Additionally, paste this code immediately after the opening tag: Zes weken veldwerk langs de Frontlijnroute - Pagina 3 - Forum Wereldfietser

Zes weken veldwerk langs de Frontlijnroute

167 berichten
keesswart schreef:
ma 22 jan, 2018 17:55
Daarom wil ik hier de komende weken wat van deze uit de hand gelopen hobby laten zien.
Leuk om wat 'achter de schermen' te zien van jouw hobby Kees.
Dag 9, 19 september 2016. Van Monampteuil naar Val-de-Vesle, 92 km

Afbeelding

Door het mooie dal van de Ailette loopt een voie verte die inmiddels 17 km lang is, compleet met vlonders en bruggen.

Afbeelding

In 2009 was deze fietsroute nog in aanleg. Ik wilde hier toen een camping opzoeken, maar die bleek te zijn veranderd in een groot commercieel vakantiepark van Center Parcs. De meeste fietsers die je hier nu tegenkomt op de voie verte, zijn gasten van dat vakantiepark die de ene dag een fiets huren, de andere dag een stukje gaan varen op het nabijgelegen stuwmeer en soms ook dagenlang binnen de muren van het complex doorbrengen op de waterglijbaan, in de sauna, op de bowlingbaan of aan de bar. Er is ook een supermarkt, maar om die te bereiken moet je wel eerst het bewaakte terrein op zien te komen. In de wijde omgeving buiten het vakantiepark is zelfs geen bakker te vinden.
Een trekkersveldje voor passerende vakantiefietsers past niet in het business model van Center Parcs (en anders had dat waarschijnlijk tientallen euro's per nacht gekost), zodat ik toen enkele kilometers verderop ben gaan wildkamperen op een sfeervolle plek bij de ruïnes van de Abbaye de Vauclair. Deze abdij werd in de 16e eeuw al verwoest, tijdens de Franse Revolutie nog een keer en wat er nog van restte, werd in 1917 kapot geschoten tijdens het offensief van de Franse generaal Robert Nivelle bij de Chemins des Dames.

Afbeelding

De Chemins des Dames loopt parallel aan de voie verte de l'Ailette, op een 100 m hoger gelegen heuvelrug. De weg dankt zijn naam aan twee dochters van koning Lodewijk XV, die hier langsreden als ze hun gouvernante kwamen bezoeken. Ze zullen niet hebben vermoed wat voor drama’s zich ooit langs hun route zouden gaan afspelen. Daarover meer in een andere aflevering.
Als routemaker moest ik hier kiezen: de wat drukkere en windgevoelige weg over de heuvels, waar het wemelt van het oorlogserfgoed, of de autovrije en beschutte voie verte door het dal. De hoofdroute duikt eerst het dal in en klimt later weer naar het meest interessante deel van de Chemin des Dames. Wie geen zin heeft in die klim, kan een alternatieve route nemen: boven op de heuvels blijven of het dal niet verlaten.

Afbeelding

Na het oversteken van de Aisne begint de Champagnestreek. Al gauw verschijnen de eerste wijngaarden. Dan komt Reims in zicht. Dwars door de stad loopt een autovrije voie verte, maar wie wat van de binnenstad wil zien zal dit fietspad moeten verlaten. Het is ook verstandig om hier proviand in te slaan, want pas na 90 km is er weer een serieuze winkel langs de route.

Reims had tot 1914 een middeleeuwse binnenstad met veel vakwerkhuizen. De stad lag echter dichtbij de frontlinie en onderging hetzelfde lot als Ieper; 80 procent van de gebouwen werd verwoest. Anders dan in Ieper, werden de oude huizen niet herbouwd, al is hier en daar nog een mooi exemplaar intact. Wel werd de beroemde kathedraal, waarin eeuwenlang Franse koningen werden gekroond, stukje bij beetje hersteld, net als het bisschoppelijk paleis en de basiliek Saint Remi. Ook zijn er in Reims nog overblijfselen uit de Romeinse tijd, zoals de Porte de Mars.

