dik5 schreef:Ik overweeg om de Panasonic Lumix DMC TZ7 aan te schaffen.
Deze is lekker klein , 10 megapixels en 12x optische zoom.Lijkt mij ideaal om mee te nemen op fietsvakanties. Bovendien zijn z,n filmpjes in HD.
Iemand al ervaring mee?
Dirk
Over het algemeen zullen alle huidige digitale compactcamera's wel een goede beeldkwaliteit leveren. Vooral op een lage iso-waarde (bv iso 100) is er weinig onderling verschil tussen de bekende merken. Op hogere iso-waarde springt de huidige Leica X1 eruit, maar die is niet echt te vergelijken met die hierboven genoemde Panasonic. In vergelijking met de Leica heeft de Panasonic Lumix GF1 echter weer een veel betere autofocus, dus ik zou je echt dat cameraatje aanraden (als je het compact wilt houden althans). Optische zoom en aantal megapixels zegt over het algemeen weinig (imho). Belangrijker is wellicht je openingsbrandpunt bij een zoomlens. Het verschil tussen 24 en 28mm (kleinbeeld-equivalent) als openingsbrandpunt is bijvoorbeeld van veel groter belang dan het verschil tussen een 8x of 12x optische zoom.
Waar je volgens mij op moet letten bij de aanschaf van een camera is:
- welke fotografiestijl hanteer je
- hoe compact en licht wil je een en ander houden tijdens een fietsvakantie
Daarmee kom je volgens mij automatisch uit op de vraag of je een spiegelreflex wilt meenemen met verwisselbare lenzen of dat je kiest voor een compactcamera met ingebouwd zoomlensje. Er is nog een tussenweg, die van de micro-four-third met een pancake-lensje, zoals de Panasonic GF1 of de nieuwe olympus pen e-p1. Of als tussenweg de huidige compactcamera’s met SLR-sized sensor (zoals de Sigma DP1 of 2 en de Leica X1).
Technisch gezien ligt het voornaamste verschil tussen een compactcamera en een digitale spiegelreflex in de grootte en kwaliteit van de sensor, de kwaliteit en brandpuntsafstand van de beschikbare lenzen (groothoek tot tele), de iso-gevoeligheid en de autofocusnauwkeurigheid en -snelheid. Vergeet ook vooral niet de shutter-lag, dat is de tijdverschil tussen ontspanknop indrukken en het moment van opname. De shutter-lag is ook duidelijk in het voordeel van de spiegelreflex.
Qua fotografiestijl zie je vaak een duidelijk verschil in beeldtaal als je een foto van een gemiddelde compactcamera vergelijkt met die van een spiegelreflex. Beeldkwaliteit an sich is niet heel erg belangrijk in de fotografie, behalve als je een zogenaamde pixelpeeper bent. Maar het gros van de gearjunkies en pixelpeepers zijn weinig creatieve fotografen. Zij zijn vooral registrerende touristen. Zij fotograferen voornamelijk om hun eigen herinnering aan de reis te koppelen, maar fotograferen niet zozeer om hun fantasie en verbeeldingskracht te prikkelen en die middels een fotoafdruk op een ander over te brengen. Iemand die de diepte in wil met de fotografie komt daardoor al gauw uit op een spiegelreflex. Fotografeer je met een spiegelreflex dan zul je waarschijnlijk meer tijd en geduld nemen om te proberen een "esthetische of betekenisvolle" foto te maken. Het zoekerbeeld is veelal nauwkeuriger en dat geeft je betere mogelijkheden om je foto te visualiseren. Om het bot te zeggen: fotograferen is (in mijn definitie) dus meer dan alleen maar een beetje om je heen schieten met een point-and-shoot compactcamera....
Als voorbeeld zou je eens goed de foto’s moeten vergelijken van Ellen van der Zwam (op wereldfotografen.nl of haar eigen site) en de post van Jan de Boer (drie berichten terug). En ja, ik weet het, ik begeef me op gevaarlijk terrein, maar ik wil gewoon iets proberen duidelijk te maken en wil vooral een moreel oordeel koppelen aan het eindresultaat van de foto’s, waarmee dus niets gezegd wordt over de persoon zelf. Om haatmails te voorkomen zeg ik het maar bij voorbaat
. Laat staan dat ik ook maar iemands zijn plezier in fotograferen wil ontnemen, laat dat ook vooral bij voorbaat duidelijk zijn.
