Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Gefietst: langs de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog 2012 - Forum Wereldfietser

Gefietst: langs de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog 2012

Met de beschreven fietsroute Fietsen langs de frontlijn van de Eerste Wereldoorlog door Kees Swart op het stuur, heb ik van de zomer die route grotendeels afgelegd. Door mij gefietst: vanaf huis in Rotterdam via het piepkleine dorpje Turkeye in Zeeuws-Vlaanderen (onder mijn aandacht gekomen door een stukje in de krant in relatie tot de viering van 400 jaar diplomatieke betrekkingen tussen Nederland en Turkije) naar het begin van de route in Nieuwpoort aan de Belgische kust (bekend van het schoolvak Vaderlandse Geschiedenis: “1600, Slag bij Nieuwpoort”) tot Colmar en van daar langs de Rijn terug naar huis. Ik had Colmar als keerpunt gekozen omdat daar in het lokale museum het schitterende Isenheimer Altar staat en omdat ik naar huis wilde terugfietsen om echt een ronde te maken.
Alles bij elkaar ben ik 30 dagen van huis geweest, waarvan vier standdagen met bezoek aan bezienswaardigheden en/of rondje om de wielen te strekken en/of huishoudelijke prutswerkjes, in totaal kilometertje of 2100. Het weder was buitengewoon goed, met vier keer een nachtelijke bui (één keer een knallend onweer), in noord Frankrijk had ik drie dagen achter elkaar de wind pal tegen, zelfs zo dat ik in afdalinkjes nog aardig moest fietsen, Echt Heel Flauw. Op mijn vraag aan bewoners of het daar vaak zo hard waait, werd ik aangekeken met een ietwat meewarige blik, die zo ongeveer zei ‘gras is groen, ja…’ Op de terugweg, naarmate ik noordelijker kwam liepen de temperaturen sterk op. In elk geval één dag gefietst bij 38 graden, goodness.

Langs de frontlijn
Het onderwerp van de route is niet vrolijk, maar wel interessant. Er ligt een verbijsterend aantal grote en kleine begraafplaatsen van alle betrokken nationaliteiten, er zijn indrukwekkende monumenten en musea. Elk Frans dorp heeft een monument voor zijn heros de la grande guerre. Verschillende gedenkplaatsen worden al in gereedheid gebracht voor de herdenkingen in 2014, zoals de grote begraafplaats en het monument bij Verdun. Soms leidt de route langs wonderlijke omweggetjes, “waarom moet ik hier nou weer langs?” Antwoord: omdat daar in een hoekje van de weg een begraafplaats ligt, een opvallend monument, een krater of een verdwenen dorp. Of het is een slimme doorsteek van het ene dal naar het andere.
Een van de meest indrukwekkende plaatsen vond ik Vimy Ridge, tussen Lens en Arras, waar onder de dennenbomen een grazige grasmat op de nog altijd gebutste grond ligt: loopgraven die geleidelijk aan zijn ingezakt, maar die nooit zijn geëgaliseerd. Bordjes waarschuwen in strenge bewoordingen het terrein niet te betreden omdat er nog veel explosieven liggen. De grond zit er zo vol met granaten en andere metaalresten dat er kennelijk geen beginnen aan was die te ruimen en het land (opnieuw) in cultuur te brengen.
In deze buurt kwam ik een paar Australische fietskamperende dames tegen die familiegeschiedenis navorsten. De grootvader van een van hen was daar als soldaat geweest. Ze struinden die buurt af en ze verzamelden met enig enthousiasme shrapnel (splinters van granaten; kleine stukjes want anders werd de bepakking te zwaar) plus ongeveer een miljoen foto’s. Van de min of meer complete granaten in de berm van landwegen die hen waren gewezen door een boer, waren ze toch maar afgebleven.

