Meivakantie 1999: Een rondje Vlaanderen op de fiets

Donderdag 29 april: De eerste 18 kilometers van onze Vlaanderenfietsreis zitten erop. Het begint al goed: tussen het verlaten van de boot op weg naar Lamswaarde toe raakt Trudy Aniek kwijt en ze besluit dan maar de eerstkomende afslag naar Lamswaarde te nemen omdat ze niet weet hoe Aniek rijdt. Aangekomen bij pa en ma blijkt Trudy de eerste te zijn en Aniek komt ruim een kwartier later omdat ze op zoek naar haar is gegaan. Dat blijkt als Pa en Trudy in de auto stappen om Aniek te gaan zoeken. Klein beetje paniek dus, maar ze is snel gevonden (op de dijk).

Vrijdag 30 april: We starten met mooi weer. Ergens op de route tussen Koewacht en Sas van Gent bij de eendendreef lopen schapen op het pad en hebben wij stront tot achter onze oren: vies en leuk! De schapen lopen op schelpenpaadjes over dijken en deze heten St. Nicolaas, St. Livinus en St. Jacob. Dit zijn onderdelen van de Fortenroute van de ANWB. De schapen kijken zeer verwijtend als je er met de fiets langs wilt gaan. Voorafgaand in Sint Jan Steen komen we terecht in de Koninginne-dagoptocht en dit oponthoud gebruiken we voor een sanitaire stop voor Trudy. We zitten nu aan de grote baan bij Wachtebeke en drinken koffie en thee bij het frietkot. In de buurt van Lokeren gaat de Vlaanderen-Fietsroute ofwel de LF30 richting Gent drie tot vier kilometer lang over een pad waar het verboden is voor fietsers. Auto's scheuren dan ook behoorlijk door. Wat de Belgen verstaan onder langzaam rijden is ons niet helemaal helder want bij bordjes 50 kilometer wordt er een nulletje achter gezet en borden met 'Toeristische Route dus langzaam rijden' worden genegeerd. Even bij de frituur een ijsje en een blikje fris kopen. We picknicken op een bankje naast de school van Zeveneken. De volgende klus hier is dat we de kerk van St. Eligius bekijken, natuurlijk een kaarsje opsteken en – ook logisch – gaan plassen op de openbare toiletten naast de kerk: een plank met een gat. Na Zeveneken rijden we verkeerd en dit kost ons totaal 50 minuten tijd aan vragen en kijken op de kaart en een dikke tien kilometer omrijden, omdat de bordjes ontbreken (mopper de mopper). Twee keer heen en weer fietsen en nog steeds geen bordje te zien! Uiteindelijk komen we via vragen aan mensen uit de buurtkroeg weer op de route terecht. Bij het kasteel van Laarne maken we een foto. Onderweg eten we nog even snel een broodje. We rijden een keer om maar dat is niet zo erg want daardoor kunnen we heuvel af. Verder fietsen langs het water en bij het voetveer van Schellebelle iets drinken. Naast ons op het terras zitten twee aardige Vlaamse mannen (wielrenners aan de Leffe) die ons vertellen dat we tien kilometer verkeerd zitten. We gaan richting Dendermonde, dat is de verkeerde kant want we moeten naar Gent. Dus gaan we weer terug (baal). Ondertussen is het tien voor halfacht en arriveren we in Gent: uiteindelijk gaat het laatste stuk snel en goed. We vragen slechts één keer de weg, dan zitten we al op de hoek van de Zuidstationstraat en zijn we op 20 meter afstand van hotel Eden. Het ziet er prima uit en we hebben een ruime kamer met eigen douche en toilet. En, Aniek heel blij, er zijn washandjes! We gaan eten in een Chinees restaurant waar we allebei een heerlijk menuutje eten, we zijn en blijven hier de hele avond de enige gasten dus waar ze van kunnen bestaan is ons een vraag! Daarna gaan we naar de avondwinkel voor wat drinken en mondvoorraad en bellen we met het thuisfront.

