Interessant. Wat er feitelijk staat is dat bij de gevallen van een fietsongeval in het VK waarbij een ander (direct of indirect) is betrokken, het gebruik van methoden de zichtbaarheid te vergroten (reflectie, fluo) geen hogere veiligheid heeft opgeleverd. Tegelijk wordt ook de hypothese van Renaat hier zojuist boven ontkracht: bij de ongevallen van zowel de 'zichtbaarheidsgebruikers' als de niet-'zichtbaarheidsgebruikers' was de mate van het gebruik van reflectors en verlichting op de fiets gelijk.
Andersom is de studie ook interessant: bijna-ongevallen en andere gevallen van subjectieve en objectieve onveiligheid vallen buiten de scope van dit onderzoek. Het kan dus wel degelijk zo zijn dat men zichtbaarder is bij het gebruik van fluo- of reflectiekleding, maar dat dat niet in de studie naar voren is gekomen.
Verder geeft de auteur toe dat de verkeersintensiteit op de ongevalslocaties niet meegenomen is in de studie, evenmin als de variërende populatie van fietsers gedurende het jaar.
Het meest dodelijke voor deze studie, lijkt echter het gebrek aan een degelijke methode om de geografische spreiding van het verkeersrisico te bepalen. Dat heeft de auteur uit eigen observaties herleid. De eerste vraag die dan in me opkomt is of de onderzoeker daar de geschikte persoon voor is en daarvoor naar de geschikte methode heeft gegrepen. Onder 4.2.7 wordt duidelijk naar welke aspecten hij of zij daarbij heeft gekeken. Ik denk persoonlijk dat hij daarin de grootste fouten heeft begaan w.b. de bruikbaarheid van de studie. De auteur geeft in 4.4 ook toe dat daarin het grootste risico zit omdat hiermee de verschillen tussen gebruikers en non-gebruikers tot 0 gereduceerd kunnen worden.
Tenslotte geeft de auteur in 4.4.1 toe dat ongevallen veroorzaakt door een motorvoertuig, maar waarbij geen fysiek contact heeft plaatsgevonden tussen het motorvoertuig en de fiets(er), niet zijn meegenomen. Aangezien dergelijke ongevallen me ook van invloed lijken te zijn op 'de veiligheid', en deze ook wel degelijk van invloed zijn op de invloed van het gebruik van reflectie- en fluomaterialen bij fietsongevallen (waarbij motorvoertuigen betrokken zijn), lijkt de conclusie van Fietsberaad me nogal voorbarig en niet gebaseerd op dit onderzoek.
Kortom: een onderzoek met vele haken en ogen, waar ik persoonlijk nogal m'n vraagtekens bij heb.