Landschap
Het is een landschappelijk fraaie route met nogal wat afwisseling, te beginnen aan zee, waar de rivier de IJzer in zee uitmondt, dan door een hoekje van het West-Vlaamse polderland, zuidwaarts van Armentières richting Compiègne (waar de wapenstilstand in 1918 werd getekend) en dan dwars door noord Frankrijk naar Verdun (dat tot mijn verrassing aan de Maas blijkt te liggen) en óver de Vogezen naar het stroomdal van de Rijn. De route is beschreven tot aan Basel.
Wie geen klap aan eindeloos golvende graanvelden vindt, kan beter ergens anders gaan fietsen. Wél zitten er verrassende overgangen in het landschap: tussen die graanvelden ligt opeens een uitgestrekt prachtbos, er zijn lange strepen water in de kanalen tussen de ene en de andere rivier, een abrupte overgang van vredig bouwland naar berggebied (zuidelijke Ardennen) of van serieuze heuvels (hoogste punt de Col du Calvaire, 1144 m) naar het wijnbouwgebied van de Elzas.
Het wild dat ik onderweg heb gezien, bestond naast roofvogels boven de graanvelden en wat klein grut zoals muizen, voor het overgrote deel uit roadkills. Dat was wel sneu. De grootste vangst was een das. Die had ik nog nooit in het echt gezien, ik voelde niettemin weinig aanvechtingen om me midden op de weg over een platgereden exemplaar te buigen.

Niet onverwacht was er toch de grote verrassing om, na een laatste colletje in de Vogezen, opeens de Rijnvallei zich te zien ontvouwen, zo op het oog een enorme grazige vlakte. Het is een vreemde gewaarwording dat aan die kant van de Vogezen de sfeer volkomen anders is dan aan de ‘Franse kant’: sterk Duits aandoend (en tweetalig), wijnhellingen zover het oog reikt, stadjes vol snoeperige vakwerkhuizen en op zo ongeveer elke straathoek een wijnhuis. De route voert door fraaie steden zoals Arras en Reims, maar ook door kleine leeggelopen dorpen, waar treurig genoeg zelfs geen bar/tabac of zelfs maar een bakker is.
Op de terugreis noordwaarts wachtten in het Rijndal nog een paar verrassend fraaie steden: Neuf-Brisach (F), een zeventiende-eeuws fort-stadje dat volgens een strak grid is aangelegd, Straatsburg is een prettige stad – zij het extreem vol toeristen – en Mannheim dat in zijn binnenstad ook een regelmatig grid heeft, en sterker nog: er zijn slechts een paar straatnamen, voor het overige worden de blokken aangeduid met een letter en een cijfer. Het stadhuis heeft als adres N1.

Deze route fietsen
Ik heb het routeboekje van Kees Swart gebruikt, met daarnaast een overzichtskaart van Frankrijk voor mijn algemene oriëntatie. Ik heb, helemaal old school, geen GPS en ook geen fietscomputertje. De route is voortreffelijk beschreven en de inleiding bevat zinnige historische informatie, waarvoor veel hulde.
De paar keer dat ik verkeerd ben gereden of dat ik iets niet direct kon vinden, kwam gewoon door eigen onoplettendheid. De route voert grotendeels over asfaltwegen, enkele goed fietsbare bospaden en een keer een landbouwpad dwars door een veld (en net op die dag was het er modderig). Het leipste was de weg door een bos (alternatief routedeel, westelijk van het Lac Pierre Percée, met eerste Vogezencolletje Col de Rouge Vêtu, 408 m), waarvan een deel was gesierd met een verbodsbord la nuit. Welbeschouwd verstandig: een supersmalle weg met aan weerskanten diepe greppels in een dicht bos. Er is ’s avonds vermoedelijk geen hand voor ogen te zien.
De campings lagen op de plaatsen waar ze in het boekje zijn aangeduid, op één na: de camping municipal van Turckheim, een stadje vlak voor Colmar, was dit jaar gesloten wegens zichtbare en grote renovatiewerkzaamheden: de hele camping was ondersteboven geshoveld. Verbluffend was dat er behalve díe mededeling, geen woord was vuilgemaakt aan een verwijzing, laat staan het telefoonnummer van de burgemeester, die tenslotte van zo een camping de opppercampingbaas is. Ik ben dan maar een dorp verder gefietst naar Eguisheim, zo’n snoezig vakwerkstadje met van die wijnhuizen op elke staathoek.
Terzijde: een eigenaardigheid in Frankrijk is dat men natuurwater (beek, poel, vijver, meer) beschouwt als het exclusieve element voor vissen en dus voor vissers; zwemmen doet ’n mens maar in een zwembad. In Duitsland is de opvatting wat gewoner: wie zin heeft om in de Rijn of in een grindgat te plonzen, moet dat vooral niet laten.