Zaterdag 1 mei: Om halfnegen gaat de wektelefoon, we douchen en ontbijten op ons gemak. Op weg naar Brugge: we hebben wel een idee hoe we uit Gent moeten komen. Bij Lovendegem staan de bordjes LF 5a en 5b verkeerd om. In café "De Oude Smisse" waar de hele buurt een pint komt pakken en enigszins aangeschoten achter het stuur kruipt, drinken wij koffie en thee. Bij de jachthaven van Beernem eten we onze lunch: een tosti voor Trudy en Aniek eet spaghetti. Om ongeveer kwart over drie zijn we in Brugge en daar vinden we het huis van onze gastvrouw vrij snel. Daar worden we leuk ontvangen en krijgen we veel uitleg over allerlei toeristische routes en attracties. In Brugge is het heel druk vanwege de kermis. 's Avonds eten we in het Spaanse restaurant Lorena. Om kwart over negen ligt Trudy te knorren want ze is doodmoe. Aniek drinkt voor het slapen gaan nog een witbiertje uit de koelkast op de kamer.

Zondag 2 mei: In de tuin van onze gastvrouw Agnes krijgen we een heerlijk ontbijt voorgezet. Daarna gaan we de stad in om te wandelen en allerlei dingen te bekijken. We willen eerst een boottochtje maken maar dat blijkt na dik 20 minuten wachten niet zo’n goed idee. We moeten nog anderhalf uur langer wachten omdat er al busladingen Japanners een tocht gereserveerd hebben. Hun reservering gaat voor of zoals de Belgen het noemen: alles is al volzet. In plaats daarvan gaan we door Brugge te voet. Als troost drinken we even wat bij tearoom Michaelangelo. Tijdens onze stadswandeling komen we langs een aantal kerken waaronder de mooie Sint Walburgiskerk en een beetje kale protestantse kapel. Ook zijn er een aantal kerken gesloten op zondag (?). Het volkenkundig museum met ouderwets klaslokaal, kuiperij en schoenmakerij, hoedenmakers, enz. is hartstikke leuk. Alleen tussen 12 en 2 is daar het museumcafé gesloten wegens lunchpauze, dat lijkt ons voor de klandizie geen logisch moment! Bij Taveerne de Windhoek eten we kaaskroketten en daarna lopen we verder langs de stadswallen. In het Guido Gezelle Museum kijken we rond (de toegang is vandaag gratis vanwege een ‘open deur dag’, een soort monumentendag op z’n Belgisch) en daarna doet Aniek een tukje onder een boom in het park. Na een verkwikkende middagdut vervolgen wij onze stadswandeling en komen we bij het brouwerijmuseum. Hier drinken we twee Brugse biertjes, Aniek - als bierkenner - vindt ze lekkerder dan Trudy. Uiteindelijk even uitrusten en mensen kijken vanaf een terrasje vlak bij de kermis. Het avondmaal eten we bij een Marokkaans restaurant Fantasia waar Trudy couscous eet en Aniek (jawel!, hoe kan het ook anders) fritten. Bij de Walburgiskerk nog even luisteren naar mooie klassieke muziek (van een cd!) en dan gaan we terug naar ons onderkomen, we zijn moe!