Afbeelding

Wie de binnenstad van Reims toch liever links laat liggen, fietst volledig autovrij door de stad over het geasfalteerde jaagpad langs het Canal de l'Aisne à la Marne. Destijds werd het asfalt buiten de stad nog enkele kilometers onderbroken door een geitenpad, maar ook dat is inmiddels een mooi fietspad geworden. Dit volg ik tot 15 km buiten de stad, waar de dichtsbijzijnde camping is. Dit is op zich een mooie camping municipal, die wel altijd vol staat met campers die vooral uit Nederland komen. Ook nu hangt er weer een bordje 'complet' bij de ingang, maar voor een trekkerstentje is er altijd wel een stukje gras beschikbaar. Waarom een grote toeristische stad als Reims al jaren geen eigen camping meer heeft, begrijp ik niet. Het zal wel net zo'n verhaal zijn als in Maastricht, waar een goed bezochte stadscamping moest wijken voor golfbanen.

wordt vervolgd
Dag 10, 20 september 2016. Van Val-de-Vesle naar Autry, 75 km

Afbeelding

Op de weg zie ik een beest liggen. Zo te zien een das. Vermoedelijk aangereden, al zie ik geen verwondingen. Zonde van zo'n mooi dier.

Afbeelding

Ik rij een stukje terug over het jaagpad om op de hoofdroute bij het Fort de la Pompelle te komen. Vanaf de camping was het korter en sneller geweest om het asfaltalternatief te vervolgen dat later weer op de hoofdroute uitkomt, maar dat is een stuk saaier. Bovendien wil ik de huidige staat van de kruip-door-sluip-door-route naar het fort even aanschouwen. In de navigatietekst staat deze als volgt beschreven:
Afbeelding

Ik zie nu dat na km 62.4 de weg direct na de spoorweg al omhoog gaat en dat op de kruising bij km 69.2 de brede grindweg naar rechts buigt en dat hier een smaller pad rechtuit gaat. Boven deze kruising hangen telefoondraden, een handig herkenningspunt.

Afbeelding

Zes jaar terug kon je bij de bosrand een stukje door het veld.

Afbeelding

Nu loopt er wat eerder al een pad door het veld naar de bosrand toe. Als je de bovenste foto (11 september 2010) vergelijkt met de onderste (20 september 2016), valt ook op hoeveel gras er op de paden en in de bermen is gaan groeien. De zomer van 2016 was hier blijkbaar natter dan die van 2010.

Afbeelding

Over een aarden wal kun je vervolgens het bos in. Ik denk dat dit parcours bij nat weer best wel een uitdaging kan zijn. Er valt sowieso meer te zien en te beleven dan op het asfaltalternatief. Rondkijkfietsers zullen hier een andere keuze maken dan kilometervreters.

Afbeelding

Honderd meter verder loopt een grindpad naar de ingang van het fort, dat nu een museum is. Het Fort de la Pompelle was na de Frans-Duitse oorlog van 1870 gebouwd. In 1913 werd het fort verlaten omdat het niet meer in de nieuwe militaire strategie paste. In 1918 was dit echter het enige fort rond Reims dat nog in Franse handen was. Zwaar gebutst kwam het uit de strijd.

Afbeelding

Vanaf hier is er asfalt. Wel moet je nog door een voetgangerstunnel om aan de andere kant van de zeer drukke D931 te komen. Die tunnel bestaat uit twee smalle buizen met eenrichtingsverkeer. Een bepakte fiets past er net in.

Afbeelding

Naast foto's van de situatie ter plekke maak ik aantekeningen in de gids.

Afbeelding

De route gaat enkele kilomers door golvende wijnvelden naar Nogent-l'Abesse, waar ik koffie ga drinken. In het café valt me direct op dat de stamgasten hier de gebruikelijke pint hebben verruild voor een glas champagne. Morgen zal het wel weer bier zijn, want hierna zijn er tot de Elzas bijna geen wijnvelden langs de route.

Afbeelding

Waar in 1914 de dorpen Nauroy en Moronvilliers lagen, ligt nu aan beide kanten van de weg een uitgestrekt militair oefenterrein. Bij Saint-Martin-Heureux begint de bewoonde wereld weer. Dat wil zeggen, er staan huizen die een bewoonde indruk maken. Mensen kom ik er amper tegen. Dat geldt ook voor de volgende dorpen. Pas in Sommepy-Tahure is er een bakker en een vergeetwinkeltje, dat alleen 's ochtends en van 17:00 tot 19:00 uur open is, behalve op maandag. Dit vermoedde ik al, zodat ik vanochtend bij de bakker in Valle-de-Vesle genoeg proviand heb ingeslagen. In de gids staat een 'winkelwaarschuwing': dat er op dit traject 90 km lang geen supermarkt is. In het noordoosten van Frankrijk is dat niet uitzonderlijk.
Van druk verkeer heb je hier buiten de grote doorgaande wegen geen last. Afhankelijk van het seizoen rij je hier tussen knalgele koolzaadvelden of langs metershoge suikerbietenbergen.

