Additionally, paste this code immediately after the opening
tag:Bron: Trouw Digitale Krant, editie 15 februari 2006, pagina 29Trouw Digitale Krant schreef: Harry Wagenaar fietste vijf maanden in zijn eentje door Europa.
door Nicolien van Doorn
Eigenlijk is zijn boek bij toeval ontstaan, zegt Harry Wagenaar.
Hij had zijn baan opgezegd en was begonnen aan een maandenlange fietstocht door Europa.
Onderweg stuurde hij vanuit internetcafés regelmatig e-mails naar het thuisfront. „Toen ik na vijf maanden thuiskwam zeiden veel mensen dat ze zo van die mailtjes genoten hadden. Of ik daar n iet een boek van kon maken.”
Wagenaar (41) maakt al vanaf zijn achttiende lange fietstochten. „Elke vakantie fietste ik met een groepje door Europa, later deed ik dat met mijn vriendin Wanda. Het vervelende was alleen dat die vakanties maar drie of vier weken duurden.
Kwam ik net een beetje op gang, moest ik alweer naar huis.” Het verlangen om een keer eindeloos door te fietsen groeide. „Maar Wanda voelde daar niets voor. Zij is graag thuis, bij de familie en de katten.
Toch bleef het sudderen. Net zo lang tot Wanda zei: waarom gá je niet gewoon?”
Meer had Wagenaar niet nodig.
Hij diende zijn ontslag in, bond tent, kookgerei en kleding op zijn fiets en vertrok. Een reis voorbereiden doet hij niet, daar is hij het type niet voor. „Ik pak een atlas, zoek een beetje mooie gebieden uit en laat me verrassen.” En de conditie?
Moet hij niet trainen alvorens wekenlang berg-op berg-af te kunnen fietsen? Wagenaar haalt zijn schouders op: „Die conditie bouw ik onderweg wel op. In het begin van de reis is het inderdaad lastig, maar daar houd ik rekening mee. Dan fiets ik gewoon niet zoveel op een dag.”
Van zijn woonplaats Zaandam fietste hij via Duitsland en Oostenrijk naar Italië. Op Sicilië vloog Wanda naar hem toe en fietste drie weken met hem over het eiland.
Daarna ging hij weer alleen verder, naar Griekenland en Turkije. En vervolgens via Bulgarije, Roemenië, Slowakije, Tsjechië en Duitsland terug naar huis. Het voordeel van alleen fietsen, zegt hij, is dat hij zijn eigen tempo kan bepalen en met niemand rekening hoeft te houden. „Als ik met Wanda de bergen in ga, ben ik vaak al boven als zij nog aan het klimmen is.”
Vijf maanden in je eentje rondfietsen, is dat niet een ontzettend eenzame bedoening? Elfduizend kilometer, met als enige gesprekspartner de bakker en de campinghouder?
En af en toe een telefoontje naar huis? Wagenaar schudt zijn hoofd. Nee, als hij fietst heeft hij geen enkele behoefte aan gezelschap. „Ik wist van tevoren niet dat ik zo lang alleen kon zijn, maar ik heb gemerkt dat ik er geen probleem mee heb. En als ik af en toe zin heb in mensen om me heen, dan wissel ik mijn routine af. Dan zet ik de tent een keer niet op en ga in een hotel slapen.”
Het moeilijkste is niet de eenzaamheid, maar het thuiskomen. Na een maandenlange fietstocht valt het niet mee de draad weer op te pakken. Opnieuw een baan te zoeken.
In het gareel te lopen. „Na mijn reis door Europa ben ik weer gaan werken, maar dat werk beviel me niet. En ja, toen sloeg het reisvirus opnieuw toe.” Omdat de drempel om alles achter te laten en op de fiets te stappen steeds lager wordt, was de beslissing snel genomen. Hij nam ontslag en fietste naar West- Af r i k a .
Het leuke van fietsen, zegt Wagenaar, is dat het snel genoeg gaat om ergens te komen, maar langzaam genoeg om de omgeving te ervaren.
En dan bedoelt hij niet alleen het landschap, maar ook de mensen die er wonen. Nee, slechte ervaringen heeft hij nooit gehad. „Je voorkomt veel narigheid door niet overal beren op de weg te zien. Sommigen noemen dat naïef. Maar ik denk dat je ook wel naïef moet zijn als je zo’n eind gaat fietsen.”
Reizen is leerzaam, vindt hij.
„Vroeger had ik zekerheden en een mening. Maar nu weet ik de dingen steeds minder zeker. Ik heb gezien hoe arm mensen zijn, maar dat ze toch gelukkig kunnen zijn. Als ik dan zie hoe rijk en gejaagd wij zijn...” Wat hij ook geleerd heeft, is afzien. „Ik heb gemerkt dat ik met heel weinig toe kan. Als ik dan weer thuis ben kan ik me niet meer druk maken om materiële zaken. Ik ben acht jaar bezig geweest met verbouwen, het was heel belangrijk dat we een nieuwe keuken kregen. Nu interesseert dat me niet meer.”
Zijn volgende reis staat al in de steigers: hij wil weer door Oost-Europa fietsen. Tot het zover is troost hij zichzelf met een wijsheid die iemand hem ooit meegaf: „In Nederland kun je ook blijven reizen. Zolang je je maar blijft verbazen over alles en iedereen.”
Wie wat waar
Harry Wagenaar: Afstand. Vijf maanden op de fiets door Europa.
Uitgeverij Boekenplan. € 17,00.
ISBN 90 71794 95 4.
Het moeilijkste is niet de eenzaamheid maar het thuiskomen