Additionally, paste this code immediately after the opening tag: waarom zelden compact 11speed? - Forum Wereldfietser

waarom zelden compact 11speed?

Ik ben aan het kijken wat er allemaal op de markt beschikbaar is van sportievere tour/reisfietsen met racestuur en schakelmogelijkheden op de remgrepen. Heb de merken specialised awol, salsa, kona, surly, vsf bekeken en deze komen steeds met een triple afmontage in een goedkopere groep. Bedoeling is om vlotjes te kunnen schakelen. (heb momenteel lx op mijn zwaardere trekkingsfiets, dit volstaat maar indien ik een lichtere fiets koop met racestuur verwacht ik een snellere en directere schakelgroep.

de enigste uitzonderingen die ik ben tegengekomen zijn: :

Is er een reden waarom compact 11speed zelden gebruikt wordt voor reisfietsen?

De fietsenmaker vertelde me dat dit dezelfde mogelijkheden heeft als 3*9, fiets zal ook moeten dienen om te klimmen met beperkte bagage
Compact 11 speed is prima voor een racefiets, maar voor een fiets met meer bagage als een flinke zadeltas heb je dan te weinig versnellingen in het lage bereik. Het kleinste tandwiel voor is 34 en het grootste tandwiel achter is 32, voor een fiets met bagage zou je iets van 34 achter en 24 voor willen hebben.
Omdat onderdeel van reizen is dat je veel variatie in het terrein tegen komt. Met een triple dek je dit het beste af. Een compact is eigenlijk alleen aantrekkelijk als je grotendeels in het midden of hooggebergte fietst(moet je wel goed nadenken of een 34/30 verzet (met bagage)voldoende licht voor je is). Als je alleen maar in Nederland fietst zou je voor een dubbel kunnen kiezen. Van alles een beetje: triple, vandaar dus die keuze.
Ik denk dan toch aan overwegingen van bedrijfszekerheid, de wens om (ruim) kleiner dan 1:1 te kunnen schakelen plus het feit dat Shimano alleen nog maar triples in de goedkopere groepen levert. Ik doel dan op racebocht met rem/schakel STI grepen, dat is denk ik waar je vraag over gaat.
Wat je dan eigenlijk nodig hebt is een ultracompacte double, met iets van 42/26, 44/28 of 46-30 voor. Dit is voor een snelle fiets heel prettig, maar de keus aan cranks hiervoor is heel klein en ze zijn duur. Nog een beetje betaalbaar zijn deze van ird http://www.interlocracing.com/crank-arm ... -crank-set (kleinste 30t) en de Velo Orange Grand Cru (kleinste 26t, maar geleverd met 30t), allebei 200 dollar. Duurder zijn er de TA Carmina en de Rene Herse.
In de racewereld is het voor sommigen een schande met een triple te fietsen, de profs rijden er immers ook niet mee.
De profs rijden echter aanzienlijk harder, en hebben de kleinere versnellingen daarom niet nodig.
De compact biedt voor zulke mensen wel de kleine versnellingen, zonder met een triple gezien te worden.
Intussen zal je geen enkele prof met een compact zien, of de Angliru moet toevallig in het parcours zitten.

Rationeel gezien is een compact helemaal niet handig, omdat je een blad mist waarop vrij vaak gefietst wordt, en je twee bladen hebt waartussen het moeilijker schakelen is.
Wat gewicht betreft scheelt het ook bijna niets.

Bij trekkingfietsen wordt de relatieve gewichtsbesparing helemaal gemarginaliseerd, door het hogere gewicht met de bepakking.
bedankt iedereen voor de duidelijke en begrijpbare antwoorden

ik had triple al afgeschreven op advies van de fietsenmaker (ik zou zogezegd niet dienen in te leveren op de kleinste vitessen)

ben er wat mee: de fietsen met triple komen terug in de running :)
Ter overweging, Ultegra triple (10s) is nog steeds leverbaar maar niet/nauwelijks op kant-en-klare fietsen, dus dan moet je zelf iets (laten) opbouwen.
Nieuwe campa crank zijn te gebruiken met compact bladen en de reguliere bladen. Dus alle profs die met de 2015 campa groep rijden rijden met een soort compact crank. Welke bladen ze gebruiken is weer heel iets anders.

Met betrekking tot de discussie dubbel vs. triple.. in de atb scene zie je ook veel meer mensen met dubbel gaan rijden ipv triple. Bij triple zit er veel overlap waardoor je zeker bij atb-en veel moet schakelen.. Dit heeft niets te maken dat profs geen triple rijden maar gewoon omdat het zwaar irritant is om zoveel te moeten schakelen. Wel de kanttekening dat het parkoers 'iets' anders is dan op je vakantiefiets.

Succes met je keuze..
Of misschien dat met 11 speed je wiel extreem paraplu gespaakt is en dus minder sterk.

