Dag 6: Donderdag 2 juli, Lochem – Winterswijk, 64 km
Dit voelt een beetje als de laatste fietsdag, omdat ik mijn beoogde einddoel (Winterswijk) ga bereiken. Maar dat is het nog lang niet. Maar eerst maar eens de mooie Achterhoek in.
Daar is het meteen genieten van de fraaie landschappen en de leuke fietsweggetjes.
Zijn deze arme paardjes nou tot hun knieën weggezakt in de drassige beekoever, of hebben ze gewoon zulke korte beentjes?
Hier kan ik altijd erg van genieten. Waar zie je dat nu nog, varkens in de wei in plaats van in een bio-stal? Maar het is wel de pest voor je gazon.
In de buurt van Borculo staat bij de Lebbenbrug dit 16e eeuwse tolhuis, annex boerderij. Het is echt zeldzaam dat een gewoon huis al deze eeuwen overleefd heeft. Voor kerken en kastelen is dat niet ongewoon, maar voor zo'n gebouw wel.
Ik heb ook genoten van het (gereconstrueerde?) bord met toltarieven. Tegenwoordig zouden ze hooguit onderscheid maken tussen een voetganger, een fietser, een auto en een vrachtwagen. Maar deze tarieven zijn heel wat gespecificeerder
Een mensch te paard 5 cent, een ledig paard 2 ½ cent, een vette os of koe 2 cent, een pink of tweejarig 1½ cent, een vet kalf 1 cent, een kar met koopmanschappen in het land blijvend 20 cent, met onbeslagen raderen 15 cent. Als je doorreed naar Duitsland was het duurder (en terecht!). Enz., enz. Het geeft ook interessant inzicht in het economisch verkeer van vroeger.
Op de kaart zag ik een plaatsje genaamd Leostichting. Dat fascineert me dan, dus heb ik het opgenomen in de route. En ook dat blijkt weer boeiend. Kijk nou dit muurreliëf uit de jaren '50. Het lijkt wel socialistisch realisme: boeren en arbeiders. Arbeid leidt tot verlichting. Dat is duidelijk de boodschap. Maar het is niet socialistisch maar Rooms-Katholiek. De Leostichting is een voormalig heropvoedingsgesticht voor moeilijk opvoedbare jongeren, dat tot in de jaren '80 gedreven werd door de Fraters van Utrecht. Nu zit er nog steeds jeugdzorg, maar gelukkig niet meer met de fraters. Want sinds de Commissie Deetman weten we dat deze instelling vroeger een heel slechte reputatie had op het gebied van seksueel misbruik. Tsja, de Katholieke kerk begint na alle onthullingen langzamerhand op een criminele organisatie te lijken. Maar deze jaren ’50 architectuur is dan toch wel weer aardig.
En voor wie het nog niet wist: Groenlo wordt ook wel Grolle of Grol genoemd, en Grolsch is dus bier uit Groenlo. (Vandaar de kleur van het logo ongetwijfeld.)
Groenlo speelde een belangrijke rol in de Nederlandse Opstand, met name als grensvesting tegen de Katholieken uit Münster. Frederik Hendrik oefende bij het beleg van Groenlo (1627) voor zijn latere meer beroemde overwinning bij Den Bosch. Willem van Nassau, een zoon van Maurits, werd in de laatste minuten van de strijd doodgeschoten door een Grolse sluipschutter, die een hele tijd had liggen mikken en na zijn succesvolle schot de onsterfelijke woorden sprak: ‘So, die leijt!’ De vestingwallen van Groenlo zijn nog gedeeltelijk intact, en het is een alleraardigst stadje.
Dat is anders in Winterswijk. Als stadje is er niet zoveel aan, maar een aantal individuele gebouwen hebben de ballotage van dit beeldverslag gehaald. Dit pand fascineerde mij niet zozeer door de fraaie architectuur, maar vooral vanwege het opschrift ’Help U Zelven’. Is dit nou opbeurend bedoeld of heel egoïstisch? Zoekt u het zelf maar uit! Hoe moet ik dit opvatten? Een speurtocht op google wees uit dat het hier om een voormalige coöperatieve winkel gaat. Daar had ik nog nooit van gehoord, maar dat schijnt in de eerste helft van 20e eeuw een vrij wijd verbreid fenomeen te zijn geweest. Wie lid werd van de coöperatie (en contributie betaalde), kon tegen een gereduceerd tarief boodschappen doen in deze winkel. Het businessmodel zat hem in de grootschalige inkoop en het ontbreken van een winstoogmerk. De coöperatie had meerdere winkels in verschillende plaatsen. Ook elders in het land bestonden dit soort winkelcoöperaties. Net als de oude woningbouwverenigingen eigenlijk: betaalbaar levensonderhoud door samenwerking.
Tussen de overwegend kleinsteedse bebouwing detoneert de voormalige manufacturenwinkel van de firma Van Oorschot. Het pand is rond 1900 gebouwd in de mondaine Art Nouveau stijl als was het een heus warenhuis.
En ook in Winterwijk weer sporen van een rijk joods verleden (het kwam al eerder terug in dit verslag). Een 19e eeuwse synagoge, met daarnaast een heel fraaie rabbiwoning in Art Nouveau stijl. In Winterwijk is dat een beetje pijnlijk omdat deze gemeente bekend stond als een NSB-dorp (20% van de stemmen bij de Provinciale Statenverkiezingen van 1935).
In Winterwijk heb ik de boodschappen weer aangevuld, waarna ik aan de laatste etappe begin naar het kampeerterrein. Dat ligt op zo'n 10 km achter Winterswijk, bijna op de Duitse grens. Ik vind een heel rustig plekje aan de rand van het terrein. Omdat het nogal stevig waait gebruik ik m'n tarp nu als windscherm. Kan ik lekker uit de wind zitten en koken.
Mijn uitzicht is werkelijk heel aangenaam: een brede strook hoog gras met veldbloemen, en daarachter een doorkijkje naar een met bomen omzoomd veld. Typisch een plek waar in de schemering reeën te zien zijn, hoop ik. Maar ze komen niet.
Wordt vervolgd....