Maandag 3 mei: Brugge weer verlaten blijkt nog even een gedoe te zijn en al gauw is het een half uur later en zijn we pas 6 kilometer verder. Eenmaal uit de stad verloopt de route goed en fietsen we heerlijk langs het water op allerlei jaagpaden. In het plaatsje Oudenburg strijken we neer voor koffie en thee en spelen we met de jonge wat schuwe kat die daar rondloopt op het terras van het café. In een lekker tempo gaan we verder en komen we aan bij Leffinge waar we langs het water gaan zitten om te lunchen. De boodschappen halen we in het dorp bij de Spar. We gaan steeds verder het West-Vlaamse land in en komen aan via een oude spoorbaan bij Oostkapelle. We stoppen hier even bij een militaire begraafplaats met daar de grafstenen van gevallenen uit de Eerste Wereldoorlog. Deze oorlog heeft in deze streek veel indruk gemaakt en veel jonge levens geëist. Enkele kilometers voor Diksmuide komen we langs de Dodengang. Hier kun je in een stuk van een loopgraaf zien wat tijdens de Eerste Wereldoorlog werd gebruikt, best wel indrukwekkend. In Diksmuide zelf passeren we een toren en een museum gewijd aan de IJzerbedevaart. Deze bezoeken we niet, we fietsen lekker verder langs de rivier de IJzer. Bij Knokke-Brug nemen we de LF 6 route en daar moeten we het water over met een voetveer. De andere gasten op dit eenvoudige voetveer zijn ook Nederlanders die ergens in het naburige dorp verblijven. Om ongeveer 3 uur 's middags hebben we er zo'n 70 kilometer opzitten. Eenmaal in Ieper gaan we op zoek naar ons overnachtingadres en dat vinden we redelijk snel. Alleen is onze gastvrouw nog niet thuis dus daarom gaan we in het stadscentrum maar wat drinken op een terrasje. Daarna bellen we naar onze gastvrouw om te laten weten dat we eerst nog gaan eten in de stad en dus wat later bij haar zullen aankomen. Dat is geen probleem. Bij een Iers eettentje eten we heerlijk forel en natuurlijk ook weer frieten (hoera namens Aniek). Na dit lekkere maal gaan we tegen achten naar de Meense Poort. Deze poort is een groot monument waarop alle namen – meer dan 500.000! - staan van de gevallen soldaten tijdens de slag om Ieper. Een groot aantal onder hen is Brits of Canadees hetgeen de grote aantallen Engelstalige bezoekers (behangen met medailles) verklaart. Ter herdenking blazen de leden van de vrijwillige brandweer bij deze poort elke dag om 20.00 uur The Last Post. Een indrukwekkend moment om mee te maken. Daarom nemen we het op via de dictafoon. Hierna gaan we naar onze gastvrouw Carmen. Met haar kletsen we wat en we krijgen een glaasje aangeboden.

Dinsdag 4 mei: Na een lekkere nachtrust komen we in de woonkamer, waar Carmen (die al naar haar werk is) een heerlijk ontbijt voor ons klaar heeft gezet (met verse aardbeien). Daarna pakken we weer alles in en vertrekken we met de fiets richting centrum. Daar bekijken we het museum over de Eerste Wereldoorlog ‘In Flanders fields’. Bij dit museum krijg je als je de entree betaald hebt een kaartje met een naam van iemand. Dit kaartje kan van een voormalig soldaat zijn of van iemand die in Ieper had gewoond of betrokken was geweest bij de oorlog toen. Zo kun je vanuit een persoonlijke invalshoek zien wat het is om zo’n oorlog mee te maken. Na deze historische excursie drinken we op de markt wat en stappen we weer op de fiets. Het weer is intussen verslechterd: wat frisser en meer wind dan gisteren. Ook is het landschap wat heuvelachtiger wat voor Trudy leidt tot enig gesteun en gekreun. Rijdend in de richting van Kortrijk komen we grafmonumenten tegen die ook te maken hebben met de Grote Oorlog. Onderweg kopen we wat te eten en dat eten we op aan de