Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Op DEET3: fietsverslag Chiang Mai - Kanchanaburi - Pagina 2 - Forum Wereldfietser

Op DEET3: fietsverslag Chiang Mai - Kanchanaburi

Enig idee waarom de rijst in Azië altijd in fotogenieke rijtjes staat en in Europa niet?
IMG_20230919_100019.jpg
Valencia
Goeie vraag. Geen idee eigenlijk. Voor de toeristen? 😅

Volgens Microsoft Copilot:

Rice cultivation practices differ between Asia and Europe due to varying environmental conditions and historical practices.

In Asia, rice is typically grown in flooded paddy fields. After ploughing, the paddies are flooded and the seedlings are planted by hand in neat rows about twelve centimeters apart. This method is particularly suited to the tropical climates of Asia, where there are seasons of heavy rainfall.

On the other hand, rice cultivation in Europe is restricted to a few southern European countries. Most rice seed in Europe is drilled. In some Spanish areas, pregerminated rice is sown by air. These methods are more suited to the European climate and soil conditions.

It’s important to note that these are general practices and there can be variations within each region based on local conditions and traditions.
...
De rit eindigt met de wat saaiere en drukkere 1113 die linea recta naar Sukothai leidt – de vroegere hoofdstad van het Thaise rijk. Door zijn rijkdom aan tempelruines, en dus ook toeristen, is het makkelijk om in Sukothai een hotel te vinden. Ik kies het mooie Le Charme en boek twee nachten omdat ik morgen een rustdag neem. Dat laat me toe de oude stad nog eens op het gemak te bezoeken – het is immers reeds een kwarteeuw geleden dat ik er laatst was. Le Charme stelt niet teleur: de kamer is netjes, het fietsje kan binnen, en de tuin is een klein paradijsje.
20231211_164142.jpg
Mijn huisje voor twee overnachtingen in 'Le Charme' in Sukothai
20231211_153650.jpg
Deze kamer oogt anders dan die van gisteren. Mijn Thaicycle is ook blij.
20231211_164134.jpg
Met weelderige tropische tuin.
20231211_165055.jpg
Zelfs met Victoria reuzenwaterlelies.
20231211_182558.jpg
Avondlijke sfeer in de tuin.
Dag 6: Rustig rondje Sukothai (20.4 km – 14.1 km/u)

Vandaag kan de trunkbag even van de fiets: het wordt een uitermate sloom ritje in oud Sukothai. Gisteren had ik reeds op de kaart de meest aantrekkelijke tempels uitgezocht om vandaag te bezichtigen. Voor ik het hotel verlaat dump ik even mijn laundry bag bij de receptie: makkelijk, de was hoef ik ook niet te doen – het is immers vakantie. Mijn zelf georganiseerde tour in Sukothai begint bij Wat Maha That, waar ik een jonge Duitse fietsreiziger tegenkom. We maken een praatje en wisselen wat ervaringen uit – je weet hoe dat gaat. Hij is op weg naar Laos. Ik kom hem later nog een aantal maal tegen bij de verschillende tempels.
20231212_084731.jpg
Wat Maha That
20231212_084417.jpg
20231212_084944.jpg
20231212_085054.jpg
20231212_085937.jpg
Als nationaal cultuurhistorisch erfgoed trekt Sukothai ook hele horden Thaise scholieren aan die, allemaal netjes in uniform, met gehuurde fietsjes tussen de ruines zwalpen. Ze picknicken op de uitgestrekte gemillimeterde grasvelden tussen de ruines.

Het gaat verder naar het meer nabij Wat Sa Si, waar ik mijn fiets tussen de scholierenfietsjes parkeer en me verder onderdompel in de Thaise geschiedenis.