Ik heb tamelijk zoet de routebeschrijving gevolgd en wel de hoofdroute via Péronne, dat me was aangeraden door een vriend vanwege het museum daar (wat hem betreft het gebouw, de inhoud beviel me ook). Op een paar plaatsen heb ik een zelfbedacht afstekertje gemaakt of heb ik een klein stuk ‘overgeslagen’, omdat ik geen zin had in nóg een klim met tegenwind in de afdaling, of omdat ik het wel geloofde, de zoveelste enorme begraafplaats.
De route is beschreven in trajecten die voor mij althans, niet samenvielen met dagetappes, mede vanwege die tegenwind op trajecten met geringe maar schier ontelbare klimmetjes door die eindeloos golvende graanvelden. Vooral echter omdat in het noorden van Frankrijk de campings niet bijzonder dik zijn gezaaid, is het zaak de overnachtingen goed uit te mikken. Zo ook vergt de lage winkeldichtheid enige oplettendheid.

Voor de terugreis langs de Rijn heb ik een Bikeline-boekje gebruikt, meer noordelijk op hoofdlijnen de Limes-route deel 1, Michelinkaarten 1:300.000/1:350.000 voor het overzicht en voor Nederland gewone losbladige fietskaarten. Een groot stuk in Duitsland had ik twee jaar geleden als heenweg gefietst; van dat stuk heb ik des te meer opgemerkt omdat het al enigszins bekend was.

Fietsersdichtheid
Onderweg ben ik alleen fietserkampeerders tegengekomen op die plaatsen waar de frontlijnroute de grote noord-zuidfietsroutes kruist. Eenmaal op het pad langs de Rijn ritselde het van de fietsers, en die in zuidelijke richting. Op een van mijn laatste dagen in de Vogezen vertelde de campingbaas dat daar een week eerder une dame de plus de soixante-dix ans was geweest die met fiets en tent deze frontlijnroute aflegde. Dat was het enige spoor van een collega-frontlijnroutefietser. Ik vond het veelbelovende gedachte dat iemand van die leeftijd deze tocht kan maken.

De route is bepaald een aanrader. Ik overweeg zelfs om hem nog een keer te fietsen, gewoon om al die landschappen nog een keer langs me te zien rollen, dan met nog grotere aandacht voor de omgeving zelf.

Gepke.
Bedankt voor je verslag, ik ga de route volgend jaar fietsen.

Martin
Wat een uitgebreid verslag. Wij hebben afgelopen zomer ook van deze route genoten!
Wat een mooi verslag! De graanvelden en de tegenwind horen wel een beetje bij het noord-zuid lopende deel van de route tot Compiègne: op dat stuk heb je een grote kans op tegenwind en niet veel beschutting. Daarna buigt de Frontlijnroute naar het oosten en wordt de veel voorkomende zuidwestenwind een bondgenoot.
Het windgevoelige traject laat wel veel zichtbare restanten van de frontlinie zien, met name in de driehoek Bapaume-Albert-Péronne. Voor fietsers die hier niet zoveel om geven en liever wat sneller de bosrijke heuvels in het zuidoosten van Picardië bereiken, heb ik een alternatieve route beschreven, die 50 km korter is. Deze gaat via de bron van de Schelde, de kathedraalstad Saint Quentin en de kasteelruïnes bij Coucy-le-Château-Auffrique.
Het is zeker een goed idee om de Frontlijnroute nog een keer te fietsen. Zelf heb ik de meeste trajecten twee-, drie- en soms wel viermaal gefietst en elke keer zag ik weer nieuwe dingen. Of dezelfde dingen anders. Zoals dit Mariabeeldje bij een graanveld in de buurt van Ieper: links op 19 mei 2010, rechts 13 juni 2011.

