Gerard Monnik
Wereldreiziger in de jaren dertig/met de fiets naar de Orient
Uitgeverij Elmar
ISBN 90389 10460
Het is erg bijzonder om te lezen hoe ze vroeger op fietsreis gingen. Je kunt het geen fietsvakantie noemen want ze waren maanden op reis. Op een gewone fiets met een terugtraprem. Paar fietstasjes achterop en hup, gaan.
Geen Rohloff, geen lichtgewicht fietsen, geen waterdichte fietstassen en geen ademende kleding. Het is grappig om te zien (het boek bevat heel veel foto’s) dan de man gewoon met een stropdas op de fiets zit! Het is nauwelijks voor te stellen hoe ze hun spullen meenamen in die twee achtertasjes. En tel er dan nog de katoenen tent bij op! En geen digitale camera maar…
Heel voorzichtig deponeerde Toon een groot pak in de tas, waarin zich zijn apparatuur voor het ontwikkelen en afdrukken van de foto’s bevond. Hiervoor zou hij ’s nachts de tent als donkere kamer gebruiken.
Hij beschrijft zijn fietsreis naar de Oriënt. Eerst door Europa, oversteken naar Afrika en dan door naar Egypte. Het is leuk om te lezen, roept veel verwondering bij mij op, maar het komt toch erg geromantiseerd op mij over. Het reizen was toen geen sinecure. Gevaar lag overal op de loer. Als je in een ravijn stort, of je wordt beroofd en het leven erbij laat: geen haan die ernaar kraait.
Monnik beschrijft de ontmoetingen met de mensen die hij tegenkomt. Het landschap in het begin van de vorige eeuw en zijn problemen die hij onderweg ondervindt. Een deel gaat ook over zijn ontmoeting met zijn, dan nog aanstaande, vrouw. Soms is het wat gezocht en langdradig, Soms leest het teveel als en jongensboek. Naast de reisverhalen staan er nog een aantal verhalen die zijn vader heeft verteld.
De uiteindelijke indruk die bij me achterblijft is dat ik toch wel een fietswatje ben vergeleken met deze echte bikkels uit de pionierstijd van het vakantiefietsen. Kleine troost is dat Frank van Rijn eerder in mijn categorie zou vallen dan in hun groep.
Wereldreiziger in de jaren dertig/met de fiets naar de Orient
Uitgeverij Elmar
ISBN 90389 10460
Het is erg bijzonder om te lezen hoe ze vroeger op fietsreis gingen. Je kunt het geen fietsvakantie noemen want ze waren maanden op reis. Op een gewone fiets met een terugtraprem. Paar fietstasjes achterop en hup, gaan.
Geen Rohloff, geen lichtgewicht fietsen, geen waterdichte fietstassen en geen ademende kleding. Het is grappig om te zien (het boek bevat heel veel foto’s) dan de man gewoon met een stropdas op de fiets zit! Het is nauwelijks voor te stellen hoe ze hun spullen meenamen in die twee achtertasjes. En tel er dan nog de katoenen tent bij op! En geen digitale camera maar…
Heel voorzichtig deponeerde Toon een groot pak in de tas, waarin zich zijn apparatuur voor het ontwikkelen en afdrukken van de foto’s bevond. Hiervoor zou hij ’s nachts de tent als donkere kamer gebruiken.
Hij beschrijft zijn fietsreis naar de Oriënt. Eerst door Europa, oversteken naar Afrika en dan door naar Egypte. Het is leuk om te lezen, roept veel verwondering bij mij op, maar het komt toch erg geromantiseerd op mij over. Het reizen was toen geen sinecure. Gevaar lag overal op de loer. Als je in een ravijn stort, of je wordt beroofd en het leven erbij laat: geen haan die ernaar kraait.
Monnik beschrijft de ontmoetingen met de mensen die hij tegenkomt. Het landschap in het begin van de vorige eeuw en zijn problemen die hij onderweg ondervindt. Een deel gaat ook over zijn ontmoeting met zijn, dan nog aanstaande, vrouw. Soms is het wat gezocht en langdradig, Soms leest het teveel als en jongensboek. Naast de reisverhalen staan er nog een aantal verhalen die zijn vader heeft verteld.
De uiteindelijke indruk die bij me achterblijft is dat ik toch wel een fietswatje ben vergeleken met deze echte bikkels uit de pionierstijd van het vakantiefietsen. Kleine troost is dat Frank van Rijn eerder in mijn categorie zou vallen dan in hun groep.