De meeste tempels hier zijn gebouwd in Sukothai stijl, maar Wat Si Sawai is de vreemde eend in de bijt – deze tempel in Khmerstijl herinnert me aan mijn bezoeken aan Angkor. Buiten de omwalling van de oude stad passeer ik nog even langs Wat Sorasak, met de olifatenchedi, en de niet zo populaire Wat Maechon (geen kat te bespeuren daar).
20231212_094105.jpg
Wat Sa Si
20231212_100800.jpg
Wat Sa Si
20231212_095104.jpg
Wat Si Sawai
20231212_094227.jpg
Zoek mijn fietsje
20231212_122557.jpg
Picknickende scholiertjes
20231212_101609.jpg
Wat Sorasak
20231212_101721.jpg
Wat Sorasak
20231212_102147.jpg
Lotussen (of is het dan Loti? :-) )
20231212_102841.jpg
Wat Maechon
Tijd dus om het toeristenvee (waar ik natuurlijk ook zelf toe behoor) op te zoeken bij de drukke Wat Si Chum (de bekende ‘claustrofobische Boeddha met grote hand’-tempel). Mijn conclusie is dat er op die 25 jaar niet zo heel veel veranderd is in Sukothai, buiten het aantal toeristen dat waarschijnlijk is toegenomen – maar een steekproef van twee bezoeken op 25 jaar laat eigenlijk niet toe om die stelling te onderbouwen. Ik spoel de cultuur door met een verfrissende kokos-shake en bestel een heerlijke schotel in een restaurantje in de buurt. Hier, weg van de noordelijke bergen, is het voelbaar warmer dan in Chiang Mai. De rest van de dag vul ik met zeer intensief luieren in Le Charme. Ook leuk.
20231212_104249.jpg
Wat Si Chum
20231212_104312.jpg
20231212_104418.jpg
20231212_104634.jpg
Dag 7: Sukothai – Kamphaeng Phet (98.2 km – 22.4 km/u)

Na een groot buffetontbijt fiets ik zuidwaarts via de 1272 en zie ik rechts van me de heuvels van het Ramkhamhaeng National Park voorbijglijden. De rechte asfaltweg doorheen de rijstvelden is verlaten en in prima staat. Het gaat vooruit. Op sommige plaatsen pompen de rijstboeren water tot halfwege de weg om hun rijstvelden aan de andere kant te irrigeren. Uiteindelijk bereik ik Highway 101, die ik een tiental kilometer volg. Ook die is behoorlijk verlaten – dat is heel comfortabel fietsen. Even verderop kies ik de 3019 westwaarts om Namtok Sai Rung, de regenboogwaterval, te bezoeken. Ik rij langsheen rijstvelden, suikerrietplantages en waterbuffels, en de weg is ook hier doods en verlaten.
20231213_083333.jpg
Dag van de lege wegen. Een bord waarschuwt voor een kruispunt verderop waar veel ongelukken gebeuren. Hoezo? Daar is toch verkeer voor nodig?
20231213_084202.jpg
Idyllische scene langs de wegkant. Het zou de thema-foto van de reis kunnen worden.
20231213_084934.jpg
Boeren pompen water over de weg.
20231213_090317.jpg
Stukje snelweg...ook verlaten
20231213_093103.jpg
Ik kom meer en meer suikerrietvelden tegen.
20231213_094213.jpg
Buffeltjes met de obligate witte reiger.
20231213_095713.jpg
Had ik al gezegd dat er weinig verkeer was?
De weg loopt dood aan de ingang van het park, een soort open bosje met enkele gebouwtjes. Er is niemand. Of toch wel – een eenzame parkwachter neemt achter een tafeltje de honeurs waar. Dit kan geen stressvolle job zijn. Even ben ik jaloers. Maar dan denk ik aan de gevaren van een bore-out. Goed, ik betaal het entreeticket en volg het paadje in de jungle naar de waterval.
20231213_101524.jpg
De eerste paar honderd meter is dat makkelijk, maar nabij een riviertje tussen de rotsblokken verdwijnt het pad en wordt met een occasioneel geel pijltje aangeduid dat het riviertje stroomopwaarts moet gevolgd worden. Ik zie de pijltjes afwisselend aan beide zijden van het riviertje verschijnen en het is niet altijd even duidelijk waar er precies het makkelijkst en veiligst kan worden over gestoken. Nu goed: ik bereik veilig en wel de drie trappen van de waterval. Hij is niet zo spectaculair als de Mae Ya waterval van enkele dagen geleden, maar het avontuurlijke jungle-gevoel is wel groter omdat ik helemaal niemand tegenkom bij de klim.
20231213_101724.jpg
Niet altijd makkelijk om een boom te knuffelen.
20231213_110614.jpg
Rainbow waterfall - zonder regenboog vandaag.
Hi Aniphys,
Waarom heb je die washandjes om de handvatten? Draag je geen handschoenen?
Heb je dat ligstuur meegenomen ui Nederland? Gebruik je het (niet/soms/regelmatig)?