Afbeelding

Afbeelding

In de loop van de middag maken de kale golvende velden van de Champagne plaats voor het grasland en de beboste hellingen van de Argonne.
In de buurtschap La Gare rust ik even uit op een bankje voor een vakantiewoning in een oud stationsgebouw. 'Un train peut en cacher un autre', vermeldt een opgepoetst bordje aan de muur nog altijd, terwijl de spoorrails allang verdwenen zijn.

Afbeelding

Het is half zes en ik kan voelen dat ik de laatste dagen tot de schemering heb doorgefietst. Als ik vanavond iets warms wil eten en morgenochtend een ontbijt met kwark of yoghurt en muesli wil, zal ik nog even door moeten fietsen naar Varennes-en-Argonne, waar een supermarkt is. Dat is nog 20 km verder en meer dan 100 m klimmen.
Slechts 2 km hiervandaan is de camping municipal van Autry, waar niets te koop is. Ik heb echter nog een half stokbrood, een flink stuk camembert, boter, een halve reep chocola, een zak cashew noten, vier stroopwafels en een versgeplukte appel in mijn tassen, genoeg om de hongerklop mee te bestrijden.
De camping municipal is een paradijsje. Ik zet mijn tent op bij een kastanjeboom met een bankje in de avondzon.

Afbeelding

Bij de receptie hangt een bijgewerkte prijslijst uit 2015.

Afbeelding

De douchemuntjesautomaat is kapot, maar de douche is heerlijk warm!

Afbeelding

Ik verzamel het proviand uit de tassen en geniet van mijn avondmaal. Twee stroopwafels bewaar ik voor het ontbijt.

Afbeelding

Even later komt de vrouw langs die de camping beheert om € 3,40 af te rekenen, inclusief toeristenbelasting.

wordt vervolgd
Wat leuk om te lezen, en met viamichelin.com en googlemaps weer terug te gaan naar de route waar ik in 2014 plezier aan heb beleeft. Bij deze verder zeer uitstekende camping municipal kan je 's ochtends proberen om aan de overkant bij de melkveehouder een bidon verse melk te drinken. Dat kreeg ik toen aangeboden.
Men heeft wel door dat er nu net te veel 'niets' is voor doorgaande fietsers.
's Ochtends schijnt er soms nog een bakker langs deze camping te komen. Zelf heb ik hier geen bakker gezien, maar het was toen al ver in september en ik was al rond 9 uur vertrokken. De dichtstbijzijnde winkel is in Grandpré, 10 à 15 km in noordelijke richting door het dal van het riviertje dat langs de camping stroomt. In Grandpré is ook een camping, maar die is groter en drukker dan die van Autry.
Dag 11, 21 september 2016. Van Autry naar Verdun, 86 km

Afbeelding

De Argonne is de meest zuidelijke uitloper van de Franse Ardennen en een natuurlijke grens tussen Champagne en Lotharingen. De steile oostrand vormt al eeuwenlang een strategische barrière.
In 1914 kwam de frontlijn dwars over de heuvels te liggen, enkele kilometers ten zuiden van de route. De Duitsers hadden zich hier stevig verschanst en bestookten hun tegenstanders met artillerie en vlammenwerpers. De Franse soldaten wisten hier met moeite te overleven tot de zomer van 1918, toen verse Amerikaanse troepen arriveerden. Ook deze waren slecht voorbereid en hun aanvoerder, ‘Black Jack’ Pershing, was zo arrogant en eigenwijs als een generaal maar zijn kan. Wel waren de yankees met maar liefst één miljoen zielen en, minstens zo belangrijk, niet uitgeput en getraumatiseerd na vier jaar ellende. Anders dan de Europeanen geloofden ze heilig in hun onoverwinnelijkheid. Eind september 1918 startten ze samen met de Fransen het Maas-Argonne-offensief. Even dreigde ook deze aanval vast te lopen, maar de Duitsers gingen inzien dat zij de oorlog niet meer konden winnen en begonnen zich terug te trekken in de Ardennen.

Even voorbij Binarville herinnert een klein monument aan het Lost Battalion. Dit bestond uit meer dan 500 Amerikaanse soldaten die enthousiast maar slecht georganiseerd door de linies heengebroken waren en vervolgens onder vuur kwamen te liggen. Ze zaten als ratten in de val, maar een postduif zou hun hoofdkwartier hebben weten te bereiken met de boodschap waar het bataljon zich bevond. Velen crepeerden in het bos, maar na zes dagen werden een paar honderd mannen toch nog gered. Het verhaal van het Lost Battalion is een van de weinige uit deze oorlog dat later is verfilmd: in 1919 en opnieuw in 2001.

