Een paar dagen terug kwam ik dit draadje tegen, dat in september 2010 was begonnen en in maart van dit jaar weer even was opgelaaid. Ik voegde er nog enkele foto's aan toe van situaties waarin ik blij was met mijn redelijk compacte fiets met 26 inch wielen. Dat had ik misschien niet moeten doen. Sindsdien is de discussie of fietsen met 28 inch wielen sneller zijn dan met 26 inch wielen weer losgebarsten. Ik citeer:
Ik denk dat fietsplezier zich niet laat vangen in technische discussies en soms beter te beschrijven is onder het kopje 'kletspraat'.
Zelf voldoe ik niet aan de norm die hierboven werd gesteld: mijn wielmaat is 26 inch, de afgelopen zomer heb ik nog op oude tractorbanden banden (Maraton XR!) gefietst, hing er minstens 25 kg bagage aan mijn fiets, wapperden mijn shirts vrolijk in de wind en werd mijn gps gevoed door een naafdynamo met een niet superlichte Zzing als buffer. Van mijn Rohloffnaaf hoop ik maar dat die geen al te slecht rendement heeft. Van mijn spiegelreflex camera weet ik zeker dat die te zwaar is. En wat helemaal erg is: Corrie neemt op al onze vakanties zelf ook nog een spiegelreflex mee; die weegt dan wel 200 gram minder dan de mijne, maar zij heeft ook nog een verrekijker in haar stuurtas om vogels te kunnen spotten; en ook zij heeft een gps + Zzing + naafdynamo. Daarnaast hebben we meestal nog een papieren kaart of fietsgids bij ons. Corrie vaak ook nog een papieren vogelgids, omdat ze daarin sneller vindt wat ze zoekt dan met de vogelapp op haar smartphone.
Om het nog een beetje goed te maken: in oktober fietsten we een week lang zonder tent, zonder voortassen en zaten er weer Big Apples op onze voorwielen. Maar nog altijd met 2 camera's, een dubbele gps + Zzing + naafdynamo en vrolijk wapperende windjacks.
Ik lees op dit forum vaak berichten van fietsers die direct lijken te voelen of ze een band met wat meer of wat minder rolweerstand om hun wielen hebben. Mij lukt dat niet. Bij tegenwind of heuvelopwaarts rollen alle banden voor mijn gevoel zwaar; met wind in de rug en heuvelafwaarts lijken ze allemaal licht te rollen. In IJsland, Noorwegen en Zuid Afrika reed ik op Marathon XR banden, op andere tochten zaten er meestal Big Apples om mijn wielen. De XR staat bekend als een tractorband en de Big Apple als lichtlopend. Toch had ik op asfaltwegen tijdens XR-tochten niet het gevoel dat ik moeizamer vooruit kwam dan op asfaltwegen tijdens Big Apple tochten.
Wat ik me wel herinner, zijn de verschillen tussen ligfietstochten en rechtopfietstochten. Tussen 2004 en 2008 heb ik 20 000 km per ligfiets afgelegd. Tegenwind en heuvelafwaarts ging liggend duidelijk sneller dan rechtop, maar heuvelopwaarts ging liggend een stuk trager dan rechtop. Ligfietsgoeroes verkondigen echter dat dit niet aan de ligfiets ligt (zie hier).
Dat ik kleine snelheidsverschillen slecht waarneem, kan te maken hebben met mijn manier van fietsen - of leven in het algemeen. Ik heb niks met sport, prestaties en snelheid. Naarmate ik ouder word ga ik steeds beter beseffen dat veel zien niet hetzelfde is als veel kilometers maken. Dertig jaar geleden reed ik nog regelmatig meer dan 180 km op een dag (op een Gazelle Tour de France met minstens 25 kg bagage), nu kom ik op een veel betere fiets nog maar zelden boven de 100 km. Ik zit nu wat vaker in een café of op een terras (dat paste vroeger niet in mijn budget), stop vaker om een bijzonder kunstwerk, een oud gebouw of een mooie tuin te bekijken en maak veel meer foto's. Dat verhoogt mijn fietsplezier meer dan het afleggen van een grotere dagafstand.
Een mooie uitdaging, zoals een Alpenpas, vind ik nog steeds leuk. Dan gaat het mij om het bedwingen van die col, en dat kan dan beter langzaam dan snel gebeuren. Tijdens een volbepakte beklimming van de Stelvio werden we regelmatig ingehaald door racefietsers. 'Respect!', riepen sommigen terwijl ze ons inhaalden. 'Knettergek', zullen andere mamils gedacht hebben bij het zien van onze bepakking.
