de Bothy in his Surrounding Beauty, op de gevoelige plaat vast te leggen.
Terug bij de Bothy aangekomen tref ik nu, naast Jeroen, twee honden en twee Scotten aan. Het is duidelijk dat Oz hier thuis is: hij heeft alles gereorganiseerd in zijn meest huiselijke staat en post gevat in ‘zijn’ fauteuil, met sigaretten, bier en pillen. CharityGroup nummer twee kondigt zich aan! We moeten héle grote ogen hebben opgezet! Enfin, we trekken ons voor een tweede keer terug uit het slaapvertrek; proberen te koken met Oz aan de stoof; wisselen MBA-ervaringen uit en dommelen in met Scotch Slang op de achtergrond.


Overphawhope to Brattleburn
Op advies van Oz gaan we bij Potburn een Bypass op, richting Moffat (Foto’s). Moffat is op de eerste plaats bevoorradingspunt. Voor ik brandstof kan bijvullen moet ik ergens iemand met een sleutel zien te vinden want de tank is zonder hulpmiddel niet meer open te krijgen. Jeroen geeft aan zelf naar nieuwe remblokjes te zullen zoeken. We eten Coleslaw en andere salades en Jeroen een Home Made Icecream. De Secondhand Bookshop is Closed Today. Geen BicycleRepairman in Moffat en in de garage geen fietsremblokjes maar wél het adres van de plaatselijke Handige Harry. Het eerste deel van de weg richting Brattleburn fietsen we over de serviceweg naast de Motorway. Op het pad langs de Cloffin Burl breekt de tweede gelaste naad van mijn rechter voordrager door. Herstellen en verder. Het geplande pad gaat na twee kilometer over in een private weg. We moeten de route van de Southern Upland volgen en die loopt over Craig Hill: stijginspercentage van 20 en méér gedurende 500 meter en over een smal padje! Fietsduwen dus. Ook de laatste twee kilometers tot de Bothy, zijn met onze ‘gewone’ fietsen niet te rijden.


Brattleburn
We parkeren onze fietsen tegen de piano met opgestookte (?) toetsen. Jeroen inspecteert de kast op haar inhoud en brengt orde daar waar die er nog niet was. We zullen onze Lazy Day in Brattleburn doorbrengen met: Talking to Spiders, Collecting Wood, Doing Bicycle Repairings, Reading and Writing in BothyGuestbook, looking on the OS-Maps, Eating ‘Wheight’ to Get Easier out of here, Weaving Reany Clouds Goodbye, Cleaning the Path to the Bothy, Making Fotographs, Fire-ing for Fun and Food, Digging Holes to Do Some Shit in the Wood, Eating Belgian Chocoladespread from Morrisons, Thinking of Oz from Overphawhope who is not in his Seventhies and Can Say ‘Fucking’ Twice in One Sentence.



Brattleburn to Kettleton Byre
Na een tweede overnachting in Bothy Brattleburn trekken we weer verder. Terug langs dezelfde paadjes afzien. Bij de Serviceweg nu de andere, noordelijke, kant uit. In Elvanfoot eten we wat en vragen vers water. We gaan met wind tegen langs het Potrail Water richting Dalveen Pass. Schuilen bij het huis ter hoogte van Overfingland en volgen de wolken die hun inhoud over de pasweg uitstorten. Er komt geen verandering in de zaak en we zetten dus maar door. Het regent dat het giet en Jeroen doorstaat de bijna hagelende pijpenstelen. We blijven in het zadel om het niet nog kouder te krijgen en onze kleren droog te fietsen. Bij Durisdeermill houden we even halt in een schuilhokje. Pedal on, to Durisdeer. Verder afwisselend fietsen en fietsduwen door het idyllische dalletje vol beesten, naar Kettleton Byre. Er is nog een stapper: de nieuwe inspector-in-spee van de kleine gezellige bothy, hogerop. Er zit een gat in de kachelbuis en er is weinig hout beschikbaar. De omgeving compenseert dit ruimschoots (foto’s): we blijken uitzicht te hebben op Watershipdownhill.