Afbeelding

Varennes-en-Argonne is het enige dorp op de route tussen Reims en Verdun dat nog kan voorzien in alle basisbehoeften van voorbijtrekkende vakantiefietsers: er is een supermarkt, bakker, café, geldautomaat, camping en een ouderwets hotel. Ook de route 'Langs Oude Wegen' komt hier langs.
Een historische nacht in het dorp is verfilmd door Ettore Scola onder de titel 'La Nuit de Varennes'. Het gaat om de nacht van 21 juni 1791. Koning Lodewijk XVI werd hier toen ontmaskerd, terwijl hij met zijn familie incognito naar de Oostenrijkse Nederlanden probeerde te vluchten. Anderhalf jaar later eindigde hij als ambteloos burger onder de guillotine.

Na Varennes maakt de hoofdroute een slinger naar het noorden via Romagne-sous-Montfaucon. Voor degenen die de indrukwekkende resten van het Argonnefront willen zien, is in de gids een extra rondje van 35 km opgenomen. Dat rondje bewaar ik voor 2017, want nu heb ik niet zoveel tijd meer over. Morgen wil ik nog wat dingen uitzoeken in Verdun, voordat ik daar op de trein stap.

Romagne-sous-Montfaucon lijkt het zoveelste onopvallende ingedutte dorp. Maar schijn bedriegt. Enkele Nederlandse families zijn hier neergestreken en runnen een minicamping en een pension. Achter de robuuste wederopbouwkerk verdwijnen regelmatig busladingen scholieren in een oude loods met het opschrift 'Romagne ‘14-’18'. Ook wie op zoek is naar koffie en broodjes (zoals ik zelf in 2008, toen ik de Groene Valleienroute aan het fietsen was) komt bijna vanzelf terecht in het museum van Jean Paul de Vries.
Duizenden voorwerpen, variërend van gasmaskers tot keukengerei, hangen hier als stille getuigen van vier oorlogsjaren in een smaakvol ingerichte schuur.
Alles komt hier uit de buurt’, zegt Jean Paul. ‘Soms van opgeruimde zolders, maar ook vaak opgewoeld tijdens het ploegen. Vroeger kwam ik hier al in de vakanties en zocht ik bossen en velden af naar spullen uit de Grande Guerre. Nu ben ik gestopt met wroeten in de grond. Ik wil het lot niet tarten: elk jaar vallen weer slachtoffers door exploderende blindgangers.

Afbeelding

Aan de rand van het dorp zijn twee militaire begraafplaatsen. Op de kleinste, naast het oude dorpskerkhof, liggen 1400 Duitse en vier Franse soldaten onder sobere zerken van grijze leisteen. De gedenkplaats was net gereed, toen de volgende wereldoorlog uitbrak. Op en om de begraafplaats staan hoge bomen. De plek valt niet op voor iemand die er niet naar zoekt.
Dat laatste kan niet gezegd worden van de grootste Amerikaanse erebegraafplaats in Europa, die een kilometer verderop ligt. Hier staan meer dan 14.000 witte marmeren kruizen – of sterren in het geval van joodse militairen – te blinken. Op de achtergrond speelt een carillon 'Glory, glory, halleluja'. Deze plek is niet alleen om te herdenken, maar ook om te imponeren. Er staat nog net niet 'Mission accomplished' boven de poort geschreven, maar het is vast niet de bedoeling dat bezoekers hier beseffen dat van alle slachtoffers van de Great War niet veel meer dan één procent uit de USA kwam.

Afbeelding

Na Romagne buigt de route naar het zuidoosten en stijgt geleidelijk naar het hoogstgelegen dorp in de omtrek, Montfaucon-d’Argonne. Op de heuveltop staat een Amerikaanse gedenktoren tussen de ruïnes van het vooroorlogse dorp. Bij helder weer is het terrein van het Maas-Argonne-offensief hier goed te overzien.

Afbeelding

Verder naar het zuidoosten ligt een heuvelrug waar zich in 1916 een deel van de strijd om Verdun afspeelde. Twee heuveltoppen, Côte 304 en Mort-Homme, werden letterlijk kapotgeschoten. Na de oorlog bleek de eerste heuvel nog maar 300 meter hoog te zijn, vier meter lager dan vroeger. In de grond zat zoveel metaal en onontplofte munitie, dat landbouw hier niet meer mogelijk was. Tegenwoordig zijn deze heuvels bebost, maar een merkwaardig ribbelpatroon in de bodem verraadt wat hier gebeurd is.
Ook Malancourt, Béthincourt en Forges-sur-Meuse zijn dorpen die nu op een andere plek liggen dan in 1914. Borden met foto’s en plattegrondjes van de vooroorlogse situatie markeren de oude plekken.