kant van de weg. Op een gegeven moment komen we bij het plaatsje Menen waar we in een tearoom een gebakje nuttigen en de serveerster vertelt ons dat Menen op zeer korte afstand ligt van de Franse grens. Deze gelegenheid laten we niet aan ons voorbij gaan: we fietsen een straat in en een kilometer verder staan we in Frankrijk! Als bewijs leggen we dit vast op de gevoelige plaat. Na dit uitstapje over de grens fietsen we naar Kortrijk. Deze weg loopt voor een groot deel langs het water. Alleen blijkt men het nodig te vinden om op te breken dus af en toe moeten we afstappen om de obstakels te omzeilen: grote kuilen, graafmachines midden op het pad. Kortom, de relatief korte afstand die ons rest tot aan Kortrijk blijkt langer te duren dan we van tevoren gedacht hadden. De route naar de jeugdherberg in de stad is duidelijk: Trudy ziet snel de bordjes staan en zo arriveren we bij de herberg waar we kennismaken met de herbergmoeder Christine. In deze herberg zijn ze gericht op scholieren wat te merken valt uit het feit dat om halfelf de bar sluit, je mag de afstandbediening van de televisie niet bedienen en als je de stad ingaat moet je voor elf uur weer binnen zijn. We gaan, na ons opgefrist te hebben, het centrum van Kortrijk in om daar bij de Pizza Hut te eten. Verder bekijken we wat kerken (als ze open zijn) en maken we foto’s van het schattige Begijnhof. Sinds 1998 staat dit Begijnhof op de Unescolijst van Wereldmonumenten. Hier heeft de huishoudster van Guido Gezelle, de schrijver die we in Brugge tegenkwamen, gewoond na zijn dood. Bij dit begijnhof hoort ook een kapelletje waarin we de volgende tekst lezen: “Na een visioen waarin werd gevraagd om dit kapelletje te bouwen, trokken welgestelde Kortrijkenaren naar Rome om bij de paus advies te vragen. Deze vernam via twee dromen dat de kapel in Kortrijk moest komen op een plaats waar tijdens de augustusmaand sneeuw zou liggen. Bij terugkomst vonden de Kortrijkenaren op de plaats waar nu de kapel staat sneeuw op de grond….” Op die manier zou het kapelletje ontstaan zijn. Midden op de Grote Markt staat het Belfort ter nagedachtenis aan de Eerste Wereldoorlog. Voordat we richting jeugdherberg gaan, drinken we in café Arte een Leffe blond (Aniek) en een nogal zure cocktail (Trudy). Daarna wandelen we terug naar de jeugdherberg waar we in de ‘gezellige’ ontspanningsruimte een stukje zien van een spannende film en het journaal op Nederland 3 van 22.00 uur. Ook wint Trudy een potje memory van Aniek, die zo duf is dat ze dit spel (voor 4-8 jarigen) niet kan winnen. Daarna gaan we naar bed om heerlijk te slapen.

Woensdag 5 mei: Na een sober ontbijt stappen we om 9 uur weer op de fiets. Het weer is niet echt lekker: wat regen maar niet echt een stortbui. We fietsen het eerste stuk langs een kanaal waar de auto’s met een behoorlijke snelheid langs scheuren. Pas in Berchem drinken we wat. Voor die tijd kunnen we nergens iets vinden of we moeten anders te veel van de route afwijken. Wat ons opvalt is dat we onderweg veel bekijks hebben van mensen die naar ons kijken of we van Mars komen. Collegafietsers groeten ons ook bijna niet en we hebben het gevoel dat we een beetje geringschattend door hen bekeken worden. Regelmatig rijden we een stukje mee met een plaatselijke fietsroute zoals de Leie-Schelderoute. Ook zien we bordjes van de Eddy Merkx-route. Vlak na Melden gaat het mis: als je de route volgt, (wat wij ook braaf doen) moet je over een weg met dikke basaltbrokken. Dit fietst niet erg fijn en dat is ook niet zo best voor je banden. We komen erachter dat parallel aan deze moeilijk berijdbare weg een dijk ligt met daarop een