Afbeelding

Graanvelden veranderen trouwens voortdurend. In mei zie je het nog groene graan tussen knalgele koolzaadvelden, in juni zijn de graanvelden vaak doorspekt met klaprozen, in juli contrasteert het inmiddels gele graan prachtig met dreigende onweersluchten en in september resten de kaalgeschoren stoppelvelden.

Afbeelding

De Frontlijnroute is een piepjonge fietsroute die nu nog maar door enkele honderden fietsers gereden is. 'Massafietstourisme' zoals je 's zomers langs de Rijn en de Donau aantreft, heb je hier niet. De vele fietsroutes die de Frontlijnroute kruisen, maken het ook goed mogelijk om een rondrit te maken door delen van deze routes te combineren met een stuk van de Frontlijnroute.
Ik overweeg de route ook voor volgend jaar, wel leuk idee zo'n nieuwe route rijden! Aleen ben ik vorig jaar in Linz gestrand met de Donau route, moet het stuk Linz-Passau_en verder nog afmaken eigenlijk, dus we zullen zien. Was in augustus wel bij Diksmuide en Ieper, dus ik begin dan mischien in Cambrai ofzo....
keesswart schreef: De Frontlijnroute is een piepjonge fietsroute die nu nog maar door enkele honderden fietsers gereden is. 'Massafietstourisme' zoals je 's zomers langs de Rijn en de Donau aantreft, heb je hier niet.
[reclame] Veel meer info op: http://www.frontlijnroute.nl [/reclame] 8)
Kees, uit je lezing bij vorige fiets en wandelbeurs begreep ik, dat het in de Vogezen ed af en toe wat omhoog gaat, maar dat dit niet zo'n probleem is omdat je je eerst op het vlakke in vorm kan rijden. maar hoe doenbaar is het om vanaf Basel te beginnen? ik heb geen fantastische knieen, dus klim niet al te wild.
Wij zijn ook niet van die klimmers (mijn knieën zijn ook niet al te best meer), maar de hellingen zijn alle te doen. Ik ben wel eens omgevallen toen ik wilde wegfietsen op een steil stuk nadat ik was stilgevallen (comfort=massa=gewicht :D ) maar uiteindelijk zijn we overal bovengekomen, zelfs op het lange, kaarsrechte stuk naar de hooggelegen camping in Nancy. Bovendien vonden we het tweede deel landschappelijk erg aantrekkelijk
Klinkt wel aantrekkelijk dan, om in Basel te beginnen, en dan te zien waar ik na een week ben uitgekomen.
captain_fabulous schreef:Kees, uit je lezing bij vorige fiets en wandelbeurs begreep ik, dat het in de Vogezen ed af en toe wat omhoog gaat, maar dat dit niet zo'n probleem is omdat je je eerst op het vlakke in vorm kan rijden. maar hoe doenbaar is het om vanaf Basel te beginnen? ik heb geen fantastische knieen, dus klim niet al te wild.
Ook dat is te doen. Tussen Basel en de Vogezen ligt nog 100 km om in te rijden. Dan kun je kiezen tussen twee trajecten die over het hoogste deel van de Vogezen gaan. Op de hoofdroute (traject 10) moet je een paar keer lang klimmen. Eerst de Col du Silberloch (5 tot 7,5 %), later de Collet du Linge (5 à 6%) en vervolgens over soms wat steilere binnenwegen (5 à 10%) naar de Col du Calvaire. Zie het hoogteprofiel hieronder (vanuit Basel fiets je dit profiel van rechts naar links). Op de toppen is veel oorlogserfgoed te zien, daartussen slinger je door de wijnvelden en vakwerkstadjes van de Elzas.