In Charny-sur-Meuse ga ik even kijken hoe het jaagpad langs het Canal de l'Est er nu bijligt. In 2009 trof ik hier een geitenpad met veel brandnetels aan en koos ik uiteindelijk voor een grindpad aan de overkant van de Maas, dat met droog weer en niet al te dunne banden goed te fietsen was. En als asfaltalternatief was er de soms wat drukke D38.
Nu tref ik hier een mooi geasfalteerd fietspad aan. Hoopvol volg ik dit zuidwaarts, maar na 500 m houdt het asfalt op. Toch blijf ik het jaagpad volgen. Het is een smal grindpad waarop wel te fietsen valt. En anders dan zeven jaar terug zijn de bermen nu gemaaid.

Afbeelding

Op de camping van Verdun zet ik mijn tent op. Morgenochtend ga ik nog uitzoeken hoever het geasfalteerde jaagpad de andere kant op gaat.

wordt vervolgd
Leuk om dit topic te volgen.

Een off-topic vraag: Welke stuurtas gebruik jij kees? Hij oogt lekker ruim.
Ik gebruik de Ultimate 6 L Plus van Ortlieb. Die is wat groter dan de normale Ultimate 6, waar ik ook jarenlang mee gefietst heb. De camera-inzet van mijn oude stuurtas heb ik in de nieuwe gezet, tegen de achterkant van de tas. De ruimte die nu overblijft tussen de camera-inzet en de voorzijde van de tas, gebruik ik voor kleine spullen met weinig gewicht, zoals schrijfgerei, zonnebril, leesbril en een spork.
Dag 12, 22 september 2016. Van Verdun naar Verdun, 54 km

Afbeelding

Het geasfalteerde jaagpad dat ik had aangetroffen bij Charny-sur-Meuse blijkt maar 2 km lang te zijn. Het eindigt al in Vacherauville. Het is wel de bedoeling dat het in 2017 wordt doorgetrokken, lees ik op verschillende websites (zoals hier). Als een grondeigenaar of overheidsinstantie echter tegenwerkt, kan het jaren duren voordat zo'n veloroute er komt; kijk maar naar de voie verte van Duinkerke naar de Belgische grens. Dus zal ik hier in 2017 terugkeren om te zien of er dan al iets gebeurd is.
De resterende uren van deze dag gebruik ik om de bestaande jaagpaden te onderzoeken, de grindpaden die daar parallel aan lopen en andere mogelijke fietsopties in het dal van de Maas. Soms zien die paden er redelijk begaanbaar uit.

Afbeelding

Helaas eindigen die grindpaden altijd ergens in een weiland of bij een op zich niet onaardig moestuintje.

Afbeelding

Het Franse platteland is weerbarstig, maar heeft ook zijn charmes.

Afbeelding

Afbeelding

Tegen de avond neem ik de trein naar Metz, waar ik overnacht op de mooie camping municipal aan de Moezel. De volgende dag wacht mij nog een lange reis naar huis, die ik in dit topic heb beschreven.

Afbeelding

wordt vervolgd
Dag 13, 6 mei 2017. Van Komen naar Violaines, 47 km

Afbeelding

In de lente van 2017 ga ik weer op pad voor veldwerk aan de Frontlijnroute. Ditmaal ga ik met de trein naar Komen en fiets ik naar het begin van traject 2, vlakbij Armentières. Dit traject had ik in 2016 al gedaan, zodat ik hier nu snel doorheen kan fietsen. Vandaag maak ik ook geen nieuwe foto's, maar ik controleer wel de navigatietekst. Het autovrije alternatief langs de Leie ligt er nog net zo bij als in 2016, maar er zijn wat bordjes verhangen en wegwijzers vernieuwd. Waar nodig, pas ik de navigatietekst aan.

Ik fiets tot de camping van Violaines, een kleine camping met een visvijver en een bar, waar ik een bak friet en een blonde Leffe bestel. Een plekje voor mijn tent kost hier niet meer dan het glas bier.