Ik ben verscheidene keren met ligstuur op de fiets op vakantie gegaan en gebruikte het eigenlijk alleen maar om eens lekker rechtop te kunnen zitten en soms, heel enkel, om makkelijker tegen de wind in te kunnen trappen. Maar dat was dan 10 minuten of zo. Daarom geen ligstuur meer op m'n Poppink.

O, had ik al geschreven dat ik je reportage met plezier lees?
Bij de stilstaande poeltjes bewonder ik nog even de zonnende vlinders en waterjuffers. Op de terugweg naar beneden kom ik toch nog twee Thaise koppels tegen en sla een babbeltje met een van hen. Een gezette man ziet mijn fietsoutfit en vraagt naar mijn traject. Wanneer ik vertel dat ik Chiang Mai – Kanchanaburi doe gaan zijn wenkbrauwen de lucht in. “oooohhh, I will never be able to do that… I am too old… I am 52”. Ik kan dit open doel niet weerstaan en vertel dat ikzelf 54 ben. Er komt een nieuwe “ooooooh” met opgetrokken wenkbrauwen. Ik troost de man door te zeggen dat het wel lukt wanneer je het traject traag genoeg fietst. Hij lacht begrijpend.
20231213_111905.jpg
20231213_112114.jpg
Juffertje in stijlvol zwart met lila accent en witte sokjes.
20231213_112348.jpg
20231213_112636.jpg
Subtiel rood hartje op de schouders
20231213_113046.jpg
Hier was ik even het pad kwijt... maar is goed gekomen. Een rivier volgen is meestal niet zo moeilijk.
Poppink schreef:
wo 07 feb, 2024 12:47
Hi Aniphys,
Waarom heb je die washandjes om de handvatten? Draag je geen handschoenen?
Heb je dat ligstuur meegenomen ui Nederland? Gebruik je het (niet/soms/regelmatig)?

Ik ben verscheidene keren met ligstuur op de fiets op vakantie gegaan en gebruikte het eigenlijk alleen maar om eens lekker rechtop te kunnen zitten en soms, heel enkel, om makkelijker tegen de wind in te kunnen trappen. Maar dat was dan 10 minuten of zo. Daarom geen ligstuur meer op m'n Poppink.

O, had ik al geschreven dat ik je reportage met plezier lees?
Dank je Poppink!
Ik draag inderdaad geen handschoenen - ik vind het niet luchtig genoeg bij temperaturen boven de 30. De washandjes (eigenlijk zijn het vaatdoekjes) absorberen het zweet, voorkomen een plakkerig stuur en voelen luxueus/fluffy aan. Ik vind het gewoon een prettig gevoel. Ik besef dat handschoenen een beter idee zijn wanneer je valt.

Ligstuur heb ik destijds inderdaad meegenomen uit Belgie (besteld bij Rose). Zelfde modelletje als dat op mijn woon-werkfiets. Ik gebruik het de meeste tijd wanneer het wegdek van goede kwaliteit is, de weg niet te druk/smal is, en alles wat voorspelbaar is. Dat is op die Thailandreizen al gauw >50%. Zeker voor de vlakke stukken die ik vandaag beschreef - daar gaat het om >75%. Voor off-road heeft het uiteraard weinig nut. Voor mij scheelt zo'n opzetstuur ongeveer 2-3 km/u in mijn gemiddelde snelheid schat ik (afhankelijk van de wind en relief uiteraard). Ook zeer relaxed voor de schouders, armen en handen. De nek moet wel wat geoefend worden. Maar ieder zijn voorkeur natuurlijk.

Aniphys
Aniphys schreef:
wo 07 feb, 2024 13:02
Ik draag inderdaad geen handschoenen - ik vind het niet luchtig genoeg bij temperaturen boven de 30.
Bedankt voor je toelichting.
Ik heb me al verbaasd over de veldrijders die tegenwoordig ook vaak zonder wielerhandschoenen op pad gaan.
Veel plezier verder daar in het Verre Oosten. We kijken uit naar het vervolg van je avonturen.
...