Op hun manier zou de beklimming van de Stelvio voor mij een hel zijn geworden, terwijl dezelfde klim met meer dan 20 kg bagage en heel veel korte stops voor een slok water, een kop soep, een boterham, een mooi uitzicht, een leuk tafereel, een bijzonder vogeltje of een leuk gesprek voor mij een mooie uitdaging was die voor herhaling vatbaar is.
Op de onverharde Alpisella, Klammljoch en Mahlknechtjoch werden we ingehaald door een andere mamilsoort: de mountainbikers. Eentje kwam ons zelfs driemaal voorbij terwijl wij meer duwend dan fietsend omhoog kropen. Ook hij zal ons wel voor gek hebben verklaard.
Toch waren we 's avonds nog fit en vrolijk, en kostte het weinig moeite om te gaan koken en de tent op te zetten. We weten in ieder geval waar we aan beginnen en waar onze grenzen liggen.
Als ik dit lees, moet ik lachen en denk ik gelijk aan een fietser die we vorig jaar tegenkwamen tijdens de afdaling van de Stelvio (zie dit topic):bast1aan schreef:In mijn ervaring is idd bij lange afstanden verliesarm fietsen van belang, en bij korte ritten veel minder. De energie die je op zo'n dag kan leveren is meestal de bottleneck op fietsvakanties. Ofwel het verschil in doodmoe aankomen of nog puf hebben om vrolijk te koken, tent opzetten, avondactiviteit enz.
Verder gaat het ook om het totaalplaatje. Blijft het bij één factor zoals 26" vs 28" of ga je bij alles denken 'het is fietsvakantie dus ik hoef niet op te leten'. dan heb je namelijk al zo een totaalpakket van onnodig zwaar lopende banden, onnodige bagage, onnodig slecht gestroomlijnde fietstassen/kleding, energie wat je uit een naafdynamo haalt voor navigatie, continu verbruikende slechte naafdynamo, naafversnelling met slecht rendement, enz enz. Vaak is het toch bewustzijn van de factoren en de mentaliteit die van belang is.
De fiets van deze Brit voldeed helemaal aan de norm in het eerste citaat: grote wielen, snelle banden, strakke kleding, geen naafdynamo of naafversnelling en ook geen bagage. Maar van fietsplezier was bij hem weinig te bespeuren.keesswart schreef:Wanneer we de boomgrens weer bereiken, hebben we nog een korte picknick op een muurtje langs de weg. Daar zien we iemand met een racefiets onze kant op lopen. Zodra hij dichterbij komt, zien we dat hij op sokken loopt. Dan komt hij naar ons toe. Het blijkt een Brit te zijn.
'Is it far to the top?', vraagt hij.
'Wij waren er een half uur geleden. De andere kant op duurt wel een stuk langer', zeg ik. De Brit vertelt ons dat hij zijn fietsmaatjes kwijt is geraakt. Het was de bedoeling om in een dag heen en terug over de Stelvio te fietsen. Voor zijn vrienden was dat geen probleem. Die zijn nu vast al weer boven.
'But I am not a cyclist', verzucht hij. 'Op de fiets kwam ik niet meer vooruit, dus ben ik maar gaan lopen. Dat gaat niet op raceschoenen, dus heb ik die maar uitgetrokken. Vanaf de top kan ik weer fietsen, no problem.'
Corrie en ik kijken elkaar aan. We geloven niet dat hij de top vandaag nog gaat bereiken. Zeker niet op sokken.
'Drie of vier bochten verder is een hotel met een restaurant', zeg ik.
'Thank you for the information. Have a nice trip.' Met een stiff upper lip vervolgt de Brit zijn kruistocht op sokken.
Ik denk dat fietsplezier zich niet laat vangen in technische discussies en soms beter te beschrijven is onder het kopje 'kletspraat'.
Zelf voldoe ik niet aan de norm die hierboven werd gesteld: mijn wielmaat is 26 inch, de afgelopen zomer heb ik nog op oude tractorbanden banden (Maraton XR!) gefietst, hing er minstens 25 kg bagage aan mijn fiets, wapperden mijn shirts vrolijk in de wind en werd mijn gps gevoed door een naafdynamo met een niet superlichte Zzing als buffer. Van mijn Rohloffnaaf hoop ik maar dat die geen al te slecht rendement heeft. Van mijn spiegelreflex camera weet ik zeker dat die te zwaar is. En wat helemaal erg is: Corrie neemt op al onze vakanties zelf ook nog een spiegelreflex mee; die weegt dan wel 200 gram minder dan de mijne, maar zij heeft ook nog een verrekijker in haar stuurtas om vogels te kunnen spotten; en ook zij heeft een gps + Zzing + naafdynamo. Daarnaast hebben we meestal nog een papieren kaart of fietsgids bij ons. Corrie vaak ook nog een papieren vogelgids, omdat ze daarin sneller vindt wat ze zoekt dan met de vogelapp op haar smartphone.
