Met hun bemoste muilezelpaden en toverachtige loofbossen vol stenen boogbruggen en verlaten middeleeuwse dorpjes, hebben de Lanzo-valleien mijn hart verovert. Tezamen met de felle herfstkleuren waarin de wouden waren getooid, was het schoonheid in het kwadraat.
Na een welverdiende rustdag in Bussoleno, ben ik in een ruk naar Viu gereden, over een ruim 2000 meter hoge pas die volgens mij de Colombino, Colombano of Colombere heet, maar op geen enkele kaart is terug te vinden onder een van die namen. Vanaf de top had ik een schitterend uitzicht over een woest schuimende en oogverblindend witte wolkenzee. Viu was uitvalsbasis voor twee lange dagtochten en een kortere als bonus. Ik zat er in een oude boerderij met enkel glas en een pelletkachel, die ik regelmatig flink opstookte. Niets lekkerder dan 's ochtends vroeg ontbijten bij het vuur terwijl het buiten nog aardedonker is.
Als een bont sprei strekken de wouden zich uit over de steile berghellingen waarlangs de eeuwenoude paden waarover ik me voortbeweeg zich een weg zoeken. Hun zacht wiegende armen slaan ze om me heen in een innige omhelzing, die slechts af en toe verslapt, als de takken even wijken om me een blik te gunnen in de verte. Ze omspoelen me met hun stilte, met hun licht gefluister, en brengen me terug naar de kern: er simpelweg alleen maar zijn, tussen niets en oneindigheid. Lichaam, geest en ziel perfect met elkaar in evenwicht, voor even dan toch.
Een machtig edelhert dat mijn pad kruist, de zon speelt net op dat moment door zijn monumentale gewei, lijkt onze verbondenheid ook te voelen. In de grote bruin-zwarte ogen waarin ik me gespiegeld zie, niet het minste spoortje angst noch agressie, slecht lichte verwondering.
Met enige weemoed laat ik het boerderijtje en de bergen achter me, om in Avigliana, een stadje aan de rand van de Po-vlakte, mijn intrek te nemen in een oud herenhuis, ook weer prachtig gerenoveerd, dat kunnen die Italianen wel. Eigenlijk had ik nog door willen rijden tot Turijn, over de laatste Alpen, maar ik ben gewoonweg te moe en laag over de vlakte hangt ook continu een grauwe deken, die de bergen aan het oog onttrekt en alle kleur in zich op zuigt, wat de hoogte in fietsen tot een vrij zinloze exercitie maakt.
Ik pak een extra dag rust en neem vervolgens de trein naar Nice, voor de epiloog van dit verhaal: een rit langs de Cote d'Azur, van Nice terug naar Ventimiglia, dwars door de bergen natuurlijk. En daarna zit het er echt op. Het is een fantastische reis geweest en het was een genoegen jullie er op mee te nemen.
Wie zich afvraagt waar de beelden van de Cote d'Azur zijn gebleven: die heb ik verwerkt in het intro van een driedelige videoreeks, waarvan het eerste deel vanaf nu hier te zien is:
https://vimeo.com/783836119