Algemeen Dagblad zaterdag 2 augustus 2003:
Liever naar de Oostzee
Arbeidersvakantieparadijs heette de Duitse Oostzeekust in de dagen van de DDR. Niet bepaald een aanbeveling. Maar de verloederde badplaatsen zijn voor vele miljarden euro's opgepoetst en aangepast. AD Reizen volgde de kust tussen Lübeck en de Poolse grens en noteerde de mooiste plekken voor een strandvakantie.
Rerik
Na de wat vervallen Hanzestad Wismar is dit dorp van 2000 inwoners het eerste goede voorbeeld van een volmaakt gemoderniseerde badplaats. Alles ruikt nog bijna nieuw in dit kleine, overzichtelijke oord, dat zich bevindt op het smalste deel van het goed bereikbare schiereiland Wustrow. De promenade biedt opvallend genoeg geen uitzicht op het fijne zandstrand en de zee, maar is gekeerd naar de zogeheten Salzhafen. Wie terugkeert van een wandeling langs de 10 kilometer lange landtong -een beschermd natuurgebied -kan met uitzicht op de keurig gerangschikte boten in de jachthaven kiezen uit een keur aan terrasjes. De voormalige DDR is hier in geen velden of wegen meer te bekennen. Grappig genoeg ga je dit na enige tijd toch ook een beetje missen. Een beetje authenticiteit was leuk geweest. Samengevat: een mooi, wisselend land-en strandschap, ideaal voor rustzoekers.
Kühlungsborn
Dit is de eerste toeristische trekpleister van behoorlijke omvang. Jaarlijks trekt dit stadje een slordige 100.000 badgasten (in totaal komen er vier miljoen naar de Duitse kust). Die toeristen, zou je kunnen zeggen, zijn terug van weggeweest, want al meer dan een eeuw geleden was dit een mondaine badplaats. De karakteristieke Strandkorb, de overkapte strandstoel waar alle stranden hier vol mee staan, werd er in 1883 uitgevonden voor een gravin die graag uit de wind wilde zitten. Alle Jugendstilgebouwen in de buurt van de drie kilometer lange promenade langs het strand zijn intussen gerenoveerd. Met daarachter fonkelnieuwe wandelstraten, waar pastelkleurige boetieks, galeries en cafés staan te pronken.
Het is misschien wel té afgewerkt. Alsof het leven er nog even overheen moet. Maar verder geen klagen. Wat nu trouwens begint op te vallen -en wat voor alle badplaatsen aan de Oostzee geldt -is dat het zowel aan het strand als in het centrum veel schoner is dan in de badplaatsen langs 'onze'Noordzee. Bepaald mooi is hier ook de omgeving. In een licht glooiend landschap wisselen bossen en gele bloemenzeeën elkaar af; Van Gogh zou er wel raad mee hebben geweten.
Heiligendamm
Tja, en toen was zo te zien het geld op bij de centrale overheid. Nog steeds staan pal aan het strand, slechts gescheiden door een korte groenstrook, zeven immense villa's in stilte af te bladderen als de stille getuigen van een vervlogen tijdperk. Deze volgens de boekjes 'eerste Duitse badplaats'werd in 1793 uit de grond gestampt door hertog Friedrich Franz I van Mecklenburg. Uit die tijd stamt bijvoorbeeld ook het door Toscaanse zuilen ondersteunde Kurhaus, dat momenteel zwaar in de steigers staat. Tot nu toe is alleen het strandhotel Reidenz opgeknapt -en dat was twee jaar geleden ook al zo. Wie nu in de tuin in een Strandkorb een hapje eet, kijkt uit op de hierboven genoemde, leegstaande villa's, waarvan de ramen goeddeels uit de sponningen hangen. Hoewel Heiligendamm voor een groot deel meer op een bouwput lijkt dan op een toeristisch oord en je het hier dus na een paar uur wel hebt gezien, mag niemand deze bestemming overslaan. Oud en nieuw komen nergens zo fascinerend samen. Ideaal vervoermiddel om de badplaats te verlaten: Molli, het historische smal spoorlijntje dat Heiligendamm en Kühlungsborn met het 15 kilometer verderop gelegen Bad Doberan verbindt.