De foto’s van Ellen zijn niet alleen technisch goed (qua beeldkwaliteit), maar hebben ook een zekere zeggingskracht (qua beeldtaal). De foto voedt je eigen verbeeldingskracht en geven je het idee van verwondering. Hiervoor benut Ellen duidelijk de voordelen van een spiegelreflex (bv door heel bewust gebruik te maken van de selectieve scherpte-diepte van telelenzen, of door toepassing van het samengedrukte perspectief van grootschalige landschappen met daarin een kleinschalig menselijk element). Daarnaast beheerst Ellen de kunst van het weglaten (mijns inziens de essentie van betekenisvolle fotografie).
Als je dan eens kijkt naar de eerder geposte link van Jan de Boer dan zie je een geheel andere en juist tegenovergestelde stijl, namelijk die van de point-and-shooter die om zich heen kijkt vanuit telkens hetzelfde standpunt, namelijk vanuit standaard ooghoogte. Jan gebruikt zijn fotografie vooral om zijn reis zo uitgebreid mogelijk te registreren en die op die manier met de buitenwereld te delen. Kenmerkend is de grote hoeveelheid foto’s van op zich goede beeldkwaliteit, maar van stuk voor stuk lage beeldtaalkwaliteit. Er staat vaak heel veel informatie op voor- en achtergrond binnen het beeldkader die niet de essentie van de betreffende foto vormen en dus eerder afleiden dan dat ze iets aan de foto toevoegen. Leuk dat je dan in RAW schiet, maar het maakt je foto niet beter. In mijn ogen zijn zijn foto’s weinig creatief (ja ik weet het, het klinkt bot, maar denk maar zo, het is geen persoonlijk oordeel
), tonen een relatief grotere afstand tot het onderwerp en geven dan veelal een gevoel van weinig betrokkenheid. Vooral bij portretfotografie moet je bijna bovenop je onderwerp zitten (vooral als je met een 20mm fotografeert) ….. Dan kun je nog zo’n moderne micro-four-thirds gadget hebben, als je afstand tot je onderwerp houdt en altijd vanuit hetzelfde standpunt fotografeert dan resulteert het veelal in een louter registrerende stijl van fotograferen. En dat heeft dus niets te maken met het verschil tussen een amateur-fotograaf en een beroepsfotograaf. Het heeft alles te maken met moeite, geduld, concentratie, inspiratie, transpiratie en creativiteit. En dat zijn allemaal aspecten die niet op een knopje van welk modern toestel dan ook terug te vinden zijn.
Kortom, vraag je goed af wat je eigen stijl van fotograferen is. Wil je in een point-and-shoot-achtige stijl je reis registreren dan kun je uit de voeten met welke moderne compactcamera dan ook. Discussie over het ene verschil met het andere verschil vinden plaats tussen pixelpeepers en gadgetfreaks, maar het levert geen wezenlijk verschil in de manier van fotograferen. Grote voordeel van een compact is gewoon de kostprijs, het geringe gewicht wat je aan camera-spullen meeneemt en het gemak van eenvoudig opbergen (binnenzak jas oid).
Uiteraard kun je een spiegelreflex ook als point-and-shoot-camera gebruiken, maar je kunt het ook omdraaien en eens goed door de zoeker kijken en je gewenste foto visualiseren, alvorens je op de ontspanknop drukt. Een spiegelreflex geeft je ook nog eens de mogelijkheid om creatiever om te gaan met scherpte-diepte. De autofocus is over het algemeen nauwkeuriger en sneller, wat in combinatie met een betere hoge-iso-beeldkwaliteit vooral bij weinig licht grote voordelen geeft. Grootste nadeel is uiteraard het gewicht wat je op je fiets moet meedragen plus dat een spiegelreflex in gebruik ook iets opzichtiger natuurlijk. Maar dat heeft voor straatfotografie ook juist weer een voordeel: je bent namelijk onmiskenbaar in de rol als fotograaf, waardoor je jezelf gaat uitnodigen om dichter op je onderwerp gaat zitten, waardoor je dus ook weer meer betrokkenheid in je foto kunt uitdrukken. Wellicht zul je in het begin wat gene moet zien te overwinnen, maar het zal zeker de moeite lonen.
Overigens denk ik ook nog steeds wel dat je met een compactcamera ook zeker creatieve betekenisvolle foto’s kunt maken….. zolang je je maar bewust bent van je beperkingen. Wil je alle (vooral creatieve) mogelijkheden open houden dan is een spiegelreflex mijn inziens een betere keus, ook voor een wereldfietser.