Wanneer ik terug de fiets op ga is het reeds middag en een maaltijd zou wel deugd doen na het zweterige klauterwerk in de jungle. In het onooglijke dorpje Ban Nam Phu zie ik een klein restaurantje dat opvalt door zijn netheid. Er ligt een piekfijn tuintje naast.
20231213_125734.jpg
Het nette restaurantje in Ban Nam Phu
Dit wordt het. Of niet? Het ziet er verlaten uit. Twijfelend kijk ik rond en zet me aan een tafeltje. Er komt een meisje met een vriendelijke glimlach opdagen. Ze maakt duidelijk dat ze niet goed Engels kan en dat ze iemand gaat halen. Uit een apart huisje in de tuin – duidelijk nog maar net gebouwd – komt een mooie Thaise dame. Ze lijkt net uit bed te komen, de haren verward, slaperige ogen. Ze oogt heel mager. Met een vriendelijke glimlach vraagt ze me wat ik wens te eten. Ik zie dat ze ondertussen met haar uitgemergelde linkerarm een dik gezwollen rechterarm tegen haar lijf gedrukt houdt. Ik besef nu dat ze ernstig ziek is. Haar man komt vanuit de tuin het restaurant binnen en groet me vriendelijk. Het is een knappe jonge gespierde Brit. Hij vertelt dat ze beiden dit restaurant pas vier jaar geleden hebben geopend, net voor coronatijden. Hij windt er geen doekjes om en vertelt hoe zijn vrouw een tijd geleden kanker kreeg en nu terminaal is. Er is geen hoop meer. Ze staat erbij met een rustige blik en heeft duidelijk haar lot aanvaard. Hun verhaal raakt me diep en een gevoel van machteloosheid valt als een baksteen op mijn maag. De willekeurigheid waarmee dit stel wordt getroffen is zo oneerlijk. Ze rijden weg met de auto naar een afspraak. Mij rest enkel een heerlijke lunch en de tijd om te bezinnen en te beseffen hoeveel geluk ik reeds heb gehad in het leven. Mijn vrouw moedigt me ook heel erg aan om deze solo-fietsreizen niet uit te stellen tot na mijn pensioen. Zij weet dat dromen te lang uitstellen geen goed idee is want ze heeft haar vader veel te vroeg verloren door kanker. Hij had nog pensioendromen, maar heeft ze nooit kunnen waarmaken.

Ik fiets verder naar Kamphaeng Phet via Phran Kratai waar ik in een typisch frisdrankkraampje twee verfrissende “Iced Chai Matcha Latte’s” drink (sorry Carl :-(). Tegen de late namiddag bereik ik Kampheang Phet, een middelgrote stad die de meeste toeristen links laten liggen, maar toch bekend is om zijn Historical Park met verschillende tempelruines. Het oudste deel van de stad is omwald met een gracht en dikke muur in diverse staten van ontbinding. Op de meeste plaatsen ontspruiten er dikke bomen op de muur – hun wortels murwen zich tussen de bakstenen en vinden uiteindelijk toch hun weg naar de voedzame ondergrond. Langs de binnenkant van de omwalling loopt er een geborsteld asfaltwegje met duidelijk aangeduid fietspad. Dat kan ik niet laten liggen, dus rij ik om de dag af te sluiten nog een rondje op dit pad. Aan de overkant van de Ping rivier, die ik hier voor de eerste keer sinds Chiang Mai terug tegenkom, vind ik een eenvoudig motelletje voor een goede nachtrust.
20231213_135117.jpg
Verfrissing in Phran Kratai
20231213_151610.jpg
Fietsen langsheen de oude vestingsmuren van Kamphaeng Phet.
20231213_151711.jpg
De natuur tracht terug te nemen wat van haar is.
20231213_153421.jpg
Dag 8: Kamphaeng Phet – Mae Le (93.5 km – 22.0 km/u)

