Het is essentieel om genoeg te eten en te drinken maar ook weer niet teveel ineens. Is ook sterk weersafhankelijk; kou doet duidelijken groter beroep op een goede planning; ik strandde tijdens een vroeg in het voorjaar gereden 300km (avondtemp 1 C) op 36km voor de finish wegens het overslaan van een goede avondpauze/eten. De spreekwoordelijke accu was leeg.
Aan de andere kant kennen de meesten hier wel het effect van een te omvangrijke (of te vette) lunch; de eerste uren daarna wil het niet best meer.
Je komt er vanzelf achter wat prettig eten is; voor mij zijn dat vaak volkoren boterhammen, die langdurig energie lijken te leveren zonder te zwaar te vallen. Een warme soep voor wat extra water en zout, dan onderweg twee helft van de rit wat assistentie van een zak winegums oid. Iets fris als een appel bijvoorbeeld, dus op zich gebruik ik nooit "bijzondere" zakjes of sportvoeding.
en zoals gezegd bij ritten van 300km of langer een fatsoenlijk avondeten plannen icm met een stop van 30-45 minuten.
Verder is de klassieke fout van de beginnende randonneur te snel rijdend van start te gaan, iets wat je logischerwijs later moet bezuren. Ervaren afstandsfietsers rijden qua inspanning opvallend gedisciplineerd met een constant tempo, of een tempo dat heel geleidelijk iets wordt opgevoerd.
De gemiddelde snelheid om binnen de tijd de finish te halen is 15kmh over de hele rit, dus dat vereist op zich geen racesnelheden maar wel enig gedisciplineerd doorrijden met ruimte voor pauzes en eventueel tijdverlies door materiaalpech.
Een ander lastig fenomeen is de kleding; doordat je zo lang onderweg bent kom je zeker in de overgangsseizoenen heel uiteenlopende weersomstandigheden en temperaturen tegen. Je daarop kleden vraagt nog best wat overdenking. Een langer brevet in april start zomaar met 3 C en mist bijvoorbeeld, om in de middag de 20 C aan te tikken in de zon, met vervolgens in de nacht of avond ineens weer koude regen met wind.