Kettleton Byre to White Laggan
Ik loop het bovenste deel van het dalletje terug uit op sandalen, om de fietsen het riviertje over te duwen. Jeroen fiets al vooruit tot bij die plek en fotografeert ondertussen het animale leven. We fietsen vlotjes de eerste 25 kilometer tot Moniavie. Het tweedehandse boekenwinkeltje heeft geen SF boekjes. New Galloway, alweer en 25-tal kilometer verderop, heeft enkel een dorpswinkel waar we ons voor drie dagen bevoorraden. We gaan hier ook de-zondag-uithangen: een krant kopen en Potatoes eten in het restaurantje. Langs de Queen’s Way komen we bij het Clatteringshaws Loch. In het Visitors Centre vinden we geen Scotland T-shirt, wél een ijsje. Na 18 kilometer langeafstandsfietspad komen we ter hoogte van Loch Dee bij White Laggan aan. Er wacht ons a Room With a Splendit View! Maar om daarvan te kunnen genieten, ruimen we eerst nog een boel rotzooi op. De volgende dag brengen we door met (zie foto’s) hout halen en verzagen en met nog meer vuiligheid in vuilniszakken stoppen. Jeroen maakt een bankje. We stoken voor de gezelligheid. s’Avonds doen we aan rituele klerenverbranding: oude fietshandschoenen, T-shirts en kousen met gaten, het gaat allemaal de fik in!



White Laggan to Ayr
Na twee nachtjes in White Laggan fietsen we het pad verder af richting Glen Trool. Ter hoogte van Loch Trool komen de zondaagse Merrick-wandelaars ons tegemoet gereden. We fietsen nog even verder tot het koffiehuis van de Forestry Commission en bestellen ons elk een paar Scones voor later op de dag. In Glentrool Village kiezen we voor de ‘grote’ weg richting Ayr waar Jeroen morgen, zoals een paar jaar geleden, een lading SF-boekjes hoopt te vinden.

Ayr to Rosyth
Ayr levert niet de verwachte boekjes op en we blijven dus niet lang. We fietsen het grootste deel van de afstand Ayr – Rosyth en kamperen voor de grote wegen rond Edinburgh.






Edinburgh – Dover 2007


Rosyth to North Berwick
Na het verzamelen van een lading Marrowfat Peas gaan we bij de ferry onze bagage reorganiseren. Jeroen neemt zijn eigen spullen, de Peas en alle dingen die ikzelf missen kan, mee richting België. In de late namiddag stapt hij de boot op en begint mijn fietstocht naar het zuiden. Voor de derde keer deze zomer ga ik the Forth Bridge over. Dan langs Edinburgh, door Leith, Portobello, Musselburg en Prestonpans. Voorbij Aberlady Bay doe ik aan BoatStalking: Jeroen z’n SuperfastFerry komt langs gevaren (Foto). De camping voorbij North Berwick is SuperExpensive!


North Berwick to field in Wooler
Vroeg terug de fiets op langs de Coastal Route. Via de drukke A1 kom ik tegen de middag in Berwick-upon-Tweed toe. Ik probeer me bij de Tourist Information beter te informeren over de Pennine-Cycle-Route en het National Cycle Network en laat mijn versnellingsapparaat bij hoogdringendheid doorsmeren bij de BicycleRepairMan. Schuilen voor de regen in de Super en in de bibliotheek waar ik wil proberen om mijn mail te bekijken. Ik verwacht binnen een kleine week bericht in verband met mijn scriptieplan. Het bericht zit al in mijn mailbox en het plan is, mits toevoeging van enkele verantwoordingen, goedgekeurd!
(Hallo vanuit bib Berwick upom Tweed (qwerty!) Jeroen, stuur me eens lijst door vqm boekjes die je nog niet hebt, voor het gevql ik in een winkel kom waar ze de boekjes hebben, dqn kqn ik lijst bekijken.)
Ik reis verder over de Pennine-Cycle-Route, dit is National Cycle Route 68, door landelijk Northumberland. In Doddington trakteer ik mezelf op een Fresh Dairy Ice Cream (Foto). Ter hoogte van Wooler mag ik me, met toelating van de eigenaar, installeren op een weiland. Hij heeft voor het National Cycle Network geen goed woord over en heeft het over de mogelijkheden die Dismantled Railways in zich hebben als Cycle Network. Dit laatste kan ik alleen maar beamen! Ik denk er namelijk net zo over.



