In 2022 ben ik voor het nodige veldwerk aan een van mijn fietsgidsen driemaal per trein naar Normandië of Bretagne gegaan.
Ik heb overwogen om mijn fiets gedemonteerd in een hoes met de Thalys mee te nemen, maar de nadelen hiervan vond ik te groot. Een plek in de Thalys moet altijd geboekt worden en is niet goedkoop als je dat kort van tevoren doet. Speurend naar tickets constateerde ik dat er alleen nog plekken waren in treinen die pas in de middag vertrokken. Het voordeel van de korte reistijd weegt dan niet meer op tegen de nadelen:
(1) hogere kosten dan een reis met regionale treinen;
(2) extra tijd nodig om eerst naar Amsterdam te reizen (het beginstation waar de Thalys het minst vol is en waar je de meeste tijd hebt om een geschikte plek voor een verpakte fiets te vinden);
(3) extra tijd nodig voor het demonteren en inpakken van mijn fiets op Amsterdam Centraal, plus uitpakken en weer rijklaar maken op Gare du Nord);
(4) toch niet zo vroeg arriveren in Parijs, zodat ik daar moet overnachten en pas de volgende dag verder naar Normandië kan reizen.
Ook heb ik gekeken bij Flixbus. ‘s Middags vertrekt er een bus met fietsvervoer uit Den Haag, die ‘s avonds om 21 uur aankomt in Paris-Bercy. Dan zal ik daar moeten overnachten en de volgende ochtend naar een station aan de andere kant van Parijs moeten fietsen. Ook niet handig. Bovendien weet ik van ervaringsdeskundigen dat er best vaak wat misgaat bij Flixbus: bussen en chauffeurs die uitvallen, fietsen die kort van tevoren toch niet mee blijken te kunnen, forse vertragingen, gemiste aansluitingen en uiteindelijk stranden op een plek waar je niet dood gevonden wilt worden, zonder zicht op een oplossing.
Uiteindelijk heb ik toch maar weer gekozen voor de relatieve vrijheid, de niet al te hoge kosten én de ongemakken van een dagje boemelen door België en Frankrijk. Enkele maanden eerder had ik al gebruik gemaakt van het aanbod om een extra voordelige 'Carte Avantage Sénior' bij de SNCF aan te schaffen, die op de meeste Franse treinen (maar niet de Thalys) 25 procent reductie geeft. Deze kortingskaart heb ik op 1 april in laten gaan. Zodra ik een paar weken niks belangrijks in mijn agenda heb staan en de weersverwachting gunstig is, wil ik vertrekken. Veldwerk betekend voor mij stukjes fietsen met veel onderbrekingen voor het maken van aantekeningen, foto's en waypoints. In de stromende regen is dat niet te doen. Dus als er slecht weer wordt verwacht en ik niet gebonden ben aan een reeds geboekte trein, wacht ik liever een paar dagen later tot er beter weer op komst is.
Van tevoren heb ik de mogelijke treinopties naar Noord-Frankrijk in kaart gezet. (De kleuren van de tijden in de tabel komen overeen met de kleuren van de trajecten op de kaart.)
Voor mijn eerste veldwerkperiode wil ik in Normandië beginnen en dan terugfietsen tot aan de Belgische grens. In april 2015 had ik dat al eens gedaan (zie dit verhaal). Toen reisde ik met intercitytreinen via Antwerpen Centraal naar Lille Flandres. Daarvandaan kon ik met redelijk snelle regionale treinen (TER) Parijs links laten liggen en wist ik via Amiens en Rouen nog voor de avondschemering Caen te bereiken.
Destijds kocht ik alle tickets nog in automaten op stations. Dat hoeft nu niet meer, en gaat zelfs niet meer als je in Nederland recht op korting hebt en/of een internationaal fietskaartje nodig hebt. Dat fietskaartje koop ik nu online bij de NMBS. Voor mijzelf gebruik ik van Leiden tot Breda een keuzedag en schaf ik online een los ticket aan van Breda tot Antwerpen.
26 april 2022, etappe 1: Leiden - Komen per trein (310 km)
Voorzien van deze tickets neem ik eerst een trein van Leiden naar Schiphol, waar de intercity naar Brussel stopt. In de vorige eeuw stopte deze intercity ook in Leiden, maar nu ik in deze stad woon is dat al lang voorbij. Na het Fyrafiasco werd Den Haag HS gedurende enkele jaren het beginstation van deze intercity, vanwege een tekort aan materieel. Daar stond deze trein dan nog vrijwel leeg te wachten op reizigers; pas vanaf Rotterdam werd het dan druk. Ook dat is inmiddels passé.
