Vorige week deed ik een 5 daags tochtje met een 100 km daggemiddelde en een temperatuur welke varieerde tussen 25° en 32°. Het belangrijkste wat ik toen heb geleerd is dat je (voortdurend) veel, echt véél moet drinken, gewoon water. Eenmaal ging ik bijna volledig onderuit, gebeurt natuurlijk op zo’n smerige smalle helling met daarnaast een roestig hekwerk en een afgrond. Ik voelde het te laat aankomen, begon namelijk in mijn benen te trillen, lichtelijk zwart werd het voor mijn ogen, vergat dat mijn voeten in clicks zaten en viel gelukkig tegen het hekwerk. Krijg met trillende handen de waterbidon nog aan mijn mond, bleef echter leunen tegen het hekwerk. Valt ook nog die bidon in de diepte en krijg vervolgens met trillende handen amper de grote sigg fles uit de bidonhouder. Vervolgens weet je niet hoe snel je druivensuikerpilletjes moet pakken, een paar biscuits eten en véél water. Langzaam gaat het dan weer goed. Wat kan een fietser zich dan beroerd voelen.
Hierdoor wel geleerd: regelmatig drinken en eten.
Frits


Hierdoor wel geleerd: regelmatig drinken en eten.
Frits