Ik rij overigens nu al 5500 km met 28-34 als kleinste verzet met 30 kilo bagage en ik heb nog nergens hoeven lopen.
De wielen wijzigen niet bij 11-speed, de tussenruimte tussen de kransjes wordt kleiner en daarmee de ketting smaller.
Je ben in de war met 10 speed vrees ik.
26 voor, 27 achter is mijn kleinste verzet.
Fiets weegt 12,5 kg, ikzelf 78 kg.
Ik rij op vakantie met een tas met dagvoorziening (+/- 6kg).
Nog nooit moeten afstappen, al heeft het af en toe weinig gescheeld.
Marko schreef:Of misschien dat met 11 speed je wiel extreem paraplu gespaakt is en dus minder sterk.
Ja dat scheelt weer een mm ofzo sinds de 8/9/10-naven. Helaas heb je daar soms ook last van als je helemaal niet 11-speed wilt rijden; ik kocht een White Industries achternaaf die 8/9/10-compatible zou zijn, maar kreeg een 11-speed naaf met vulringetje. Niet dat ik er problemen mee verwacht, maar toch.

Dat vakantiefietsen een extreem groot bereik nodig hebben is trouwens alleen waar als je ook met wind in de rug of in een afdaling nog wilt bijtrappen. Als je voorbij 30km/u toch wel wilt uitvieren dan heb je vooral veel lichte versnellingen nodig. En het probleem is dat veel standaard configuraties vooral veel zware versnellingen hebben. Een tripel is dan de goedkoopste en meest flexibele oplossing, maar als je iets geks wilt dan kan dat wel. White Industries maakt dubbels in wat voor configuratie dan ook, van 22 tot 50 ofzo. Ik heb op m'n (snelle) vakantiefiets een 46/28 met 10-speed 11-34 cassette achter. Die gebruik ik als 1x10 met granny, dus aan de voorkant schakel ik alleen in de bergen.
Precies, dat is wat ik ook zo fijn vind aan een ultracompacte dubbel. Op het vlakke land rij je steeds op je grote voorblad, en heb je ruim voldoende bereik. In de bergen ga je naar het kleine voorblad, en in de heuvels schakel een keer voor onderaan de heuvel en een keer bovenop de heuvel. Simpeler kan niet. Met weinig bagage is het kleinste verzet nog licht genoeg, en zoals Urje al zegt, het enige wat ontbreekt zijn de zware verzetten om 50 km per uur mee te rijden. Nou en. We zijn geen Tour de France rijders, maar toch is dat wat de standaard configuraties veronderstellen.
Wim schreef:Precies, dat is wat ik ook zo fijn vind aan een ultracompacte dubbel. Op het vlakke land rij je steeds op je grote voorblad, en heb je ruim voldoende bereik. In de bergen ga je naar het kleine voorblad, en in de heuvels schakel een keer voor onderaan de heuvel en een keer bovenop de heuvel. Simpeler kan niet. Met weinig bagage is het kleinste verzet nog licht genoeg, en zoals Urje al zegt, het enige wat ontbreekt zijn de zware verzetten om 50 km per uur mee te rijden. Nou en. We zijn geen Tour de France rijders, maar toch is dat wat de standaard configuraties veronderstellen.
Op m'n 29er MTB zit een 36/22 crankstel. In combinatie met een 11-36 cassette levert me dat een prima bereik op. Ik zou er geen bezwaar tegen hebben om dat ook op m'n vakantiefiets te hebben. Ik gebruik het grootste blad van de triple dan toch eigenlijk nooit, of het moet in een hele lange afdaling zijn.
De enige kanttekening bij zo'n ultracompact is dan wel dat je op het vlakke vrij grote sprongen hebt in je overbrenging, dat pleit dan weer voor de triple. Vraag is natuurlijk of je dat erg vindt op een vakantiefiets.
Dat valt wel mee, want je gebruikt dezelfde cassettes met iets van 12-30t. De grootste sprongen zijn dan 3t tussen de paar grootste achtertandwielen, en dan wil ik al wel weer wat grotere sprongen anders moet ik teveel schakelen. Zelfs met een 12-30t 8 speed gaat het nog prima in mijn ervaring (en dat is lekker goedkoop in het gebruik). Nee het echte verschil is het ontbreken van heel zware verzetten die je toch niet gebruikt.
Ik niet: ik schakel best wel weinig.
Ikzelf heb tabellen gemaakt met daarin alle versnellingen van mijn fietsen.
Bij de derailleurversnellingen heb ik met een lijn aangegeven welke versnellingen ik ongeveer zou gebruiken.
Ik vul de trapfrequentie in (meestal 100 voor het platte, en 70 voor het klimmen, veel hoger tijdens afdalingen), en lees dan de snelheid af. Spreekt voor zich dat je die snelheid dan wel moet kunnen halen.
Met zo'n tabel heb je de mogelijkheden op een rijtje staan, en kun je een rationele keuze maken.