Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Tweemaal door de Alpen - Forum Wereldfietser

Tweemaal door de Alpen

Net weer thuis kijken we terug op een dikke maand fietsen in de Alpen. Eerst bijna 3 weken in de zomer, daarna nog 2 weken in oktober. Meer dan tien passen hebben we bedwongen, variërend van de mild hellende en sierlijk slingerende keienweg over de Sint Gotthard tot het gruwelijk steile grindpad over de Mahlknechtjoch. Bij temperaturen van 35 graden aan het Lago Maggiore (eind juni) tot minus 5 bovenop de Timmelsjoch (half oktober).
Eerst waren we niet eens van plan om in de Alpen te gaan fietsen. De zwanenzang van de City Night Line deed ons echter besluiten om dit jaar nog zoveel mogelijk nachten door te brengen in de mooie tweepersoons couchettes (met eigen douche en toilet!) die tot december nog dagelijks tussen Zürich/München en Amsterdam rijden.

De komende maand wil ik dagelijks een of twee foto's van een gefietste etappe laten zien. Het kaartje hieronder geeft een overzicht van de routes en de bedwongen passen: de roze lijn is de 900 km lange zomertocht van Andermatt naar Salzburg, de blauwe lijn is het rondje dat we in oktober vanuit Innsbruck hebben gedaan (500 km op de fiets, de rest per trein).

Afbeelding

Dag 1, 23 juni 2016: van Andermatt naar Chiggiogla (47 km; 710 m klimmen, 1440 m dalen)

Ons plan was om in Zürich op de fiets te stappen en een paar dagen later de eerste pas te bedwingen. Een hittegolf deed ons besluiten om in Zürich de trein naar het 1000 meter hoger gelegen Andermatt te nemen, zodat we direct aan de relatief koele helft van de Sint Gotthardpas konden beginnen. De eerste 9 km delen we de weg met het snelverkeer (voornamelijk toeristen, want het doorgaande verkeer rijdt sinds 1980 door de 17 km lange Gotthardtunnel). Daarna fietsen we verder naar boven over de oude pasweg uit 1830, die voor de postkoetsen was aangelegd en tot 1953 door al het wegverkeer is gebruikt.

Afbeelding

Tijdens de afdaling kunnen we deze keitjesweg blijven volgen, die nu als een van de mooiste fietsroutes in Zwitserland dienst doet. Terug naar de zomerhitte in Ticino: na elke haarspeldbocht wordt het een beetje warmer...

Afbeelding

wordt vervolgd
Ha Kees,

Mooi. Ik ben onder de indruk. Van de prestatie en de foto's. Kijk al uit naar de volgende edities.
Dag 2, 24 juni 2016: van Chiggiogla naar Vira (65 km; 195 m klimmen, 710 m dalen)

's Ochtends is het al warm, maar zolang we nog afdalen is dat geen probleem. In Bellinzona vinden we een schaduwrijk pleintje om te lunchen. Daarna is er geen ontkomen meer aan: meer dan 30 graden in de schaduw, ver boven de 40 in de zon. Zelfs Corrie, die van zomerse temperaturen houdt, vindt het best wel warm. Mijn comfort zone eindigt al bij 25 graden, dus ik hap nu naar lucht.
We waren van plan om naar het Meer van Lugano te fietsen. Dan zouden we eerst nog een stuk moeten klimmen, ruim 300 meter. Vandaag is dat echt geen optie. Dus blijven we in het dal en eindigen we bij een ander meer, het Lago Maggiore.
We stoppen bij camping Bellavista, een kleine camping met een mooi leeg tentenveldje pal aan het water. Een vriendelijke Nederlandse vrouw ontvangt ons bij de receptie. "Jullie treffen het: vandaag is het nog laagseizoen". En even later: "Dat is dan 46 frank." Oftewel 42,51 euro. Voor ons is dit de duurste camping waar we ooit hebben gebivakkeerd. Maar doorfietsen naar de volgende camping, 18 km verderop in Italië, waar we misschien wel tussen de campers moeten staan, lijkt ons nu geen goed idee.
Even later liggen we in het water. Een paar uur later zetten we de tent op. Slaapzakken zullen we deze nacht niet nodig hebben.

Afbeelding

wordt vervolgd
Mooi hoor. Dure camping inderdaad! Wel onbetaalbaar uitzicht :wink:
Die steentjesweg over de Gotthard is helemaal niet zo oud. Hij dateert ongeveer van 1940. Voor de tijd had de weg een Naturbelag, waarschijnlijk een betere ondergrond voor paarden. Zie het schilderij Gotthardpost van Rudolf Koller uit 1873.