Field in Wooler to field nothwest of Newcastle
s’ Morgens kan ik op de boerderij gebruik maken van de Lo, na een babbel met de vrouw des huizes zet ik m’n tocht verder. Op een prachtig stukje Pennine-Cycle-Route valt de voordrager verder uit elkaar. Ik ga over tot verwijderen van drager en spatbord, in plaats van herstellen. De dragers zijn niet geschikt voor Pennine paadjes! Mijn voorband ook niet want die lekt. De dikkere versie gaat er nu op en ik zie verder af van het volgen van route 68. Is, zoals verwacht, meer iets voor ATB-ers met weinig of geen bagage. In Rothbury loop ik de plaatselijke bibliothecaris tegen het lijf die bevestigt dat ik ook hier in de bib, als bezoeker, op het web kan. Handig, want ik wil wat opzoeken over het Cycle Network. Een uitstapje naar de Engineer leert me dat ik het hergebruik van mijn voordrager mag vergeten. Het laatste stukje fietstocht van de dag, over de B6342, is nog best pittig. Mits het leeg lepelen van een blik rijst kom ik tot bij alweer een heerlijk veld met vriendelijke eigenaren (Foto).







Field NW Newcastle to field south of Middleton-in-Teesdale
Nog voor de middag ga ik over Hadrian’s Wall en bij Haydon Bridge over de River Tyne. In het brede dal van de East Allen verwarm ik ter hoogte van Catton een pakket ArmyFood dat we van de Charity-leiding meekregen. Het dal versmalt zich en het stijgingspercentage van de weg neemt toe tot vlak voor Allenheads. Na de afdaling naar het Weardale en een pitstop in St John’s Chapel gaat de tocht, voor grote delen fietsduwend verder, richting Langdon Common (foto’s). Alles in de omgeving, het landschap én de plaatselijke weersomstandigheden geven aan dat ik de juiste richting uit ga: Teesdale. Voor de derde keer in Lifetime kom ik langs The Forces, nu eens stroomafwaards, richting Middleton-in-Teesdale. Banden bijpompen, shoppen en weer de fiets op. Nog voor Bernard Castle lonkt er weer een veld (Foto)! De dikke dame die me in St John’s Chapel vermaande met ‘You are Going to Be as Fat as me!’,omdat ik in één keer een halve cake verslond, zal haar gelijk niet halen àls de weg zo pittig blijft als vandaag.



Field south of Middleton-in-Teesdale to field south of Sufton-under-Whitestonecliffe
Drizzle over de A66. ’t Is zaterdag, dus minder vrachtverkeer op de A-routes, maar gevaarlijk blijft het wél. Om de eentonigheid te breken ga ik boodschappen doen bij een grote boerderijwinkel. Over gekende (C2C) vlakke, landelijke weggetjes ga ik dan in oostelijke richting op de North York Moors af. Het is de bedoeling om, al zigzaggend, verder naar het zuiden af te reizen via een stukje ClevelandWay. Ik ga er, op basis van wat ik tijdens de C2C zag, van uit dat zeker het deel dat over Dismantled Railway Tracks loopt, te fietsen is. Aan de voeten van de Hills heeft zich een volkje met een hoog gemiddeld maandelijks inkomen gevestigd. Alles draait hier om paarden. Zeker vandaag nu iedereen, Live of voor de buis, de Races volgt. De ClevelandHills kondigen zich abrupt aan. Op advies van een bij Appleton Wiske drinkend vriendenclubje, neem ik na de nodige haarspeldbochten, bij het meer, de gemarkeerde fietsroute. Enkele kilometers voorbij het panorama over de ‘Flatlands’ tussen Yorkshire Moors en Dales keert het pad zich, onverwacht, weer de diepte in … voor een hele tijd… en ben ik weer bij Ground Zero! Al wat laat op de dag om weer naar boven te sjezen dus kies ik er voor om voorbij Suffton under- Whitestonecliffe een plekje voor de tent te zoeken (Foto).



