Een trein laat zich in een reclamespotje wat minder makkelijk bespringen door motorkapmeisjes, maar is zeker geen aseksueel transportmiddel: lees de rubriek Hartkloppingen in het blad Rails maar eens.Marco Meijerink schreef:In lees in dit topic hele goede argumenten om voor- of juist tegen de fiets of de auto te zijn. Bijna alle argumenten zijn waar. Ze doen alleen voor veel autobezitters niet ter zake.
Een mooie auto is sexy (gevoel. emotie), een trein is dat niet.
De ontwikkeling van de elektrische auto schijnt een eeuw geleden te zijn gestopt omdat de benzinemotor beter appelleerde aan het gevoel een groot grommend dier te berijden. Een gevoel dat door de eerste oliebaronnen dankbaar werd geëxploiteerd en aangepraat.
De ene auto is trouwens de andere niet: denk maar aan de pooierbak, die Annemarie Jorritsma zo nodig als dienstauto wilde hebben. Haar illustere opvolger Herman Heinsbroek ging noch verder: in zijn kringen was je een loser als je je niet in een Bentley liet vervoeren.
De echte losers zijn volgens mij degenen die dag in dag uit in de file staan, op weg naar een werkplek die ze haten, maar waar ze elke dag toch weer heenrijden omdat ze zonder die baan hun auto niet zouden kunnen betalen.
Henk Hofland heeft in zijn boek De elite verongelukt (1995) prachtig beschreven hoe de auto allesoverheersend is geworden. ‘We kunnen het weergaloze, wereldwijde succes en de vernietigende kracht van het automobilisme alleen begrijpen als we het vergelijken met het fascisme; als we inzien dat het niets ontziende, molochistische en totalitaire karakter van het automobilisme heeft geleid tot een informeel, dagelijks gepraktiseerd fascisme. Vulgair straatfascisme, dat met vals respect voor het menselijk geluk en een ideologie van drogredenen dagelijks kerkhoven vult en torens van oudroest bouwt.’ In feite, aldus Hofland, is het automobilisme een koloniale macht die stad en land heeft veroverd en de bevolking zijn cultuur, wetten en hiërarchie probeert op te leggen.’
‘Vergeet je als voetganger een ogenblik dat je moet uitkijken, dan word je op z’n best getroffen door een storm van lawaai en scheldwoorden; op z’n slechtst door bedreiging van je leven.’
Bij veel mensen zal het kwartje wel nooit gaan vallen. Toch kan er veel veranderen, al dan niet geholpen door een nieuwe energiecrisis. Veertig jaar terug was je ook een loser als je niet rookte, en kijk die sneue pafkezen nu toch kleumen voor de ingangen van kroegen en kantoren!