Afbeelding
Mooie route Kees. Wij kijken uit naar je volgende verslagen!


Ben @ Ingrid
Waar zit de Like knop?
Nice :D :D :lol: :lol: :lol:
Wat prachtig, Kees!
Dag 3, 25 juni 2016: van Vira naar Porlezza (75 km; 555 m klimmen, 465 m dalen)

's Ochtends vroeg wordt de hitte door een knallend onweer verdreven. We fietsen over typisch Italiaanse wegen, waar iets teveel auto's en motoren met iets teveel temperament voorbij scheuren, van het Lago Maggiore naar het meer van Lugano. Over bewegwijzerde fietsroutes bereiken we het centrum van Lugano. Daarna proberen we een lange drukke tunnel te omzeilen door een voetpad langs het meer te volgen. Dat lukt, al moeten we wel een paar keer met de fietsen een lange trap op.

Afbeelding

We eindigen aan de Italiaanse kant van het meer op camping La Sbianca bij Porlezza. Daar mogen we voor 15 euro bivakkeren op een sjofel terrein met veel hutjes, boomwortels en een groezelig strandje met het mooie uitzicht op de foto hieronder. De muziek van de naastgelegen camping International Sport krijgen we er gratis bij. (De volgende ochtend rijden we nog geen 5 km verder langs een paar campings die er vanaf het fietspad aantrekkelijker uitzien (Costa Azurra en Ranocchio).

Afbeelding

wordt vervolgd
Dag 4, 26 juni 2016: van Porlezza naar Chiavenna (67 km; 510 m klimmen, 445 m dalen)

Bij Menaggio steken we het Comomeer over.

Afbeelding

Langs de niet zo drukke oostoever van dit meer rijden we noordwaarts naar het veel kleinere Lago di Mezzola. Daar begint een fietspad dat naar de Zwitserse grens loopt, de Ciclabile Val Chiavenna. Dit pad wordt ook gebruikt door fietsers die de route van Paul Benjaminse naar Rome volgen. Romegangers zullen hier in een aangenaam tempo de Alpen uitfietsen. Wij gaan echter de andere kant op en ervaren deze kaarsrechte fietssnelweg als een gebed zonder end. De combinatie van vals plat en plakkerig weer zorgt ervoor dat ik deze kilometers als een loden last ervaar. Het lood zit niet alleen in de benen, het kleurt ook de lucht en de langzaam dichterbij komende bergen.

Afbeelding

We waren van plan om iets voorbij Chiavenna de tent op te zetten, op een camping naast de Acqua Fraggia waterval. Vlak voor Chiavenna begint het echter keihard te regenen. Kamperen bij een waterval lijkt nu niet zo'n goed idee meer. We stoppen bij een comfortabel droog hotel.

wordt vervolgd
Dag 5, 27 juni 2016: van Chiavenna naar Maloja (38 km; 1550 m klimmen, 90 m dalen)

's Ochtends rijden we allereerst naar het waterspektakel van Acqua Fraggia. Dat valt niet tegen.

Afbeelding

Corrie fietst een extra rondje door de regenboog.

Afbeelding

Na de waterval rijden we nog 6 km langs de autovrije Ciclabile Val Chiavenna, maar na de Zwitserse grens is het uit met de pret. Het fietspad gaat daar niet verder. Toch lukt het ons ook hierna nog redelijk vaak om bospaden en grindwegen te volgen waarmee we de de drukke doorgaande weg zoveel mogelijk kunnen vermijden. De verkeersluwe alternatieven gaan wel wat meer op en neer, maar die extra hoogtemeters nemen we voor lief zolang het niet te gek wordt.