Afbeelding

In plaats van de hoofdroute kun je ook voor een lichter alternatief kiezen (traject 16). Het profiel hieronder heeft dezelfde schaal als het profiel hierboven en ook hier fiets je vanuit Basel van rechts naar links. In één keer fiets je hier naar de Col de Bramont. Eerst heb je vals plat, daarna wordt het niet steiler dan 6%. Kun je de Ardennen aan, dan lukt dit ook. Oorlogserfgoed en vakwerkstadjes kom je hier niet tegen. Wel de mooie wijnhelling hieronder.

Afbeelding

Afbeelding

Als je in Basel begint, heb je na de Vogezen een grote kans op tegenwind. Tussen de graanvelden van Picardië heb je dan juist weer meer kans op wind in de rug.
In de gids wordt de route beschreven van Nieuwpoort naar Basel. Rij je andersom, dan moet je de kaart goed kunnen lezen of de gps-tracks gebruiken (zie http://www.frontlijnroute.nl).
Juist in Picardie op de open vlakte heb je denk ik meer last van de wind, ook psychologisch denk ik? Ik ken het terein in de Vogezen niet, maar hoe wijdser het landschap, des te meer ik wind merk als een regel. Had van de zomer van Brugge naar Diksmuiden tenminste een stel stukken waar die combinatie van harde wind en boerenvelden me minder kon bekoren.
captain_fabulous schreef:Juist in Picardie op de open vlakte heb je denk ik meer last van de wind, ook psychologisch denk ik? Ik ken het terein in de Vogezen niet, maar hoe wijdser het landschap, des te meer ik wind merk als een regel. Had van de zomer van Brugge naar Diksmuiden tenminste een stel stukken waar die combinatie van harde wind en boerenvelden me minder kon bekoren.
Afbeelding

Brugge-Diksmuide kan bij tegenwind meedogenloos zijn. Picardië is echter niet vlak, maar golvend. Ook zijn de wegen er bochtiger dan in de meeste polders. Wel is het er vaak erg open en die windturbines staan er niet voor niks!

Afbeelding

In de Vogezen draait alles om hellingpercentages. De wind wordt er gebroken door de vele bossen. Alleen als je op de Routes des Crêtes over de kam van het gebergte rijdt (een optie die in de gids van de Frontlijnroute ook genoemd wordt: deze kamweg is namelijk in de Eerste Wereldoorlog aangelegd), kan harde wind een spelbreker of gangmaker zijn.
Krijg steeds meer zin in de route...Aach, maar de Donauroute moet nog afgemaakt, en Jutland klinkt ook goed...en gepensioneerd ben ik pas over 30 jaar, dus echt tijd om te fietsen is nog zo beperkt op het moment :wink:
Ik heb in juni het eerste gedeelte van het traject gefietst, van Nieuwpoort tot Verdun. Inmiddels is het iets drukker op de route. Ik kwam drie stelletjes en 2 eenlingen tegen die de route of een gedeelte van de route fietsten.

Het weer was wat mij betreft prima passend bij het thema van de reis: regelmatig regen, frisjes, maar geen harde tegenwind. Ook wel een paar dagen warm en zonnig...

Qua landschap toch wel afwisselend met een aantal hoogtepunten. Wat mij betreft: Ieper en de Chemin des Dames.

Een kort verslagje met foto's vind je op: http://gerard.kw.nl/fotos/front.php
Leuk verslag met bijzonder sfeervolle zwartwit foto's! Zo te zien had de regen inderdaad voor typische 'frontlijnervaringen' gezorgd: sommige veldwegen, die bij droog weer goed te fietsen zijn, werden nu bedekt met de beruchte loopgravenmodder. Dapper dat je daar toch doorheen bent gefietst en geen gebruik hebt gemaakt van de asfaltalternatieven, die voor deze veldwegen in de gids beschreven zijn.