De materiaalkunde zit bij mij al wat verder, maar tussen begin en breuk van een vermoeiingsdefect zit volgens mij toch een verzwakkingsperiode. Ter hoogte van een spanningsconcentratie ontstaat een defect in het metaal rooster. Dit defect breidt zich uit en wordt hier en daar (al dan niet tijdelijk) gestopt door bv een koolstof granulaat of een dislocaties (bv ontstaan door walsen of butsen).
Het deel dat reeds gescheurd is zal echter niet meer bijdragen tot de totale sterkte en het materiaal in zijn geheel zal dus in sterkte afnemen. Merk op dat zoals je correct stelt dat in de niet aangetaste delen de materiaal eigenschappen niet veranderen, op microscopisch vlak is het materiaal dus niet zwakker geworden. (integendeel, waarschijnlijk is het op sommige plaatsen zelfs sterker geworden doordat veel dislocaties al zijn vastgelopen)