door
Stein » zo 13 mei, 2018 13:58
Als solofietser en -kampeerder sta ik op zodra ik wakker word. Moet geen vijf uur zijn natuurlijk. Meestal is het een uur of zeven. De stop gaat uit mijn mat en ik kleed me aan. Dan naar het toiletgebouw en als ik terug ben ontbijten. Dat is meestal een wat armoedig gebeuren met een taai broodje van de vorige dag en misschien nog een bekertje yoghurt. Ik drink er water bij, of als ik maar weinig kilometers voor de boeg heb en dus veel tijd, zet ik ook nog thee.
Met wat geluk ben ik op een camping terechtgekomen waar 's ochtends vers brood te krijgen is, dan wordt het een' echt ontbijt'. Anders wordt het onderweg stoppen bij de eerste bakker of supermarkt om wat beters te kunnen krijgen. (In ieder geval de eerste winkel, want als ik die voorbij rijd dan komt er namelijk heel lang niks meer. Stop ik er wel, dan kom ik in het half uur erna nog wel drie grotere, betere of goedkopere zaken tegen. Zo gaat dat.)
Na het ontbijt ruim ik de laatste spullen op en pak ik de tent in. Laten drogen doe ik niet aan. Ik schud de druppels er zo veel mogelijk af. Als alles aan de fiets hangt, met een eventuele natte handdoek op de tassen, ben ik meestal een goed uur wakker.
Ik vul als laatste mijn flessen met water en stap op de fiets.
Ik geniet van de rust en hoe mooi het landschap in de vroege ochtend is. Ik groet elke tegemoetkomende vakantiefietser. Op de types met de verbeten gezichten na, die waarschijnlijk alleen kunnen denken aan heel veel kilometers maken, groeten ze wel terug.
Na zo'n anderhalf uur probeer ik ergens een half uurtje pauze te houden met een koffiebroodje of iets anders met suiker als hoofdingrediënt en een kop thee erbij. In de ons omliggende landen kan dat vaak al vroeg bij bakkers of de broodafdeling van de supermarkt. Lekker als je er even bij kunt zitten. Ben ik Nederland, dan wordt het thee of koffie met appeltaart bij een horecagelegenheid. Hopelijk is er al wel een open...
Ik bedenk me als ik net weer weg ben dat ik vergeten ben me in te smeren met zonnebrand, dus dat doe ik maar even op een bankje.
Dan weer zo'n anderhalf uur fietsen. Ik drink tussendoor water terwijl ik me afvraag hoe het toch kan dat Spa een flesje zonder bijsmaak haast gratis kan bijleveren en bidonmakers altijd plastic met chemiegeur gebruiken.
Zo langzamerhand wordt het tijd voor de lunch. Als ik vermoedde dat er weinig winkels onderweg zouden zijn, haal ik nu een geplet broodje uit mijn tas van de bakker van vanmorgen. Heb ik de gok gewaagd wel winkels tegen te komen dan haal ik hopelijk heel tevreden met mezelf broodjes, karnemelk en fruit bij een winkel. Een reep Ritter Sport is soms het toetje. Goed dat er een chocoladefabrikant is die ook sportvoeding maakt.
Niks te vinden? Dan fiets ik maar door, scheldend op mezelf over zoveel onnozelheid terwijl ik mijn reservemueslirepen alvast naar binnen werk. Mijn hoop ligt dan bij het volgende dorp.
Nu volgt de laatste fietsetappe. Tijdens een korte pauze gaat er meestal een blikje fris naar binnen. Eventueel neem ik onderweg vast spullen voor het avondeten mee. Trouwens niet in elk land heel gemakkelijk omdat we in Nederland wel erg verwend zijn met kleine verpakkingen. In buitenlandse supermarkten is soms de standaard maat voor zo ongeveer alles een kilo of een liter. Voor de solofietser die 1 tomaat wil en zoekt naar pasta voor twee dagen is dat niet per se fijn. Vruchtenyoghurt daarentegen verpakt men met name in Frankrijk meestal per hap.
