Ik denk dat voor de rijwielhandel hetzelfde geldt als voor de andere vormen van detailhandel. Grote ketens kunnen net als supermarkten werken met kleine winstmarges omdat ze grote omzetten halen. Kleine speciaalzaken en kleine fabrikanten die hoogwaardige produkten maken en verkopen, zijn wel gedwongen om meer winstmarge op hun produkt te zetten, willen ze nog een beetje kunnen leven van hun handel.
Het verschil tussen Nederlandse en Duitse fietsen zit volgens mij niet zozeer in de prijs, maar in de keuze die de fabrikanten maken: Neem als voorbeeld de hybrides van rond de 800 euro. De grote Nederlandse merken trakteren de consument op allerlei overbodige "luxe"zaken, zoals verende voorvorken die meestal niets doen, verende zadelpennen, jasbeschermers (wat doen die op een fiets die toch voor sportief gebruik is bedoeld), kettingrandjes die in de weg zitten als je wat aan je voorderailleur wilt doen, gebogen buizen en in verschillende tinten verlopende lak, wat een duur en bewerkelijk lakprocede is. De Duitsers bieden in de regel recht-toe-recht-aan fietsen aan: dan kan je er betere onderdelen op zetten voor diezelfde prijs, bijvoorbeeld een geheel of gedeeltelijk meer hoogwaardige onderdelengroep, sterkere wielen, een serieuze bagagedrager etc.