Dag 14, 7 mei 2017. Van Violaines naar Boiry-Notre-Dame, 81 km

Afbeelding

Ik fiets snel verder naar Liévin. Daar gaat de route de stad uit over een slecht onderhouden weg en later nog een kilometer over modderige grindpaden. Vandaag wil ik een alternatief uitproberen dat grotendeels door buitenwijken van deze voormalige mijnwerkersstad gaat. Dan is er ook nog een te onderzoeken asfaltalternatief tussen de slagvelden van Notre Dame de Lorette en Vimy Ridge.
Het alternatief door Liévin is goed te doen. De verkeersdrukte valt mee, dus neem ik dit op in de gids. Al blijf ik de bestaande route door het open veld bij mooi droog weer wel wat aantrekkelijker vinden.
Ook het tweede alternatief doorstaat de test goed, maar is wel een flinke omweg ten opzichte van de hoofdroute.
Ik verwerk de beide alternatieven in de kaart en voeg er in de rechterbovenhoek nog een inzetje van Liévin aan toe.

Afbeelding

Vandaag is het koud en druilerig. Bij Vimy Ridge is een nieuw bezoekerscentrum waar ik me opwarm met een bekertje koffie uit de automaat. Ik loop langs de infopanelen en bekijk een bord met Canadese oorlogsposters. Soms hebben ze een voorspelbaar hoog testosteron-, bloed- en bodemgehalte. De affiches van Canada's Beef Opportunity en Canada's Pork Oppertunity laten zien dat er niet alleen een onverzadigbare vraag naar kanonnenvlees was: je ziet een Canadese boer een biggetje verkopen aan een buikige, bijna Donald Trump-achtige Brit met een stapel geld in zijn hand, die daar veel meer vlees voor wil hebben.

Afbeelding

Afbeelding

Buiten is weer het bekende golfpatroon van explosies in de bodem te zien. Er is een hek omheen gezet met waarschuwingsborden voor blindgangers.

Afbeelding

Dan komt Arras in zicht. Ook met grauw weer is de Place des Héros prachtig, zelfs als veel van die gevels niet echt zijn.

Afbeelding

Jammer dat Arras al jaren geen stadscamping meer heeft. Er is alleen een parkeerterrein voor campers, dat volgens veel reviewers sfeerloos en vaak overvol is. Ik moet sowieso doorfietsen naar een fatsoenlijke camping, die 17 km verderop ligt. Daar zet ik mijn tent op naast een koe die hier in 2011 ook al stond en in de tussentijd kleur heeft bekend.

Afbeelding

wordt vervolgd
Weer mooie stukken om te lezen :)

Geen voortassen en toch kamperen... scheelt wel zo'n klein tentje!

Best dikke sloffen onder de fiets. Wat voor maat? En wat raad je aan voor de onverharde stukken van de route (of zijn die hard genoeg).
De maat van die dikke sloffen valt nog wel mee: 50-559. Tot nu rij ik meestal op Big Apples (maar in Noorwegen of IJsland fiets ik op robuustere banden). De onverharde stukken zijn daar ook goed mee te doen. Dat zijn ook nooit lange stukken, zelden meer dan 5 km achter elkaar. Ik schat dat minder dan 10% van de Frontlijnroute uit grind- en bospaden bestaat. Waar die bij nat weer modderig kunnen worden, bedenk ik voor fietsers met dunnere banden een alternatieve route over asfalt. Asfalt op Franse binnenwegen is van wisselende kwaliteit. Op een goed onderhouden grindweg fietst het soms comfortabeler dan op opgelapt of verwaarloosd asfalt.
keesswart schreef:
za 03 feb, 2018 23:30
De maat van die dikke sloffen valt nog wel mee: 50-559.
Was even op het verkeerde been gezet vanwege de wielmaat. Had die groter geschat :oops:

Maar mooi om te horen dat men met 50mm wel alles op de route aankan :)
Het waren die 1400 zwarte kruizen van Duitse militairen in Romagne-sous-Montfaucon die ik zo indrukwekkend vond. Ik wist niet meer precies waar het was op de route van de Groene Valleienroute.
Dag 15, 8 mei 2017. Van Boiry-Notre-Dame naar Peronne, 86 km

Afbeelding

In 2016 heb ik na Arras het Hindenburg alternatief gefietst: traject 13 op het kaartje hieronder. Dus blijf ik ditmaal de hoofdroute volgen: de trajecten 3 en 4.

Afbeelding

Dat is nu geen probleem, want de wind komt uit het noordwesten, zodat ik geen tegenwind zal hebben. Het zou ook fris, droog en helder weer moeten worden. Fris is het zeker: mijn handschoenen trek ik vandaag niet uit. Maar helder en droog? Dat is het wellicht 100 m boven het maaiveld, maar dichter bij de grond bevindt zich een vochtige luchtlaag, tussen mist en motregen in, die van geen wijken weet. Ik hoop dat de zon hier later op de dag nog doorheen zal priemen.

