Dinsdag 13 april 2021; Wandelen van Burgh-Haamstede naar Renesse; 21 km
In Burgh-Haamstede hebben we voor twee nachten een mooie studio met keukentje in de achtertuin van een huis geboekt. Na de tegenwind van gisteren gunnen we onze ongetrainde fietsspieren nu een dagje rust. Wel gaan we onze wandelspieren kwellen met flink wat kilometers op en neer over rul duinzand en langs het strand. Maar allereerst halen we koffie in het dorp, vlakbij Slot Haamstede.
Daarna wandelen we door de Zeepeduinen, een oud duingebied dat door stikstofbemesting en de voortwoekerende Amerikaanse vogelkers dreigde dicht te groeien. Door de inzet van vrijwilligers en grote grazers is het gelukt om het natuurlijke duinlandschap hier weer terug te krijgen. Monica Wesseling schrijft hierover in Trouw: 'En dus werden duizenden vogelkersen gerooid, duinvalleien afgeplagd, duingraslandjes geplagd en het zand weer aan het stuiven gebracht. De overheid betaalde, maar wel op een naargeestig polderachtige manier. Met geld dat bedoeld is om in de natuurgebieden de gevolgen van de stikstofbemesting terug te dringen om zo de landbouw en andere stikstofuitspugers weer ontwikkelingsruimte te geven. Opknappen en meteen weer laten vernielen.'
Na de Zeepeduinen komen we in het grootste bos van Zeeland, de boswachterij Schouwen. Honderd jaar terug was dit een boomloze woestenij met hoge stuivende duinen. Tussen 1920 en 1940 zijn hier Corsicaanse- en Oostenrijkse dennen aangeplant. Vanaf 1970 heeft Staatsbosbeheer het bos gevarieerder gemaakt door veel dennen te vervangen door loofbomen. In de luwte van de bomen lijkt het vandaag een aangename lentedag te worden. Dat vinden de krioelende mieren, die we op een boomstronk aantreffen, blijkbaar ook.
In het bos liggen enkele meertjes, zoals de Driehoekput op de foto hieronder, waar water uit het Haringvliet wordt ingelaten, dat hier de grond inzakt en door het duinzand wordt gefilterd, zodat het na enige tijd verwerkt kan worden tot drinkwater.
In 1940 werd met het aanplanten en uitbreiden van het bos gestopt, omdat de Duitsers, die beducht waren voor een invasie uit zee, hier een vrij uitzicht wilden hebben. Daarom is er nog een flink stuk over van de kale jonge duinen die hier sinds de middeleeuwen zijn gevormd, die veel hoger zijn dan de veel oudere Zeepeduinen.
We lopen verder over het strand, waar typisch Zeeuwse paalhoofden kusterosie tegen moeten gaan (zie dit artikel).
In de winter van 2008 hebben we hier ook eens gewandeld, met een wat onstuimiger weertype en schitterend strijklicht.
We verwisselen het strand weer even voor een pad door de duinen. Daar zien we de vuurtoren in de steigers staan.
In 2009 maakte ik hier de volgende foto.
Vroeger kende iedereen wel deze iconische toren met zijn rode en witte spiraal, die - weliswaar in het paars - op het bankbiljet van 250 gulden was afgebeeld.
Deze vuurtoren uit 1840 heeft er niet altijd zo uitgezien. De eerste 95 jaar bestond de buitenkant uit ongeschilderd pleisterwerk. Rond 1935 werd het vanwege de luchtvaart wenselijk dat de toren meer op ging vallen. Toen zijn de spiraalvormige kleurbanden aangebracht, maar net even anders dan nu. Uit kleurhistorisch onderzoek (zie hier), waarbij oude verflagen bestudeerd worden, is gebleken dat het rood er destijds wat bruiner uitzag, ongeveer de kleur van menie. Op archieffoto's is ook te zien, dat de spiralen niet doorliepen naar de onderkant.
Rijkswaterstaat had besloten dat de vuurtoren er weer zo uit zou gaan zien als kort voor de Tweede Wereldoorlog. Niet iedereen op Schouwen was daar blij mee (zie hier). Een actie voor behoud van de kleurstelling van de laatste 25 jaar heeft succes gehad: de vuurtoren zal niet van kleur verschieten. Dat wil zeggen, tot de volgende verfbeurt, over pakweg 12 jaar. Dan wordt het misschien toch tijd voor iets nieuws, al was het maar om te laten zien dat ook Zeeland met de tijd meegaat. Zoiets als hieronder misschien?
We keren terug naar het strand, dat hier smal is en zonder paalhoofden. In de verte zien we de Maasvlakte, met zijn skyline van windturbines en rookpluimen.
In de buitenste duinenrij zitten fraaie windgaten. Veel mooier dan de strakke zanddijken met prikkeldraad ervoor, waar je op veel stranden langs de Hollandse kust tegenaan kijkt.
Een paar kilometer verder wordt het strand opeens heel breed. Zand dat ergens anders is weggeslagen, is hier weer aangespoeld en vormt nu een soort zandmotor. Over een halve eeuw kan de situatie weer heel anders zijn.
Renesse heeft een zekere reputatie (zie hier), maar dankzij de lockdown is het nu een heerlijk prikkelarm eindpunt van een mooie wandeling.
