Als voorbereiding op ons fietstochtje van deze zomer heb ik een paar boeken gelezen over mensen die deze reis al gedaan hebben. Al eerder las ik Mud, Sweat and gears, De verovering van een Brits eiland, Ten bodies, two bikes and a boil en End to End. En deze is daar een mooie aanvulling op.
De tocht van het uiterste puntje in het zuidwesten (Lands End) naar het punt in het noordoosten (John O’Groats) (gerekend op het ‘vasteland’ van Groot-Brittannië) wordt elk jaar door veel mensen gedaan. Van zuid naar noord is de afkorting LEJOG en andersom noemen ze het JOGLE. Het wordt ook op alle mogelijke manieren gedaan; Met de gewone fiets, de bakfiets, kinderfiets, tandem, lopend en nog honderd andere manieren. Het is ook niet één route, maar er zijn vele verschillende varianten.
George en Ben hebben een nieuwe manier bedacht om hier aan toe te voegen. Ze willen de tocht doen zonder één cent (penny) uit te geven. En dat nemen ze redelijk letterlijk. Ze arriveren dan ook op Lands End met alleen hun onderbroek. En die hebben ze gelukkig aan. Dus geen kleding, geen eten, geen tassen, geen gereedschap, geen route en ook geen fiets. Het idee erachter is dat ze willen aantonen dat de Britten een vriendelijk volk zijn en in principe iedereen wel hulp willen geven. Daarvoor hebben ze bordjes mee met ‘I am officially a nice person’. In het boek staan lego foto´s van mensen met het bordje. Er zijn dus veel aardige mensen in Groot-Brittannië en dat vind ik fijn om te horen aangezien we er deze zomer ook doorheen gaan.
Tsja, daar sta je dan in je onderbroek. Vooral het eerste deel is erg leuk omdat ze dan aan hun spullen moeten komen. Bij het hotel mogen ze in de bak graaien met kleding die is blijven liggen. Van een toerist krijgen ze een T-shirt en een paar schoenen. Ze trekken er allebei één aan. Dan gaan ze eerst lopend op weg. Ze scoren eerst een kinderfiets en een step. De weinige spullen die ze hebben gaat eerst in een tasje op de rug. Gaandeweg verzamelen ze meer spullen. Met een paar ruilacties krijgen ze redelijke fietsen. Op verschillende plekken kunnen ze wat geschiktere kleding krijgen. Een routeboekje lenen ze bij de bieb. Met een vuilniszak kun je ook regenkleding maken. En elke avond vinden ze weer een slaapplaats. Dat varieert nogal. Ze slapen in een hooiberg, een woonboot, hotel, B&B en vaak ook bij mensen thuis. Elke avond zijn ze dronken van het bier dat ze aangeboden krijgen en eten is ook nooit een probleem.
In totaal doen ze er 19 dagen over. En dat terwijl ze vaak laat op pad zijn omdat ze ´s ochtends nog hun ontbijt willen verdienen en soms ook belachelijk lang blijven hangen voor ze vertrekken. Ook dat stelt mij gerust want ik trek er wat meer tijd voor uit.
Voor het boek is dit lang genoeg. George schrijft het allemaal wel erg leuk op met grappige anekdotes en leuke woordgrapjes. Ik heb vaak hardop moeten lachen. Maar naar het einde van het boek toe heb ik het kunstje wel gezien van gratis eten en overnachting regelen. Het verhaal wordt dan ook wat opgeleukt met toeristische informatie. Toch is het een van de leukste boeken die ik over dit traject heb gelezen. En ik heb ervan geleerd dat er in Groot-Brittannië altijd wel hulp te vinden is, mocht je in de problemen komen.

Ik heb het boek besteld bij lulu.com (11 euro) maar je kunt het ook (11 pond) bij Amazon bestellen. Het boek is overigens Engelstalig.

Afbeelding