Van eerdere tochten in het grensgebied van Artois en Picardie herinner ik mij de rust op de wegen en de vaak fotogenieke weidsheid van het glooiende landschap.

Afbeelding

De wegen zijn hier nog altijd stil, maar het landschap is vandaag beperkt tot vijftig tinten grijs binnen een vierkante kilometer, want veel verder reikt het zicht niet. De grauwheid van het weer versterkt de sfeer van verval die ik in de dorpen aantref. Ook dat kan fotogeniek zijn.

Afbeelding

's Middags blijft het onafgebroken miezeren. In de buurt van Hamel hoop ik een eetgelegenheid te vinden, maar dat valt tegen. In de wijde omtrek lijkt elke bedrijvigheid te zijn weggekwijnd. Zoals in Gare de Beaucourt aan de oude spoorweg van Lille naar Parijs, waar allang geen treinen meer stoppen en de luiken van de club-bar-disco al minstens tien jaar niet meer open zijn gegaan.

Afbeelding

Al suggereren de opschriften op die luiken dat hierbinnen nog een feest aan de gang is.

Afbeelding

Ook de plaatselijke pomphouder heeft het bijltje er bij neergelegd.

Afbeelding

En de kinderen die nog op deze schommel hebben gezeten, zullen de vijftig inmiddels wel gepasseerd zijn.

Afbeelding

Ook deze stacaravan vertoont wat achterstallig onderhoud, net als het asfalt van de D50. Maar de berm is kort geleden nog gemaaid!

Afbeelding

Alleen de wegwijzer naar Ancre British Cemetery vertoont nog geen spoortje roest.

Afbeelding

Gisteren waren hier presidentsverkiezingen. Wie de voorkeur van de kiezer uit Gare de Beaucourt had, laat zich raden. Zij komt zelf uit de Noord-Franse roestgordel. De winnaar komt overigens uit Amiens, ook niet ver hiervandaan.

Afbeelding

Vlak voor Thiepval klimt de route uit het dal van de Ancre. Voor de meeste fietsers een aardig klimmetje, maar in de zomer van 1916 was dit de hel op aarde voor de onervaren Britse vrijwilligers die zich hadden laten ronselen om zich hier heuvelopwaarts naar de Duitse loopgraven te begeven. Sommigen haalden de plek waar nu de Ulster Tower staat: een opvallend on-Frans bouwsel waar ik zes jaar geleden op een prachtige nazomerdag even bij kon komen met thee en scones - of oploskoffie, als ik om cappuccino vroeg. Zoals de foto hieronder laat zien, had men er alles aan gedaan om van deze plek een keurig aangeharkte theetuin te maken, waar zichtbare herinneringen aan het ellendige offensief aan de Somme vakkundig zijn weggeschoffeld.

Afbeelding

Ik verheug me er op om in deze witte folly even op te warmen met een hartige hap, ook al is het maar cup-a-soup. Helaas tref ik er ditmaal een dichte deur aan met een bordje 'closed on mondays'. Het enige dat hier wel open is, is het bezoekerscentrum bij het Thiepval Memorial: een glazen huis waar je voor 6 euro achter toeristen aan mag lopen in een steriele ruimte vol vitrines en panelen met hapklare brokjes informatie over het drama dat zich hier een eeuw geleden heeft voltrokken. Daar heb ik nu geen zin in.
Ik fiets verder naar het volgende dorp, Authuille. Ook daar is geen café, maar wel een bankje in een overdekte bushalte. Ik haal stokbrood en camembert uit de fietstas en tel mijn zegeningen. Lunchen in een bushalte omdat het koud en nat is; net als vroeger (zie dit topic), toen café's niet in mijn budget pasten. Opeens schieten me twee uitspraken van bekende fietsenmakers binnen.
'Wie in Noord-Frankrijk gaat fietsen, moet een sterke geest hebben', zei een Groningse fietsenbouwer eens tegen mij. En een Amsterdamse fietsenverkoper heb ik de Frontlijnroute een keer horen omschrijven als 'die route voor depressieve fietsers'. Ik vermoed dat de Groninger uit eigen ervaring spreekt. Op een dag als vandaag begrijp ik meteen wat hij bedoelt. En die Amsterdammer flapt graag zijn onderbuikgevoel eruit. De introverte vakman uit Groningen versus de extraverte winkelier uit Amsterdam. Ze hebben allebei iets met fietsen, maar hun planeten liggen in verschillende zonnestelselsels.
Wie energie krijgt van drukte en aandacht, wordt misschien gelukkiger van een route met meer vertier. Zelf ervaar ik het fietsen hier elke keer weer anders. Van depressies heb ik op de Frontlijnroute nooit last gehad. Ik hou van rust, ruimte en landschappen die een verhaal vertellen. Daar horen ook gruwelverhalen bij. Een Romeins theater, een middeleeuws kasteel of een VOC-schip is ook om te gruwelen als je de geschiedenis ervan kent. Depressief word ik op drukke wegen, van tropische temperaturen en van plekken waar elke vorm van privacy is uitgebannen, of dat nu in Verweggistan is of tussen iets te gezellige Nederlanders. Zo'n Corendonvakantie bijvoorbeeld, ik moet er niet aan denken. Dan ben ik liever een eenzaam priemgetal.