Afbeelding

Langzaam maar zeker naderen we de Malojapas. Daar zijn geen fietsbare bospadalternatieven, dus moeten we de grote weg volgen, waar de avondspits inmiddels op gang is gekomen. Gelukkig rijden de meeste auto's ons nu bergafwaarts tegemoet, zodat de drukte op onze rijbaan meevalt. Het grote aantal Italiaanse nummerborden verraadt dat veel bewoners uit de vallei van Chiavenna werken in de buurt van Sankt Moritz. Van een Zwitsers loon kun je in Italië prima rondkomen.
De Malojapas is een brede asfaltweg die niet boven de boomgrens uitkomt. Na de klim volgt ook geen afdaling. Het echte Alpenpasgevoel missen we hier, maar we zijn wel blij dat we nu weer echt in de bergen zijn. Aan de snel dalende temperatuur merken we dat het hier een stuk hoger is dan langs de merenroute van de afgelopen dagen. Op de camping van Maloja trekken we voor het eerst op deze tocht lange broeken en thermojacks aan.

wordt vervolgd
Dag 6, 28 juni 2016: van Maloja naar Livigno (50 km; 820 m klimmen, 950 m dalen)

Tussen Maloja en Sankt Moritz ligt een prachtig breed dal, dat in koudere tijden door gletschers is gevormd. In dit dal ligt een keten van meren, omringd door besneeuwde bergen. We fietsen over dezelfde paden waar we drie maanden terug nog met langlaufski's overheen zijn gegaan.

Afbeelding

We mijden de grote weg naar de Berninapas en fietsen over redelijk berijdbare grindpaden naar de stervende Morteratschgletsjer, die goed laat zien hoe het klimaat verandert: in de zomer smelt er meer ijs weg dan er in de winter aangroeit. Bordjes langs het pad geven aan hoever de gletsjertong zich nog niet zo heel lang geleden uitstrekte. Waar honderd jaar terug nog ijs lag, beginnen nu al bomen te groeien.

Afbeelding

Hierna reizen we een stukje met de trein. Dat scheelt 10 km fietsen en 400 m klimmen langs een drukke weg. Vanaf de Berninapas fietsen we ruim 250 m naar beneden en klimmen dan weer bijna evenveel omhoog naar de Forcola di Livigno, waar we Italië weer binnenrijden. (Bikepackers en MTB-ers kunnen hier ook het pad door de Val da Fain via Alp la Stretta en de Passo del Fieno nemen: vast nog veel mooier dan de asfaltweg, maar je moet wel weten waar je aan begint).

Afbeelding

Zo scoren we twee 2300-plussers op een middag, terwijl we maar half zoveel hoeven te klimmen als een dag eerder. Morgen willen we wat ruigers gaan doen: de onverharde Alpisella.

wordt vervolgd
De camping in Maloja was een van onze favorieten, hoewel zelfs midden in de zomer 's nachts flink koud. We werden 's morgens wakker van het ijskrabben op een autoruit. De kinderen hebben het nog over de pizza.
Die meertjes worden niet voor niets ijsmeertjes genoemd. Zelfs in een goede zomer wordt het water daar niet warmer dan 16 graden, tenminste in de jaren 70 toen wij daar tijdens een zomervakantie bij mijn oom op bezoek waren. Hier wil midden in de zomer ook nog wel eens sneeuw vallen, je zit dan ook al aardig hoog.
Dag 7, 29 juni 2016: van Livigno naar Bormio (49 km; 580 m klimmen, 1290 m dalen)

De vallei van Livigno is sinds 1840 een belastingvrije zone. De toenmalige staat (Oostenrijk-Hongarije) kende die status toe om te bereiken dat deze koude, hooggelegen uithoek bewoond bleef, zodat dit dal geen niemandsland zou worden. Later werd de belastingvrijdom door Italië en de Europese Unie bestendigd. Vandaag de dag is Livigno een kilometers lange straat met moderne nepchalets die onderdak bieden aan taxfree winkels en outlet stores. Een fatsoenlijke bakker of een sfeervolle plek om cappuccino te drinken, vinden we hier niet. Voor koffie kun je het beste doorfietsen naar Ristoro Alpisella, dat aan het fietspad langs het stuwmeer ten noorden van het dorp ligt.
Vandaag willen we doorfietsen naar Bormio. Dat kan heel goed via de Passo dell'Eira en de Passo del Foscagno, maar die moeten we dan wel weer delen met Italianen die in of op hun macchina voorbijscheuren. Op de Michelinkaart staat ook een stippellijn door de Val Alpisella naar de Passo di Fraele, waarvandaan een verharde weg naar Bormio leidt. Volgens de openfietsmap is dit een MTB-route. En volgens dit filmpje is het een redelijk beschaafde grindweg door een schitterend landschap. We gaan dit gewoon proberen!
Vanaf het stuwmeer bij Ristoro Alpisella gaat de beuk erin. Mountainbikers zoeven ons voorbij terwijl we deels trappend, deels duwend, onze fietsen door de haarspeldbochten manoeuvreren.