Warnemünde
Warnemünde hoort bij Rostock, zoals Scheveningen hoort bij Den Haag. Het is een grote, drukke badplaats waar architecten in de voorbije eeuwen heus hun best hebben gedaan, maar die toch een minder oogstrelende aanblik biedt dan de overige badplaatsen van deze reis. Kenmerkendis de gezellig-rommelige havenpromenade, die voor een deel aan het zicht wordt onttrokken door stalletjes met schreeuwerige t-shirts, goedkope zonnebrillen en dito tassen. Met mooi weer en in het weekend puilen de terrassen hier uit. Logisch, want het aangrenzende Rostock is met 240.000 inwoners met afstand de grootste stad in de regio. Maar behalve groot is Rostock ook nogal grauw. De stad geniet bovendien een dubieuze reputatie als bolwerk van neonazi's die nogal eens voor onrust zorgen.
Stralsund
Van de oude Hanzesteden aan de Oostzeekust is Stralsund (70.000 inwoners) het meest bezienswaardig. De actie Aufschwung Ost van de Bondsregering heeft ervoor gezorgd dat de hoofdzakelijk in gotische stijl gebouwde panden in de binnenstad met zorg zijn gerestaureerd. En mocht het toevallig regenen, overweeg dan een bezoek aan het Meeresmuseum. Deze erfenis van het communisme biedt een indrukwekkende staalkaart van het leven in en op zee. Rondom het in baksteengotiek uitgevoerde Raadhuis aan de Alte Markt zijn voldoende horecagelegenheden met terras, maar verder is het even zoeken naar enigszins sfeervolle eet-en drinkgelegenheden. De aanhouder leert dat die cafés en restaurants dikwijls zitten verstopt in kelders waar je vanaf de straat gemakkelijk overheen kijkt. Voorts begint op dit punt van de reis op te vallen dat de bediening in althans dit deel van de Oost-Duitse provincie bepaald al stukken minder nors en ongeïnteresseerd is dan kort na de hereniging nog het geval was.
Rügen
Vanuit Stralsund voert een vaste brug naar Rügen, verreweg het grootste eiland van Duitsland. De 'badkuip van Berlijn', op drie uur rijden van deze hoofdstad, telt verscheidene dorpen die opvallen door een uitbundige, uit de jaren 20 van de vorige eeuw stammende bouwstijl. In Sellin, helemaal aan de oostkust van het eiland, is de pier het summum van dergelijke frivoliteit. Het lijkt wel alsof deze Seebrücke, waarop twee restaurants zijn gehuisvest, rechtstreeks uit het sprookje van 1001 nacht is overgenomen. Een schitterend zandstrand slingert zich langs de hier behoorlijk grillige kustlijn. De afdaling langs de krijtrotsen kan desgewenst worden gemaakt per kabeltreintje. Wie door het dorp wandelt en oog heeft voor de overwegend witte, vrijstaande huizen met hun veranda's en houtsnijwerkjes waant zich eerder aan de Franse zuidkust dan in het uiterste noorden van Duitsland. Die observatie blijkt nóg meer te gelden voor Binz. Dit meest oogstrelende dorp van vermoedelijk de complete Duitse kust mag zichzelf met recht het Nice van het noorden noemen -zij het gelukkig op een aanmerkelijk kleinere schaal. Op de vier kilometer lange wandelpromenade wordt massaal geflaneerd. Hier staan de mooiste hotels en strandvilla's rijen dik trots tegen elkaar op te bieden. En -niet onbelangrijk -ook 's avonds valt hier genoeg te beleven.
Usedom
De fijnste zandstranden zijn weer te vinden op Usedom, het op een na grootste eiland langs de Duitse Oostzeekust, vlakbij de Poolse grens. Maar opgepast, meer mensen zijn op dat idee gekomen. Met zijn kustlijn van 40 kilometer goudgele korrels ligt er op Usedom een lang lint van badplaatsen. De Oostduitsers kennen het eiland nog als arbeidersvakantieparadijs. Maar de fabriekscampings en vakbondshotels zijn verdwenen. Vele badplaatsen zijn bezig de vooroorlogse glorie weer op te poetsen om zo de oude naam van Pommerse Rivièra weer eer aan te doen. Vooral het stijlvolle trio Bansin, Heringsdorf en Ahlbeck toont de Oostzeekust op haar best. Het achterland is weer minder interessant dan dat van Rügen. In Usedom draait het dan ook maar om één ding: Strandspass.