Ergens rond een uur of vier hoop ik op de camping aan te komen. Daar aangekomen schrijf ik me in, betaal ik en zet ik direct de tent op. Dan meteen het slaapmatje oppompen zodat ik dat maar gehad heb. 's Avonds laat willen slapen en dan zien dat het matje nog plat is, da's altijd nogal een teleurstelling. De rest van de spullen gooi ik gewoon naar binnen. Komt zo wel. Douchen, eventueel scheren en dan, elke dag weer, kleding wassen. Kleding ophangen aan de lijn of fiets. Tijdens het scheren heb ik mijn telefoon en dergelijke opgeladen. Anders zoek ik later naar manieren om wat bij te laden. Komt er een caravanner naar me toe en praten we gezellig over vakanties en dat hij voor hij haar ontmoette ook op fietsvakantie ging maar dat nu niet meer mag of eigenlijk wel had gewild maar nooit gedurfd, dan kan ik wel vragen of mijn telefoon even aan de beademing mag in de caravan. Mag dan altijd, want ik ben zijn held.
En dan is het tijd om neer te ploffen in mijn stoeltje en wat te gaan lezen. Liefst natuurlijk met een koud biertje erbij. Dat stoeltje en de e-reader zijn zo ongeveer de enige luxe die ik mee heb en ik zou ze niet willen missen. Dit is namelijk een van de fijnste momenten van de dag.
De camping is nu nog nieuw, dus voor het eten loop ik meestal nog een rondje over de camping. De camping verkennen, noemden we dat vroeger. Was een mooie taak voor ons kinderen wanneer onze ouders in alle rust de vouwwagen wilden neerzetten.
Misschien zijn er op de camping ook andere vakantiefietsers. Dan maak ik even een praatje. Soms zijn het ook solofietsers en kan het gezellig worden met een biertje erbij. Fietsende stellen laat ik na een paar minuten praten over 'waarvandaan, hoelang, waarheen' maar weer met rust. Die hebben elkaar en zitten niet op mij te wachten. Straks gaan ze me nog 'de eenzame fietsmeneer' noemen ofzo.
Avondeten! Dat is bij mij een uiterst simpele zelfgemaakte hap of een pizza, schnitzel, hamburger of curryworst in het dorp of bij het campingrestaurantje. Ik kan natuurlijk een echte maaltijd (iets met meer dan drie ingrediënten) zelf koken, maar het is veel gemakkelijker om dat niet te doen.
Zo, dat zit er weer in. Was er inderdaad een enorme kooktoestand nodig, dan was ik de pan, het bord en de vork af.
Vervolgens alvast kijken waar ik morgen ongeveer wil uitkomen en wat ik onderweg kan verwachten. De camping voelt vanaf dit moment niet meer als nieuw, maar als 'oud', want het afscheid nadert. Ik pak alvast in wat ik niet meer nodig heb, lees of puzzel nog wat. Ben ik in Italië, dan dompel ik me onder in DEET want zo weinig interesse als de Nederlandse muggen in me hebben, zoveel interesse hebben de Italiaanse. Of het komt omdat er daar triljoenen vliegen, dat kan ook.
Als het helemaal donker is, is voor mij de dag om en blijf ik niet te lang meer op.
Tandenpoetsen, wassen, plassen. Ik kruip mijn slaapzak in en overdenk deze dag nog even en kijk vast vooruit. En ik hoop dat ik in slaap ben voor ik het idee krijg dat ik misschien weer moet plassen.
Morgen weer een dag fietsplezier.
Nog even over dat opstaan in de ochtend... Bij warm weer zet ik desnoods de wekker om vroeg te kunnen fietsen. Maar bij extreem warm weer, zoals afgelopen zomer tijdens een hittegolf in Italië, is het moeilijk om 's avonds op tijd te slapen. Het was zelfs met alles open voor twaalven niet te doen in de tent. Dan wordt heel vroeg opstaan ook lastig. Word ik wakker met regen, dan heb ik juist helemaal geen zin om op te staan.
Tussen wat ik wil en hoe het loopt zit nog weleens een verschil...