door
Witte » ma 15 nov, 2010 15:53
Koffiestop Doesburg.
De arbeiders werden er ook wel betaald in bier. Een ontwikkeling die de aanvankelijke weegplaats van de Doesburgse Waag een dubbele fucntie gaf; weeggebouw én bierhuys. Ruim vijf eeuwen later, het oudste café van Nederland.
De Hooge Zaal in dezelfde sfeer als het Grand Café, de Heerenkamer met haar stijlvolle, luxe aankleding, de aan 60 bezoekers plaats biedende Kelder met kenmerkende booggewelven, de Opkamer met het doorkijkje het Grand Café in, en het naastgelegen Proeflokaal met de enorme kasteeltafel. Van onze gading is alleen het Grand Café, op de meeste vrijdagen, zaterdagen en zondagen geopend. We boffen.
Door de sluis van glazen deuren openbaart zich een entourage waar het thema eiken is. In de hoofdrol loodzware meubelstukken die nog eens ruim vijf eeuwen mee kunnen. Het behoeft verder geen betoog, aan tafel gaan wel. Meerdere pogingen onderneem ik, met als extra handicap de vitrinekast achter mij. Ten slotte, soepel als een limbodanser, wurm ik mijn benen door de kier tussen onwrikbaar tafelblad en bank.
Niets vermoedend bestelt iedereen een appeltaartpunt. Nogmaals scant haar wijsvinger alle koppen om het aantal vast te stellen. Er komen steeds nog fietsers bij en niet iedereen is al in staat gebleken om te gaan zitten. Galant als wereldfietsers caramboleren getallen over tafel, alsof schitterde bingoprijzen op het spel staan. Het studenticoze serveerstertje blijft keurig in haar rol.
Hier vindt je ze nog, vier punten uit één appeltaart. Ruw geboetseerd deeg heeft samen met de grove stukken goudreinet en het sprenkeltje citroen, op z’n zachts gezegd een bourgondische uitstraling. Met man en macht worden dienblaadjes binnengebracht. Op elk een punt, een cappuccino of thee, en, ik herken dit riante gebaar van de vorige keer, een klein borrelglaasje waarin een bodempje likeur wordt toegedekt door één seconde slagroom. Meer en meer ons hart uitstortend over het afgelopen seizoen - want er is naast fietsen ook nog eens veel gebeurd - doen de vorkjes hun vernielzuchtige werk. Kruimels resteren, verhalen in overvloed.
We verlaten het Grand Café. Aan het begin van de Koepoortsestraat komt een einde aan de bezetting door gestalde fietsen. Iedereen pikt zijn of haar fiets ertussenuit. Het door amsterdammertjes autovrij gehouden straatbeeld van veel, heel veel straatklinkers en historische gevels die herinneren aan een rijk Hanzeverleden is weer zoals wij het aantroffen. Meer dan ons lief is kunnen we er tegen aan. Niet voor een uurtje, zelfs de hele lunch verorberend. Onder protest van de maag buig ik me over het stuurijzer. Een flink aantal pedaalslagen zijn vereist om het verwerkingsproces uit de startblokken te krijgen. Op de Oude Zutphenseweg richting Laag Keppel realiseer ik me plotseling dat het zover is.
Een gouden hemel opent zich, wanneer we linksaf slaan naar knooppunt 32. Alsof we een kathedraal binnen fietsen dragen donkere beuken links en rechts het immense, gewelfde bladerdak. Vanaf grote hoogte vallen druppels dood op het bed van bladeren. Onze fietsbanden zorgen voor enige opschudding. Na doorkomst hervat zich de mystieke stilte, versterkt door nu en dan dwarrelend blad. Een nauwelijks voelbaar zuchtje wind was ze te veel geworden waarop ze hun tak in een groeiende eenzaamheid achterlieten.
Wim