Afbeelding

Tot aan de boomgrens blijft dit een steil pad met een hellingpercentage van circa 10 procent. Daarna wordt het een mild hellende, goed befietsbare grindweg met een schitterend uitzicht op de omringende bergen.

Afbeelding

Afbeelding

De afdaling is weer een uitdaging. Het steile pad vol kuilen, hobbels en los grind vergt het uiterste van onze bepakte fietsen met asfaltbanden (Big Apples) (oplettende lezers zal het niet zijn ontgaan dat we voor deze berggeitentocht niet bepaald licht bepakt waren: dat gaan we op onze tweede Alpentocht in oktober anders aanpakken). Ver voor de bochten knijpen we al in de remmen om alles onder controle te houden. Ervaren mountainbikers met tractorbanden stuiteren ons wederom voorbij.
Grof grind wordt fijn grind, fijn grind wordt asfalt. We fietsen langs een groot stuwmeer, dat 's winters een miniatuurwoestijn is maar nu langzaam weer volloopt met smeltwater van de omringende bergtoppen.

Afbeelding

Na twee middeleeuwse stenen wachttorens volgt nog een heerlijke afdaling over de Passo Torri di Fraele. Lekker freewheelend zakken we de bewoonde wereld weer in.

Afbeelding

wordt vervolgd
Mooi hoor Kees.
Ik lees en kijk met plezier elke aflevering.
In 2013 over de weg van Bormio naar Livigno gefietst en inderdaad de italianen reden de vouw uit mijn denkbeeldige broek. Jammer dat ik het alternatief heb gemist!
Dag 8, 1 juli 2016: van Bormio naar Bagni Vecchi (7 km; 270 m klimmen, 25 m dalen)

In Bormio willen we natuurlijk verder over de ultieme alpenpas, de 2758 m hoge Passo dello Stelvio (in het Duits: Stilfser Joch). Onze beenspieren zijn nu echter toe aan een rustdag. Bovendien is het vandaag geen stralend weer. Af en toe valt er een spatje regen. En wat hier een spatje is, kan daarboven een flinke vlok zijn of - erger nog - dichte mist. Morgen wordt veel beter weer verwacht, dus doen we het vandaag rustig aan. Bormio is een kuuroord met een sfeervolle binnenstad. Eerst gaan we naar een wasserette. Dan drinken we op het Piazza Cavour koffie bij een pasticceria en maken we een goed plan voor de rest van de dag.

Afbeelding

In Bormio zelf is geen camping. De dichtstbijzijnde campings zijn enkele kilometers de verkeerde kant op. De goede kant op, een paar honderd meter bergopwaarts aan de voet van de Stelviopas, is een oud kuurhotel: Bagni Vecchi. Omringd door warme bronnen, die de Romeinen al kenden. Er is nog een kamer beschikbaar. Niet goedkoop, maar wel een perfecte plek om ons mentaal voor te bereiden op de pas der passen. Voor het hotel is zowaar een fietsenstalling, al zullen de meeste gasten - variërend van Britse pensionado's tot Russische maffiosi - hier met een ander transportmiddel arriveren. Voorzien van teenslippers en badjassen gaan we van bad naar bad in de kelders en tuinen van het hotel.

Afbeelding

wordt vervolgd

Morgenochtend een extra lange aflevering over de Stelviopas.
Dag 9, 1 juli 2016: van Bagni Vecchi naar Prad (45 km; 1350 m klimmen, 1870 m dalen)

Zodra we op weg naar de Stelviopas zijn, worden van van alle kanten ingehaald door auto's, motoren, racefietsers en mountainbikers. In de vele korte tunnels lijken de echo's van ronkende motoren overal vandaan de komen. Niet eerder heb ik op een dag zoveel motoren voorbij zien scheuren.

Afbeelding

Ook de oldtimercub is er vandaag bij.

Afbeelding

Maar ook aan racefietsers is geen gebrek. Minstens de helft lijkt uit Nederland te komen. 'Respect', mompelt een enkeling bij het zien van onze bagage. Op tientallen shirts is te lezen dat ze uit Poeldijk komen. Op het terras waar we koffie drinken, is plat Poeldijks vandaag de voertaal. Men wil weten welke passen we al gefietst hebben. Bij het noemen van de Gotthard, Maloja, Bernina, en Forcolo di Livigno wordt instemmend geknikt. Van de Alpisella heeft men in Poeldijk echter nog nooit gehoord. 'Dat is een grindpad', leg ik uit. 'Helemaal autovrij, maar je hebt er wel dikkere banden nodig. We doen ook niet meer dan één col per dag.' Aan de blikken van de Poeldijkse racers is te zien dat ze ons nu nog gekker vinden dan ze al dachten.