Liever naar de Oostzee
Arbeidersvakantieparadijs heette de Duitse Oostzeekust in de dagen van de DDR. Niet bepaald een aanbeveling. Maar de verloederde badplaatsen zijn voor vele miljarden euro's opgepoetst en aangepast. AD Reizen volgde de kust tussen Lübeck en de Poolse grens en noteerde de mooiste plekken voor een strandvakantie.
Rerik
Na de wat vervallen Hanzestad Wismar is dit dorp van 2000 inwoners het eerste goede voorbeeld van een volmaakt gemoderniseerde badplaats. Alles ruikt nog bijna nieuw in dit kleine, overzichtelijke oord, dat zich bevindt op het smalste deel van het goed bereikbare schiereiland Wustrow. De promenade biedt opvallend genoeg geen uitzicht op het fijne zandstrand en de zee, maar is gekeerd naar de zogeheten Salzhafen. Wie terugkeert van een wandeling langs de 10 kilometer lange landtong -een beschermd natuurgebied -kan met uitzicht op de keurig gerangschikte boten in de jachthaven kiezen uit een keur aan terrasjes. De voormalige DDR is hier in geen velden of wegen meer te bekennen. Grappig genoeg ga je dit na enige tijd toch ook een beetje missen. Een beetje authenticiteit was leuk geweest. Samengevat: een mooi, wisselend land-en strandschap, ideaal voor rustzoekers.
Kühlungsborn
Dit is de eerste toeristische trekpleister van behoorlijke omvang. Jaarlijks trekt dit stadje een slordige 100.000 badgasten (in totaal komen er vier miljoen naar de Duitse kust). Die toeristen, zou je kunnen zeggen, zijn terug van weggeweest, want al meer dan een eeuw geleden was dit een mondaine badplaats. De karakteristieke Strandkorb, de overkapte strandstoel waar alle stranden hier vol mee staan, werd er in 1883 uitgevonden voor een gravin die graag uit de wind wilde zitten. Alle Jugendstilgebouwen in de buurt van de drie kilometer lange promenade langs het strand zijn intussen gerenoveerd. Met daarachter fonkelnieuwe wandelstraten, waar pastelkleurige boetieks, galeries en cafés staan te pronken.
Het is misschien wel té afgewerkt. Alsof het leven er nog even overheen moet. Maar verder geen klagen. Wat nu trouwens begint op te vallen -en wat voor alle badplaatsen aan de Oostzee geldt -is dat het zowel aan het strand als in het centrum veel schoner is dan in de badplaatsen langs 'onze'Noordzee. Bepaald mooi is hier ook de omgeving. In een licht glooiend landschap wisselen bossen en gele bloemenzeeën elkaar af; Van Gogh zou er wel raad mee hebben geweten.
Heiligendamm
Tja, en toen was zo te zien het geld op bij de centrale overheid. Nog steeds staan pal aan het strand, slechts gescheiden door een korte groenstrook, zeven immense villa's in stilte af te bladderen als de stille getuigen van een vervlogen tijdperk. Deze volgens de boekjes 'eerste Duitse badplaats'werd in 1793 uit de grond gestampt door hertog Friedrich Franz I van Mecklenburg. Uit die tijd stamt bijvoorbeeld ook het door Toscaanse zuilen ondersteunde Kurhaus, dat momenteel zwaar in de steigers staat. Tot nu toe is alleen het strandhotel Reidenz opgeknapt -en dat was twee jaar geleden ook al zo. Wie nu in de tuin in een Strandkorb een hapje eet, kijkt uit op de hierboven genoemde, leegstaande villa's, waarvan de ramen goeddeels uit de sponningen hangen. Hoewel Heiligendamm voor een groot deel meer op een bouwput lijkt dan op een toeristisch oord en je het hier dus na een paar uur wel hebt gezien, mag niemand deze bestemming overslaan. Oud en nieuw komen nergens zo fascinerend samen. Ideaal vervoermiddel om de badplaats te verlaten: Molli, het historische smal spoorlijntje dat Heiligendamm en Kühlungsborn met het 15 kilometer verderop gelegen Bad Doberan verbindt.
