Dag 22, 14 oktober 2016: van Moos naar Meran (29 km; 120 m klimmen, 775 m dalen)
's Ochtends vroeg vallen de eerste spetters en tegen de tijd dat we koffie drinken, giet het uit de lucht. De weersverwachting ontneemt ons elke illusie dat het later op de dag misschien nog op zou gaan klaren. Waren we gisteren nog in dubio of we een dag na de barre tocht over de Timmelsjoch al toe zouden zijn aan de beklimming van de Jaufenpas, nu hoeven we daar niet meer over na te denken.
In dit weer rest ons één optie: heuvelafwaarts naar de kuurstad Meran, waar we de rest van de dag kunnen vullen met het bezoeken van winkels, musea en café's. In juli waren we hier ook even, maar toen was het te heet om de stad te bekijken. Nu komen we erachter dat Meran een mooie, sfeervolle stad is. De camera's hebben we deze dag in het gasthaus achtergelaten.
Dag 23, 15 oktober 2016: van Meran naar St. Valentin (13 km; 640 m klimmen, 20 m dalen) en een wandeling (4 km; 150 m klimmen, 150 m dalen)
Na het passeren van een kletsnat warmtefront lijken er een paar hele mooie dagen te volgen. In Meran pakken we de trein om de geplande route in de Dolomieten weer op te pakken. (De route van Meran naar Bozen hebben we in juli al gefietst, op dag 10.)
We stappen uit in Waidbruck. Daar fietsen we steil omhoog over een iets te drukke weg naar Kastelruth. We hebben pech dat in Duitsland vandaag de herfstvakantie is begonnen: het ene na het andere Duitse nummerbord zoeft ons voorbij op weg naar een vakantiebestemming in de Dolomieten. Volgens booking.com zijn er nog kamers in Seis, maar dan moeten we wel een dal in, waar we dan morgen weer uit moeten klimmen. We kunnen ook vandaag nog verder bergopwaarts fietsen, maar dan gaat het wel laat worden. Ook komen we dan geen winkels meer tegen. Dus slaan we toch maar de weg naar Seis in.
Vlak voor het begin van de onvermijdelijk lijkende afdaling ziet Corrie een bordje.
'Zimmer frei', roept ze, 'Precies waar we het liefst willen stoppen!'
Hoopvol fietsen we een doodlopende zijweg in. Na 400 m staan we op het erf van de Zatzerhof. Corrie vraagt of er nog een kamer is.
'Nee, nu niet. De kamer die niet verhuurd is, moet nog schoongemaakt worden.'
'Geen probleem. We willen toch eerst nog boodschappen doen. Is er een winkel in Seis?'
'Niet in Seis, maar wel in Kastelruth, 2 km hiervandaan. Via de grote weg of over een mooie wanderweg.'
We pakken onze rugzakjes en beginnen aan de korte maar schitterende wandeling naar de supermarkt.
Terug op de Zatzerhof gaan we op het balkon van onze kamer zitten, waar we over het dal van Seis heen kunnen kijken. Hier vullen we een tafel met broodjes, zelfgemaakte caprese, druiven en een paar glazen Südtiroler bier. Tijdens de balkonpicknick zien we hoe de schaduwen van de bergen steeds langer worden, tot de zon uit het zicht is verdwenen en de onderkant van de wolken rood kleurt.
wordt vervolgd
's Ochtends vroeg vallen de eerste spetters en tegen de tijd dat we koffie drinken, giet het uit de lucht. De weersverwachting ontneemt ons elke illusie dat het later op de dag misschien nog op zou gaan klaren. Waren we gisteren nog in dubio of we een dag na de barre tocht over de Timmelsjoch al toe zouden zijn aan de beklimming van de Jaufenpas, nu hoeven we daar niet meer over na te denken.
In dit weer rest ons één optie: heuvelafwaarts naar de kuurstad Meran, waar we de rest van de dag kunnen vullen met het bezoeken van winkels, musea en café's. In juli waren we hier ook even, maar toen was het te heet om de stad te bekijken. Nu komen we erachter dat Meran een mooie, sfeervolle stad is. De camera's hebben we deze dag in het gasthaus achtergelaten.
Dag 23, 15 oktober 2016: van Meran naar St. Valentin (13 km; 640 m klimmen, 20 m dalen) en een wandeling (4 km; 150 m klimmen, 150 m dalen)
Na het passeren van een kletsnat warmtefront lijken er een paar hele mooie dagen te volgen. In Meran pakken we de trein om de geplande route in de Dolomieten weer op te pakken. (De route van Meran naar Bozen hebben we in juli al gefietst, op dag 10.)
We stappen uit in Waidbruck. Daar fietsen we steil omhoog over een iets te drukke weg naar Kastelruth. We hebben pech dat in Duitsland vandaag de herfstvakantie is begonnen: het ene na het andere Duitse nummerbord zoeft ons voorbij op weg naar een vakantiebestemming in de Dolomieten. Volgens booking.com zijn er nog kamers in Seis, maar dan moeten we wel een dal in, waar we dan morgen weer uit moeten klimmen. We kunnen ook vandaag nog verder bergopwaarts fietsen, maar dan gaat het wel laat worden. Ook komen we dan geen winkels meer tegen. Dus slaan we toch maar de weg naar Seis in.
Vlak voor het begin van de onvermijdelijk lijkende afdaling ziet Corrie een bordje.
'Zimmer frei', roept ze, 'Precies waar we het liefst willen stoppen!'
Hoopvol fietsen we een doodlopende zijweg in. Na 400 m staan we op het erf van de Zatzerhof. Corrie vraagt of er nog een kamer is.
'Nee, nu niet. De kamer die niet verhuurd is, moet nog schoongemaakt worden.'
'Geen probleem. We willen toch eerst nog boodschappen doen. Is er een winkel in Seis?'
'Niet in Seis, maar wel in Kastelruth, 2 km hiervandaan. Via de grote weg of over een mooie wanderweg.'
We pakken onze rugzakjes en beginnen aan de korte maar schitterende wandeling naar de supermarkt.
Terug op de Zatzerhof gaan we op het balkon van onze kamer zitten, waar we over het dal van Seis heen kunnen kijken. Hier vullen we een tafel met broodjes, zelfgemaakte caprese, druiven en een paar glazen Südtiroler bier. Tijdens de balkonpicknick zien we hoe de schaduwen van de bergen steeds langer worden, tot de zon uit het zicht is verdwenen en de onderkant van de wolken rood kleurt.
wordt vervolgd