Ook ik kijk terug op een mooie tocht, die niet zonder uitdagingen was. Allereerst de hitte. Vaak sluit ik me aan bij de appeltaartgroep (ontspannen fietstempo, uitgebreid de tijd nemen voor koffie met appeltaart en onderweg veel foto's maken), maar in plaats daarvan was ik nu een van de vroege vogels: om zes uur opstaan en tussen zeven uur en half acht vertrekken. Vervolgens na een uurtje fietsen koffie drinken bij een bakker die vroeg open gaat en de rest van de ochtend lekker doorfietsen, zodat het grootste deel van de dagafstand er rond een uur of twaalf al opzit. 's Middags zwommen we vaak even in een stuwmeer of voormalige grindgroeve en negeerden we de bordjes 'Baden Verboten', of gingen we pootje baden in de Rijn. Tijdens de heetste uren lagen we regelmatig voor pampus op een schaduwrijke plek of zochten we verkoeling op terassen met apfelschörle en alkoholvrij weizenbier.
Elke dag leek weer wat heter te worden dan de vorige. Gelukkig reden we op de warmste dagen niet meer in het bloedhete Rijndal, waar middagtemperaturen van 38 graden werden verwacht, maar in de hogere en koelere delen van de Eifel en de Ardennen, waar de temperatuur 's ochtends vroeg nog onder de 15 graden zakte.
Een ander uitdaging vormde het Duitse campingregime. Na een week lang kamperen besef ik weer eens hoeveel we hebben te danken aan oproerkraaiers als Wim van den Berg: de rebelse boer uit Meerkerk, die in 1970 alle regels overtrad door mensen op zijn erf te laten kamperen, de confrontatie met de autoriteiten aanging en uiteindelijk voor elkaar heeft gekregen dat er in Nederland nu zoveel mooie boerderijcampings zijn (zie dit topic) (Dat zijn eigen boerderij later steeds meer op een caravanstalling is gaan lijken, is natuurlijk jammer, maar doet daar verder weinig aan af).
De megacamping Grav Insel bij Wesel kende ik al. Tien jaar geleden had ik daar in mei een groot veld met frisgroen gras aangetroffen, waar slechts twee tentjes stonden van fietsers die, net als ik, de route naar Praag reden. Ditmaal leek het meer op een vluchtelingenkamp in het Midden-Oosten: een uitgedroogde steppe waar honderden caravans hutjemutje bij elkaar staan, een penetrante barbecuelucht hangt en tot diep in de nacht luid gepraat wordt.
De camping bij Dormagen was groener, leger en schaduwrijker, maar heeft wel een bijzonder ingewikkelde gebruiksaanwijzing. Om het toilet te kunnen gebruiken, had je een sleutel nodig, die de volgende ochtend, toen ik samen met Nel stond te trappelen voor een dichte wc-deur, zoek bleek te zijn. Gelukkig schoot een Duitse campinggast ons met zijn eigen sleutel te hulp. Het washok had veel weg van Checkpoint Charlie tijdens de Koude Oorlog: om een krakkemikkige douche te kunnen gebruiken, had je maar liefst twee sleutels nodig en werd een bedrag van € 2,50 in rekening gebracht. 's Avonds was er na negen uur sowieso geen warm water meer. Mijn poging om samen met een andere wereldfietser voor half geld te douchen en dus ook maar half zoveel water te gebruiken, liep uit op een stevige woordenwisseling met een boze campingbaas, die met een verbeten fanatisme toezicht op de douches bleek te houden. Later op de avond wilde ik nog een fietsbroek wassen bij een van de buitenkranen, maar daar hing dan weer een bordje 'Waschen Verboten', terwijl de campingbaas ook hier nadrukkelijk toezicht hield. Uiteindelijk heb ik mijn fietsbroek maar stiekem bij een wastafel in het wc-hok gewassen. Kortom: hoog tijd voor regime change en een nieuw washok!
Ook op de stadscamping van Keulen bleef het wassen van kleren bij sommige wereldfietsers niet zonder berispingen van het campingpersoneel, maar vergeleken bij de eerdere campings was dit al een heel relaxte overnachtingsplek. Wel had Bert ons gewaarschuwd voor de bendes die hier 's nachts gewapend met betonscharen langskomen om dure fietsen mee te nemen. Dus zochten we allerlei manieren om onze fietsen en tenten onwrikbaar aan elkaar te vergrendelen. Desondanks sliep niet iedereen even goed. Midden in de nacht vloog een van ons met een luide schreeuw zijn tent uit nadat hij iets had horen ritselen achter het hek waar hij zijn fiets aan vastgemaakt had. Het bleek loos alarm te zijn.
Minicamping Idworx was een verademing. Als Gerrit Gaastra niet genetisch was voorbestemd om fietsen te gaan bouwen, had hij vast en zeker een goede campingbeheerder kunnen zijn. Ik heb genoten van zijn gastvrijheid en van de rondleiding die we kregen.