(wordt vervolgd)
In Burgh-Haamstede hebben we voor twee nachten een mooie studio met keukentje in de achtertuin van een huis geboekt. Na de tegenwind van gisteren gunnen we onze ongetrainde fietsspieren nu een dagje rust. Wel gaan we onze wandelspieren kwellen met flink wat kilometers op en neer over rul duinzand en langs het strand. Maar allereerst halen we koffie in het dorp, vlakbij Slot Haamstede.
Daarna wandelen we door de Zeepeduinen, een oud duingebied dat door stikstofbemesting en de voortwoekerende Amerikaanse vogelkers dreigde dicht te groeien. Door de inzet van vrijwilligers en grote grazers is het gelukt om het natuurlijke duinlandschap hier weer terug te krijgen. Monica Wesseling schrijft hierover in Trouw: 'En dus werden duizenden vogelkersen gerooid, duinvalleien afgeplagd, duingraslandjes geplagd en het zand weer aan het stuiven gebracht. De overheid betaalde, maar wel op een naargeestig polderachtige manier. Met geld dat bedoeld is om in de natuurgebieden de gevolgen van de stikstofbemesting terug te dringen om zo de landbouw en andere stikstofuitspugers weer ontwikkelingsruimte te geven. Opknappen en meteen weer laten vernielen.'
Na de Zeepeduinen komen we in het grootste bos van Zeeland, de boswachterij Schouwen. Honderd jaar terug was dit een boomloze woestenij met hoge stuivende duinen. Tussen 1920 en 1940 zijn hier Corsicaanse- en Oostenrijkse dennen aangeplant. Vanaf 1970 heeft Staatsbosbeheer het bos gevarieerder gemaakt door veel dennen te vervangen door loofbomen. In de luwte van de bomen lijkt het vandaag een aangename lentedag te worden. Dat vinden de krioelende mieren, die we op een boomstronk aantreffen, blijkbaar ook.
In het bos liggen enkele meertjes, zoals de Driehoekput op de foto hieronder, waar water uit het Haringvliet wordt ingelaten, dat hier de grond inzakt en door het duinzand wordt gefilterd, zodat het na enige tijd verwerkt kan worden tot drinkwater.
In 1940 werd met het aanplanten en uitbreiden van het bos gestopt, omdat de Duitsers, die beducht waren voor een invasie uit zee, hier een vrij uitzicht wilden hebben. Daarom is er nog een flink stuk over van de kale jonge duinen die hier sinds de middeleeuwen zijn gevormd, die veel hoger zijn dan de veel oudere Zeepeduinen.
We lopen verder over het strand, waar typisch Zeeuwse paalhoofden kusterosie tegen moeten gaan (zie dit artikel).
In de winter van 2008 hebben we hier ook eens gewandeld, met een wat onstuimiger weertype en schitterend strijklicht.
We verwisselen het strand weer even voor een pad door de duinen. Daar zien we de vuurtoren in de steigers staan.
In 2009 maakte ik hier de volgende foto.
Vroeger kende iedereen wel deze iconische toren met zijn rode en witte spiraal, die - weliswaar in het paars - op het bankbiljet van 250 gulden was afgebeeld.
Deze vuurtoren uit 1840 heeft er niet altijd zo uitgezien. De eerste 95 jaar bestond de buitenkant uit ongeschilderd pleisterwerk. Rond 1935 werd het vanwege de luchtvaart wenselijk dat de toren meer op ging vallen. Toen zijn de spiraalvormige kleurbanden aangebracht, maar net even anders dan nu. Uit kleurhistorisch onderzoek (zie hier), waarbij oude verflagen bestudeerd worden, is gebleken dat het rood er destijds wat bruiner uitzag, ongeveer de kleur van menie. Op archieffoto's is ook te zien, dat de spiralen niet doorliepen naar de onderkant.
Rijkswaterstaat had besloten dat de vuurtoren er weer zo uit zou gaan zien als kort voor de Tweede Wereldoorlog. Niet iedereen op Schouwen was daar blij mee (zie hier). Een actie voor behoud van de kleurstelling van de laatste 25 jaar heeft succes gehad: de vuurtoren zal niet van kleur verschieten. Dat wil zeggen, tot de volgende verfbeurt, over pakweg 12 jaar. Dan wordt het misschien toch tijd voor iets nieuws, al was het maar om te laten zien dat ook Zeeland met de tijd meegaat. Zoiets als hieronder misschien?
We keren terug naar het strand, dat hier smal is en zonder paalhoofden. In de verte zien we de Maasvlakte, met zijn skyline van windturbines en rookpluimen.
In de buitenste duinenrij zitten fraaie windgaten. Veel mooier dan de strakke zanddijken met prikkeldraad ervoor, waar je op veel stranden langs de Hollandse kust tegenaan kijkt.
Een paar kilometer verder wordt het strand opeens heel breed. Zand dat ergens anders is weggeslagen, is hier weer aangespoeld en vormt nu een soort zandmotor. Over een halve eeuw kan de situatie weer heel anders zijn.
Renesse heeft een zekere reputatie (zie hier), maar dankzij de lockdown is het nu een heerlijk prikkelarm eindpunt van een mooie wandeling.
(wordt vervolgd)