Field south of Sufton-under-Whitestonecliffe to field south of Humberbridge
Ik slaag erin bij National Cycle Route 65, richting York, uit te komen. Het is een hete zondag. York loopt vol toeristen. Ik wandel het stadje door van noord naar zuid, met de fiets aan de hand. Banden pompen, boekjes zoeken en tot twee keer toe de frisse Super binnen.Tussen York en Kingston is het land vlak en zijn de kilometers ‘snel’. Ik zal dus, nog vandaag, de HumberBridge overgaan. Morgen, maandag, is dit vermoedelijke verkeersknooppunt, wellicht te mijden al de pest. In de Pub van Goxhil duikt Dane op, die op z’n weiland wel een tentje kan hebben.Via Thornton Abbey kom ik aan bij Sam, Dane en hun meute honden. Er wacht mij nog een super-de-luxe douche, wat gebabbel over noord en zuid (GB) en over onze favoriete BBC-programma’s.









Field south of Humberbridge to campsite north of Skegness
Na thee met Sam en de honden fiets ik verder zuidwaarts langs smalle polderweggetjes. In Marshchapel koop ik Sweeties en eet wat bij, op de speelplaats van de Primary School. Een slonzig type auto en man houden halt: ‘We will Fet you Up!’. Omdat ik nog maar pas van visite kom, sla ik het aanbod af. Ik kies voor fietsen langs Wetlands, RAF-trainingsgebieden (Foto) en het Millennium 2000 kustfietspad. Sutton-on-Sea is een kusttrekpleister voor gezinnen met kinderen. Tot Chapel St-Leonards heeft élke Engelse bevolkingsgroep zijn eigen strandplekje: gehandicapten, bejaarden, alcoholisten, … Wat ik toen nog niet wist was dat het échte Little Brittain zich nog iets zuidelijker bevind: Skegness! (Skegness = Madness.) Ik kampeer die avond nog eens op een echte camping. Niet evident om die te vinden in het oerwoud van stacaravans dat zich al ten noorden van het hart van de gekte, begint uit te strekken. Douchen, kleren wassen, eten en onder zeil. Na twee hete fietsdagen op rij, kies ik er voor om morgen, vroeg te vertrekken.


Campsite north of Skegness to campsite Holbeach in The Fens
Op enkele zwalpende dronkaards en met het bovenlijf in vuilbakken hangende clochards na, slaapt Skegness nog zijn roes uit, wanneer ik me kort na zonsopgang bij het strand een beeld sta te vormen over de omvang van dit fenomeen. Om half zeven ontbijt ik bij Gibraltar Point: Antidote van Skegness.
‘Gibraltar Point National Nature Reserve is an area of some 430 hectares comprising sandy and muddy seashores, sand-dunes, saltmarshes and freshwater habitats extending for a distance of about 3 miles along the Lincolnshire coast, from the southern end of Skegness to the entrance of the Wash.’ (http://www.lincstrust.org.uk/reserves/g ... lities.php)
Na deze ‘goeie -en nog niet te warme- morgen’ drink ik, terug bij de zuidwestelijke uitvalsweg bij Skegness, een sterke koffie bij de Tesco. Het verkeersbord bij de High Casualty Route tussen Skegness en Boston (Foto) zegt waarschijnlijk vooral iets over weekendongevallen. Uiteindelijk ga ik weer voor de Minor Routes, langs The Wash nu. Boston is een ‘open’ stadje. Je voelt hier overal de ruimte. Ik tik voor Jeroen wat SF op de kop en mail in de bib naar Norfolkline om te checken of ik eventueel een paar dagen vroeger dan gereserveerd kan afvaren. Via slingerende weggetjes en wat Rotten Boroughs kom ik bij Holbeach waar ik in een kattenasiel, annex camping, de nacht door breng.




