Afgelopen zomer wilde mijn zwager het meest gebruikte kettingblad op zijn fiets laten vervangen door de lokale fietsenboer waar hij een jaar eerder zijn – echt niet goedkope - fiets had gekocht: een vakantiefiets van een bekend merk, dat vaak gekocht wordt door gepensioneerden die nog grootse fietsplannen hebben. In de praktijk worden die fietsen dan vooral gebruikt om naar de tennisbaan of golfclub te rijden en staan ze na een x aantal jaren in bijna nieuwstaat weer te koop als mooi tweedehandsje.
Dit gaat niet op voor de fiets van mijn zwager, die vorig jaar – tussen de lockdowns door – het vakantiefietsen heeft ontdekt. Aan een fietsreparatiecursus is hij nog niet toegekomen, dus vroeg hij na zijn tweede fietsvakantie de dealer van zijn fiets om het meest gebruikte voorblad te vervangen, dat al aardig versleten was. Dat bleek niet te kunnen: de groothandel had zo’n voorblad van Shimano niet meer op voorraad en het kon wel een jaar duren voordat het weer leverbaar werd.
Uiteindelijk heb ik hem toen geholpen door bij een Duitse webwinkel een voorblad van TA met eenzelfde aantal tanden - en waarschijnlijk een betere kwaliteit - aan te schaffen, en dat op zijn fiets te zetten. Dat een dorpsfietsenmaker zoiets niet even kan regelen voor een goede klant, vind ik wel een beetje suf.
Een ander familielid van mij heeft zich als 55-plusser nog om laten scholen tot fietsenmaker, omdat hij als grafisch ontwerper de schoorsteen niet kon laten roken (hij is wel een talentvol ontwerper, maar geen assertief ondernemerstype), als pakketbezorger ging twijfelen aan de zin van het leven en altijd al een zwak had voor mooie oude fietsen. In zijn schuurtje staat al jaren een verzameling retrofietsen te wachten op renovatie. Na een dik jaar werken bij Swapfiets (dat zulke groeistuipen had, dat iedereen die een beetje kan sleutelen er werd aangenomen) en het halen van zijn fietsvakdiploma wilde hij graag aan de slag bij een fietsenwinkel in de stad waar hij woont. Een bemiddelingsbureau voor
nuggers bracht hem in contact met lokale fietsenmakers die zaten te springen om personeel. Hij ging er vanuit dat dit bonafide bedrijven zouden zijn, maar dat viel tegen. Zonder noemenswaardige pauze moest hij elke werkdag van 7:45 uur tot 18:00 uur doorbuffelen, terwijl hij voor 8 werkuren betaald werd.
Ook de klanten werden niet al te serieus genomen. Als een klant iets nodig had dat niet in de winkel lag, moest hij die klant een slechter alternatief aanpraten dat ze wel op voorraad hadden. Wanneer er toch iets besteld moest worden, kon dat alleen via een groothandel met een zeer beperkt assortiment. Als een klant dan toch wat anders wilde, moest deze wijsgemaakt worden dat dit niet meer gemaakt werd of een mindere kwaliteit had.
Mijn familielid ging zich al snel afvragen waarom die klanten dan toch bleven komen. Gek genoeg waren zijn bazen best populair bij veel vaste klanten, die altijd moesten lachen om de flauwe grappen die gemaakt werden. Ook van het personeel werd verwacht dat er om elke grap van de baas (opvallend vaak over mensen met een kleurtje) werd gelachen. Het was natuurlijk niet de bedoeling dat je zelf een rake opmerking maakte.
Ook lieten die bazen mijn familielid merken dat ze hem als omgeschoolde 50-plusser best wel een loser vonden, die blij moest zijn dat hij een kans kreeg om te komen werken in de mooie winkel die zij zelf hadden opgebouwd; en dat ze eigenlijk liever een twintiger in dienst namen, die ze nog konden kneden. De tweede fietsenboer verwachtte zelfs dat mijn familielid eerst een hele maand onbetaald zou komen werken, voordat er sprake zou kunnen zijn van een tijdelijk contract.
Uiteindelijk is hij daar na die eerste maand maar weer vertrokken en heeft hij zijn geld gekregen door een jurist een pittige brief naar die fietsenmaker te laten sturen. Zo'n fietsenmaker kiest dan eieren voor zijn geld en probeert de volgende werkwillige die hij via het bemiddelingsbureau kan krijgen, opnieuw uit te buiten.
Inmiddels werkt mijn familielid voor een grote verhuurder van e-bikes, waar hij het binnen een jaar al tot teamleider heeft geschopt. Weliswaar aan de andere kant van zijn best wel grote stad en niet het soort fietsen waar hij een klik mee heeft, maar wel een bedrijf met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden.