Een leuk dagtochtje op fiets in Duitsland
Geplaatst: di 05 mei, 2009 12:13
Zaterdag 2 mei j.l. was ik op fietstocht in zuidelijk Ostfriesland en noordelijk Emsland, niet ver over de Duitse grens. Gestoken in mijn wielerkleding in Rabobank-kleuren en de fietshelm op m’n hoofd, voelde ik helemaal in mijn element als fietsliefhebber.
Ik nam de trein van Baflo naar Nieuweschans. Prijs € 19,70 retour plus € 6,– voor de fiets. Bij mij thuis was het behoorlijk koud en mistig, maar in stad Groningen was het helder en bewolkt, totdat de zon voorbij Hoogezand-Sappemeer weer volop scheen.
Bij het station van Nieuweschans staat de allerlaatste halfronde locomotievenloods van Nederland, waarvan de draaischijf nog onder de grond moet liggen. Er tegenover een plompe vierkante graansilo, hét herkenningspunt van Nieuweschans in een saai, vlak landschap. De brug boven het kanaal naar Nieuw-Statenzijl over en dan linksaf de Europaweg in. Kort daarna is er een klein klapbruggetje over een sloot, die de Duitse grens markeert. Géén meter de grens over of er gaat een NL-bordje achterop mijn fiets, een vaste gewoonte die ik al sinds 1981 hanteer. Dit bruggetje maakt deel uit van de LF 10-fietsroute, welke in het Zeeuwse Sluis begint en op zijn beurt weer deel uitmaakt van de lange fietskustroute van Brest in Frankrijk naar Szczeccin in Polen. Dit nieuwe toeristische fietspad naar Bunde loopt naast de spoorlijn richting Leer. Als molenliefhebber wilde ik ook een aantal Duitse molens bekijken. Ik ben in 1983 als molenaar opgeleid in Spetzerfehn bij Aurich en beschikt dus over een Duitse molenaarsdiploma.
In Bunde aangekomen (11.40 uur) ging ik iets kopen en vanuit de vijf kerken in het dorp klonk klokkengelui, dat tot 12.10 uur duurde. Geen idee waarom het zo lang duurde. Met mijn digitale camera heb ik het geluid van de kerkklokken opgenomen. Bij de draaiende Huisinga’s Mühle in Bunde aangekomen, deed de molenaar zojuist de deur op slot. Ik liep snel achter hem aan, maar de openingstijden waren hier strikt, geen uitzondering voor andere molenliefhebbers. Helaas. Na een paar foto’s nemen verder fietsen naar Möhlenwarf, waar een (bewoonde) molen staat. De zon scheen zo krachtig dat ik straks rode armen van kreeg.
In Weener wilde ik de plaats waar de molen Sterrenberg heeft gestaan wel eens zien. Hij is in 1977 naar het Drentse dorp Nijeveen bij Meppel overgeplaatst. Op oude ansichten bleken er zelfs twee molens dicht bij elkaar bij de kop van de haven te staan! De plek waar de Sterrenberg heeft gestaan, heb ik gevonden. Is Weener een interessant stadje met talrijke historische panden, ligt hier een spuuglelijke parkeerplaats voor vrachtwagens! Hier realiseerde ik me pas goed dat deze molen eigenlijk niet uit Weener verschwunden had moeten worden (excuses aan Nijeveen). Doodzonde, twee molens zo dicht bij elkaar vanaf het water gezien moet het een prachtig gezicht zijn geweest, zoiets als in Weesp of Winsum! Wanneer de noordelijke molen is verdwenen, weet ik nog niet.
Net buiten Weener ligt de fraaie spoorbrug Friesenbrücke, die ik ook wilde fotograferen. Het is een zogenaamde Rollbahnbrücke, gebouwd in 1926. Er is ook een fietspad aanwezig richting Leer. Voor het laten passeren van de nieuwe oceaanreuzen uit Meyer Werft wordt echter een middenstuk uit de brug middels drijvende bokken gehesen, waarvan men de groene hulpstukken bovenop de brug goed kunt zien.
De fietstocht ging verder langs de dijk van de Ems naar Papenburg, de betonnen boogbrug over en het fietspad loopt rakelings langs Meyer Werft. Twee enorme werfhallen domineren het landschap. Hier worden de grootste cruiseschepen ter wereld gebouwd. Nog nooit heb ik enorme schuifdeuren gezien, zeker meer dan 60 meter hoog.
