Lucien Schipper, uit Zaandam, vertrekt elke morgen van huis in noordelijke richting door Noord Holland. In Den Oever gaat het rechtsaf, de Afsluitdijk over, richting Friesland.
In Sneek, Heerenveen, Drachten of Franeker (al naar gelang hoe de pet of de wind staat) keert hij de fiets, om voor de avondprak weer bij moeders aan tafel aan te schuiven.
Zo legt Lucien ieder jaar 55.000 kilometer of meer af (verleden jaar overigens maar 54.000 kilometer omdat hij drie dagen ziek geweest is).
Vijf jaar geleden werkte Lucien nog, als huisschilder. Toen haalde hij slechts 40.000 kilometer per jaar.
Eind augustus 1999 haalde Lucien De Telegraaf vanwege het feit dat hij op 9 september van dat jaar (9-9-'99) 999.999 kilometer gefietst wilde hebben.
Opmerkelijk is dat Lucien geen fietscomputer op zijn stuur heeft (dat is niet betrouwbaar en daar kan je mee knoeien). Lucien rijdt in de plaats van aankomst naar het politiebureau en laat daar zijn toerboekje afstempelen.
Aan het eind van het jaar worden de officiële (ANWB-)kilometers opgeteld.
Natuurlijk beantwoord ik hiermee niet aan de gestelde vraag (de grootste afstand van huis naar werk op de fiets) maar wanneer je zoveel fietst als Lucien dan heb je gewoon geen tijd om te werken en dat is ook weer wat.
Ik schrijf dit stukje dan ook niet om aandacht te vragen voor Lucien Schipper, maar voor zijn moeder. De moeder van Lucien is namelijk Wereldkampioen Dunschillen (in bloemmetjesschort en met een houten schilbak op schoot).
Als iemand niet in dat Unox-boek mag ontbreken dan is dat mevrouw Schipper!
Wat een uitermate wonderlijk PS overigens. Lees ik daar dat tipgevers die niet leuk zijn geen kans maken op de DAF? Ja toch?
Hoe leuk moet iemand zijn? Wie bepaalt dat? En dan... wanneer je de dus uiteindelijk de leukste blijkt te zijn... hoe groot is dan je kans?