Voor mij was dit ook een mooie kans om zonder enige verplichting toch een indruk te krijgen van deze fietsenbouwer. Een paar jaar terug had ik namelijk al eens geprobeerd om voor het tijdschrift Op Pad een rij-impressie te schrijven over een fiets van Idworx, maar dat is er nooit van gekomen (zie dit topic). Inmiddels hoeft het ook niet meer, omdat Op Pad niet meer bestaat.
Een enthousiast verhaal over Idworx had ik natuurlijk verwacht, maar het werd geen eenzijdig 'Wij van Idworx adviseren Idworx' betoog. Wel een geloofwaardig verhaal over onafhankelijke fietsenbouwers met een persoonlijke passie voor fietsen versus fietsmerken die zijn opgekocht door investeringsmaatschappijen, die fietsen vooral zien als producten met een merk, een marktaandeel en een verdienmodel. Zulke investeringsmaatschappijen worden geleid door managers die zelf niet eens meer een fiets hoeven te hebben. Daarmee geeft Gerrit Gaastra dus ook zijn mening over de merken die zijn ouders (KOGA) en grootouders (Batavus) ooit groot hebben gemaakt, en die nu onderdeel van de Accel Group zijn geworden.
Gerrit noemde enkele andere onafhankelijke Duitse fietsenbouwers, zoals Tout Terrain, Velotraum en Patria, die wat betreft marktpositie, filosofie en kwaliteit vergelijkbaar zijn met Idworx. Verder maakte hij er geen geheim van dat hij met lede ogen ziet hoe het echte fietsen, met name in Duitsland, steeds meer wordt verdrongen door elektrisch fietsen, ook bij jonge en gezonde mensen.
Ik ben wel benieuwd wat er t.z.t. met Idworx zal gebeuren als Gerrit Gaastra de leeftijd heeft bereikt dat hij zijn bedrijf niet meer kan of wil leiden; of hij ook dan andere keuzes zal maken dan zijn ouders. Maar ik ben vooral benieuwd hoe Idworx zich de komende jaren zal ontwikkelen. Gerrit liet namelijk doorschemeren dat hij weer frames in Duitsland wil laten bouwen.
Tot laat in de avond bleven Gerrit en andere medewerkers van Idworx ons gezelschap houden om vragen te beantwoorden of mankementen aan onze fietsen na te kijken. En dat waren zeker niet allemaal Idworx fietsen. Ik heb geïnventariseerd op wat voor fietsen we reden: 7x Idworx, 4x Koga, 3x M-gineering, 3x Santos, 2x Giant, 2x Snel, 1x Cannondale, 1x RIH (een randonneur van rond 1990!) en een fiets waar alleen 'Rapid' op het frame stond. Als WillemT mee had kunnen fietsen, hadden we er ook nog een Batavus bijgehad.
Binnenkort zal ik nog wat foto's van de rondleiding bij Idworx laten zien. De rest van de tocht was de zon mij te fel en te heet om veel foto's te maken, maar gelukkig heeft Anke dat wel gedaan.
Elke dag leek weer wat heter te worden dan de vorige. Gelukkig reden we op de warmste dagen niet meer in het bloedhete Rijndal, waar middagtemperaturen van 38 graden werden verwacht, maar in de hogere en koelere delen van de Eifel en de Ardennen, waar de temperatuur 's ochtends vroeg nog onder de 15 graden zakte.
Een ander uitdaging vormde het Duitse campingregime. Na een week lang kamperen besef ik weer eens hoeveel we hebben te danken aan oproerkraaiers als Wim van den Berg: de rebelse boer uit Meerkerk, die in 1970 alle regels overtrad door mensen op zijn erf te laten kamperen, de confrontatie met de autoriteiten aanging en uiteindelijk voor elkaar heeft gekregen dat er in Nederland nu zoveel mooie boerderijcampings zijn (zie dit topic) (Dat zijn eigen boerderij later steeds meer op een caravanstalling is gaan lijken, is natuurlijk jammer, maar doet daar verder weinig aan af).
De megacamping Grav Insel bij Wesel kende ik al. Tien jaar geleden had ik daar in mei een groot veld met frisgroen gras aangetroffen, waar slechts twee tentjes stonden van fietsers die, net als ik, de route naar Praag reden. Ditmaal leek het meer op een vluchtelingenkamp in het Midden-Oosten: een uitgedroogde steppe waar honderden caravans hutjemutje bij elkaar staan, een penetrante barbecuelucht hangt en tot diep in de nacht luid gepraat wordt.