Vandaag is er op Schiphol nog plek voor mijn fiets in deze trein, maar de zitplaatsen in de naastgelegen coupé zijn al bezet. Gelukkig stappen er in Rotterdam wat mensen uit, en kan ik nog net een stoel bemachtigen voordat nieuwe instappers de trein nog voller maken. Dit is de reden waarom ik eerst naar Schiphol ben gegaan en niet gelijk naar Rotterdam. De intercity's naar België zijn geen dubbeldekkers, rijden slechts eenmaal per uur en zijn vaak erg vol.
In Antwerpen moet ik overstappen en koop ik gelijk een Rail Pass, die nu Standard Multi blijkt te heten; uit de NMBS-automaat haal ik deze tienrittenkaart voor 87 euro (sinds kort ook verkrijgbaar in de NMBS-app voor 3 euro minder). Een reis van de Nederlandse grens tot aan de Franse kost meer dan een paar tientjes, dus met 5 van zulke ritten is deze kaart al voordelig. Bovendien is de papieren Standard Multi niet persoonsgebonden. Als er in oktober nog ritten over zijn, geef ik hem wel aan mijn zus die in Gent woont.
Helaas rijden er tegenwoordig geen rechtstreekse treinen meer van Antwerpen Centraal naar Lille Flandres. Je moet nu overstappen in het nog altijd liftloze station van Kortrijk, dat nota bene een belangrijk regionaal spoorwegknooppunt is. Ik heb hier maximaal 12 minuten om mijn fiets uit de ene trein te krijgen en dan trap-af-trap-op (zonder fietsgoot) mijn hele hebben en houden in de boemeltrein naar Lille te tillen. Dan moet de eerste trein geen vertraging hebben en de conducteur direct het fietsenhok ontgrendeld hebben. Dit zijn conventionele Belgische treinen met afgesloten fietskotten, die alleen door een treinbegeleider geopend kunnen worden. Elders in België rijden steeds meer treinen met extra, niet afgesloten fietsplekken, maar die gaan niet naar Kortrijk.
Daarom heb ik besloten om nu niet in Kortrijk over te stappen, maar nog even in de trein te blijven zitten tot het stationnetje van Komen. De conductrice heeft het onthouden en ontgrendelt in Komen gelijk het fietsenhok. Dan moet ik alleen mijn fiets nog zonder foute manoeuvres op het perron zien te krijgen, dat minstens een meter lager op railniveau ligt! De treinbegeleidster observeert mijn verrichtingen geduldig voordat ze haar trein zijn rit laat vervolgen naar Ieper en Poperinge.
26 april 2022, etappe 2: Komen - Lille op de fiets (20 km)
Niet alleen het minimalistische station, ook de rest van Komen is een onvervalst stukje Belgische rafelrand. 'Comines-Komen' valt op de gevel van het station te lezen. Eeuwenlang hoorde het stadje bij Vlaanderen, dat wil zeggen het gedeelte op de linkeroever van de Leie, die hier de grens met Frankrijk vormt. Toen in 1963 de taalgrens in België werd vastgelegd, kwam Komen samen met het naburige Waasten in Wallonië te liggen omdat de meeste bewoners hier Frans als moedertaal hebben. Met de Voerstreek gebeurde toen het omgekeerde. Sindsdien zijn Komen-Waasten en de Voerstreek elkaars wisselgeld en spiegelbeeld; een Waalse exclave omringd door Vlaanderen en Frankrijk versus een Vlaamse exclave omringd door Wallonië en Nederland; een Vlaamse versus een Waalse minderheid; de heuvels in Voeren versus 'Le Plat Pays' in Komen. Als ik in een café met een Franse naam in mijn beste Frans koffie bestel, reageert de man achter de bar zonder dralen in het Nederlands. Ik had het kunnen bevroeden, als ik in een paar jaar terug een reportage in de Groene Amsterdammer over 'de catch 22 van België' goed had gelezen.
Na de brug over de Leie wordt Komen definitief Comines. Deze kant is al sinds de Vrede van Utrecht helemaal Frans; tot enkele kilometers stroomafwaarts bij Menen, waar de Leie Frankrijk verlaat.
Met de wind in de rug fiets ik over binnenwegen en jaagpaden de 22 km naar Lille, waar pas om 15:53 weer een trein naar Amiens vertrekt. Als ik in Kortrijk was overgestapt op de trein naar Lille Flandres, had ik daar 2 uur lang op diezelfde trein moeten wachten. Dan fiets ik nu liever een uurtje in de lentezon.
Tegen 15:00 uur sta ik voor de imposante façade van station Lille Flandres. Het is de originele voorgevel van het Gare du Nord in Parijs, dat in 1860 bij de bouw van een nieuwe voorgevel in stukken werd gezaagd en op zijn huidige plek in Lille is herbouwd.