Warnemünde
Warnemünde hoort bij Rostock, zoals Scheveningen hoort bij Den Haag. Het is een grote, drukke badplaats waar architecten in de voorbije eeuwen heus hun best hebben gedaan, maar die toch een minder oogstrelende aanblik biedt dan de overige badplaatsen van deze reis. Kenmerkendis de gezellig-rommelige havenpromenade, die voor een deel aan het zicht wordt onttrokken door stalletjes met schreeuwerige t-shirts, goedkope zonnebrillen en dito tassen. Met mooi weer en in het weekend puilen de terrassen hier uit. Logisch, want het aangrenzende Rostock is met 240.000 inwoners met afstand de grootste stad in de regio. Maar behalve groot is Rostock ook nogal grauw. De stad geniet bovendien een dubieuze reputatie als bolwerk van neonazi's die nogal eens voor onrust zorgen.
Stralsund
Van de oude Hanzesteden aan de Oostzeekust is Stralsund (70.000 inwoners) het meest bezienswaardig. De actie Aufschwung Ost van de Bondsregering heeft ervoor gezorgd dat de hoofdzakelijk in gotische stijl gebouwde panden in de binnenstad met zorg zijn gerestaureerd. En mocht het toevallig regenen, overweeg dan een bezoek aan het Meeresmuseum. Deze erfenis van het communisme biedt een indrukwekkende staalkaart van het leven in en op zee. Rondom het in baksteengotiek uitgevoerde Raadhuis aan de Alte Markt zijn voldoende horecagelegenheden met terras, maar verder is het even zoeken naar enigszins sfeervolle eet-en drinkgelegenheden. De aanhouder leert dat die cafés en restaurants dikwijls zitten verstopt in kelders waar je vanaf de straat gemakkelijk overheen kijkt. Voorts begint op dit punt van de reis op te vallen dat de bediening in althans dit deel van de Oost-Duitse provincie bepaald al stukken minder nors en ongeïnteresseerd is dan kort na de hereniging nog het geval was.
Rügen
Vanuit Stralsund voert een vaste brug naar Rügen, verreweg het grootste eiland van Duitsland. De 'badkuip van Berlijn', op drie uur rijden van deze hoofdstad, telt verscheidene dorpen die opvallen door een uitbundige, uit de jaren 20 van de vorige eeuw stammende bouwstijl. In Sellin, helemaal aan de oostkust van het eiland, is de pier het summum van dergelijke frivoliteit. Het lijkt wel alsof deze Seebrücke, waarop twee restaurants zijn gehuisvest, rechtstreeks uit het sprookje van 1001 nacht is overgenomen. Een schitterend zandstrand slingert zich langs de hier behoorlijk grillige kustlijn. De afdaling langs de krijtrotsen kan desgewenst worden gemaakt per kabeltreintje. Wie door het dorp wandelt en oog heeft voor de overwegend witte, vrijstaande huizen met hun veranda's en houtsnijwerkjes waant zich eerder aan de Franse zuidkust dan in het uiterste noorden van Duitsland. Die observatie blijkt nóg meer te gelden voor Binz. Dit meest oogstrelende dorp van vermoedelijk de complete Duitse kust mag zichzelf met recht het Nice van het noorden noemen -zij het gelukkig op een aanmerkelijk kleinere schaal. Op de vier kilometer lange wandelpromenade wordt massaal geflaneerd. Hier staan de mooiste hotels en strandvilla's rijen dik trots tegen elkaar op te bieden. En -niet onbelangrijk -ook 's avonds valt hier genoeg te beleven.
Usedom
De fijnste zandstranden zijn weer te vinden op Usedom, het op een na grootste eiland langs de Duitse Oostzeekust, vlakbij de Poolse grens. Maar opgepast, meer mensen zijn op dat idee gekomen. Met zijn kustlijn van 40 kilometer goudgele korrels ligt er op Usedom een lang lint van badplaatsen. De Oostduitsers kennen het eiland nog als arbeidersvakantieparadijs. Maar de fabriekscampings en vakbondshotels zijn verdwenen. Vele badplaatsen zijn bezig de vooroorlogse glorie weer op te poetsen om zo de oude naam van Pommerse Rivièra weer eer aan te doen. Vooral het stijlvolle trio Bansin, Heringsdorf en Ahlbeck toont de Oostzeekust op haar best. Het achterland is weer minder interessant dan dat van Rügen. In Usedom draait het dan ook maar om één ding: Strandspass.