De stad Papenburg ligt in het noordelijke Emsland en direct tegen Ost-Friesland aan. Veel herinnert hier aan de tijd van de turfwinning en de scheepvaart. 40 kilometer kanalen met romantische klap- en draaibruggen en voor anker liggende zeilschepen verlenen Papenburg een heel bijzondere charme. Historische gebouwen, goed onderhouden en liefdevol gerestaureerd, sieren het straatbeeld. Na wat zoeken vond ik de Meyers Mühle, die opengesteld was. Na het bezichtigen van de molen kocht ik hier twee „ofenfrische Mühlenbroten” voor thuis, ze ruiken echt heerlijk! Alleen de eerste vier dagen van iedere maand zijn ze verkrijgbaar. Bij de molen ontmoette ik een groepje wielrenners, die ik later in Nieuweschans opnieuw tegen ben gekomen!
Daarna gefietst door het gezellige centrum en na een knik van het kanaal vond ik de merkwaardige rechtsomdraaiende Thuiner Bockwindmühle. Molens hebben normaal gesproken wieken, die altijd tegen de klok draaien.
Vanuit een telefooncel vergeefs naar m’n vrouw gebeld dat het goed met me ging, maar zij zat achteraf gebleken in de tuin (wij hebben n.l. een vaste bakelieten telefoon met draaischijf). Het werd stilaan tijd om terug naar Nieuweschans te fietsen, via Stapelmoor. Buiten Papenburg kwamen zware wolken opzetten en ging de wind naar NW ruimen, terwijl het kouder werd. Mijn jas aangetrokken. Ik had de wind dus vol tegen! Al met al is het anderhalf uur trappen naar Nieuweschans, inclusief een picknick (mijn maag moest ook wat) en foto’s maken van de Zandeweer-achtige kerktoren, het oude steenhuis uit 1429 en de molen van Stapelmoor. Totaal 75 kilometer en 150 meter heb ik gefietst, heel voldaan en roodverbrand thuis gekomen! Veel kijkplezier!
http://www.mijnalbum.nl/Album=WGIGDB8Z
(klik op het zwarte pijltje rechtsonder voor de volgende foto en de bijbehorende teksten staan links van de foto’s)
Ik nam de trein van Baflo naar Nieuweschans. Prijs € 19,70 retour plus € 6,– voor de fiets. Bij mij thuis was het behoorlijk koud en mistig, maar in stad Groningen was het helder en bewolkt, totdat de zon voorbij Hoogezand-Sappemeer weer volop scheen.
Bij het station van Nieuweschans staat de allerlaatste halfronde locomotievenloods van Nederland, waarvan de draaischijf nog onder de grond moet liggen. Er tegenover een plompe vierkante graansilo, hét herkenningspunt van Nieuweschans in een saai, vlak landschap. De brug boven het kanaal naar Nieuw-Statenzijl over en dan linksaf de Europaweg in. Kort daarna is er een klein klapbruggetje over een sloot, die de Duitse grens markeert. Géén meter de grens over of er gaat een NL-bordje achterop mijn fiets, een vaste gewoonte die ik al sinds 1981 hanteer. Dit bruggetje maakt deel uit van de LF 10-fietsroute, welke in het Zeeuwse Sluis begint en op zijn beurt weer deel uitmaakt van de lange fietskustroute van Brest in Frankrijk naar Szczeccin in Polen. Dit nieuwe toeristische fietspad naar Bunde loopt naast de spoorlijn richting Leer. Als molenliefhebber wilde ik ook een aantal Duitse molens bekijken. Ik ben in 1983 als molenaar opgeleid in Spetzerfehn bij Aurich en beschikt dus over een Duitse molenaarsdiploma.
In Bunde aangekomen (11.40 uur) ging ik iets kopen en vanuit de vijf kerken in het dorp klonk klokkengelui, dat tot 12.10 uur duurde. Geen idee waarom het zo lang duurde. Met mijn digitale camera heb ik het geluid van de kerkklokken opgenomen. Bij de draaiende Huisinga’s Mühle in Bunde aangekomen, deed de molenaar zojuist de deur op slot. Ik liep snel achter hem aan, maar de openingstijden waren hier strikt, geen uitzondering voor andere molenliefhebbers. Helaas. Na een paar foto’s nemen verder fietsen naar Möhlenwarf, waar een (bewoonde) molen staat. De zon scheen zo krachtig dat ik straks rode armen van kreeg.