Ik fiets verder naar La Boiselle, waar ik tot mijn verrassing een tearoom vind, die waarempel open is. Twee vriendelijke Britse dames runnen de tent. Ik leg mijn klamme handschoenen op de verwarming en bestel een dampende mok cappuccino en een stuk tarte tatin. Dan pak ik de gids en zet in de routebeschrijving gelijk een koffiekopje achter La Boiselle. Deze dag kan niet meer stuk!

Afbeelding

De grootste bezienswaardigheid van La Boiselle is 'la Grande Mine' of de 'Lochnagar Crater'. Hier werd op 1 juli 1916 door Britse troepen de aarde onder de Duitse linies opgeblazen met explosieven. Brokstukken vlogen meer dan een kilometer de lucht in. Wat resteerde, was een gat van 30 meter diep en 100 meter breed. Dit was het begin van de Slag aan de Somme, die drie maanden duurde. Franse troepen konden maar een geringe bijdrage aan dit offensief leveren, omdat zij die zomer verwikkeld waren in de al net zo gruwelijke Slag bij Verdun. De Britten hielden de Duitsers bezig bij de Somme om de Fransen in Verdun te ontlasten. Aan de Somme vielen meer dan een miljoen slachtoffers. Daarna trokken de Duitsers zich terug achter de nieuwe Hindenburglinie bij Saint Quentin, waardoor hun westfront korter en sterker werd.

Afbeelding

Voor de krater liggen tientallen kransen van nepklaprozen. Voorlopig voor het laatst op deze route, want voorbij de Somme kwamen geen troepen uit de landen van het Britse Gemenebest. Daar moesten de Fransen het zelf zien te rooien met de Duitsers. En de Fransen herdenken niet met plastic klaprozen omdat John McCrae een Engelstalige Canadees was. Als hij in Quebec was geboren en zijn klaprozengedicht in het Frans had geschreven, was dat misschien anders geweest.

Afbeelding

wordt vervolgd
keesswart schreef:
zo 04 feb, 2018 10:00
'Wie in Noord-Frankrijk gaat fietsen, moet een sterke geest hebben', zei een Groningse fietsenbouwer eens tegen mij. En een Amsterdamse fietsenverkoper heb ik de Frontlijnroute een keer horen omschrijven als 'die route voor depressieve fietsers'. Ik vermoed dat de Groninger uit eigen ervaring spreekt. Op een dag als vandaag begrijp ik meteen wat hij bedoelt. En die Amsterdammer flapt graag zijn onderbuikgevoel eruit. De introverte vakman uit Groningen versus de extraverte winkelier uit Amsterdam. Ze hebben allebei iets met fietsen, maar hun planeten liggen in verschillende zonnestelselsels. Wie energie krijgt van drukte en aandacht, wordt misschien gelukkiger van een route met meer vertier. Zelf ervaar ik het fietsen hier elke keer weer anders. Van depressies heb ik op de Frontlijnroute nooit last gehad.
Je wekt de indruk dat je iemand niet sympathiek vindt. Waarom verwerk je dat in je verder mooie fietsverhaal? Ik haak nu af.
Prachtige sfeervolle foto's in je laatste stuk.

Die somberheid van zo'n gebied komt echt naar voren. Mooi.
Mooi verhaal weer Kees. Inclusief die vergelijking tussen de fietsenmakers. Heel herkenbaar :lol:
En leuk om niet alleen het technische routemaken te lezen, maar ook hoe de routemaker het ervaart, waardoor ik zie dat hij niet eens zoveel anders is dan ik :wink:
En weer prachtige foto's. Kijk uit naar de volgende episode.
Mooi verhaal.

Jan
Mooie verslagen.