Niet vandaag, en zelfs niet gisteren, maar eergisteren stapte ik om ongeveer zes uur bij ons tijdelijk verblijf in Franeker op de fiets om een tochtje langs de zeedijk in oostelijke richting en dan wat zuidelijker weer terug te maken. Hoewel het nergens in de verwachtingen stond (dacht ik toch) begon het vrijwel direct wat te miezeren. Onder het A31-viaduct het niet zo waterdichte jasje verwisseld voor mijn regenjack. Door Tzummarum in noordelijke richting tot ik op de zeedijk stuitte. Schapen, lammetjes, schapen, lammetjes, een onafzienbaar aantal, ik denk dat ik er wel meer dan duizend gezien moet hebben. Schapen zijn voor mij erg onvoorspelbaar in hun bewegingen, dus handen aan de remmen houden.
Ineens hoorde ik ganzengesnater uit de lucht, ik keek naar rechts, en daar kwam een indrukwekkend grote vlucht ganzen, niet eerder zag ik er zoveel tegelijk vliegen. Ik vroeg me enigszins benauwd af of ganzen kunnen schijten tijdens het vliegen. Mocht dat het geval zijn, dan hebben ze me in elk geval gespaard.
Bij Zwarte Haan beklom ik de dijk. Ik wist dat daar de stalen banken ter ere van Anita Andriesen stonden, zij was de zus van een vriendin van ons, dus even een fotootje van een bank en uitzicht over het Wad naar haar geappt. Dat werd op prijs gesteld.
Na Zwarte Haan nog een km of zes verder langs de zeedijk en toen weer landinwaarts. Langs Ouwe Syl en door Het Bildt naar Sint Annaparochie. Daar bij de kerk, waar kennelijk Rembrandt ooit Saskia van Uylenburgh trouwde, even wat gegeten.
Om daarna onder andere over een heerlijk gravelpad langs een vaart uiteindelijk weer in Franeker aan te komen. Even na negen uur weer terug en ruim 50 km gefietst. Mijn dag kon niet meer stuk. De eerder gememoreerde miezerregen heeft overigens niet lang aangehouden gelukkig. In Sint Anna stond ik zelfs in de zon mijn krentenbolletje te eten.