‘A rotten borough was a parliamentary constituencies that had declined in size but still had the right to elect members of the House of Commons. Plympton Earle had been a prosperous market town in the Middle Ages but by the 19th century it had declined to the level of a country village. Newtown on the Isle of Wight had been a market town but by the time of the 1832 Reform Act it had been reduced to a village of 14 houses.’
’Most of these constituencies were under the control of one man, the patron. Rotten boroughs had very few voters. For example, Dunwich in Suffolk, as a result of coastal erosion, had almost fallen into the sea and by 1831 only had thirty-two people had the vote. Old Sarum, in Wiltshire, only had three houses and a population of fifteen people. With just a few individuals with the vote and no secret ballot, it was easy for candidates to buy their way to victory.’ (http://www.spartacus.schoolnet.co.uk/PRrotten.htm)





Campsite Holbeach in The Fens to campsite bij Wicked in The Fens
Van vandaag af verloopt de reis aan de hand van een kaart schaal 1:1.175.000, of: heel GB op twee A-3tjes!Veel verschil maakt het vandaag nog niet: ik rij al de hele terugreis voornamelijk op kompas. Wat dit zuidelijker gaat geven, weet ik nog niet. Het rijk historisch verleden van Kings Lynn bij de monding van de Ouse, is bijna letterlijk van de straatstenen af te lezen. Tussen Kings Lynn en Ely volg ik weer de markeringen van de Cycle Way 11. Al fietsend voel je goed aan dat Ely er hier ‘bovenuit’ steekt.
‘It is said that Ely derives its name from 'eel' and '-y' or '-ey' meaning island, i.e. an island where there were a lot of eels. This may be true due to the position of Ely, an island in low lying fens, which were historically very marshy and rich in eels.’ (http://en.wikipedia.org/wiki/Ely).
Ik kom rond sluitingstijd van de kathedraal in de Cathedral City aan. Het voordeel is dan: de rust.
De kleinschalige gezellige, vaak wat groezelige, camping bestaat nog in Engeland. Je moet ze weten te vinden.Vandaag Spot ik er één bij natuurreservaat The Wicked Fen (Foto).



Campsite bij Wicked in The Fens to garden cyclists clubhouse
Cycle Route 11 brengt me langs de paarden van The Wicked Fen (Foto) in de richting van Cambridge. Verderop raak ik de route kwijt en kies voor de drukke A10. In Cambridge voel ik me Overwhelmed by Tourists. Ik lever me voor een uurtje over aan de stroom, doe wat aan Sightseeing (Foto) en ga dan in het kleinste koffiehuisje, koffie drinken. Direct buiten de stad ben ik alweer de Cycle Route 11 kwijt, nu door toedoen van wegenwerk. Hoe zuidelijker hoe minder vanzelfsprekend om de routes, zonder print (van de National Cycle Route Maps-site, Sustrans) te volgen. Verder op kompas en de Motorway richting London, op enige afstand houdend. Bij een potentiële kampeerplaats hou ik halt. De eigenaar is, bij de bewoners vlakbij, niet bekend. Men tipt me drie Cyclists ClubHouses near the Motorway… en dat daar altijd wel iemand aanwezig is…
Er is niemand. Achter het eerste clubhuis, tussen spoorweg en Motorway en onder de aanvliegroute London Stansed, parkeer ik mijn tentje naast een gammele maar nog bruikbare kampeertafel.



