door
gwb » vr 27 mei, 2011 12:42
Rondje Rotterdam # 21 hebben we afgelegd en très petit comité, de kleinst denkbare groep (hoewel, naar mijn gevoel begint een groep pas bij 3): getweeën, Merlijn en ik. We bedachten om naar Hoek van Holland te gaan, misschien pootjebaden (niet aan toe gekomen) en wellicht even rondkijken op de Maasvlakte. Daar is immers altijd wat nieuws te zien – al is het de barre leegte van pas gevormd land, doorsneden met steeds anders gelegde wegen.
De tocht voerde wegens historisch sentiment mijnerzijds eerst langs de Rotterdamse Schie, ooit een levensader voor het vroege Rotterdam, thans een weinig glorieus watertje in Overschie, overigens op het zuidoostelijke deel (grofweg tussen A20 en A13) drukbevaren door eenden, zwanen, ganzen en ander gevogelte.
Aangezien ik de laatste tijd nogal eens naar Hoek van Holland fiets en de route langs de Nieuwe Waterweg onderhand wel ken, ánders dan de paden door Midden-Delfland, hebben we via Kethel daarheen koers gezet. Dit zo’n beetje op mijn richtingsgevoel ‘naar het westen en dan een tikje noordelijk aanhouden’ + de houding ‘laten we dit pad maar nemen dan zien we wel waar we uitkomen’. Dat leidde tot een paar grote zigzaggen door Midden-Delfland door polders en langs veel sloten, met fikse wind tegen.
Mooie polders, erg geschikt om regelmatig de stand der seizoenen te peilen. Nu: laat voorjaar, weilanden al een keer gemaaid en bijgevolg strak groen. Kieviten buitelden rond, her en der de gebruikelijke watervogels, 1 snip waargenomen, een haas zat in het gras een slaapje te doen, koeien. Een aparte ruimtelijke beleving in Midden-Delfland biedt de verlengde A4 die er niet ligt, waarvan het tracé al jaren geleden in het landschap is gesneden, bijna tastbaar maar nog steeds een concept.
Met het zelfbedieningspontje hebben we ons over de Vlaardingervaart gezwengeld (Zouteveen-Duifpolder, bij knooppunt 62/Midden-Delfland). Dankzij die flierefluiterige en weinig precies-kaartlezende instelling kwamen we bij Maassluis uit, vandaar langs de Nieuwe Waterweg verder. Daar blies de wind nóg harder en het dijkje bood ook al geen bescherming. Niettemin haalden we nét de fast ferry van 14.55 uur (misschien was het ons beider hevig verwaaide uiterlijk dat het gemoed van de mevrouw van de boot zó verzachtte dat zij de loopplank nog even speciaal voor ons neerliet). Diezelfde mevrouw had me bij een eerdere oversteek verteld dat de ferryhalte Maeslantkering zou worden opgeheven, maar neen: ook daar staken we nog aan. Des te langer trotseerden we de golven en des te leuker: een onstuimige tocht van dik een half uur.
Op de Maasvlakte wachtten koffie en de onvermijdelijke appeltaart (mwah, die zag er spannender uit dan hij smaakte) in het bezoekerscentrum. Dan voort door stuivend zand op de Maasvlakte, over nieuwe dan wel net verlegde wegen, royaal zicht op energiecentrales en de tweede Maasvlakte in aanleg, verderop raffinaderijen, opslagtanks en andere ingewikkelde constructies die kennelijk iets onmisbaars voortbrengen. De terugweg verliep in een noodvaart vóór de wind langs het Hartelkanaal, de Calandbrug over, even een kleine zijstap om de fietsbrug die naast de Hartelbrug wordt geslagen te bekijken (fraai rank, nog niet af), en zo verder.
Ik heb weer enorm genoten van de taferelen op de Maasvlakte en langs het kanaal: industriële complexen bieden mij een intrigerende aanblik – Merlijn kent technische wetenswaardigheden, ook leuk – en als de zon er op schijnt letterlijk schitterend. De terugweg werd voorts verlevendigd door een biddend valkje en konijntjes in het gras (aan het eind van de middag is het goed konijnen tellen; op dit stuk kwam ik niet verder dan 14, beetje schrale oogst toch wel).
Aan de Waalhaven scheidden zich onze wegen, na een genoeglijke middag. Merlijn had intussen 91 km op zijn tellertje staan. Een tocht die wat mij betreft voor herhaling vatbaar is: polder en industrie, met bootjevaren. Een week later heb ik Midden-Delfland nog eens nader verkend en dit keer wat preciezer noordelijk gemikt. Natuurlijk weer fikse wind tegen. Te Hoek van Holland heb ik het zeewater beproefd, nog te fris voor een volledige onderdompeling.
Volgend rondje, 19 juni, misschien toch maar weer eens een andere kant op. Iemand al een idee?
Gepke.