Vallei Rio Salienca, links buiten beeld Alto de La Farrapona, familie in zicht
Nationaal Park Somiedo
Aan de autorit ga ik niet veel woorden vuilmaken. Hittegolf - o.a. Bordeaux 42º. Maar als bij toverslag keerde het weer aan de Spaanse grens: regen en een temperatuurval naar 22º.
Onze eerste camping op Spaanse grond had ik hoog in de Baskische bergen gevonden via
Archie's campsite app. Ter plekke aangekomen bleek camping Lakiola in Legazpi al een heel tijdje dicht. Dan maar naast de camping gecampeerd. De Baskische buren waren heel vriendelijk, wij kregen onmiddelijk water en als we hadden gewild konden we direct meeëten. Het viel me weer op hoe steil Baskenland toch is, fietsers aldaar hebben mijn diepe respect.
Na een middagpauze aan de kust — Spaanse Keizerarend boven open zee! — zijn we in Pola de Somiedo aangekomen, het centrale dorp van Nationaal Park Somiedo. Mijn vrouw was er van overtuigd dat het ons niet zou lukken om te fietsen in berggebied, dus hadden we het bezoek aan natuurpark Somiedo gepland om rustig in te lopen.
De eerste fietstocht (zonder bagage) ging naar de Alto de La Farrapona, vanuit Pola de Somiedo (700m) dalen naar 600m en dan klimmen naar de Alto (hoogte) op 1700m. De tocht volgde de vallei van de Rio Salienca, de vallei was wonderschoon en de klim ging rustig. In ieder geval voor mij, de rest bleef achter maar dat is niet ongewoon, je klimt toch het beste op je eigen tempo. Na de gebruikelijke pauze(s) druppelden we terug samen. Het was wel raar dat mijn zoon eerst bij me was, verleden jaar was dochter steevast de tweede in rij. Mijn vrouw sloot zoals gewoonlijk af.
Zoon en vrouw deden alsof de wereld aan het vergaan was maar dat baarde me geen zorgen: het was warm en de zon scheen voluit. Mijn vrouw en zoon zijn warmte-intolerant, is het meer dan 25º dan hebben ze het lastig. Mijn dochter heeft daar geen last van, net als ik, maar wij kunnen dan weer niet goed tegen kou.
Bovenop de Alto de La Farrapona had ik meteen spijt dat we de bagage niet bijhadden. De weg liep aan de andere kant van de col verder als een onverharde piste die richting schilderachtige onbekende eindes voerde. In plaats van verder te trekken hebben we net als alle andere toeristen — die met de auto de col oprijden — een wandelingetje naar het dichtsbijzijnde meer gemaakt. Tijdens de wandeling begon het snel dicht te trekken en binnen het half uur hing het wolkendek op onze hoogte, het kan hier dus snel gaan.
Tijdens de afdaling kon ik het weggedrag van mijn "nieuwe" Giant Expedition observeren. Hij trackte recht, zonder handen ging perfect, geen shimmy, over- of onderstuur. Ook van de andere fietsen waren geen stukken gevlogen, missie geslaagd dus. Terug beneden deed het 100m-klimmmetje in de staart minder pijn dan verwacht. De eerste dag van meer dan 1000 hoogtemeters zat er op. Volgens de eTrex hadden we 50km en 1891 hoogtemeters gedaan.
De volgende dag moesten we verhuizen wegens een evenenment. De deelnemers en entourage hadden alle plaatsen op de camping van Pola de Somiedo geboekt. Dat evenement bleek een
Ultra Marathon van 89km met 10.000 hoogtemeters te zijn. Het verschil tussen zulke atleten en gewone stervelingen blijft mij verbazen, ik denk niet dat ik het fietsend zou bolwerken op verharde weg, laat staan lopend in de bergen. 10.000m is nog meer dan dat onnozele
everesting dat blijkbaar een ding is.
Camping Lagos de Someido
Gelukkig moesten we niet ver verhuizen, een beetje verder maar wel een pak hoger (1200m) is nog een camping genaamd Lagos de Somiedo. Deze camping ligt in Valle de Lago. De naamgeving in Somiedo is missschien niet zo duidelijk, ik zal proberen te helpen.
Een pola is een klein dorp. Pola de Somiedo is dus een klein dorp in Somiedo. Boven in de bergen, hoog boven Pola de Somiedo, liggen een aantal bergmeren, de Lagos de Somiedo. Tussen de Lagos de Somiedo en Pola de Somiedo ligt een vallei die Valle de Lago, Vallei van het Meer, noemt. Het uitgestrekte dorp in deze vallei heeft dezelfde naam, ook Valle de Lago dus, en de camping in dit dorp noemt Lagos de Somiedo omdat dit een catchy naam is. De rivier noemt Rio del Valle (Rivier van de Vallei) omdat die naam de lading dekt en het grootste meer noemt Lago del Valle (Meer van de Vallei) omdat dat een goede naam voor een meer is.