Garden cyclists clubhouse to field upon Eurostartunnel
Ondanks de smeltkroes van verkeersgeluiden heb ik als een roos geslapen. Er blijken veel meer dan drie Cyclists ClubHouses te zijn. Bij één van de laatste staat een racefiets geparkeerd. Ik stap dus af op inlichtingen over een route langs London heen. De gepensioneerde Cyclist krabbelt de nodige gegevens op een velletje papier. Nu moet ik enkel nog uitvlooien waar ik over de monding van de River Thames kom. Ik oriënteer me voorlopig op Tilbury. Volgens de brandweerlieden van Brentwood is er op die plek inderdaad een pont. Bij een landelijk weggetje ga ik nog even een erf op voor een ‘Pick your Own’. Halfweg de middag vaar ik de Thames over richting Gravesend. Tijd voor wat eten en luieren op een bankje bij de waterkant, want de boekenwinkeltjes zijn net gesloten. Na een avontuurlijke tocht door Wasteland en een hoop geklungel, om een militair domein heen, bereik ik Rochester dat zich volop opmaakt voor het vrijdagsavonds drinkgelag. Ik moet nu Rochester weer uit, de Kent Downs op, om daar ergens een plek voor de nacht te vinden. De Uphill blijkt eindeloos en de nachtelijke plek moet dus in het donker gezocht worden. Op advies van een Local, zoon van de eigenaar, wordt het een veld waar de Eurostar onderdoor gaat (merk ik de volgende ochtend).





Field upon Eurostartunnel to home
Misschien komt het door de Eurostar-werken, misschien door sabotage, dat op strategische punten bewegwijzering van de National Cycle Route verdwenen is. Het weggetje dat naast mijn overnachtingsplek loopt blijkt onderdeel van de Route 11 te zijn! Maar na enkele (ook nieuwe) kruisingen gaat de Route alweer de mist in. Langs veel te drukke wegen kom ik Maidstone binnengereden. Het is snikheet in de stad en omwille van het weekend-, winkelverkeer doop ik ze om tot Madstone. Ik vlucht alweer even een frisse bib binnen en gelukkig zijn de talrijke boekenwinkeltjes open: goed voor twee exemplaren van Jeroen zijn lijstje! Na een litertje sinaassap haast ik me van Madstone weg en behelp ik me met astronomisch geschaalde kaart en kompas, om langs idyllische weggetjes en paadjes (min of meer) richting Dover te fietsen. Hier was ik zeker niet aan begonnen als ik op voorhand had geweten dat ik nog diezelfde avond op de Ferry zou zitten! In Ashford wordt de laatste InstandArmy-prak opgewarmd. In Folkestone stuurt de Cycle Route me een klif op en ja, vooruit dan maar. Ik merk te laat dat kindertjes bij de aanzet van de klim, net door een bocht, een fietsers-val met gebroken glas en takken vol kanjers van doornen maakten. Nog eens een panoramisch uitzicht en een aantal kilometer verderop, alweer op de doorgaande weg, langzaam maar zeker, helemaal lek rijden. Ik bereik Dover en de ferry met heel zwarte handen.
Ik parkeer mijn fiets, voor de overtocht van 22uur. Na een hazenslaapje op de Noordzee, zet ik voet op Franse grond en vat ik, zoals gepland, de nachtelijke tocht richting Belgische Kust aan. Het duurt wel even om uit het havengebied te geraken maar eens in Duinkerken, wijst het zichzelf uit. Ik breng de nacht al fietsend langs de gehele Belgische Kust door. In Heist levert de eerste warme bakker die open is me een cremekoek. Op goed geluk fiets ik achter het Zwin langs, ontdek er de Internationale Dijk waarlangs fietsers Nederland binnen kunnen. Klokslag 12 uur sta ik weer voor mijn eigen voordeur … met héél veel honger … en de koelkast is natuurlijk leeg. Voor de verandering ga ik maar eens de fiets op … richting Nederlandse Super.

Psychopath
Leuk reisverslag! :wink:

Over Gibraltar Point, daar in de buurt heb ik deze foto genomen. Zal je langs gereden zijn.

Afbeelding
Ja, idd: ik was daar. Zo plat als in NL he :!: