HansvanderVeeke schreef:Volgens mij worden geen hoogtelijnen van een kaart gebruikt, maar bepaalt hij de hoogte aan de hand van de barometer of GPS.
Je zegt het zelf al (en ik hierboven ook): je (via het apparaat en wellicht de computer) gebruikt tenminste 2 meetmethodes, die allemaal op een andere manier tot stand komen.
Zonder een eindeloze discussie op gang te willen brengen, werkt GPS met een signaal van satellieten. Deze bevatten ook tijdinformatie. A.d.h.v. deze informatie kan de ontvanger bepalen hoe lang het signaal onderweg is geweest en dus hoe ver het apparaat zich van de satelliet bevindt. Door voorgeprogrammeerde info over de locaties van de satellieten gebeurt dit (of wellicht wordt dat ook meegezonden, dat weet ik even niet meer zeker. Feit is dat deze info bij de ontvanger bekend is). Zoals we van een driehoeksmeting weten (als je kaart-en-kompasvaardigheden voldoende zijn, hoewel daarin via een kruispeiling van slechts 2 oriëntatiepunten gebruik wordt gemaakt), kun je met 3 peilingen een driehoek bepalen waar je je in moet bevinden. Des te nauwkeuriger de peilingen, des te kleiner de driehoek. Om fouten te voorkómen en de driehoek nog nauwkeuriger te maken is een vierde peiling/berekening nodig. Dit allemaal 2-dimensionaal.
Om de hoogte te kunnen bepalen kan de GPS dan op de kaart kijken. Is er geen hoogte-informatie op de kaart aanwezig, dan kan een vijfde satelliet gebruikt worden, indien beschikbaar. Of de 4 die al berekend zijn, maar zoals gezegd, dat is al niet zo nauwkeurig in 2 dimensies. Een vijfde satelliet kan dus de 3e dimensie minder onnauwkeurig maken, maar het blijft behelpen.
Daar komt de barometrische hoogtemeter van pas. Vroeger mechanisch ('iedere x meters hoogte daalt/stijgt de luchtdruk met x mBar/hPa/etc.', hoewel dit
onnauwkeurig is, want niet lineair), tegenwoordig digitaal (zelfde principe, maar wellicht andere
meetnauwkeurigheid en sowieso een andere
afleesnauwkeurigheid. Daar zit een wezenlijk verschil tussen!). Dat is niets meer dan een barometer met een via een gemiddelde waarde omgerekende hoogteaanduiding. Deze kan dus ook eenvoudig afwijken, en flink ook. Als je 'm niet af-en-toe vertelt hoe hoog je daadwerkelijk zit (kaartgegevens, hoogteaanduidingen 'in het veld', etc.), zal 'ie altijd uitgaan van de laatst bekende waarde. Verandert de luchtdruk terwijl je op dezelfde hoogte bevindt, dan verandert volgens dat ding ook de hoogte. Stijgt de luchtdruk, dan daalt je hoogte en v.v. Vandaar dat Frank heel slim voor het slapen gaan de hoogte noteert en 's ochtend weer het apparaat instelt. So heb je in ieder geval een minder inconsistente weergave. (En je hebt gelijk een indicatie voor de weersveranderingen.)
Uiteindelijk blijkt uit praktijkervaringen dat de hoogtemeting via een barometrische hoogtemeter veel nauwkeuriger is dan hoogtemeting via satellieten. Daar was Op Pad al zeker 15 jaar geleden achter. (Misschien stond het zelfs al in het grote GPS-artikel in die ene editie in 1995, 19 jaar geleden...)
Enfin, zo zijn er dus 2 á 3 methoden. Eigenlijk aan elkaar geknoopte technieken, die het vrijwel nooit met elkaar eens zullen zijn. Ook niet op zeeniveau. Immers, het is niet vaak precies 1013,xxx hPa... Je kunt je voorstellen dat als 1 waarde al vele (tientallen) meters verschil op kan leveren, dit cumulatief nog veel meer kan zijn.