In ieder geval, 's voormiddags zijn we verhuisd naar Lagos de Somiedo, de camping. Voor de rest van de dag wou ik graag naar de Lagos van Somiedo, de meren, fietsen, maar één blik op het gezicht van mijn dochter leerde dat dat geen optie was. Geen probleem, de deal was wandelen of fietsen , wandelen dus.
We zijn dus in de Valle de Lago naar het Lago del Valle gewandeld en dan nog wat hoger geklommen in de bergen rond het meer. De wandeling was wondermooi, en het uitzicht vanaf de bergen nog beter. We hadden gerust nog wat hoger gekund, de kans zat er dik in dat we Alto de La Farrapano terug hadden kunnen bereiken, of toch minstens zien, maar een wolkendek op 1800m stak daar een stokje voor. Toch een zeer mooie wandeling, enig minpunt waren problemen met de eTrex maar dat bleek later
PEBKAC te zijn.
(17km, 860hm).
Lago del Valle en de Valle de Lago
's Nachts is het beginnnen regenen en dat is het tot 14u blijven doen. Geen probleem, de aanloop naar deze vakantie was zo hectisch dat we allemaal blij waren om een ochtend in de bar van de camping te zitten lezen.
Lagos de Somiedo, de camping, is trouwens een dikke aanrader; geen auto's op het kampeerterrein, campers apart, bar/restaurant en een micro-winkeltje. Niet supergoedkoop maar te doen. En minstens 3 interessante wandeltochten vanaf de camping.
's Namiddags zijn we te voet afgedaald — hoger klimmen had geen zin — naar Veigas, in de vallei van de Rio Salienca. Onderweg naar beneden kwamen we verschillende ultramarathonlopers tegen. In Veigas heeft een zeer vriendelijke dame ons in haar beste Frans een privé-rondleiding gegeven in het plaatselijke Ecomuseo. Terug klimmend naar de camping werden we regelmatig voorbijgestoken door lopers. Negenentachtig kilometer, 10.000 hoogtemeters, minstens 6 uur continu regen; wij hebben voor elke loper geapplaudiseerd. Ik kon mij voornamelijk terugvinden in de strompelende deelnemer die ons toevertrouwde "Es el infierno..."
(12km, 550hm)
Teito in Ecomuseo Somiedo, Veigas
De volgende dag moesten wij vroeg uit bed wegens afspraak voor beren-excursie met
Somiedo Experience. Nationaal Park Somiedo is één van laatste plaatsen in Spanje waar nog bruine beer voorkomt. Ik wist dat de kans klein was om überhaupt beer te zien (hoogzomer is niet het beste moment), maar wou toch minstens één poging gedaan hebben, dus vonden wij ons om 7u 's morgens terug in Pola de Somiedo. Ondanks uren kijken hebben we geen beer gezien, wel reeën en herten. Nadien nog een aangename excursie met gids Sofia. Zoals jullie uit
dit mooie promo-video-portret kunnen afleiden is het geen gewone dame; het grappigste vond ik haar fulminades op Spaanse chauffeurs die in haar ogen allemaal onverantwoord snel reden. (Wij zijn bijna sneller met de fiets dan zij in haar auto.)
Maar die ochtend kijkend naar een doodgewone valleiwand — beren zitten niet hoog — ging voor mij redelijk naar de essentie: wanneer ben je ergens geweest? — waarom kost het zoveel moeite (en geld) om stil te kunnen blijven zitten? — wannneer heb je gewoon gekeken en wanneer heb je iets gezien? — hoe komt het toch dat sommige mensen zoveel meer zien als ik naar hetzelfde ding kijk?
Dat laatste is een stomme frustratie, ik ben steevast de laatste om een dier of vogel te ontdekken. De sleutel is natuurlijk dat je altijd meer ontdekt hoe langer je kijkt, en, dat ervaring dubbel telt. Sofia zag als chauffeur — tijdens het rijden — reeën en gemzen die geen van ons terug kon vinden. Maar optische hulpmiddelen tellen evenzeer; ik ben twee dagen later om 7 uur 's ochtends naar dezelfde plek teruggekeerd, ik heb iets zien bewegen, maar slechts gewapend met mijn armoedige verrekijker kon ik er geen beer van maken, hoe graag ik ook gewild had. Het was wel dikker dan een hert of een ree...