(wordt vervolgd)
Ik heb overwogen om mijn fiets gedemonteerd in een hoes met de Thalys mee te nemen, maar de nadelen hiervan vond ik te groot. Een plek in de Thalys moet altijd geboekt worden en is niet goedkoop als je dat kort van tevoren doet. Speurend naar tickets constateerde ik dat er alleen nog plekken waren in treinen die pas in de middag vertrokken. Het voordeel van de korte reistijd weegt dan niet meer op tegen de nadelen:
(1) hogere kosten dan een reis met regionale treinen;
(2) extra tijd nodig om eerst naar Amsterdam te reizen (het beginstation waar de Thalys het minst vol is en waar je de meeste tijd hebt om een geschikte plek voor een verpakte fiets te vinden);
(3) extra tijd nodig voor het demonteren en inpakken van mijn fiets op Amsterdam Centraal, plus uitpakken en weer rijklaar maken op Gare du Nord);
(4) toch niet zo vroeg arriveren in Parijs, zodat ik daar moet overnachten en pas de volgende dag verder naar Normandië kan reizen.
Ook heb ik gekeken bij Flixbus. ‘s Middags vertrekt er een bus met fietsvervoer uit Den Haag, die ‘s avonds om 21 uur aankomt in Paris-Bercy. Dan zal ik daar moeten overnachten en de volgende ochtend naar een station aan de andere kant van Parijs moeten fietsen. Ook niet handig. Bovendien weet ik van ervaringsdeskundigen dat er best vaak wat misgaat bij Flixbus: bussen en chauffeurs die uitvallen, fietsen die kort van tevoren toch niet mee blijken te kunnen, forse vertragingen, gemiste aansluitingen en uiteindelijk stranden op een plek waar je niet dood gevonden wilt worden, zonder zicht op een oplossing.
Uiteindelijk heb ik toch maar weer gekozen voor de relatieve vrijheid, de niet al te hoge kosten én de ongemakken van een dagje boemelen door België en Frankrijk. Enkele maanden eerder had ik al gebruik gemaakt van het aanbod om een extra voordelige 'Carte Avantage Sénior' bij de SNCF aan te schaffen, die op de meeste Franse treinen (maar niet de Thalys) 25 procent reductie geeft. Deze kortingskaart heb ik op 1 april in laten gaan. Zodra ik een paar weken niks belangrijks in mijn agenda heb staan en de weersverwachting gunstig is, wil ik vertrekken. Veldwerk betekend voor mij stukjes fietsen met veel onderbrekingen voor het maken van aantekeningen, foto's en waypoints. In de stromende regen is dat niet te doen. Dus als er slecht weer wordt verwacht en ik niet gebonden ben aan een reeds geboekte trein, wacht ik liever een paar dagen later tot er beter weer op komst is.
Van tevoren heb ik de mogelijke treinopties naar Noord-Frankrijk in kaart gezet. (De kleuren van de tijden in de tabel komen overeen met de kleuren van de trajecten op de kaart.)
Voor mijn eerste veldwerkperiode wil ik in Normandië beginnen en dan terugfietsen tot aan de Belgische grens. In april 2015 had ik dat al eens gedaan (zie dit verhaal). Toen reisde ik met intercitytreinen via Antwerpen Centraal naar Lille Flandres. Daarvandaan kon ik met redelijk snelle regionale treinen (TER) Parijs links laten liggen en wist ik via Amiens en Rouen nog voor de avondschemering Caen te bereiken.
Destijds kocht ik alle tickets nog in automaten op stations. Dat hoeft nu niet meer, en gaat zelfs niet meer als je in Nederland recht op korting hebt en/of een internationaal fietskaartje nodig hebt. Dat fietskaartje koop ik nu online bij de NMBS. Voor mijzelf gebruik ik van Leiden tot Breda een keuzedag en schaf ik online een los ticket aan van Breda tot Antwerpen.
26 april 2022, etappe 1: Leiden - Komen per trein (310 km)
Voorzien van deze tickets neem ik eerst een trein van Leiden naar Schiphol, waar de intercity naar Brussel stopt. In de vorige eeuw stopte deze intercity ook in Leiden, maar nu ik in deze stad woon is dat al lang voorbij. Na het Fyrafiasco werd Den Haag HS gedurende enkele jaren het beginstation van deze intercity, vanwege een tekort aan materieel. Daar stond deze trein dan nog vrijwel leeg te wachten op reizigers; pas vanaf Rotterdam werd het dan druk. Ook dat is inmiddels passé.