Vandaag fiets ik naar het westelijke randje van de grote vlakte van centraal Thailand. De route gaat vanuit Kamphaeng Phet zuidwestwaarts naar een 50-kilometer lange rechtlijnige heuvelkam van 300 a 400 meter hoog die van Noord naar Zuid loopt. Die geologische plooi ligt nabij het westelijke, bijna onbewoonde berggebied dat Thailand van Myanmar scheidt. De bergen ga ik niet opzoeken, maar ik plan doorheen de vallei te fietsen tussen de lange heuvelkam en de bergen. De weg ernaartoe, de 1117, is heel kalm en het asfalt is weerom van perfecte kwaliteit – ideaal om makkelijk kilometers te maken.
20231214_102033.jpg
Vandaag krijg ik bij de start een mooi aangeklede race track voorgeschoteld.
Het landschap dat aan me voorbij glijdt bestaat uit lage verwilderde bosjes afgewisseld met rijstvelden, suikerrietplantages en occasionele dorpjes.
20231214_103630.jpg
Fietsen tussen de rijstvelden en heuvels in de verte
20231214_104034.jpg
Ooievaars vliegen op.
Wanneer ik de heuvelrug bereik kies ik voor de zeer lokale wegen. Het duurt niet zo lang vooraleer ik besef dat dit misschien niet de beste keuze is. Honden. Tot hiertoe ben ik wonderwel bespaard gebleven van vervelende achtervolgingen – wellicht omdat ik de wat grotere wegen heb gekozen. Maar nu ontsnap ik er niet aan. Letterlijk. De ene achtervolging volgt de andere op. Soms hoor ik eerst de hondennageltjes enthousiast rikketikken op het asfalt en begint het geblaf pas enkele meters van me weg. Andere keren begint het geblaf reeds op het erf en komt er een enthousiasteling blaffend en grommend op me afgelopen. Gelukkig stoppen de achtervolgingen meestal na een paar honderd meter. Ook kan het geblaf de hele buurt aansteken en komt de ene hond na de andere me achtervolgen. Soms blijven de honden gewoon lui liggen en doen ze niet meer dan even opkijken wanneer je langsfietst. Het is dus een soort loterij.
20231214_110332.jpg
Dit onheilspellende bord zag ik enkele kilometers voor de 'hondenstraten'
Genieten van het fietsen en het landschap is er niet meer bij. Het is alsmaar uitkijken naar het volgende huis langs de weg. Komt er hond aangestormd of niet? Hoe groot? Hoe agressief? Ik voel dat dit emotioneel vermoeiend is – de fun is weg. Ik ben opgelucht wanneer ik halfweg de heuvelrug een wat grotere weg bereik. Die leidt me langsheen de Mae Wong rivier die zich de laatste miljoenen jaren een weg heeft gevreten doorheen de heuvelrug. Overnachtingsplaatsen zijn eerder dun bezaaid in dit gebied, dus ik besluit halt te houden in het dorpje Mae Le, waar ik een leuk resortje vind met tuin aan de Mae Wong rivier.
20231214_130210.jpg
Tuintje van mijn resort vandaag
Het bestaat uit een tiental kleine witte kubistische huisjes waarvan ik nummertje 8 krijg. Ik zet de fiets binnen en voel de hitte die in het huisje hangt. Ondanks mijn gepriegel met de afstandbediening krijg ik geen leven in de airco. Ik voel het zweet van mijn gezicht druipen. Ik kijk op mijn fietscomputer: 40 graden – wat is het hier heet. Als een natte hond ga ik de dame van de receptie halen en ze toont me hoe ik de eenvoudige afstandbediening moet gebruiken. Ik bedank haar vriendelijk en begrijp nog steeds niet waarom het mij niet lukte. Al gauw ontdek ik dat de bediening maar een reikwijdte heeft van een tweetal meter. Gewoon dichtbij staan dus. Probleem opgelost. Vanavond slaap ik in ieder geval niet krap: het bed ziet eruit of het gemaakt is voor vijf personen. Is dit een Thais familiebed?
20231214_130521.jpg
Mijn 'sauna'
20231214_135746.jpg
Het ultrabrede bed
In de late namiddag relax ik in de tuin en op een bamboebedje met rode parasol dat de hoteleigenaar in het midden van de ondiepe Mae Wong heeft geinstalleerd.
20231214_130223.jpg
relaxen in de Mae Wong rivier
Het is 14 december vandaag – dat wil zeggen dat deze avond de geminiden te zien zullen zijn. Net zoals vorig jaar trek ik ’s avonds mijn lange broek, t-shirt met lange mouwen, en kousen aan en zoek ik de tuin op om vallende sterren te zien.
20231214_200732.jpg
Stoere pose (net zoals dezelfde avond vorig jaar - DEET2) en beschermd tegen de muggen.
Helaas brandt er in de tuin heel wat sfeerverlichting zoals lampionnen en lichtslingers en zit een groep gezellig kwakende Thai een barbecue te houden. Dan maar op de donkerst mogelijk plaats aan mijn huisje gaan kijken. Na een vijftal minuutjes heb ik al prijs: een pracht van een vallende ster trekt een trage heldere lijn aan de hemel. Dit kan al niet meer stuk. Na een tijdje komt de vriendelijke hoteldame me vertellen dat ze de lichten in de tuin heeft gedoofd voor me zodat ik daar de geminiden beter zou kunnen zien. Hoe attent! Ik had haar bij het inchecken verteld dat ik deze avond zou kijken naar de sterrenhemel. En daarvoor heeft ze nu het barbecuefeest van de andere Thai in de tuin in het donker gezet. Het is duidelijk dat de feestende Thai niet veel licht nodig hebben om plezier te maken. In de schemer zie ik dat ze gewoon verder barbecueën, lachen en Chang bier drinken. Ze nodigen me uit om erbij te komen zitten en we maken een praatje. Het blijkt een groep overheidsmedewerkers van een gezondsheidsinstantie te zijn. Ze zijn naar hier gekomen omdat er plots meer meldingen van dengue opduiken in deze streek en dat noopt tot nader onderzoek. Het is wel ironisch dat ik de enige van het gezelschap ben met lange broek en lange mouwen om me tegen de muggen, de denguevectoren, te beschermen. Ik vertel hen dat ik vallende sterren kom kijken en het duurt niet lang vooraleer we onderuitgezakt in de plastic tuinstoelen naar de hemel liggen te staren. Ondertussen bedenk ik dat dit het enige moment van de reis is waarop ik de lange broek, sokken en langmouw-T-shirt zal dragen. Is dit zonde van het baggagevolume? Ik kom er niet uit. Een uurtje later, na een vijf a tien meteoren, neem ik afscheid en ga ik terug naar mijn huisje.
20231214_213854.jpg
De schitterende sterrenhemel met centraal Jupiter en rechtsonder de pleiaden (uiteraard geen vallende sterren kunnen vastleggen) *click to enlarge*
Dag 9: Mae Le – Hup Pa Tat (69.2 km – 23.4 km/u)