De camping bij Dormagen was groener, leger en schaduwrijker, maar heeft wel een bijzonder ingewikkelde gebruiksaanwijzing. Om het toilet te kunnen gebruiken, had je een sleutel nodig, die de volgende ochtend, toen ik samen met Nel stond te trappelen voor een dichte wc-deur, zoek bleek te zijn. Gelukkig schoot een Duitse campinggast ons met zijn eigen sleutel te hulp. Het washok had veel weg van Checkpoint Charlie tijdens de Koude Oorlog: om een krakkemikkige douche te kunnen gebruiken, had je maar liefst twee sleutels nodig en werd een bedrag van € 2,50 in rekening gebracht. 's Avonds was er na negen uur sowieso geen warm water meer. Mijn poging om samen met een andere wereldfietser voor half geld te douchen en dus ook maar half zoveel water te gebruiken, liep uit op een stevige woordenwisseling met een boze campingbaas, die met een verbeten fanatisme toezicht op de douches bleek te houden. Later op de avond wilde ik nog een fietsbroek wassen bij een van de buitenkranen, maar daar hing dan weer een bordje 'Waschen Verboten', terwijl de campingbaas ook hier nadrukkelijk toezicht hield. Uiteindelijk heb ik mijn fietsbroek maar stiekem bij een wastafel in het wc-hok gewassen. Kortom: hoog tijd voor regime change en een nieuw washok!
Ook op de stadscamping van Keulen bleef het wassen van kleren bij sommige wereldfietsers niet zonder berispingen van het campingpersoneel, maar vergeleken bij de eerdere campings was dit al een heel relaxte overnachtingsplek. Wel had Bert ons gewaarschuwd voor de bendes die hier 's nachts gewapend met betonscharen langskomen om dure fietsen mee te nemen. Dus zochten we allerlei manieren om onze fietsen en tenten onwrikbaar aan elkaar te vergrendelen. Desondanks sliep niet iedereen even goed. Midden in de nacht vloog een van ons met een luide schreeuw zijn tent uit nadat hij iets had horen ritselen achter het hek waar hij zijn fiets aan vastgemaakt had. Het bleek loos alarm te zijn.
Minicamping Idworx was een verademing. Als Gerrit Gaastra niet genetisch was voorbestemd om fietsen te gaan bouwen, had hij vast en zeker een goede campingbeheerder kunnen zijn. Ik heb genoten van zijn gastvrijheid en van de rondleiding die we kregen.
Voor mij was dit ook een mooie kans om zonder enige verplichting toch een indruk te krijgen van deze fietsenbouwer. Een paar jaar terug had ik namelijk al eens geprobeerd om voor het tijdschrift Op Pad een rij-impressie te schrijven over een fiets van Idworx, maar dat is er nooit van gekomen (zie dit topic). Inmiddels hoeft het ook niet meer, omdat Op Pad niet meer bestaat.
Een enthousiast verhaal over Idworx had ik natuurlijk verwacht, maar het werd geen eenzijdig 'Wij van Idworx adviseren Idworx' betoog. Wel een geloofwaardig verhaal over onafhankelijke fietsenbouwers met een persoonlijke passie voor fietsen versus fietsmerken die zijn opgekocht door investeringsmaatschappijen, die fietsen vooral zien als producten met een merk, een marktaandeel en een verdienmodel. Zulke investeringsmaatschappijen worden geleid door managers die zelf niet eens meer een fiets hoeven te hebben. Daarmee geeft Gerrit Gaastra dus ook zijn mening over de merken die zijn ouders (KOGA) en grootouders (Batavus) ooit groot hebben gemaakt, en die nu onderdeel van de Accel Group zijn geworden.
Gerrit noemde enkele andere onafhankelijke Duitse fietsenbouwers, zoals Tout Terrain, Velotraum en Patria, die wat betreft marktpositie, filosofie en kwaliteit vergelijkbaar zijn met Idworx. Verder maakte hij er geen geheim van dat hij met lede ogen ziet hoe het echte fietsen, met name in Duitsland, steeds meer wordt verdrongen door elektrisch fietsen, ook bij jonge en gezonde mensen.
Ik ben wel benieuwd wat er t.z.t. met Idworx zal gebeuren als Gerrit Gaastra de leeftijd heeft bereikt dat hij zijn bedrijf niet meer kan of wil leiden; of hij ook dan andere keuzes zal maken dan zijn ouders. Maar ik ben vooral benieuwd hoe Idworx zich de komende jaren zal ontwikkelen. Gerrit liet namelijk doorschemeren dat hij weer frames in Duitsland wil laten bouwen.
Tot laat in de avond bleven Gerrit en andere medewerkers van Idworx ons gezelschap houden om vragen te beantwoorden of mankementen aan onze fietsen na te kijken. En dat waren zeker niet allemaal Idworx fietsen. Ik heb geïnventariseerd op wat voor fietsen we reden: 7x Idworx, 4x Koga, 3x M-gineering, 3x Santos, 2x Giant, 2x Snel, 1x Cannondale, 1x RIH (een randonneur van rond 1990!) en een fiets waar alleen 'Rapid' op het frame stond. Als WillemT mee had kunnen fietsen, hadden we er ook nog een Batavus bijgehad.
Binnenkort zal ik nog wat foto's van de rondleiding bij Idworx laten zien. De rest van de tocht was de zon mij te fel en te heet om veel foto's te maken, maar gelukkig heeft Anke dat wel gedaan.