Afbeelding

Onderweg komen we langs gebouwen die hier tijdens de Eerste Wereldoorlog neer zijn gezet. In 1915 liet Italië zich overhalen om een grensoorlog tegen Oostenrijk te beginnen. Ook hier was het resultaat een lange lijst gesneuvelde soldaten.

Afbeelding

Kort voor de top slaan we een zijweg in. Slechts een paar honderd meter verder, zonder noemenswaardig hoogteverschil, ligt de Umbrailpas op de Zwitserse grens. Die kunnen we nu ook afvinken.

Afbeelding

Net over de grens is een restaurant, waar we voor onze laatste Zwitserse franken twee borden stevige soep kunnen krijgen. Aan de overkant van de weg vormen metalen silhouetten van frontsoldaten een monument voor de koude oorlog die de Eerste Wereldoorlog voor Zwitserland was. Hoewel het land zich neutraal opstelde, werden veel Zwitserse troepen de bergen ingestuurd om de grens bewaken. Die sneuvelden niet in gevechten, maar wel door kou, uitputting, lawines en blikseminslagen. (Zie hier en hier)

Afbeelding

Resten van ingestorte loopgraven zijn nog goed zichtbaar. Als ik de Frontlijnroute nog eens door zou willen trekken, zou die hierlangs moeten lopen. Al denk ik dat er maar weinig fietsers zijn die een fascinatie voor geschiedenis weten te koppelen aan de ambitie om de Stelvio te bedwingen. Sterker nog, wie echt wat wil zien van de honderd jaar oude frontlinies in de Alpen, moet het asfalt verlaten en de onverharde militaire wegen uit die tijd gaan volgen.

Afbeelding

Er rest nog 250 m klimmen tussen de Umbrailpas en de Stelvio en dat zijn best wel zware meters.

Afbeelding

Afbeelding

We wisten al dat de Stelviopas niet geheel vrij is van enige bedrijvigheid, maar de kermis die we hier nu aantreffen doet niet onder voor Volendam! Auto's, motoren, fietsen en wandelaars versperren elkaar de doorgang tussen kramen met toeristenmeuk: T-shirts, petten, koekoeksklokken en knuffelmarmotten waar muziek uitkomt.

Afbeelding

Afbeelding

We lopen een stukje naar boven, waar we het commerciële slagveld comfortabel kunnen overzien.

Afbeelding

Gelukkig is er ook nog dat ene terras met uitzicht op het dal waar we straks omlaag rijden.

Afbeelding

Om vijf uur beginnen we aan de afdaling. Het is dan al een stuk rustiger op de weg geworden. Nu komt het mooie stuk met de 48 haarspeldbochten, die doen denken aan de afdaling van de oude Sint Gotthard, inmiddels een dikke week geleden.

Afbeelding

Afbeelding

Wanneer we de boomgrens weer bereiken, hebben we nog een korte picknick op een muurtje langs de weg. Daar zien we iemand met een racefiets onze kant op lopen. Zodra hij dichterbij komt, zien we dat hij op sokken loopt. Dan komt hij naar ons toe. Het blijkt een Brit te zijn.
'Is it far to the top?', vraagt hij.
'Wij waren er een half uur geleden. De andere kant op duurt wel een stuk langer', zeg ik. De Brit vertelt ons dat hij zijn fietsmaatjes kwijt is geraakt. Het was de bedoeling om in een dag heen en terug over de Stelvio te fietsen. Voor zijn vrienden was dat geen probleem. Die zijn nu vast al weer boven.
'But I am not a cyclist', verzucht hij. 'Op de fiets kwam ik niet meer vooruit, dus ben ik maar gaan lopen. Dat gaat niet op raceschoenen, dus heb ik die maar uitgetrokken. Vanaf de top kan ik weer fietsen, no problem.'
Corrie en ik kijken elkaar aan. We geloven niet dat hij de top vandaag nog gaat bereiken. Zeker niet op sokken.
'Drie of vier bochten verder is een hotel met een restaurant', zeg ik.
'Thank you for the information. Have a nice trip.' Met een stiff upper lip vervolgt de Brit zijn kruistocht op sokken.

wordt vervolgd