Het wordt een korte rit vandaag en dat is maar goed ook. Ik fiets naar Hup Pa Tat, een bestemming die ik om verschillende redenen heb gekozen. Eerst en vooral de naam! Wie wil er nu niet naar Hup Pa Tat! Toen ik tijdens de voorbereidingsavonden die naam op Google Maps zag verschijnen tussen alle ‘Attractions’ en ‘Things to do’ door wist ik het meteen: daar wil ik heen! Of op zijn minst passeren. Toch fantastisch wanneer je kan zeggen dat je in Hup Patat bent geweest? Bij deze. Later zouden mijn Thaise vrienden een pijnlijke grimas trekken toen ze hoorden hoe ik “Hup Patat” op zijn Nederlands uitsprak. Het blijkt “Hoeb Pha Thââââât” te zijn wat iets als “palmbosjesvallei” zou betekenen.

Maar er is nog een tweede reden voor bezoek: het is een mooi stukje natuur dat weinig gekend is onder de Thai en al bijna helemaal niet onder de toeristen. Klein maar fijn.

Reden nummer drie: er is zowaar een fietscafé!

Via de strakke 3504 fiets ik zuidwaarts en laat de lange heuvelkam achter me liggen. Geen dog chases meer hier, de baan is breed genoeg, het weinige verkeer is te snel. Lekker op het ligstuurtje en draaien met de beentjes. Het landschap is vlak met rijstvelden en suikkerriet en beboste heuvels bij de horizon. Ik heb het eerder gezien, maar het verveelt niet – het is aangenaam fietsen. Zoals gewoonlijk is de kwaliteit van de weg top.

