Hallo allemaal,
Er is mij maandagmorgen iets raars overkomen. Ik ging onder een stralend zonnetje per fiets op weg naar station Baflo voor mijn werk. De felle zon hing om 8.40 uur nog erg laag, recht in mijn ogen. Vanuit mijn woonplaats Westernieland maakte de landweg kort voor Den Andel een bocht naar rechts. Als dove rijd ik altijd maximaal 25-30 cm van de berm vandaan. Uitgerekend was mijn gehoortoestel al twee weken kapot en een nieuwe is momenteel in bestelling. Toen heb ik, verblind door de zon, iets geraakt en ik kan me van dat moment niets meer herinneren. Wel heb ik nog eventjes gezien dat toen ik op het asfalt lag, zich een plas bloed rond mijn hoofd heeft gevormd. Weer gingen de beelden weg. Ik kwam weer bij bewustzijn toen ik de ambulance werd binnengeduwd. Jeannette mijn vrouw kwam juist langs op weg naar d’r werk, nog niets vermoedend, langs de politieauto en ambulance met zwaailichten. Toen herkende ze mijn schoenen die daar uitstaken, vol in de remmen en zij gilde: “Dat is mijn man!” Een politieagent antwoordde dat hij nog in leven is. Jeannette ging in de ambulance naast mij zitten, op weg naar het UMCG in Groningen. Dat iets wat ik heb geraakt bleek een vrouwelijke jogger te zijn. Mijn bril helemaal aan gruzelementen, geplet onder een wiel van de ambulance! Een politieagent reed met onze Dacia de ambulance achterna, terwijl een andere agent mijn geliefde gele Giant fiets (gelukkig onbeschadigd en zonder krasje, want daar ben ik zo zuinig mee) thuis heeft gebracht, fietssleutel in de brievenbus gegooid.
Diverse neurologische onderzoeken, CT-scan gemaakt, wond op mijn achterhoofd schoongemaakt, gehecht met draad en naald. Op de CT-scan was er niets te zien, goed nieuws. Tenslotte is er een verband om mijn hoofd gemaakt. Vanmiddag tegen half twee weer naar huis in onze eigen Dacia met Jeannette aan het stuur. Wel erg pijn in mijn linkerarm tot in mijn duim toe. Vaak nog erg duizelig en groggy in mijn hoofd. Dus kan ik voorlopig niet naar mijn werk en hier rust houden.
Met de groeten van Martin van Doornik
Er is mij maandagmorgen iets raars overkomen. Ik ging onder een stralend zonnetje per fiets op weg naar station Baflo voor mijn werk. De felle zon hing om 8.40 uur nog erg laag, recht in mijn ogen. Vanuit mijn woonplaats Westernieland maakte de landweg kort voor Den Andel een bocht naar rechts. Als dove rijd ik altijd maximaal 25-30 cm van de berm vandaan. Uitgerekend was mijn gehoortoestel al twee weken kapot en een nieuwe is momenteel in bestelling. Toen heb ik, verblind door de zon, iets geraakt en ik kan me van dat moment niets meer herinneren. Wel heb ik nog eventjes gezien dat toen ik op het asfalt lag, zich een plas bloed rond mijn hoofd heeft gevormd. Weer gingen de beelden weg. Ik kwam weer bij bewustzijn toen ik de ambulance werd binnengeduwd. Jeannette mijn vrouw kwam juist langs op weg naar d’r werk, nog niets vermoedend, langs de politieauto en ambulance met zwaailichten. Toen herkende ze mijn schoenen die daar uitstaken, vol in de remmen en zij gilde: “Dat is mijn man!” Een politieagent antwoordde dat hij nog in leven is. Jeannette ging in de ambulance naast mij zitten, op weg naar het UMCG in Groningen. Dat iets wat ik heb geraakt bleek een vrouwelijke jogger te zijn. Mijn bril helemaal aan gruzelementen, geplet onder een wiel van de ambulance! Een politieagent reed met onze Dacia de ambulance achterna, terwijl een andere agent mijn geliefde gele Giant fiets (gelukkig onbeschadigd en zonder krasje, want daar ben ik zo zuinig mee) thuis heeft gebracht, fietssleutel in de brievenbus gegooid.
Diverse neurologische onderzoeken, CT-scan gemaakt, wond op mijn achterhoofd schoongemaakt, gehecht met draad en naald. Op de CT-scan was er niets te zien, goed nieuws. Tenslotte is er een verband om mijn hoofd gemaakt. Vanmiddag tegen half twee weer naar huis in onze eigen Dacia met Jeannette aan het stuur. Wel erg pijn in mijn linkerarm tot in mijn duim toe. Vaak nog erg duizelig en groggy in mijn hoofd. Dus kan ik voorlopig niet naar mijn werk en hier rust houden.
Met de groeten van Martin van Doornik