Na alle lange technische discussies: per dag een fotootje waarom we ook al weer op de fiets stappen. Voor 2018 pleit ik voor meer foto's meer reisverhalen, meer avonturen....meer frisheid, minder zurigheid. Voel je vrij om mee te doen. Hopelijk kan dit weer een forum van betekenis voor wereld/vakantiefietsers met een passie voor reizen worden.
Oktober 2007, het westen van China
En jullie maar denken dat we altijd fietsen.
Nee hoor. Soms gaat het echt niet.
Combinatie van maandenlang onderweg zijn, slecht eten, slechte omstandigheden. Kou, regen. Weinig slaap en niet kunnen wassen. En dan doet het lichaam rare dingen.
Ik voel me kiplekker en ram omhoog. Lisette is een vaatdoek en heeft er behoorlijk de ziekte in. En dan is het fietsen op 4000 meter een moeizame bezigheid.
Af en toe stoppen om wat te eten, even uit te rusten en dan weer verder.
Vragen als 'waarom doen we dit ook al weer', liggen al achter ons. Die stellen we niet meer. Zonde van de tijd, het antwoord komt er nooit. Of liever, het antwoord ligt voor ons. Het volgende dorp met hopelijk warm eten.
En alleen dat al is het waard om omhoog te fietsen.
En terwijl ik omhoog trap hoor ik achter mij een hoop gelach en gegil.
Eerst een ronkende motor, dan een stel lachende Chinezen, dan een koe op een kar, een stuk touw en dan Lisette die mij stralend voorbij stuift.
Ik schiet in de lach. Maar denk ook, shit Lisette aan een touw. Wat als ze onderuit gaat?
Even later breekt het touw. Ik sprint vooruit, pak mijn camera waarna de mannen het touweuvel hebben verholpen en haar naar de top brengen. En leuk kiekje. Niet meer en niet minder. En een hele mooie ontmoeting in een anders zo desolaat landschap. En daarmee is gelijk nog een antwoord gekomen op de vraag waarom we dit ook al allemaal weer doen.
Oktober 2007, het westen van China
En jullie maar denken dat we altijd fietsen.
Nee hoor. Soms gaat het echt niet.
Combinatie van maandenlang onderweg zijn, slecht eten, slechte omstandigheden. Kou, regen. Weinig slaap en niet kunnen wassen. En dan doet het lichaam rare dingen.
Ik voel me kiplekker en ram omhoog. Lisette is een vaatdoek en heeft er behoorlijk de ziekte in. En dan is het fietsen op 4000 meter een moeizame bezigheid.
Af en toe stoppen om wat te eten, even uit te rusten en dan weer verder.
Vragen als 'waarom doen we dit ook al weer', liggen al achter ons. Die stellen we niet meer. Zonde van de tijd, het antwoord komt er nooit. Of liever, het antwoord ligt voor ons. Het volgende dorp met hopelijk warm eten.
En alleen dat al is het waard om omhoog te fietsen.
En terwijl ik omhoog trap hoor ik achter mij een hoop gelach en gegil.
Eerst een ronkende motor, dan een stel lachende Chinezen, dan een koe op een kar, een stuk touw en dan Lisette die mij stralend voorbij stuift.
Ik schiet in de lach. Maar denk ook, shit Lisette aan een touw. Wat als ze onderuit gaat?
Even later breekt het touw. Ik sprint vooruit, pak mijn camera waarna de mannen het touweuvel hebben verholpen en haar naar de top brengen. En leuk kiekje. Niet meer en niet minder. En een hele mooie ontmoeting in een anders zo desolaat landschap. En daarmee is gelijk nog een antwoord gekomen op de vraag waarom we dit ook al allemaal weer doen.