Ter hoogte van Ban Khlong Koi neem ik de 3456 verder zuidwaarts tot die eindigt ter hoogte van de tweehonderd-meter-hoge steenpuist nabij het dorpje Pradu Yuen. Daar neem ik een kleine lokale weg die recht naar mijn bestemming leidt: het sterk geanticipeerde Hup Pa Tat. Lokale weg. Daar zijn ze weer. En dit maal in grote getale: ik word achterna gezeten door een achttal hysterisch blaffende honden. Ze willen niet onderdoen voor elkaar. Even de pedalen stilhouden vermindert soms hun jachtreflex. Niet vandaag. Een plots kort sissend SSSJJJJ maakt ook niet veel indruk. Dan maar zachtjes verder fietsen en een kalmerend tssjjj-tssjjjj-tsssjjjj proberen. Ze blijven me nog een tijdje volgen maar haken uiteindelijk af. Geen enkele had blijkbaar zin in mensenvlees. Dat komt goed uit. In de verte zie ik de rotspartijen van Hup Pa Tat verschijnen.
20231215_104450.jpg
In de verte kan ik Hup Pa Tat al ontwaren.
Hup Pa Tat is een soort grillige tafelrots met wat rotsheuvels er rond. Eén van die omliggende rotsheuvels was oorspronkelijk hol, maar het plafond van de grot is ingestort zodat een komvormige rotsmuur van honderd a tweehonderd meter hoog overbleef. Binnen in die kom ontwikkelde zich een peipklein stukje maagdelijk regenwoud. Pas in 1979 werd die kleine kom ontdekt door een monnik en enkele jaren later heeft men met dynamiet een toegang gemaakt doorheen de rotsmuur. Daarvoor moest enkel het diepste stukje van een natuurlijke grot worden opgeblazen. Nu is de kom dus publiek toegankelijk en heeft men er 700 meter aan stenen paadjes en trapjes in aangelegd. In Hup Pa Tat kan je enkele endemische soorten vinden waaronder de ‘shocking pink dragon millipede’ (Desmoxytes purpurosea) – een miljoenpoot die cyanide kan afscheiden en shockingly pink is. Die wil ik zien. Helaas ben ik enkele maanden te laat want ze zijn enkel makkelijk te vinden tijdens het nat seizoen. Maar als getraind insectenzoeker ik ga toch proberen.

Ondertussen heb ik de toegangspoort tot de Hup Pa Tat vallei bereikt. Het is idyllisch mooi en… er blijken helemaal geen honden te zijn. Ik fiets verder tussen verticale rotswanden. De valleibodem is op verschillende plaatsen bezaaid met bloemen waartussen verhoogde instagramplatforms en kunstige bankjes en zeteltjes staan opgesteld. Toch zie ik nauwelijks mensen. Het lijkt alsof ik een beetje in een droomwereld ben terecht gekomen. Iets tussen hemel en aarde.
20231215_105221.jpg
Een gele old-timer verwelkomt me in de Hup Pa Tat vallei
20231215_105343.jpg
Toegangspoort tot Hup Pa Tat
20231215_105350.jpg
Een droomwereldje om in te fietsen...
20231215_105635.jpg
...met kleurrijke bloemenvelden.
Ik bereik het fietscafé en drink een shake die stevig aan de prijs is. De hippe eigenaar achter de bar zegt dat zijn beperkt aantal kamers helaas allemaal gereserveerd zijn, maar hij wil me, mocht ik verderop geen slaapplaats vinden, een backup aanbieden: zijn busje, met bed en ingebouwde airco. Ik bedank hem hartelijk – dat is een goed plan B. Even verderop vind ik toch makkelijk een huisje in een resort. Ik parkeer mijn fietsje in de kamer, neem een verfrissende douche, en ruil mijn fietsuniform voor een wat minder strakke plunje. Het is nog maar kort na noen dus tijd zat om de Hup Pa Tat grot, die op wandelafstand ligt, te bezoeken.
20231215_110654.jpg
Het fietscafe - tijd voor een verfrissing.
20231215_110704.jpg
e-bike avant-la-lettre
20231215_111249.jpg
Even relaxen op het terrasje
20231215_125143.jpg
En dan toch een huisje gevonden voor de overnachting.
20231215_123008.jpg
Fietsje gaat zoals gewoonlijk mee de kamer in.
Met veel genoegen en herkenning dit verslag gelezen, zelfs de foto,s komen overeen met de onze .
Mijn vrouw en ik deden dezelfde trip in 2015, alleen deden wij het in 4 weken . We waren toen 60+
Als basis gebruikte we een route van AWOL. Ik verheug mij dagelijks op de volgend aflevering.

Wij hebben veel trips in ZO Azie gefiets de laatste in 2019 : Bangkok ,Pnom pen, Saigon
Wij zijn van plan volgende winter weer naar Thailand te gaan.

Veel fiets fiets plezier

Dirk
Dank je, Dirk!
Misschien kom ik jullie volgende winter wel tegen. 😉