Om het nog een beetje goed te maken: in oktober fietsten we een week lang zonder tent, zonder voortassen en zaten er weer Big Apples op onze voorwielen. Maar nog altijd met 2 camera's, een dubbele gps + Zzing + naafdynamo en vrolijk wapperende windjacks.
Ik lees op dit forum vaak berichten van fietsers die direct lijken te voelen of ze een band met wat meer of wat minder rolweerstand om hun wielen hebben. Mij lukt dat niet. Bij tegenwind of heuvelopwaarts rollen alle banden voor mijn gevoel zwaar; met wind in de rug en heuvelafwaarts lijken ze allemaal licht te rollen. In IJsland, Noorwegen en Zuid Afrika reed ik op Marathon XR banden, op andere tochten zaten er meestal Big Apples om mijn wielen. De XR staat bekend als een tractorband en de Big Apple als lichtlopend. Toch had ik op asfaltwegen tijdens XR-tochten niet het gevoel dat ik moeizamer vooruit kwam dan op asfaltwegen tijdens Big Apple tochten.
Wat ik me wel herinner, zijn de verschillen tussen ligfietstochten en rechtopfietstochten. Tussen 2004 en 2008 heb ik 20 000 km per ligfiets afgelegd. Tegenwind en heuvelafwaarts ging liggend duidelijk sneller dan rechtop, maar heuvelopwaarts ging liggend een stuk trager dan rechtop. Ligfietsgoeroes verkondigen echter dat dit niet aan de ligfiets ligt (zie hier).
Ook toen hadden we blijkbaar niet door hoe het hoort. Toch kwamen we zonder af te hoeven stappen liggend over de cols op Corsica en in de Pyreneeën. We haalden in de verste verte niet de dagafstanden van Waltertje, maar genoten wel van onze tochten.waltertje schreef:Klimmen op de ligfiets gaat heel goed, als je weet hoe het werkt.
Dat ik kleine snelheidsverschillen slecht waarneem, kan te maken hebben met mijn manier van fietsen - of leven in het algemeen. Ik heb niks met sport, prestaties en snelheid. Naarmate ik ouder word ga ik steeds beter beseffen dat veel zien niet hetzelfde is als veel kilometers maken. Dertig jaar geleden reed ik nog regelmatig meer dan 180 km op een dag (op een Gazelle Tour de France met minstens 25 kg bagage), nu kom ik op een veel betere fiets nog maar zelden boven de 100 km. Ik zit nu wat vaker in een café of op een terras (dat paste vroeger niet in mijn budget), stop vaker om een bijzonder kunstwerk, een oud gebouw of een mooie tuin te bekijken en maak veel meer foto's. Dat verhoogt mijn fietsplezier meer dan het afleggen van een grotere dagafstand.
Een mooie uitdaging, zoals een Alpenpas, vind ik nog steeds leuk. Dan gaat het mij om het bedwingen van die col, en dat kan dan beter langzaam dan snel gebeuren. Tijdens een volbepakte beklimming van de Stelvio werden we regelmatig ingehaald door racefietsers. 'Respect!', riepen sommigen terwijl ze ons inhaalden. 'Knettergek', zullen andere mamils gedacht hebben bij het zien van onze bepakking.
Op hun manier zou de beklimming van de Stelvio voor mij een hel zijn geworden, terwijl dezelfde klim met meer dan 20 kg bagage en heel veel korte stops voor een slok water, een kop soep, een boterham, een mooi uitzicht, een leuk tafereel, een bijzonder vogeltje of een leuk gesprek voor mij een mooie uitdaging was die voor herhaling vatbaar is.
Op de onverharde Alpisella, Klammljoch en Mahlknechtjoch werden we ingehaald door een andere mamilsoort: de mountainbikers. Eentje kwam ons zelfs driemaal voorbij terwijl wij meer duwend dan fietsend omhoog kropen. Ook hij zal ons wel voor gek hebben verklaard.
Toch waren we 's avonds nog fit en vrolijk, en kostte het weinig moeite om te gaan koken en de tent op te zetten. We weten in ieder geval waar we aan beginnen en waar onze grenzen liggen.