Leon en AB. Ik zeg niet dat een groep wielrenners hele andere routes moet gaan rijden. Ik zeg alleen dat het omslagpunt tussen langzaam verkeer en snel verkeer verlaagd kan worden van 30 km/u (huidige advies-'ontwerpsnelheid' van een doorgaand fietspad) naar 25 km/u. Dit i.v.m. de verschillen tussen de pedelec en de e-bike.
Leon schreef:Gelukkig is dit maar een hypothetisch advies want het gaat voorbij aan het feit dat veel gemeenten hun rijbanen voor het belangrijkste deel ook niet hebben opengesteld voor brommmers sinds de invoering van het idee "brommers op de rijbaan".
Ik verwacht niet dat groepen wielrenners opeens op drukke, doorgaande wegen binnen de bebouwde kom zullen gaan rijden. Die zoeken toch al de rustige wegen op, vaak met een mooi uitzicht op bossen, water of ander cultuurlandschap. Op die rustige gebiedsontsluitingsweg aan de rand van de stad kunnen groepen wielrenners prima de rijstroken voor motorvoertuigen benutten. Net als een tractor en een vierwielige bromfiets. Je kunt hypothetische problemen natuurlijk benoemen voordat ze ontstaan zijn, maar dat wil niet zeggen dat zij ook daadwerkelijk ontstaan. Het gaat mij om de praktische invulling van de theoretische regels. Om te zorgen dat de regels het effect genereren dat je wenst, hoeven de regels nog niet gelijk exact overeen te komen met dat ideaalbeeld.
Psychologie is een sterk hulpmiddel.
-------
Verder houd ik rekening met hoe de infrastructuur in Nederland ontworpen is. Fietspaden hebben vaak niet de breedte die ze zouden moeten hebben, i.t.t. rijstroken voor motorvoertuigen. Dat komt omdat de fiets vaak als laatste aan de beurt komt bij wegbeheerders. De voor fietspaden
min. breedte van 2 meter per rijrichting (dat is als je alleen rekening houdt met fietsers, nog zonder ander langzaam verkeer) wordt buiten de bebouwde kom zelden gehaald. Motorvoertuigen echter, krijgen alle ruimte door rijstroken van voldoende breedte. Een fietspad buiten de bebouwde kom is (generaliserend) per definitie
te smal.
Niet voor groepen wielrenners in 1 richting (waar het buiten de bebouwde kom vaak
niet voor bedoeld is), wel voor ander langzaam verkeer in 2 richtingen (waar het buiten de bebouwde kom vaak
wel voor bedoeld is).
Provincies hebben als wegbeheerder vaak meer mogelijkheden dan gemeenten. Daarom zie je vaak dat langs N-wegen de fietspaden ietsje breder zijn. Een wegbeheerder als een provincie kan, na aanpassing van de verkeersregels, prima het bord "verboden voor fietsers en bromfietsers" laten staan aan de rijstroken voor motorvoertuigen, waarna groepen wielrenners langs N-wegen evengoed van het fietspad gebruik moeten maken. Maar zijn dat veel groepen, die op
fietspaden (dus niet op de bredere
parallelwegen) langs (drukke) N-wegen fietsen? Ik vraag het me af...
Nog over de opmerking dat 25km/u niet eens infietsen is voor een wielrenner: ach wat, die snelheid wordt toch niet gecontroleerd op het fietspad. Maar het rekening houden met anderen wordt wél gecontroleerd op het fietspad. Anders hadden we nu niet deze discussie gehad...
Ik zeg overigens ook nergens dat die 25km/u in de wet moet worden opgenomen. Alleen dat dat een indicatie is. Brommers mogen binnen de bebouwde kom immers ook 30km/u op het bromfietspad. Lekker zo laten, maar... Wél rekening houden met elkaar.
AB schreef:Uiteindelijk komt het (denk ik) gewoon aan op gezond verstand en fatsoen van de (groepen) wielrenners/scholieren/bejaarden en andere snelheidsmaniakken. Elkaar respecteren, het veilig houden, beetje het beste er van maken door je bijvoorbeeld aan de spelregels te houden en je soms eens te verplaatsen in het perspectief van de ander.
Maar als 'de mens' dat zelf niet kan, dan kunnen we die toch een beetje helpen? Anders hadden we
nooit regels en wetten nodig en zouden er
nooit oorlogen zijn.