betere weg maar het bordje dat hier staat wijst ons de andere kant op. Na enig heen-en-weer gefiets besluiten we om dit bordje te negeren want anders fietsen we weer terug naar Berchem. We fietsen verder langs het kanaal en ongeveer zes kilometer verder zien we weer een bordje en op de kaart komt Oudenaerde in zicht. In de buurt van dit plaatsje rusten we uit op een bankje en eten we een broodje. Daarna vervolgen we de route richting Gent en ondanks tegenwind en zere knieën van Trudy komen we rond halfvijf in de stad Gent aan. Het grote probleem is hier om de jeugdherberg te vinden: wij komen vanuit het zuiden de stad binnen en de herberg ligt vrij noordelijk. Over vele kleine straatjes met kinderhoofdjes en tramrails komen we met rammelende vullingen bij de jeugdherberg aan. We nemen een verfrissende douche en gaan de stad in op zoek naar een etablissement om daar een avondmaal te gebruiken. We zien een aantal leuke gelegenheden, ze zijn echter allemaal dicht! We vragen ons af of woensdag de sluitingsdag van de Belgische horeca is. Dan zijn we opeens weer in een stuk van de stad waar we aan het begin van onze reis ook waren, namelijk de rosse buurt. We blijken dus de halve stad lopend doorkruist te hebben. Dat is niet onze bedoeling en uiteindelijk gaan we eten bij Finnegan’s, een Ierse pub waar we de pasta bestellen. Na dit heerlijke maal gaan we als afsluiting nog langs voor een toetje bij de veelgeprezen ijssalon van Gent: Venezia.

Donderdag 6 mei: Om kwart over acht vertrekken we uit de jeugdherberg. Om uit de stad te komen, zijn we even zoet en dat wordt ook bemoeilijkt door de heerlijke (…) kinderhoofdjes op de weg. Daarna volgen we om Gent heen de ringvaart, zo’n elf kilometer lang. In Merelbeke – het eerste dorp buiten Gent - aangekomen wil Trudy dringend aan de koffie, alleen alles wat we zien is dicht. Bovendien lijkt dit stadje op Wassenaar met allemaal dure huizen maar geld aan de openbare weg wordt er niet (veel) besteed: veel diepe kuilen en dikke plakken asfalt. In Melle vinden we Mellrose place waar we aan de koffie en thee kunnen gaan en de noodzakelijke sanitaire stops kunnen houden. Bij de bakker kopen we heerlijke puddingbroodjes die we naast de fietsen oppeuzelen. Verderop de route komen we langs familiepark Malter waar we wel een stenen dinosaurus en spelende kinderen zien maar waar de olifant van afgelopen vrijdag (toen we er ook langsfietsten) niet te zien is. We vroegen ons toen al af “waarom zou je naar Afrika gaan als je ook olifanten in België kunt tegenkomen?”. Met op de achtergrond fluitende vogels fietsen we de route van afgelopen vrijdag nu in tegengestelde richting dus weer naar Laarne en Zeveneken. Dit stuk gaat redelijk snel, al zijn we ook hier op een aantal punten weer bordjes kwijt. Dat betekent dus af en toe zoeken. In Zeveneken gaan we weer zitten voor de lunch op het bij ons inmiddels bekende bankje voor de kerk. Trudy haalt een lekker stokbrood bij de slager en Aniek haalt wat bij het frietkot. Na de lunch gaan we verder naar Wachtebeke en Overslag. Bij Overslag maken we een foto van de grenspaal (als herinnering voor Trudy, Aniek vindt het maar onzin) en even later staan we weer op Nederlandse bodem. Met een redelijk tempo fietsen we verder met af en toe een stopje om te drinken (en te roken voor Trudy). Om tien over halfvier zijn we weer terug bij in Lamswaarde. Tot nu toe hebben we totaal 482 kilometer gefietst. De vraag is nog of we over de 500 kilometer komen met het stukje van morgen erbij? (Uiteindelijk blijkt het nodig te zijn een rondje Willem Buytenweg te maken in Rotterdam: 499,1 kilometer is ook zo wat, toch?).