Vandaag is er op Schiphol nog plek voor mijn fiets in deze trein, maar de zitplaatsen in de naastgelegen coupé zijn al bezet. Gelukkig stappen er in Rotterdam wat mensen uit, en kan ik nog net een stoel bemachtigen voordat nieuwe instappers de trein nog voller maken. Dit is de reden waarom ik eerst naar Schiphol ben gegaan en niet gelijk naar Rotterdam. De intercity's naar België zijn geen dubbeldekkers, rijden slechts eenmaal per uur en zijn vaak erg vol.
In Antwerpen moet ik overstappen en koop ik gelijk een Rail Pass, die nu Standard Multi blijkt te heten; uit de NMBS-automaat haal ik deze tienrittenkaart voor 87 euro (sinds kort ook verkrijgbaar in de NMBS-app voor 3 euro minder). Een reis van de Nederlandse grens tot aan de Franse kost meer dan een paar tientjes, dus met 5 van zulke ritten is deze kaart al voordelig. Bovendien is de papieren Standard Multi niet persoonsgebonden. Als er in oktober nog ritten over zijn, geef ik hem wel aan mijn zus die in Gent woont.
Helaas rijden er tegenwoordig geen rechtstreekse treinen meer van Antwerpen Centraal naar Lille Flandres. Je moet nu overstappen in het nog altijd liftloze station van Kortrijk, dat nota bene een belangrijk regionaal spoorwegknooppunt is. Ik heb hier maximaal 12 minuten om mijn fiets uit de ene trein te krijgen en dan trap-af-trap-op (zonder fietsgoot) mijn hele hebben en houden in de boemeltrein naar Lille te tillen. Dan moet de eerste trein geen vertraging hebben en de conducteur direct het fietsenhok ontgrendeld hebben. Dit zijn conventionele Belgische treinen met afgesloten fietskotten, die alleen door een treinbegeleider geopend kunnen worden. Elders in België rijden steeds meer treinen met extra, niet afgesloten fietsplekken, maar die gaan niet naar Kortrijk.
Daarom heb ik besloten om nu niet in Kortrijk over te stappen, maar nog even in de trein te blijven zitten tot het stationnetje van Komen. De conductrice heeft het onthouden en ontgrendelt in Komen gelijk het fietsenhok. Dan moet ik alleen mijn fiets nog zonder foute manoeuvres op het perron zien te krijgen, dat minstens een meter lager op railniveau ligt! De treinbegeleidster observeert mijn verrichtingen geduldig voordat ze haar trein zijn rit laat vervolgen naar Ieper en Poperinge.
26 april 2022, etappe 2: Komen - Lille op de fiets (20 km)
Niet alleen het minimalistische station, ook de rest van Komen is een onvervalst stukje Belgische rafelrand. 'Comines-Komen' valt op de gevel van het station te lezen. Eeuwenlang hoorde het stadje bij Vlaanderen, dat wil zeggen het gedeelte op de linkeroever van de Leie, die hier de grens met Frankrijk vormt. Toen in 1963 de taalgrens in België werd vastgelegd, kwam Komen samen met het naburige Waasten in Wallonië te liggen omdat de meeste bewoners hier Frans als moedertaal hebben. Met de Voerstreek gebeurde toen het omgekeerde. Sindsdien zijn Komen-Waasten en de Voerstreek elkaars wisselgeld en spiegelbeeld; een Waalse exclave omringd door Vlaanderen en Frankrijk versus een Vlaamse exclave omringd door Wallonië en Nederland; een Vlaamse versus een Waalse minderheid; de heuvels in Voeren versus 'Le Plat Pays' in Komen. Als ik in een café met een Franse naam in mijn beste Frans koffie bestel, reageert de man achter de bar zonder dralen in het Nederlands. Ik had het kunnen bevroeden, als ik in een paar jaar terug een reportage in de Groene Amsterdammer over 'de catch 22 van België' goed had gelezen.
Na de brug over de Leie wordt Komen definitief Comines. Deze kant is al sinds de Vrede van Utrecht helemaal Frans; tot enkele kilometers stroomafwaarts bij Menen, waar de Leie Frankrijk verlaat.
Met de wind in de rug fiets ik over binnenwegen en jaagpaden de 22 km naar Lille, waar pas om 15:53 weer een trein naar Amiens vertrekt. Als ik in Kortrijk was overgestapt op de trein naar Lille Flandres, had ik daar 2 uur lang op diezelfde trein moeten wachten. Dan fiets ik nu liever een uurtje in de lentezon.
Tegen 15:00 uur sta ik voor de imposante façade van station Lille Flandres. Het is de originele voorgevel van het Gare du Nord in Parijs, dat in 1860 bij de bouw van een nieuwe voorgevel in stukken werd gezaagd en op zijn huidige plek in Lille is herbouwd.
(wordt vervolgd)