In Weener wilde ik de plaats waar de molen Sterrenberg heeft gestaan wel eens zien. Hij is in 1977 naar het Drentse dorp Nijeveen bij Meppel overgeplaatst. Op oude ansichten bleken er zelfs twee molens dicht bij elkaar bij de kop van de haven te staan! De plek waar de Sterrenberg heeft gestaan, heb ik gevonden. Is Weener een interessant stadje met talrijke historische panden, ligt hier een spuuglelijke parkeerplaats voor vrachtwagens! Hier realiseerde ik me pas goed dat deze molen eigenlijk niet uit Weener verschwunden had moeten worden (excuses aan Nijeveen). Doodzonde, twee molens zo dicht bij elkaar vanaf het water gezien moet het een prachtig gezicht zijn geweest, zoiets als in Weesp of Winsum! Wanneer de noordelijke molen is verdwenen, weet ik nog niet.
Net buiten Weener ligt de fraaie spoorbrug Friesenbrücke, die ik ook wilde fotograferen. Het is een zogenaamde Rollbahnbrücke, gebouwd in 1926. Er is ook een fietspad aanwezig richting Leer. Voor het laten passeren van de nieuwe oceaanreuzen uit Meyer Werft wordt echter een middenstuk uit de brug middels drijvende bokken gehesen, waarvan men de groene hulpstukken bovenop de brug goed kunt zien.
De fietstocht ging verder langs de dijk van de Ems naar Papenburg, de betonnen boogbrug over en het fietspad loopt rakelings langs Meyer Werft. Twee enorme werfhallen domineren het landschap. Hier worden de grootste cruiseschepen ter wereld gebouwd. Nog nooit heb ik enorme schuifdeuren gezien, zeker meer dan 60 meter hoog.
De stad Papenburg ligt in het noordelijke Emsland en direct tegen Ost-Friesland aan. Veel herinnert hier aan de tijd van de turfwinning en de scheepvaart. 40 kilometer kanalen met romantische klap- en draaibruggen en voor anker liggende zeilschepen verlenen Papenburg een heel bijzondere charme. Historische gebouwen, goed onderhouden en liefdevol gerestaureerd, sieren het straatbeeld. Na wat zoeken vond ik de Meyers Mühle, die opengesteld was. Na het bezichtigen van de molen kocht ik hier twee „ofenfrische Mühlenbroten” voor thuis, ze ruiken echt heerlijk! Alleen de eerste vier dagen van iedere maand zijn ze verkrijgbaar. Bij de molen ontmoette ik een groepje wielrenners, die ik later in Nieuweschans opnieuw tegen ben gekomen!
Daarna gefietst door het gezellige centrum en na een knik van het kanaal vond ik de merkwaardige rechtsomdraaiende Thuiner Bockwindmühle. Molens hebben normaal gesproken wieken, die altijd tegen de klok draaien.
Vanuit een telefooncel vergeefs naar m’n vrouw gebeld dat het goed met me ging, maar zij zat achteraf gebleken in de tuin (wij hebben n.l. een vaste bakelieten telefoon met draaischijf). Het werd stilaan tijd om terug naar Nieuweschans te fietsen, via Stapelmoor. Buiten Papenburg kwamen zware wolken opzetten en ging de wind naar NW ruimen, terwijl het kouder werd. Mijn jas aangetrokken. Ik had de wind dus vol tegen! Al met al is het anderhalf uur trappen naar Nieuweschans, inclusief een picknick (mijn maag moest ook wat) en foto’s maken van de Zandeweer-achtige kerktoren, het oude steenhuis uit 1429 en de molen van Stapelmoor. Totaal 75 kilometer en 150 meter heb ik gefietst, heel voldaan en roodverbrand thuis gekomen! Veel kijkplezier!
http://www.mijnalbum.nl/Album=WGIGDB8Z
(klik op het zwarte pijltje rechtsonder voor de volgende foto en de bijbehorende teksten staan links van de foto’s)